i
moet worden onderworpen. Mevr. de wed. D. Pruimers is
zaturdag weder van des voormiddags tien ure tot des
namiddags drie ure in de bekende strafzaak voor den
regter-kommissaris in verhoor geweest.
In liet Politieblad van vrijdag komt liet signalement
voor van Jacob Stam Jszn., oud 45 jaren, ontvanger
van 's rijks belastingen te Gramsbergen (grenskantoor
Holtbeme), sedert 5 jannarij voortvlugtig, verdacht van
verduistering van 's lands gelden ten bedrage van
10,124.72.
De groote raad van Zurich heeft 2.800.000 frs. be
schikbaar gesteld voor den bouw en de inrigting van een
centraal krankzinnigengesticht.
De hernieuwde vorst had dc vijvers in de parken
van Londen weder met eene ijskorst overdekt, die ech
ter niet sterk genoeg was om mensehen te dragen.
Ondanks de waarschuwing der policie begaven zich
woensdag vele lielhebbers van schaatsenrijden en glijden
op het ijs; het gevolg was dan ook, dat 80 k 90 personen
er doorzakten en in enkele gevallen met vrij wat moeite
gered werden.
Dc heer Jules Janin heeft een brief aan de fransche
akademie gerigt, waarin hij zich verklaart kandidaat te
stellen voor dit ligchaani.. Met het afleggen der in dit
geval gebruikelijke bezoeken is hij begonnen.
Te Florence heeft zich eene kommissie gevormd,
om een standbeeld op te rigten voor Dante. Dit plan
heeft de meest mogelijke sympathie in Italië verworven.
Aan den beeldhouwer Pazzia is de taak opgedragen, om
het beeld van den grooten dichter te vervaardigen. Het
standbeeld moet in 1865 voltooid zijn, ten einde het ter
gelegenheid van het zesde eeuwfeest zijner geboorte te
kunnen oprigten. De gemeenteraad van Milaan heeft
1000 franks bijgedragen.
Doorliet provinciaal geregtshof in Noordholland is
dezer dagen weder een gasverbruiker veroordeeld wegens
diefstal van gas in het door hem bewoonde perceel, en
wel tot drie maanden cellulaire gevangenisstraf.
Yan den 17 tot den 29 februarij zal te Parijs de
verkooping der nagelaten werken van wijlen den kunst
schilder E. Delacroix plaats hebben. Het getal teeke-
ningen, alsdan te veilen, beloopt ruim 6000, waaronder
een aantal schetsen van groote waarde.
Twee nieuwe pogingen tot het leggen van een tele
graafdraad tusschen Algerië en Engeland zijn op nieuw
door het breken van den kabel mislukt. De stoomboot
DixDécembre,met die taak belast, heeft dien ten gevolge
onverrigter zake naar Toulon moeten terugkeeren.
Dezer dagen werd eene vrouw door de policie te
Rotterdam aangehouden, wegens het vermoedelijk door
haar ontvreemden van eenige paren pantoffels. In de
wachtkamer heeft zij zich, in bijzijn van eenigie policie-
agenten, den schoudermantel over het hoofd geworpen,
waaruit niets kwaads vermoed werd, doch weldra bleek
het dat zij zich, waarschijnlijk uit vrees, geworgd had,
door de handen van den schoudermantel zoo stijf moge
lijk digt te knoopen.
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 ure.
Februarij 1864.
i Wind.
O 2
v
1°
S
10
l!
Spanning van
den damp.
.2
Aanmerkingen
7 O. ZO.t 3
759 6
0.9
0.86
4.88
0.0
ligt bew. lieijig. sn.
8 O. t. N. 2
753.7
0.9
0.86
4.88
0.2
bew. held. sneeuw.
9 N West. 2
750.2
0.8
0.90
506
0.5
bew. hagel sneeuw.
10 W.NwJ 5
747.6
0.7
0.99
5.51
i.J
betrokken sneeuw.
