COURANT.
MIDDELBURGSCHE
1864.
28 Januarij.
N° 16.
Donderdag
Editie van woensdag avond 8 ure.
Middelburg 27 januarij.
De ligte ongesteldheid van H. M. de koningin is weder
geheel geweken, zoo dat hare majesteit maandag van het
gunstig weder gebruik heeft gemaakt om een wandelrid
te doen.
De stöómbootdienst tusschen Rotterdam en Moerdijk
is gisteren morgen weder hervat, zoo dat de vaart als
geopend kan worden beschouwd. In het Mallegat was
echter nog veel drijfijs.
De stoomboot, die heden morgen ten zes ure van hier is
afgevaren, is heden middag ten 2 ure en 20 minuten te
Rotterdam aangekomen en heeft weinig ijs ontmoet.
Wie even als wij ingenomen zijn met volkskóncerten,
dat is met koncerten voor liet volk in de ruimste betee-
kenis van het woord en dus niet slechts voor deze of
gene klasse der maatschappij, koncerten waarvan niet
alleen de gegoede maar ook de minder met middelen
bedeelde kan genieten, koncerten die goed en goedkoop
tevens zijn, koncerten die ook dit eigenaardig kenmerk
hebben dat zij, door gelijkheid of althans nagenoeg
door gelijkheid van entreeprijzen, verschillende kringen
van maatschappelijk verkeer in elkanders onmiddellijke
nabijheid brengen, wie, zeggen we, met zulke kon
certen is ingenomen, zal zeker met genoegen vernemen
dat het muziekgezelschap Uit kunstliefde zich tot de uit
voering van een zoodanig in den loop der volgende maand
heeft "bereid verklaard. Zulk een bewijs van welwillend
heid van een gezelschap welks verdiensten zoo zeer erkend
zijn, mag zeker wel algemeen op prijs worden gesteld.
Wij hopen dan ook dat vooral dit koncert met den
besten uitslag zal bekroond worden. Aan het gelukken
van een zoo flinke poging te twijfelen ware zeker een
absurditeit, maar toch gelooven wij dat de meer of min
schitterende uitslag, althans liet meer of minder nut dat
er door zal worden te weeg gebragt, voor een groot deel
zal afhangen van de keuze van den dag waarop het zal
plaats hebben.
Wij meenen dit punt hier te mogen ter sprake brengen
zelfs al halen wij daardoor mogelijk de beschuldiging
van voorbarigheid ons op den hals omdat wij, met
volkomen eerbiediging van de overwegingen die daartoe
welligt hebben geleid, betwijfelen of de keuze van den
dag waaTop het vorige koncert is gegeven, wel eene ge
lukkige mag genoemd worden.
Men wil toch en zeker wil men dat ernstig aan
allen, zonder eenig aanzien van maatschappelijke positie,
voor zoover de beschikbare ruimte dit toelaat, de gele
genheid openen om van het koncert gebruik te maken.
En als men nu in aanmerking neemt, dat zeer velen tus
schen maandag en zondag hun dagwerk slechts laat
kunnen eindigen, dan komt men van zelf tot de vraag of
zondag voor eene zoo gepaste en nuttige uitspanning niet
de geschiktste dag zou wezen. We weten niet in hoe
verre het vaststellen van een dag bij hen, die zich met
de leiding dezer koncerten wel hebben willen belasten,
reeds in aanmerking is gekomen. Maar nu wij toch
hierover spreken, zij het ons vergund de vraag te stellen
of ook niet in een ander opzigt dan het zoo straks door
ons aangevoerde, het verschaffen van eene zoo gewenschte
uitspanning op zondag avond mag worden aanbevolen.
We hebben voorbeelden van andere plaatsen waar zulks
met vrucht geschiedt. Te Amsterdam worden de volks-
koncerten steeds op zondag gehouden. Te Groningen
nog slechts weinige dagen geleden deelde onze korres-
pondent ons dit mede is men er ook op bedacht op
dien dag eene nuttige en goedkoope uitspanning in het
leven te roepen. Het is er zeker verre af dat wij vrienden
zijn van slaafsche navolging, en evenzeer dat wij onze
behoeften naar die van deze en andere plaatsen willen
afmeten, maar onze eigene overtuiging pleit ten gunste
van den zondagavond. Geenszins het bevorderen van
loibandigheidof verstrooijing kan inden aard vanvolks-
koncerten liggen, maar tot het ontwikkelen van smaak,
tot het veredelen van het gevoel, tot het bevorderen van
eene meer verhevene gezindheid moeten zij, mits goed
aangegrepen en ongetwijfeld zal men ze goed aangrij
pen noodwendig leiden.
