In de eerste plaats zoo betuigt de schrijver 11a deze
voorafspraak heeft 't mij getroffen dat er zoo talrijke
gemecn-plaatsen voorkomen in de rede van den heer
Thiers, Een paar voorbeelden: „Wanneer de maat
schappij beroofd is van orde dan verkeert zij in angstige
spanning; onrustig en woelend werkt zij niet of slechts
weinig. Welnu, de rijke kan zich somtijds van werken
onthouden, maar de maatschappij is genoodzaakt om als
een werkman van den morgen tot den avond het brood
zijner kinderen te verdienen." Dit alles nu is onbetwist
baar, maar waarlijk het is niet nieuw. De eerste persoon,
dien men ontmoet, zal u het zelfde zeggen. Nog een voor
beeld: „Indien de vrijheid ontbreekt is de maatschappij
evenmin gelukkig; zij lijdt dan wel op andere wijze,
maar niet in mindere matezij gevoelt zich vernederd,
zij bemerkt dat hare lotgevallen zich in andere rigting
bewegen dan de rigting, welke met hare gevoelens over
eenkomt zij wordt toornig, zou dit willen zeggen, maar
kan niet." Ook dit is weder geheel juist; alleen verwon
dert het mij dat de heer Thiers zoo dogmatisch een toon
aanslaat om ons te verhalen dateene maatschappij, waarin
geen vrijheid bestaat, niet kan zeggen wat zij wil.
Zoo zijn er verschillende andere voorbeelden aan te
halen. Wat is verder meer algemeen bekend en meerma
len gezegd dan hetgeen ons de heer Thiers komt verhalen
omtrent de verschillende deelen, waaruit het geheel, de
vrijheid, bestaat, namelijk: individuele vrijheid, vrijheid
van drukpers, vrijheid van verkiezingen, vrijheid van
nationale vertegenwoordiging.
Bovendien is de nomenclatuur van den heer Thiers ge
heel onjuist, omdat hij daarouder begrijpt de magt om te
maken dat de publieke opinie, gelijk de meerderheid der
kamer deze opvat, op de handelingen der regering een
besturenden invloed uitoefent: eene magt toch is geene
vrijheid; indien overigens de overeenstemming van den
wil der parlementaire meerderheid met dien der regering
als de groote thermometer der vrijheid te beschouwen
was, welk land zou dan op dit oogenblik volgens dien
thermometer grooter vrijheid bezitten dan Frankrijk?
Bovendien is de nomenclatuur van den heer Thiers
onvolledig, daar zij noch de vrijheid van geweten, noch
de vrijheid van vereeniging of vergadering bevat, welke
alle regten zijn, die zelfs de meerderheid niet zou
kunnen schenden zonder in tyrannic te vervallen. Maal
laten wij dit niet te veel op den voorgrond doen treden.
De heer Thiers heeft wat vrijheden betreft slechts „de
noodzakelijkste" willen bespreken en hij zou ons dus
kunnen tegenwerpen dat de vrijheid van geweten, van
vereeniging en vergadering enz. tot de „overtollige" be-
liooren: eene kwestie van luxe uitmaken.