11; West. I 4
757.1
2.1
0.70
4.30
1 3
bewolkt,
12 Z. Zw. 1 46
750.8
2 1-
0.93
5.86
0.0
betr. buijig sn. reg.
13 "W.t.Z.I 25
758.0
10.0
0.88
8.50
41.0
bewolkt buijig.
Thermometerstand.
13febr.'s av. 11 u. 44 gr.
14 's morg. 7 u. 40 's midd. 1 u. 48 gr. 's av. 11 u. 40 gr.
15 's morg. 7 u.40 'sniidd. lu. 45 gr.
Ciemcenteraad van Goes.
Zitting van 11 februarijBedenkingen minister veror
dening invordering plaatselijke belasting gedistilleerd;
gratiGkatiën brandweer; dankbetuiging van den beer
Brost voor vergunning tijdelijke bewoning huis fransche
jongensschool; proces-verbaal kasopname gemeente-ont
vanger plan verbinding bewaarschool aan de school van
den onderwijzer Swart; vex-zoek tot leggen dam en berij
ding stadswal.
Yoorzitter de heer Blaaubeen. Afwezig de heeren
Smallegange, Soutendam, van de Putte en Pilaar, allen
met kennisgeving.
De voorzitter doet voorlezing van een brief van gede
puteerde staten en eene daarbij in afschrift gevoegde
missive van den minister van binnenlandsche zaken,
houdende mededeeling van eenige bedenkingen, welke
bij Z. Exc. zijn gerezen, tegen de onlangs door dezen
raad vastgestelde verordening op de invordering der
plaatselijke belasting op het gedistilleerd, daarin be
staande dat de belastingschuldigen tot geene betaling
verpligt kunnen worden, wegens de vervulling van forma
liteiten ter verzekering der inning van de belastingdat
de bepa^ngen, in de rijkswet voorkomende, bezwaarlijk
in eene plaatselijke belasting-verordening toepasselijk
kunnen verklaard wordenen dat in de verordening straf
fen zijn bepaald, afwijkende van die in de gemeentewet
opgenomen.
De voorzitter stelt voor, aan deze bedenkingen te
gemoet te komen, door de bedoelde bepalingen te roijeren.
De heer de Kanter vraagt, of, bij het wegvallen van
die straffen uit de verordening, zij niet door anderen
moeten vervangen wordendan wel of die, in de gemeen
tewet opgenomen, regtens in casu, waar het geldt eene
overgangsbepaling, de peiling, zouden toepasselijk zijn?
De voorzitter beantwoordt zulks toestemmend, op grond
van de algemeenheid der uitdrukking, in de gemeente
wet voorkomende. Hierna is het voorstel met, alge-
meene stemmen aangenomen.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders,
ingevolge de magtiging hun in de vorige vergadering
verleend, onder goedkeuring van gedeputeerde staten,
over eene som van ƒ155 hebben beschikt, tot het toeken
nen van gratifikatiën, ter zake van den brand bij den
heer Drostdat zij die som, met hot oog op uitgebreid
heid van het personeel, hebben verdeeld als volgtaan
de brandweer van Goes 75, aan die van Kloetinge 20,
van Wilhelminadorp ƒ20, en van 's Heer Hendrikskin
deren ƒ15; terwijl nog bij den voorzitter van de brand
waarborg-maatschappij te Zierikzee is ontvangen 20,
ter uitreiking aan de brandweer der gemeente Goes, I
welke som aan generale brandmeesters is ter hand gesteld.
De voorzitter doet mededeeling van een brief van den
heer Drost, houdende dankbetuiging voor de inwilliging i
van zijn verzoek, tot tijdelijke bewoning van het huis j
der fransche jongensschool.
Vervolgens wordt overgelegd het proces-verbaal van
de opneming der kas van den ontvanger, onder mede-
ling dat zich in kas bevond ƒ2.518,85.
