MIDDELBURGSCHE C 01 RANT. N°- 19. Dingsdag 1804. 2 Februarij. t:u. Editie van maandag avond 8 ure. Middelburg 1 februarij. Z. M.. de koning heeft, ingevolge daartoe tot hem gerigt verzoek, vrijdom verleend van regten voor de voor werpen die voor de tentoonstelling van brandspuiten -enz., in julij' alhier te houden, langs Rotterdam, Rozen- daal en Neuzen worden ingevoerd, voor zoo ver die namelijk na afloop der tentoonstelling niet hier te lande verblij ven. Naar aanleiding dezer beschikking heeft de minister van financiën goedgevonden de provinciale direkteurs der direkte belastingen enz. in Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en. Zeeland, ieder bij afschrift dezer uit te noodigen om te bevelen dat de vrije invoer aan de genoemde kantoren worde toegestaan voor de hierboven bedoelde voorwerpen en werktuigen, onder de volgende voorwaarden a. dat bij den invoer de goederen behoorlijk worden aangegeven met opgave dat zij voor de bedoelde tentoon stelling zijn bestemd; b. dat bij den invoer voor ieder voorwerp een transito paspoort afgegeven en alzoo borg gesteld worde voor het bedrag der invoerregten waaraan die voorwerpen onder worpen zijn; terwijl deze in het paspoort'zoodanig moeten omschreven worden dat hunne identiteit bij wederuitvoer te herkennen is, tot welk einde, zoover dit gevoegelijk kan plaats hebben een cachet daaraan kan gehecht worden. c. dat de wederuitvoer dier voorwerpen of de overbren ging in een entrepot plaats hebbe binnen eene maand na het sluiten der tentoonstelling. d. dat bij den wederuitvoer de voorwerpen vergezeld zijn van eene verklaring van genoemd bestuur, houdende dat zij voor de tentoonstelling hebben gediend, met op gave van alles wat strekken kan tot herkenning der een zelvigheid van de ingevoerde voorwerpen, terwijl na we deruitvoer de borgtogt voor het inkomend regt zal worden opgeheven. e. dat, zoo de wederuitvoer niet binnen den gestelden termijn heeft plaats gehad, de regten van invoer op den borgtogt zullen worden verhaald. Uit Goes schrijft men ons van 31 januarij „De kommissie tot onteigening der gronden voor den spoorweg, sektie Woensdrecht-Goes, heeft dezer dagen hare onderhandelingen met de eigenaars van perceelen, nabij deze stad gelegen, aangevangen. Over het algemeen besteedt zij ƒ2000 a ƒ2200 per bunder, waarvoor reeds enkele perceelen zijn afgestaan; terwijl ook een perceel, dat nog geen bunder groot is, uit overweging van zijne ligging en kwaliteit, voor ruim ƒ5000 moet zijn aan gekocht. „Naar ik verneem, zullen binnen weinige weken de werkzaamheden voor den spoorweg alhier een aanvang nemen. „In de laatste dagen hebben zich hier vier gevallen van kinderziekte voorgedaan. Ook te Yerseke, waar de vakcinatie zeer dikwijls wordt nagelaten, heeft zij zich vertoond." De Staatscourant van heden bevat de wetten van 31 december 1863, tot vaststelling van hoofdstuk IX der staatsbegrooting voor 1864; tot nadere regeling van het gebruik van het koloniaal batig slot van 1861tot vast stelling van hoofdstuk X der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1864; en tot bekrachtiging van den verkoop van een rijksgebouw aan P. Regout te Maastricht. Prins Julius van Gliicksburg, broeder van den koning van Denemarken en majoor in pruissische dienst bij het westfaalsche huzaren-regement, is zaturdag met gevolg in de residentie aaugekomen en aan het hotel Paulez afgestapt. Wij vernemen, dat de inspekteur van de geneeskun dige dienst der zeemagt aan den hoogleeraar Donders heeft te kennen gegeven, dat het hem bij zijne jongste inspektiereis is gebleken, dat de granuleuse oogziekte bij de zeemagt als uitgeroeid mag worden beschouwd. Ook van de verschillende bodems worden de zelfde gun stige mededeelingen ontvangen. In de woensdag te Haarlem gehouden zitting van den gemeenteraad hebben burgemeester en