De heer Thiers heeft zeer sterke bewijzen gegeven
van de kunst om te herhalen, wat iedereen zegt, en te
bewijzen wat niemand ontkent, toen hij zoo uitvoerig
bewees dat van de vijf vrijheden, welke hem de „nood
zakelijkste" toeschijnen, geene enkele in Frankrijk be
staat: noch de individuele vrijheid, omdat de wet op de
openbare vrijheid dit verhindert; noch de vrijheid van
drukpers, omdat het stelsel van waarschuwingen lood
zwaar drukt op de dagbladen en omdat de opheffing hen
bedreigt; noch de vrijheid van verkiezingen, omdat de
regering hare eigene keus opdringt aan de kiezers; noch
de vrijheid van nationale vertegenwoordiging, omdat de
regering, door aan de kamer hare werkzaamheden voor
te schrijven, de uitoefening van het regt van kontröle
paralyseert. Zou men ooit dit alles geweten hebben,
indien de heer Thiers het niet verhaald had?! Is Frank
rijk hem dus geen dank verschuldigd nu het eindelijk
eens te weten is gekomen dat er burgers blootgesteld
zijn om getroffen te worden door maatregelen van wille
keur; dat men nu en dan dagbladen waarschuwt en deze
somtijds opheft; dat er bij verkiezingen, maftes zijn die
hun zak tot stembus maken en dat de leden van het
wetgevend ligchaam de zeer gehoorzame en onderdanige
dienaren zijn van het hoofd van den staat? Waarlijk
The times had wel reden om zich te verwonderen dat
men in Frankrijk zulke lange redevoeringen moest hou
den om zulke nieuwigheden te verkondigen
Hier erkent echter de schrijver en beoordeelaar zelf
dat het gebrek aan originaliteit niet wegneemt dat bet
dienstig is om in goeden vorm in Frankrijk eens te herha
len wat iedereen zegt. Hij vervolgt echter zijn betoog met
de vraag: is de redevoering, waarover men zooveel leven
maakt niet eer in het voordeel van het keizerlijk despo-
.tisme? De heer Thiers is, blijkens zijne politieke houding
en historische werken, imperialist. Met vernuft nu heeft
hij in zijne redevoering trachten aan te toonen dat het
belang der vrijheid zamenhangt met het belang des kei
zerlijks. Tot nog- toe had men gemeend dat de vrijheid
en Napoleon I twee geheel afgescheidene zaken waren.
Deze mecning kon echter een beletsel zijn voor de voor
standers der vrijheid 0111 voorstanders des keizerlijks te
worden. Wat doet nu de lieer Thiers? Hij stelt tegenover
het gezag der feiten, welke aan de geheele wereld bekend
zijn, het gezag van woorden, door Napoleon I gesproken,
welke moeijelijk kunnen gelogenstraft worden omdat zij
betrekking hebben op intieme konferentiën. Zoo wordt
dan waarlijk Napoleon I zelf vervormd tot een waarachtig
bewonderaar der vrijheid. In zijne redevoering toch, zegt
de heer Thiers: „Napoleon kwam terug. Wat vroeg Frank-
rijk? Het vroeg den vrede en de vrijheid. Napoleon had
daarover langen tijd te beschikken gehad; thans, helaas,
niet meer. Hij konden vrede niet geven maar gaf de vrij
heid, de algelieele vrijheid. Men heeft beweerd dat hij
niet te goeder trouw was. Veroorlooft mij te zeggen dat
dit eene zonderlinge eerbe wij zing is, welke de aanhan
gers van zijn stamhuis hem betoonen. Wat men ook zeggen
moge, hij was te goeder trouw. In zijne intieme gesprek
ken heeft hij meermalen gezegd dat de diktatuur gedu
rende eenige jaren een koncessie kon zijn aan een geniaal
man als hij, maar ook slechts voor eenige jaren; toen hij
derhalve de vrijheid schonk, deed hij dit geheel te goeder
trouw. Mijne heeren, men ontleent gaarne voorbeelden
aan Napoleon, als overwinnaar verblind door zegepralen
ik smeek u dat men er ook eenige ontleene aan Napoleon,
nog grooter geworden en gelouterd door het ongeluk."
Dat nu de heer Roulier zich de moeite heeft gegeven
om met eene heftigheid, welke aan verontwaardiging
grensde, den heer Thiers te beantwoorden en dat de
groote meester van allen de eerste gelegenheid heeft aan
gegrepen om in het openbaar zijne afkeuring te betoonen,
zou alleen dan te verwonderen zijn als liet eigenaardige
van het despotisme niet was 0111 verblind te worden door
hoogmoed en tot eigen ondergang bij te dragen door het
overdrijven van eigene beginselen, Tusschen den heer
Thiers, die tracht te bewijzen dat het „noodzakelijke" ten
opzigte der vrijheid zeer wel vcreenigbaar is met de re
gering der napoleontische denkbeelden, en den heer Rou-
lier, die het tegendeel tracht te betoogen, bestaat alleen
het verschil dat de heer Thiers het keizerrijk aanvalt op
eene wijze, welke daaraan juist voordcelig is, terwijl de
heer Roulier dit verdedigt op eene wijze, welke daaraan
zeer nadeelig is. Indien Napoleon III eens begreep welke
groote dienst de hoer Thiers hem bewezen had! maar
gelukkig zou daartoe een denkvermogen noodigzijn, het
welk despoten veelal niet bezitten.
