töuttrnlanh.
In het bosch van Boulogne werden in de vorige week,
kort vóór dat dc keizer daar verscheen om schaatsen te
rijden, eenig groepen wandelaars, die zich op zijnen weg
bevonden, door dc policie omsingeld en naar het bureau
van policie gebragt, van waar zij echter kort daarna huis
waarts keerden, toen zij hadden opgegeven wie en wat
zij waren.
De onteigening van gronden voor de spoorweglijn
ZwolleKampen is in der minne afgeloopen. Voorzwaren
bouwgrond is tot/4000 per bunder betaald.
Dc keizerin van Frankrijk heeft donderdag in dc
kapel der Tuileriën in hare tegenwoordigheid een mis
doen vieren voor de rust der zielen aan Lodewijk XVI
en Marie Antoinette.
George Sand is te Parijs aangekomen, om persoon
lijk toezigt te houden over de repetitiën van haar drama
„De markies de Villemer," hetwelk in de eerste dagen dei-
volgende maand in het Odéon zal worden opgevoerd.
Lord Palmerston is thans weder zoo welvarende, dat
hij op zijn buitenverblijf Broadlands gezamenlijk met
vijf andere liefhebbers van de jagt, in twee dagen tijd,
342 stuks wild heeft geschoten.
Het Court journal meldt, dat het engelsche goover-
nement eene overeenkomst heeft gesloten met den bey
van Tunis, ten gevolge waarvan britsche onderdanen
eigenaars kunnen worden van grondgebied aldaar.
Te Antwerpen wordt veel gesproken over eene ont
voering welke onder zonderlinge omstandigheden moet
hebben plaats gehad. Donderdag morgen tusschen tien
en elf ure, dus op klaarlichten dag, hield een rijtuig stil
voor een fatsoenlijk huis. Vier net gekleede lieeren
stapten uit het rijtuig, gingen, na met een sleutel de
deur geopend te hebben, het huis binnen en kwamen
eenigen tijd later terug met eene menschelijke gedaante,
in een wit laken gewikkeld, die zigtbaar pogingen aan
wendde om zich los te rukken. Na verloop van eenige
sekonden vertrok het rijtuig met de vier mannen en hun
geheimzinnigen last in galop. De ontvoerde persoon
was een 76jarig grijsaard, die ziek en zijn laatste uur
nabij was. Hij moest dien morgen ten elf ure, in extremis,
met een arm en ongelukkig meisje trouwen. De bruide
gom lag te bed, zijne bruid en de getuigen afwachtende,
toen de ontvoerders met buitengewone onbeschaamd
heid, slechts eenige oogenblikken vóór het bepaalde uur,
tot hem doordrongen en hem, ten einde geen tijd te ver
liezen, eenvoudig in het beddelaken wikkelden en met
zich voerden. Moeijelijk kan men zich de verwondering
der getuigen en de smart der bruid voorstellen, toen zij
ten elf ure het huis verlaten en het bed ledig vonden.
De ijverigste nasporingen ten opzigte van het geheim
zinnige rijtuig hebben nog niet tot ontdekking mogen
leiden.
Thermomcterstand.
23 jan. 's av. 11 u. 45 gr.
24 'smorg.7n.40 'smidd. In.44gr.'sav. 11 u.37gr.
25 's morg. 7 u. 39 's midd. 1 u. 44 gr.
Gemeenteraad van Goes.
Zitting van 18 jauuarij. Wijziging belasting gedistilleerd
toekenning gratilikatiën.
Voorzitter de heer Blaaubeen. Afwezig de heeren
Kakebeeke en van Voorst Vader.
Het besluit tot heffing eener plaatselijke belasting- van
60 opcenten op de hoofdsom van den rijksakcijns op het
binnen- en bnitenlandsch gedistilleerd; 40 opcenten op
die van de buitenlaiidsche zoete likeurenen /21 per vat,
waarvan de akcij ns elders betaald is, wordt, even als de
verordening op de invordering, zonder beraadslaging
vastgesteld.
Na de mededeeling van eenige ingekomene stukken,
stelt de voorzitter voor, aan burgemeester en wethouders
een krediet te geven tot het uitreiken van gratilika
tiën voor betoonden ijver bij den feilen brand, die den
vorigen avond in het huis van den heer Drost uitbarstte
en zonder krachtdadige hulp een gedeelte der voorstad
dreigde te vernietigen.
De heer van de Putte stelt voor, dat krediet onbepaald
te verleenen, hetgeen met algemeene stemmen wordt
aangenomen.