wethouders over gelegd de gevoerde briefwisseling met den minister van binnenlandsche zaken, betreffende de zaak van het mid delbaar onderwijs, en een brief van kuratoren van het stedelijk gymnasium, met het daarbij gevoegd koncept- reglement en programma van eenelioogere burgerschool, vereenigd met de latijnsche school. Bij deze briefwisseling is gebleken, dat de minister de toezegging heeft gedaan dat, ten behoeve van de bedoelde inrigting, op eene bijdrage van omtrent ƒ7000 van rijkswege kan worden gerekend. Burgemeester en wethouders hebben verder doen opmerken, dat de kosten ten laste van de gemeente, na aftrek van de bijdrage van ƒ7000, met hoogstens ƒ5000 zullen te boven gaan die, welke thans voor het gymnasium worden gevorderd. Zij hebben alzoo voorge steld, dat de raad in beginsel zal besluiten1. tot de oprigting eener burgerschool voor middelbaar onderwijs, en daartoe, na verkregen dispensatie voor de dagschool, de tegenwoordige industrie- en teekenschool in te rig- ten; 2. tot de oprigting eener hoogere burgerschool, met vijfjarigen kursus, met subsidie van het rijk, en daaraan, in afwachting der wet op het hooger onderwijseene gewone latijnsche school te verbinden, op den voet en de wijze, behoudens nadere regeling, als bij het overge legd voorstel van kuratoren van het stedelijk gymnasium is omschreven, en 3. het tegenwoordige gymnasium op te heffen. Na eenige woordenwisseling is, met 16 stem men tegen 1, dienovereenkomstig besloten. In de donderdag gehouden raadsvergadering te Utrecht is, in zake het middelbaar onderwijs, naar aanleiding eener tusschen burgemeester en wethouders en den minister van binnenlandsche zaken gevoerde korrespon- dentie, besloten, aan de regering als bijdrage van de gemeente aan te bieden eene som van 60.000, tot de oprigting van eene rijks hoogere burgerschool met vijf jarigen kursus. Naar men verneemt bestaat er plan om aan de school voor meer uitgebreid lager onderwijs te Bergen op Zoom eene inrigting voor middelbaar onderwijs te verbinden. In de zitting van den gemeenteraad van Delft van 29 januarij is in beginsel aangenomen een voorstel van bur gemeester en wethouders, strekkende tot het aankoopen van gronden, en het aanleggen eener uitgestrekte wan delplaats aan de noordelijke avenue aldaar, doch de uit voering van dit plan, waartoe uit den aard der zaak groote sommen zullen worden vereischt, uit te stellen tot dat in verband met de voorgedragen wijziging in de gemeen tewet, betreffende de gemeente-akcijnsen meerdere zekerheid omtrent de inkomsten der gemeente zullen zijn verkregen. In de zelfde zitting is nog besloten om de aldaar op te rigten, met 1 september a. s. te openen, hoo gere burgerschool, met vijfjarigen kursus, te doen bou wen en inrigten op het terrein der gasthuiskerk aan de Ivoornmarkt, welk gebouw door heeren regenten van het gasthuis daartoe welwillend is afgestaan. Benoemingen en besluiten. ebreteekenen. Toegekend aan den luitenant ter zee 2c klasse jhr. A. F. Meijer de eeresabel, met het opschrift: „koninklijk eereblijk voor betoonde dapperheid," ter zake van zijn gehouden gedrag bij de expeditie in novem ber 1862 tegen de boschnegers bij de Surnouskreek, achter de plantage Rac a Rac, in Suriname. Gemengde berigten. Greco, een der vier italiaansche zamenzweerders tegen het leve.n van keizer Napoleon, heeft naar men zegt, aan den heer Jules Favre een schriftelijk verzoek gerigt, om als zijn verdediger op te treden. Uit New-York wordt gemeld, dat men aldaar tot de ontdekking is gekomen van het bestaan eener uitge breide vereeniging tot het vervaardigen van valsclie schatkistbons der zuidelijke konfederatie. De onder neming had een tweeledig doel. Men zou namelijk voor eerst aan het goevernement te Richmond papieren munt leveren, die, wegens gebrek aan de daartoe geschikte personen en