De wijzigingen in de instruktie van den binnen-
havemneester, niet op de agenda vermeld, worden, op
verzoek van den lieer de Kanter, tot eene volgende zit
ting aangehouden.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders
zich hebben beijverd, om het schoolgebouw van den heer
Swart op te nemen, naar aanleiding van een voorstel, in
der tijd door den heer de Kanter gedaan, om aan die
school eene bewaarschool voor kinderen van meergegoe-
den te verbinden. Burgemeester en wethouders achten
de door den heer de Kanter aangegeven veranderingen
in het gebouw tot dat einde volkomen uitvoerbaar, en
stellen thans voor, hen te magtigen de noodige verande
ringen, volgens overgelegde raming, te doen uitvoeren.
Hiertoe is met algemeene stemmen besloten.
De voorzitter legt over een kort voor den aanvang
dezer zitting ingekomen verzoekschrift van de heeren
van der Bilt, om aan het erf achter het huis op de Ylas-
j markt, tegen den stadswal een brug of dam te mogen
i leggen, en om van dat erf met een hand- of kruiwagen
over den wal naar den zoogenaamden brouwersgang te
j mogen rijden. Onder opmerking van den voorzitter, dat
op verzoeken tot verbouwing of andere veranderingen
door burgemeester en wethouders wordt beschikt, maar
j liet hier zou kunnen geacht worden te zijnhet in ge-
j bruik geven van een gedeelte van den wal, of het vesti-
1 gen van een servituut, wenscht hij uitgemaakt te zien,
of bedoeld verzoek een punt van behandeling hij den
J raad zal uitmaken.
De heer de Kanter releveert, dat in de verordening
op het gebruik der wallen is bepaald, dat zij met toe
stemming van den burgemeester mogen bereden worden.
De voorzitter repliceert, dat die bepaling eene tijde
lijke vergunning bedoeltterwijl het hier een voortdu
rend gebruik geldt. Hij meent alzoo dat het verzoek hij
den raad dient behandeld te worden, welk gevoelen door
I al de leden wordt gedeeld.
Guitrnlanö
Algemeen overziet.
Yoor onze lezers die den marsch der geallieerde troe
pen door Sleeswijlc op de kaart hebben gevolgd zal
het duidelijk wezen dat de vijandelijkheden thans eene
andere fase zijn ingetreden. Was het weinige dagen
geleden nog zeer gemakkelijk voor een zoo talrijk leger
als dat der geallieerden om de deensche troepen, in het
vlakke veld, terug te drijven, thans hebben de laatste
eene positie ingenomen, waarvan de sterkte, met het oog-
op de kaart van Sleeswijlc, zonder moeite kan begrepen
worden.
Het schiereiland Sundewitt is aan het eiland Alsen,
waarop Sonderburg ligt, verbonden door twee schipbrug
gen, welke in geval van aftogt voor de denen den toe
gang ontsluiten tot eene veilige wijkplaats op bet
eiland Alsen. De deensche vloot kan bovendien deze
bruggen tegen alle vernieling van 's vijands zijde behoe
den en de natuurlijke sterkte van de deensche positie
op het voorste gedeelte van den landtong Sundewitt,
bij Duppcl, nog verhoogen.
De liniën in de nabijheid van Duppel ziju voorts eu
dit maakt haar voor de denen gemakkelijker te verdedigen
niet zoo uitgestrekt als die van het Dauewirk, terwijl
de denen overigens te land slechts front-aanvallen kun
nen venvachten, hetgeen ten opzigte van het Danewirk
niet het geval was. De vorst toch belette de deensche
vloot om den vijand het overtrekken der Schley te ver
hinderen op eenigpunt, hetwelk meer aan den mond was
gelegen dan Missunde. Ten opzigte van de positie op
Sundewitt-Alsen kan de vorst weinig invloed meer uit
oefenen omdat Alsen door de zee omgeven wordt.
