MIDDEtBURGSCHE
COURANT.
N0120.
Donderdag
4 February.
Editie van woensdag avond 8 ure.
Middelburg; 3 lebruarij.
Wanneer de uitvoering van kerkelijke muziek, die
heden namiddag in de Koorkerk alhier plaats had, slechts
ten deele aan onze verwachting beantwoorddedan schrij
ven wij dit geenszins toe aan de cxekutantenaan wie
we integendeel gaarne lmlde brengen. We gelooven veel
eer dat het emplacement der zangers gedeeltelijk achter
of althans ter zijde van het orgel op het effekt aan
merkelijk van invloed is geweest. Dit deed dan ook
de vraag bij ons opkomen of het fraaije kerkgebouw, het
welk gebleken is voor andere gelegenheden zoo uitmun
tend geschikt te zijn, voor uitvoeringen als die van
heden middag wel onbepaalde aanbeveling verdient. Dit
mag ons echter het vele goede wat we hoorden niet doen
voorbij zien, want over het algemeen genomen achten we
deze uitvoering goed geslaagd. En al betreuren wij de
oorzaak waardoor een nommer van het programma is
weggelaten: een Iigte ongesteldheid der verdienstelijke
dilettante die ook hier hare medewerking had toegezegd,
dan mogen wij toch niet onvermeld laten dat zij op waar
dige wijze is vervangen.
De drie liederen voor alt-solo met koor van Mendels-
sohn-Bartholdy werden door mejnfvröuw Leupen, die
hare plaats innam, en die ook de sopraan-aria uit de
Paulus geheel in den geest der kompositie voordroeg, met
gevoel, warmte en waarheid wedergegeven. Het duet voor
twee sopranen van Marcello ongetwijfeld eene hoogst
moeijelijke kompositie bleek goed begrepen te zijn,
maar deze muziek behoort niet tot dat genre, waaraan
we de voorkeur zouden geven. Het koor uit de „Schep
ping" van HaycTn wérd gelukkig uitgevoerd en besloot
dit koneerfc op waardige wijze.
De kommissie voor de internationale tentoonstelling
eh wedstrijd van brandspuiten enz. injulij bier te hou
den, heeft van burgemeester en wethouders dezer
gemeente berigt ontvangen dat de heer C. Krijger,
gemeentehouwmeester en „inspelcteur der stads brand-
bluschmiddelen" is nitgenoodigd namens de gemeente
deel uit te maken van de kommissie van beoordeeling.
Tevens hebben burgemeester en wethouders zich
bereid verklaard tot den goeden uitslag der tentoonstel
ling zooveel in hun vermogen is te zullen medewerken.
Uit Vlissingen schrijft men ons heden
„De stoomboot Stad Vlissingen no. 2, gisteren ten 8 ure
30 min. van Rotterdam vertrokken, is alhier gisteren na
middag ten 5.J uur aangekomen.
„Er was nog al veel ij s in de Noord, zoo dat de boot eerst
ten half elf ure te Dordt kwam; maar overigens werd de
vaart niet van belang bemocijelijkt. Heden morgen is
de stoomboot weder op den gewonen tijd naar Rotterdam
vertrokken, zoo dat wij de geregelde gemeenschap met
Holland als hersteld kunnen beschouwen."
Uit Tholen meldt men ons dat 11. zaturdag die gemeente
voor het eerst met gas is verlicht en dat de genomene
proef boven verwachting slaagde.
De Staatscourant van gisteren bevat het besluit, bepa
lende de plaatsing in het Staatsblad eener verklaring
nopens de overeenkomst met Zwitserland gesloten, tot
toelating van zwitsersche konsuls in de nederlandsche
overzeesche bezittingen.
^Den 30 januarij jl. heeft te 'sHage de uitwisseling
plaats gehad der akten van bekrachtiging van de tus-
schen Nederland en Hannover op den 29 december 1863
gesloten-., overeenkomst wegens de aansluiting van den
spoorweg-Almelo-Salzbergen.
LI. maandag morgen heeft de generaal-majoor Blanken,
minister van oorlog, in het hötel Paulez met prins Julius
von Glücksburg eene langdurige konferentie gehouden.
Uit Utrecht schrijft men ons dd. 30 januarij
„U van alle voorlezingen, die hier gedurende den win
ter in verschillende bijeenkomsten en op onderscheiden
gebied gehouden worden, verslag te geven ware een taak
die niet alleen op.de schouders van een korrespondent te
zwaar drukken zou, maar die slechts betrekkelijk weinig
nut zou kunnen opleveren. 'Alleen wanneer mannen vari
uitstekenden naam zicli uitspreken over vraagstukken
clie de algemeene belangstelling wekken, of wanneer een
onderwerp behandeld wordt hetwelk bijzonder „le mérite
de Fa propos" heeft, meen ik daarvan niet te mogen
zwijgen.