Tot dusverre de engelsche beoordeelaar. Wij laten de
waardering van zijn stuk aan onze lezers over met de
opmerking dat de toenadering, welke de heer Thiers tus
schen de voorstanders der vrijheid en de aanhangers des
keizerlijks door zijne rede heeft zoeken tot stand te
brengen, in zooverre ten minste zeker geene dienst kan
genoemd worden, aan keizer Napoleon bewezen, als door
deze rede en de verdere ontwikkeling daarvan bij de
debatten over de afzonderlijke paragrafen van liet ont-
werp-adres, de oppositie langzamerhand krachtiger begint
op te treden.
itlnuuiuitjcn.
Vrouwenarbeid.
(Overgenomen uit De Industriëel.)
Het is naauwclijks te gelooven, boe vele vrouwen van
goeden huize uit de voortbrengselen der naald een vaak
kommervol leven oogsten. Maar opmerkelijk is het, hoe
op overigens ligt verklaarbare wijze, de uitvinding der
naaimachine juist in dit opzigt gunstig begint te werken.
Daardoor is het mogelijk geworden, eene massa te pro
duceren, die een grootere markt, dan de oogeublikkelijke
behoefte der omgeving vereischt, zoeken kan en reeds
gevonden heeft. Vele van de met naaimachines werkende
naaisters, kunnen met vrij wat minder moeite dan te
voren in hare nooddruft voorzien, doch er wordt daartoe
een kapitaal vereischt, dat niet overal voorhanden is
Met de vermindering der prijzen heeft zich de weelde in
fijne naaldartikelen vergroot; wij noemen slechts de
mans-overhemden, de geborduurde vrouwenrokken en de
dames-kragen en mouwen, en zoo komt het, dat het voor
vrouwelijke handenarbeid betaald wordende loon over
het algemeen gestegen is, ofschoon de artikelen zelve
lager in prijs zijn geworden.
Met liet oog liierop verdient het denkbeeld aanprijzing,
dat de hulpbanken en alle kassen die voorschotten doen,
ook zulke vrouwelijke handwerkslieden opnemen, haar
tot het verzamelen van een klein kapitaal aanmoedigen,
en haar voorts op milden voet krediet verleenen, 0111 zich
naaimachines te kunnen aanschaffen, die dan niet alleen
hare rente zullen afwerpen, maar zich ook spoedig zul
len laten afbetalen.
Van meer belang schijnt het nog, de aandacht op het
aanleeren van nieuwe takken van arbeid te vestigen.
Hebben wij reeds vernomen en gemeld, dat in Oosten
rijk bij voorkeur gehuwde spoorwegwachters worden aan
gesteld, om man en vrouw te kunnen laten dienst doen
en de geringheid van het arbeidsloon te kunnen verhel-
pen door het op deze wijze te verdubbelen of met drie
I vierden te verhoogen, in Engeland worden met het beste
j gevolg vrouwen gebezigd voor de bediening der tele-
graaf-bureaux. Men moet daarbij in het oog houden, dat
de telegrafie daar te lande eene private instelling is, en
dat men er ook niet, als in geheel Duitschland, te zorgen
heeft voor de plaatsing in eene burgerlijke betrekking
van eervol ontslagen onderofficieren.
In de Victor ia-drukkerij wordt al bet zetwerk uitslui
tend door vrouwen verrigt, en deze drukkerij maakt zeer
goede zakeu, doordien vrouwelijke arbeid minder hoog
beloond wordt.
Ook tot ander typografisch werk, het houtsnijden, de
lithografie, het kleuren van kaarten en prenten, het
vergulden en kleuren van aardewerk en porcelein, vooral
echter tot het teekenen en ontwerpen van patronen, is
vrouwenarbeid best berekend, ja, wegens meerdere net
heid, goeden smaak, de fijnheid en meerdere buigzaam
heid der vingeren verre te verkiezen. Zoo zijn er nog
verschillende andere takken van industrie, die bij uitne
mendheid door vrouwen-handen kunnen worden gedre
ven. Even als in onze pijpenfabrieken en die van porcelein
en aardewerk worden, in Engeland, in die van stalen
schrijfpennen bij voorkeur vrouwen met de edelste gedeel
ten van het werk belast.