Wij onderwerpen daarom ons gevoelen met beschei
denheid aan het algemeene oordeel, in het bijzonder aan
dat van hen die in deze zaak op de eene of andere wijze
te beslissen hebben.
Reeds meermalen wezen wij er op dat Zeeland een
schitterende toekomst kan te gemoet gaan. Of het echter
dien weg volgen zal hangt voor het grootste deel van de
inwoners zelve af. Aan de gelegenheid daarvoor onbreekt
het niet. Een rijke bodem en gunstige ligging zijn voor-
regten die men hoogst zelden in die mate vereenigd aan
treft. Zoowel tot ontwikkeling van den landboutv als tot
uitbreiding van den handel is de gelegenheid derhalve
uitmuntend. Om van die gelegenheid partij te trekken is
echter eene voorwaarde onvermijdelijk, namelijk dat onze
middelen van gemeenschap toenemen, dat we niet langer
van het algemeen verkeer blijven afgescheiden. Voor de
vervulling dezer voorwaarde nu staat de kans schooner
dan ooit. Nooit was de hoop zoo gegrond, nooit de ver
wachting zoo levendig dat het meerendeel der eilanden aan
den vasten wal zou verbonden worden, dat een spoorweg
talrijke gemeenten in voldoende verbinding brengen zou
en, in verband met eene uitmundendc zeehaven, een
middel zou worden om over het gansche gewest voor
spoed en welvaart te verspreiden.
We ontveinzen niet dat vooral Middelburg in het bij
zonder het tot stand komen dier werken zich zal kunnen
ten nutte maken. Wat de toekomst kan worden van een
stad voor den handel zoo gunstig gelegen, als Middelburg
met een goede haven en spoorweg zijn zal, leeren ons
voorbeelden op verscheidene punten van Europa.
Nog onlangs in ons nommer van 8 december kon
den wij vermelden dat te Newcastle en Sunderland 2000
schepen gereed lagen om uit te zeilen. En toch was eerst
genoemde plaats in het begin dezer eeuw luttel meer dan
eene verzameling van enkele enge slecht bebouwde straten.
Op de plaats waar thans Middlesborough, met eene be
volking van 23.000 zielen, een druk verkeer aanbiedt stond
omstreeks 30 jaar geleden één enkel huis. West-Hartle-
pool, dat voor een tiental jaren niet in aanmerking kwam,
heeft zijne opkomst aan de spoorweg-verbinding te danken
en telt thans reeds bijna 13.000 inwoners. Van Birken
head is de bevolking ten gevolge van het handelsverkeer
in 40 jaren tijds en na het aanleggen van prachtige dokken,
van 200 tot ruim 50.000 gestegen. Dc bevolking van Odessa
die in 1802 9000 zielen bedroeg is, nadat de stad in 1817
eèn vrijhaven was geworden, in 1837 'tot 53.803, in 1846
tot 70.877 geklommen, en in dat laatste jaar alleen werden
90 huizen en 20 magazijnen bijgebouwd.
Nu móge men eene dergelijke toekomst, al naar mate
men optimistisch of pessimistisch gestemd is, zich meer of
minder verwijderd voorstellen, er zal thans toch wel nie
mand meer gevonden worden die bij bet hooren opsom
men van dergelijke voorbeelden ongeloovig het hoofd
schudt, zoo als nog weinige jaren geleden bij velen het
geval was. Maar gaat nu langzamerhand dit ongeloof
wijken, maakt de ontmoediging meer en meer plaats voor
blij de verwachting,dan zal het toch aan de andere zij de zaak
zijn dat men zich geene al te grootsche voorstelling maakt
van de voordeelen die men zelf daarvan plukken zal.
Zich over te geven aan illusies kan ook hier verderfelijk
wezen. Laat. toch niemand zich inbeelden dat bij de ver
wezenlijking van de groote werken die thans ontworpen
worden, hem die met de handen over elkaar blijft zitten,
de schatten in den schoot zullen worden geworpen. Slechts
zij die met kennis toegerust, inet ijver bezield en ge
lukkig zijn er nog zulken onder ons den nieuwen staat
van zaken te gemoet gaan, kunnen op die voordeelen
billijke aanspraak maken.
Dat het ook met het oog hierop eene bijzondere wel
daad mag geacht worden, dat men eerlang eene instelling
voor middelbaar onderwijs in ons midden zal zien
verrijzen, willen wij thans niet ontvouwen. Wij willen
evenmin thans er over spreken dat ons gemeentebestuur
zich van zeiven genoopt gevoelen zal, de rigtiug die het
thans in vele opzigten volgt, eenigermate te wijzigen.