„In overeenstemming met dezen door mij aangenomen
regel, acht ik thans wenschelijk u een beknopt verslag te
geven van hetgeen clr. A. C. Oudemans, assistent aan het
chemisch laboratorium onzer hoogeschool, in ee.ne der
wekelijksche bijeenkomsten van het natuurkundig ge
nootschap alhier over het petroleum helder en op aange
name wijze voordroeg. Omtrent deze stof, die een zoo
gewigtige rol in de tegenwoordige maatschappij begint
te spelen, deelde hij bijzonderheden mede die mij belang
rijk genoeg voorkomen om ze ook in ruimeren kring
bekend te maken.
„De spreker begon met op te merken, hoe het petroleum
geen vroeger onbekende, eerst onlangs ontdekte stof
was. Reeds in de oude geschiedenis ran Ninevé vinden
wij er sporen van, en Herodotus vermeldt, dat het aange
wend was bij het bouwen van Babel, want het asphalt
der ouden komt met ons petroleum overeen. Op de Ioni
sche eilanden en op Sicilië werd reeds voor vele eeuwen
petroleum gevonden, en Genua was er eenmaal mede
verlicht. Maar wat in dit opzigt onzen tijd van vroegere
onderscheidt, is de groote hoeveelheid, die thans wordt
gevonden en gebruikt. Men treft de bronnen vooral in
grooten getale aan in Noord-Amerika, maar ook in Europa,
Azië (vooral China) en Afrika. In Noord-Amerika werd
in 1859 ontdekt, dat sommige streken eene verbazende
massa dezer olieachtige stof konden opleveren, en menig
een begaf zich dan ook naar die oorden om zich rijkdom
te verschaffen.
„Aldaar bevindt zich liet petroleum onder den grond,
op verschillende diepten, in holten, die in eene schuine,
evenmin vertikale als horizontale, rigting gelegen zijn.
Het bovenste gedeelte dier holten is gevuld met gas, onder
eene groote drukking verkecrende; daaronder vindt het
petroleum zijne plaats; en het benedenste gedeelte bevat
water. Bereikt men nu, bij eene boring, liet boven
ste der holte, dan stroomt uit de gemaakte opening-
slechts gas. Heeft men de holte echter op eene lagere
plaats getroffen, dan wordt, door de drukking van het
gas, öf terstond het petroleum, of eerst het water en ver
volgens de olie, met groote kracht opwaarts gestuwd, zoo
dat men een straal verkrijgt, die zich soms tot 60 voet
hoven den grond verheft. Het is gebeurd dat personen,
eene boring in het werk stellende en eene pctroleumbron
in haar onderste gedeelte'treffende, derhalve slechts een
waterstraal verkrijgende, teleurgesteld de plek verlieten,
niet vermoedende dat latere bezoekers in plaats van water
olie zouden zien opspringen. Menig romantisch voorval
heeft, bij de exploitatie dezer bronnen, plaats gehad. Een i
zekere gelukzoeker bijv. had de grootste moeite aange-
wend om door boringen eene bron te vinden, doch altijd
te vergeefs. Zijne middelen waren eindelijk uitgeput;
zelfs in zijn schoeisel kon hij niet meer voorzien. Wan
hopig besloot hij nog één dag aan zoeken te besteden,
en, zóó hij ook dan niets vond, zich van het leven te
berooven. Maar ziet, met zijn werktuig op clen grond
stootende bemerkt hij dat deze hol klinkt; hij gaat aan
het boren en vindt eene hoeveelheid der vurig gewenschte
stof, welke hem van dien stond af een jaarlijksch inko
men van 74 ton gouds verzekert De massa petroleum
die opwaarts dringt, is zóó groot, dat hij zelf ze onmoge
lijk verzamelen kan, maar ze voor een groot deel onge
bruikt moet laten wegvloeijen.
„De machinestot de vermelde boringen gewoonlijk
aangewend, zijn verre van doelmatig. Even zoo laat de
wijze, waarop doorgaans de verzamelde olie van de bron
naar de naastbij gelegene spoorwegstation of rivier wordt
getransporteerd, veel te wenschen over. De spreker
toonde dit in afdoende voorbeelden aan.