werktuigen, niet in de zuidelijke staten vervaardigd kan worden, en ten tweede zou men een ge deelte daarvan te New-York hebben uitgegeven. Onder de daarvoor gearresteerde personen behoort de chef van een voornaam huis, die als een der ijverigste abolitio nisten bekend stond. Te Parijs wordt een zonderling proces te gemoet gezien. De heer Devinck, regerings-kandidaat bij de jongste verkiezingen, weigert namelijk zekere artikelen tot aanbeveling zijner kandidatuur te betalen, Avelke de heer A. Vitu, redakteur van Le constitutionel, heeft ge schreven. Een wetenschappelijk duitsch tijdschrift deelt mede dat dr. Grusselback, professor in de chemie aan de universiteit van Upsal onder andere kuriositeiten eene kleine slang bezit, die, stijf en bevroren, als het ware een stuk marmer, in weinige minuten, bij bespren- ging met eene door den heer Grusselback zamengestekle opwekkende vloeistof even levendig wordt als op het oogenblik toen de slang, nu tien jaren geleden, werd gevangen. De heer Grusselback kan alzoo het dier naar welgevallen doen verstijven en weder opwekken. Indien dit met menschen eveneens kon geschieden zou de dood alle magt over de menschheid verliezen en de levenden bewaren even als de egyptenaren de mummiën bewaar den. De wijze waarop de heer Grusselback te werk gaat schijnt te bestaan in eene graduele verkoeling der tem peratuur, waarin zich het levend voorwerp bevindt tot dat dit door de koude tot eene geheele verdooving wordt gebragt, zonder dat echter de weefselen des ligchaams daarbij gedeerd of beschadigd worden. In dergelijken toestand is er noch leven noch dood, maar verdooving. De heer Grusselback heeft zijne waarlijk wonderbaarlijke proefneming aan de zweedsche regering medegedeeld en voorgesteld om die proefneming te doen met een ter dood veroordeelden misdadiger. De chemi cus zou dezen persoon even als de slang verdooven, hem een of twee jaren in schijnbaar levenloozen toestand laten blijven en hem vervolgens door de besprenging met de zamengestelde vloeistof weder tot het leven terugroepen. Onder de jongelieden, die te Parijs voor de loting zijn aangeschreven, telt men 1 op de 15 die noch lezen noch schrijven kunnen, terwijl in andere departementen dit cijfer nog ongunstiger is, daar er onder anderen in het departement van Finistère van de 1900 jongelieden 1000 waren, die in het zelfde geval verkeerden of het vroeger geleerde waren vergeten. Op last van den keizer van Frankrijk wordt door den heer Gerom eene groote schilderij vervaardigd, voor stellende de ontvangst der gezanten van Siam op de Tuileriën. In het tijdschrift voor staathuishoudkunde en statis tiek van den baron Sloet tot Oldhuis vindt men een op merkelijk bewijs hoe, gelijk reeds Franklin betoogde, volkeren en individuen zich zeiven gaarne de zwaarste belastingen opleggen. Ten bewijze strekke het cigaren- verbruik in Frankrijk. Dit bedroeg in 1861 volgens op gaven zeven milliarden, hetgeen, de cigaar berekend op cent, (de meesten zijn veel duurder) eene zelf-belasting oplevert van ƒ35.000.000. Uit St. Petersburg wordt gemeld dat er onlangs drie hooge geestelijke betrekkingen te Wilna moesten vervuld worden in de katholieke kerk. Deze benoemin gen schenen echter bij het hof van Rome eenige mocije- lijkheden te ondervinden, zoo dat er reeds geruime tijd verloopen was zonder dat men daartoe nog was overge gaan. Keizer Alexander heeft daarop ten opzigte van paus Pius IX de zelfde houding aangenomen als Napo leon I ten opzigte van Pius YII en die benoemingen zelf gedaan zonder de pausselijke oppermagt daarin te ken nen. Hij liet vervolgens de benoemingen bekrachtigen door den hoogen raad van katholieke geestelijkheden te St. Petersburg en op 7 januarij had de plegtige konse- lcratie plaats in de St. Stanislaus-kerk te Wilna.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1