Dat de eisclien van den tegenwoordigen tijd, om slechts
iets te noemen, een ander stelsel van belasting allezins
aanbevelenswaardig zouden maken ook al werdeh de
gemeenten daar niet toe gedrongen door de afschaffing
van enkele ryksbelastingen hopen wij later in bijzon
derheden aan te toonen. Yoorhet oogenblik is het slechts
ons doel de 'aandacht op eene andere aangelegenheid te
vestigen.
Er is één zaak waarop men, naar het ons voorkomt, niet
alleen in het belang van Middelburg, maar in dat van
geheel onze provincie, niet genoeg bedacht kan zijn. Zoo
niet tijdig de verschillende streken en gemeenten onder
ling meer en meer in verband worden gebragt, -zullen
Veel vruchten verloren gaan die men anders zou kunnen
plukken, zal men veel verzuimen wat later niet gemak
kelijk zal zijn in te halen.
Reeds nu is de spoorwegdienst- tot Bergen op Zoom
voor hét publiek opengesteld. Zal men wachten daarvan
partij te trekken tot dat die lijn hetgeen nog onder
scheidene jaren duren kan tot Ylissingen zal zijn
doorgetrokken? Wij hopen het tegendeel, en meenen
voor die hoop eenigen grond te hebben.
Voor zoo veeldestoombootdienstopde Wester-tSclielde
betreft kan men eerlang voorstellen inwachten van ge
deputeerde staten. Of deze zich ook verder zullen uit
strekken valt ons niet gemakkelijk te gissen. Maar in
afwachting daarvan is zekér reeds bij menigeen de vraag
gerezen of het oogenblik niet gekomen is om, in verband
met den spoorweg, een stoombootdienst op de Ooster-
Schelde in het leven te roepen. We weten wel dat een
dergelijke dieiist van Middelburg op Bergen op Zoom aan
groote bezwaren onderhevig zijn zou, daar de tegenwoor
dige havens van beide plaatsen slechts op enkele uren,
de laatste alleen I J- uur voor en na hoogwater, te bevaren
zijn en dat de aanlegplaats aldaar ver van bet spoorweg
station verwijderd is. Een dergelijke dienst zou dus
slechts zeer gebrekkig kunnen zijn. Maar eene andere
vraag, welke naar onze meening ernstige overweging
verdient, is deze, of niet eene geregelde stoomvaart
op Tholen, hetzij van Middelburg, hetzij van Vlissingen
of Veere in het algemeen belang wenschelijk en, bij onder
steuning uit de provinciale fondsen, die daaraan naar
alle waarschijnlijkheid wel zou te beurt vallen, ook met
uitzigt op billijk geldelijk voordeel voor de ondernemers
te beproeven zoude zijn. Eenè dergelijke onderneming
heeft eenige jaren geleden bestaan en hoewel de dienst
verre van volmaakt was, bewees zij aan het onderling ver
keer der zeeuwsche eilanden gewigtige diensten, waarvan
het gemis veelnadeel in verschillende kringen, maar vooral
voor den kleinhandel heeft te weeg gebragt. 't Is waar
de geldelijke uitkomsten waren toen voor de aandeel
houders verre van gunstig. Maar men vergete niet
dat de omstandigheden merkelijk zijn veranderd, dat
een omnibus den afstand van Tholen naar het spoorweg
station te Bergen op Zoom in een half uur kan afleggen en
dat door een stoomboot- en omnibusdienst, met een dei-
uren van vertrek van den trein in verband gebragt, niet
alleen eene naauwere aaneensluiting van zeeuwsche
eilanden onderling maar ook een betrekkelijke goede
en voor het oogenblik de eenig mogelijke verbinding
aan het algemeen spoorwegnet zou kunnen verkregen
worden.
Wij onderwerpen deze vlugtige beschouwing gaarne
aan het oordeel van hen die zich zouden kunnen geroe
pen achten zich voor eene dergelijke onderneming aan
liet hoofd te stellen. Verder strekt onze taak niet.
Om echter een enkel voorbeeld te geven hoe men van
de nabijheid van eeii spoorweg kan partij trekken en
hoeveel bedrijvigheid deze reeds spoedig kan in het leven
roepen, vermelden wij liier dat in de beide deelen van
'Staats-Vlaarideren, waar vroeger bijna geéne enkele dili
gence-dienst bestond, er na de uitbreiding der belgiscbe
spoorweglijnen talrijke zijn in het leven geroepen. Wij
geven van de thans bestaande in de beide volgende
kolommen een volledig overzigt, hetgeen mogelijk ook
voor velen, die van do een of-andere gelegenheid willen
gebruik maken, zijn nut kan hebben.