„Scheikundig is het petroleum eene zeer zamengestelde
stof; het bestaat uit een groot aantal dooreen-gemengde
vloeistoffen. De toestand, waarin het gevonden wordt,
is geheel verschillend van dien, waarin het tot verlich
ting kan worden aangewend. De zuivering geschiedt
door distillatie. Bij eene temperatuur van 30 tot 100
graden wordt cle in liet ongezuiverde petroleum voorko
mende naphtha vlugtig; hij eene van 150 tot 300 graden
de voor lampolie geschikte bestanddeeleubij eene nog
hooger stijgende verwarming smeerolie. Als overblijfsel
verkrijgt men paraffine, enz. Zoo kan men de oorspron
kelijk verkregene stof in deze verschillende bestancl-
deelen scheiden.
„Omtrent den oorsprong- van het petroleum hoeft de
wetenschap nog- geen besliste uitspraak gedaan. Twee
hypothesen zijn inzonderheid op den voorgrond gesteld-
Yolgens de eene, door den beroemden geoloog Leopold
von Buch aangenomen, heeft het zich afgescheiden uit
de Steen kolen lagen (gelijk nog in onze gas-fabrielcen
uit deze kolen de benzol zich afscheidt). Doch tegen
deze hypothesen strijden drie feiten: 1. dat de steenkolen
op plaatsen waar zich petroleum-bronnen bevinden, niet
verschillen van die in andere streken; 2. dat petroleum
gevonden wordtin oorden, uren ver van steenkolenlagen
verwijderd; en 3. dat het soms ook wordt aangetroffen
in eén grond, die uit overblijfselen van lagere dieren
bestaat. Volgens de andere hypothese zou liet petroleum
tot de stoffen behooren, waarin oude -bestanddeelen. uit
de planten- of dierenwereld afkomstig, zich onder
bepaalde omstandigheden hebben opgelost.
„Het petroleum wordt niet alleen tot verlichting
gebruikt, maar kan ook tot andere nuttige doeleinden
worden aangewend. Vooreerst als brandstof, en als zoo
danig levert het in Amerika zelfs menig voordeel op
boven de steenkolen. Wordt het, in ongezuiverden toe
stand, nog goedkooper, dan zal men er deze laatste wei-
ligt ook bij ons met goed gevolg mede kunnen vervan
gen. De uit het petroleum afgescheidene naphtha kan
tot verdrijving van vetvlakken enz. goede diensten bewij
zen, en ook worden gebezigd tot het bewaren van ana
tomische praeparaten, waarbij bet de lak, tot sluiting
der glazen aangewend, onaangetast laat. In Oost-Indië
zijn de meubelen, met petroleum ingewreven,beveiligd
tegen de aanvallen der witte mieren, die plaag voor den
inwoner. In de geneeskunde levert het petroleum een
middel, waarmede men het chloroform kan vervangen.
Eindelijk kan er gas uit worden bereid dat tot verlich
ting kan dienen. De spreker toonde dit door een proef
aan, waarbij de helderheid der lichtvlam van petroleum-
gas, al overtrof ze die van het gewone lichtgas niet
zoozeer als men in Amerika beweert, met deze toch zeer
goed kon wedijveren, ja eer helderder dan duisterder
scheen.
„De gevaren, aan het gebruik van petroleum verbonden,
zijn veel minder groot dan dikwijls beweerd wordt. De
in de ongezuiverde olie voorkomende naphtha is zeer
ontvlambaar, maar in de olie, die thans algemeen voor
verlichting verkocht wordt, bevindt zich deze vlugtige
stof hoogst zelden. Ontploffingen gelijk van buskruid, be
hoeft men van petroleum niet tc vreezen. Slechts drage
men zorg dat zich gecne hoeveelheid petroleum-dampen
verzamele, daar deze, met dampkringslucht vermengd,
snelle ontbrandingen en ontploffingen kunnen doen ont
staan, even als dit met het gewoon lichtgas liet geval is.
„In sommige landen heeft men, ter voorkoming van
ongelukken, het vervoer van petroleum belemmerd. In
Engeland mag geen ongezuiverd petroleum worden inge
voerd in Zwitserland is het verboden het langs sommige
spoorwegen te transporteren. Ook worden vaten van een
bijzondere zamenstelling vervaardigd, waarbij het gevaar
van verdamping, en dus van ontbranding, geheel verme
den wordt.
„De massa, die uit de havens van Noord-Amerika wordt
uitgevoerd, is verbazend groot. Onlangs bedroeg die te
New-York 30.500.000 liters in het jaar, en te Philadel
phia 12.700.000 liters. Bij ons te lande is de hoeveelheid»