Het vervaardigen van fijn lederwerk, portefeuilles,
juweliers- en goudsmidswerken, het slijpen van optische
glazen, de bereiding van physiscbo en chemische appa
raten, vooral de horologiemakerij en de byouterie-ver-
vaardiging zijn, blijkens afdoende voorbeelden, in het
buitenland, werkzaamheden bij uitnemendheid geschikt
voor vrouwen-handen en waarbij alweder van haren
fijneren smaak bijzonder voordeelis te trekken.
Is eenmaal de eerste stoot gegeven, eenmaal liet heer-
schend vooroordeel gebroken, als of beschaafde vrouwen
door eerlijken handenarbeid te aanvaarden den vrouwe
lijken werkkring zouden overschrijden, dan zullen er nog
vele en voordeeliger gelegenheden gevonden worden om
van vrouwen vlijt partij te trekken. Een soort van werk
eindelijk, waartoe de vrouwen in het bijzonder geschikt
zijn, en zij zoowel in Frankrijk als in west-Duitschland
hare voortreffelijkheid reeds sedert eenigen tijd hebben
doen waarderen, is voorzeker het boekhouden en de koop-
mans-briciwisselmg. In Frankrijk zou de kleine burger
en de handwerksman zonder bijstand van vrouw en doch
ter in dit deel des bedryfs naauwelijks kunnen bestaan.
In de Rijnlanden en Westphalen ziet men jonge dochters
als hoog bezoldigde boekhoudsters en kassiersters in cle
grootste manufaktuur-magazijnen en winkels. In Wur-
teinberg is op voordragt der hoog verdienstelijke centraal-
kommissie voor handel en nijverheid, reeds sedert meer
dere jaren een leercursus voor het boekhouden voor het
vrouwelijk geslacht ingcrigt, en wordt daar vlijtig bezocht.
Wij gevoelen ons gedrongen den opregten wensch uit
te spreken, dat deze pogingen om den toestand der vrouw
te verbeteren, door haar tot nuttigen arbeid en zoodoende
tot zelfstandigheid op te leiden, overal elders warme
harten aantreffen en tot welberaamde proefnemingen op
wekken moge.
orctijDincjcit.
Den 23 dezer is te Veere hinnengeloopen de bilbao
schooner Oak, gezagv. W. Wilson, van Londen bestemd
naar Gent, geladen met creosote. Door het slechte weder
heeft het schip averij gekregen, 16 vaten van de deklast
zijn over boord geslagen.
tjftnüclsberigtnu
Oi'aaiiBuarlitcn enz.
Amsterdam 25 januarij. Raapolie op zes weken f 41
Lijnolie op zes weken f 37^-.
Middbuburg 25 januarij. Raapolie f 41|. Patentolie
f 434. Lijnolie f 41 per vat op zes weken, kontant f 1
lager. Harde lijnkoeken f Zachte dito f
Axrci. 23 januarij. Tarwe f7,85 a f8,30; Rogge f5,30
a f5,60; Wintergerst f4,95 a f5,35; Zomer dito f 4,65 a
f 4,85Haver f 2,50 a f 3,10; Paardenboonen f 5,05 a f 5,30;
Duivenboonen f5,80 a f 5,95; Bruincboonen f 6,75 il f7,45;
Groene erwten f6,05 a f6,55; Gele dito f 5,90 A f6,15;
Boekweit f 5,60 a f6,05.
Prijzen van ctfclttfcn.
Amsterdam 25 januarij.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2£ pet. 63$
dito dito dito 3 76$
dito dito dito 4 99$
- --sAnnd. Handelmaatschappij 4!- 139£
Belgfef- -j^fertifikaten bij Rothschild 21
Rusljthcl. ^"p^^fitiën 179S/1816 5 1001-
tr; - %j^k. Hope co4 T2%