Terwijl derhalve het deensche leger deze stelling bezet
heeft en reeds verscheidene deensche oorlogschepen zijn
afgezonden ter verdere verdediging van de ingenomene
positie, zal men in de eerste dagen weinig belangrijke
gevechten kunnen te gemoet zien. De operatiën waartoe
de geallieerden thans moeten overgaan, zullen wel eenige
voorbereidingsmaatregelen eischen.
Omtrent de deensche kavallerie, welke noordwaarts is
getrokken en door eene afdeeling van het leger der
geallieerden wordt vervolgd, heeft men nog geene bcrig-
ten ontvangen.
De spanning te Koppenhagen schijnt eenigzins ver
minderd en door zekere moedeloosheid te zijn ver
vangen. Het is thans gebleken dat de politiek aan
de ontruiming van liet Danewirk geheel vreemd is. In
de redevoering van den minister Monrad, in dit nornmer
medegedeeld, werpt deze alle verantwoordelijkheid op
den generaal von Meza; de aftogt der denen was dus het
gevolg van de krijgsoperatiën des vijands.
De toestand van duizelingwekkende verwarring in
Duitschland is te midden van al deze gebeurtenissen,
zoo mogelijk nog vermeerderd. De weinige draden, welke
de twee groote duitsclie mogendheden nog aan den bond
hechten, verminderen nog telkens in aantal. Zoo heeft de
veldmaarschalk von Wrangel besloten om verschillende
steden in Holstein door pruissische troepen te laten be
zetten, Zonder op het protest van de bondskommissa-
rissen het minst aebt te slaan is dan ook reeds te Altona
eene afdeeling pruissische troepen aangekomen. Het
zelfde zal ook plaats hebben ten opzigte van Kiel, Neu-
raunster en eenige andere plaatsen. Zoo wordt derhalve
thans de zelfde bond, welke zes maanden geleden te
Frankfort tot meerdere eenheid zou gebragt worden,
gewelddadig van een gescheurd door het brutaal geweld.
Het gevolg van deze handelwijze der pruisische rege
ring is wederom, gelijk wel te verwachten was, een protest
op de bondsvergadering te Frankfort geweest. Het
archief van den duitschen bond is daardoor weder met
een stuk verrijkt geworden en daarmede is de zaak
voor het oogenblik afgedaan. Uit een ons toegezonden
telegram blijkt intusschen dat Oostenrijk en Pr nissen
hebben beweerd dat zij hunne beloften volstrekt niet
geschonden hadden. Welke gronden voor deze bewering
zijn aangevoerd wordt ons niet gemeld; het vernuft van
den vrijheer von Bismarck-Schönhausen zal echter ook
thans wel weder uit zijn wonderlijk volkonregterlijk
systeem argumenten hebben geput om te betoogen dat
niets natuurlijker was dan het bezetten van Holstein.
Koning- Wilhelm van Pruissen had eenige dagen voor
het bezetten van Altona nog eene deputatie ontvangen
om hem liet besluit van den generaal von Wrangel te doen
vernietigen. Werkelijk schijnt zelfs de koning hiertoe
geneigd te zijn geweest en in dien geest bevelen te heb
ben afgezonden. Zeer toevallig kwamen intusschen deze
bevelen juist te laat. Het schijnt dus dat de heer von
Bismarck-Scliönhausen zich eene diktatoriale magt be
gint aan te matigen.
Dit alles doet intusschen den inwoners van Ilolstein
niet zeer ingenomen zijn met de pruissische troepen,
daar zij de mogelijkheid beginnen te bespeuren van in
de plaats der liberale deensche regering de juist niet
zeer liberale pruissische regering te zien optreden in
hun gewest. De prijs om tot het „groote duitsclie vader
land" te beboeren zou in dit geval hun welligt te hoog
voorkomen.
Zoo is ook de sleeswijksche bevolking reeds eenigzins
minder opgetogen over het geallieerde bevrijdingsleger
onder den generaal von Wrangel, die alle clcensche amb-