Algemeen overzigt.
In ons vorig nommer vermeldden wij het gerucht, dat
Denemarken zich bereid zou licbben verklaard om dc
zioyember-konsfitutie in te trekken. Wij teekenden daarbij
op dat dit bcrigt al zeer weinig vertrouwen verdiende.
De reden daarvan was omdat het ons reeds dadelijk in
zicli zeiven onmogelijk scheen. De liberale deensche
staatsvorm toch duldt niet dat men zoo zonderling met
konstitntiën rondspringe, gelijk dit in andere staten het
geval kan zijn. Terwijl nu de deensche vertegenwoor
diging- de november-konstitutie behoorlijk heeft gedebat
teerd en eindelijk aangenomen, kan de deensche regering
niet eigendunkelijk die konstitutie weder intrekken,
indien dit baar behaagt.
Door nadere berigten wordt deze, onze meening, ten
volle bevestigd en blijkt het dat Denemarken wel eene
weigering heeft gezonden aan Oostenrijk en Pruissen,
maar die weigering heeft gemotiveerd door de bewering
dat beide duitsche mogendheden van de deensche rege
ring iets onmogelijks eisehten. Zij verklaart zich echter
bereid om het verzoek tot intrekking aan de bevoegde
magt te onderwerpen, namelijk den Rigsraad. Bovendien
herhaalt Denemarken zijn aanbod, onlangs door de beide
duitsche mogendheden afgeslagen, gelijk wij toen mede
deelden, om op den grondslag der bepalingen van 1851 en
1852 onderhandelingen aan te knoopen.
De deensche Rigsraad zal ongeveer zes weken behoe
ven om bijeen te komen, de kwestie te behandelen en eene
beslissing te nemen, zoo dat thans de vraag oprijst: zul
len Oostenrijk en Pruissen deze beslissing willen afwach
ten, of aan hunne voornemens ten opzigte van Sleeswijk
intuschen een begin van uitvoering trachten te geven
Omtrent de beantwoording dezer vraag kan men, en dit
is in de slceswijk-holsteinsche kwestie niet dikwijls het
geval, eenige argumenten bijbrengen, welke moeten lei
den tot het geroelen dat de oostenrijksche en prnisisehe
troepen aan de oevers van den Eider hunne tenten zullen
opslaan en de beslissing van den Rigsraad afwachten.
Frankrijk en Engeland toch hebben te Weenen en te
Berlijn geprotesteerd tegen eene eventuele bezetting van
Sleeswijk, krachtens een protokol, hetwelkwij deelden
dit reeds vroeger mede wel misschien aan „alle" kon-
trakterende partijen de bevoegdheid zou kunnen geven
om dit gewest te bezetten, maar geenszins aan een twee
tal daarvan. Zien wij derhalve Frankrijk en'Engeland
hierin overeenstemming optreden, deze bestaat alleen
omtrent dit punt op zich zei ven. De eigenlijke kwestie der
erfopvolging vindt hen weder als tegenstanders. Op dit
terrein tocli is keizer Napoleon niet ongeneigd de aan
spraken van den pretendent Frederik van Augustenburg
te erkennen, terwijl Engeland de bepalingen van het
traktaat van 1852 bepleit. Hierbij wordt liet ondersteund
door Rusland, welke mogendheid óf het protokol van
1852 wil erkend zien, óf uit eigen hoofde aanspraken
komt maken op de kroon der hertogdommen en derhalve
in geen geval den majoor uit het pruisische leger op een
troon van Sleeswijk-Holstein wil zien plaats nemen.
Intusschen zijn de oostenrijksche en pruissisclie troe
pen Holstein binnengerukt. Op last van dc duitsclie
bondsvergadering hebben daarop de bondskommissaris-
sen in Holstein een proklanrMie aan de bevolking gerigt
waarbij deze verklaren dat zij, met het oog op het pro
test van verschillende staten op de bondsvergadering
den generaal von Hake in last .hebben gegeven om aan
den veldmaarschalk Wrangel te verklaren eene behoorlijke
notifikatie te hebben venvacht en de binnengerukte troe
pen niet als reserve van het bondsleger te kunnen erken
nen dat zij thans echter moeten berusten in het fait
accompli. Daar voorts de verzekering- ontvangen is dat
de oostenrijksche en pruissische troepen de bondskom-
missarissen niet zonden belemmeren in bun bestuur en
de troepen de hertogdommen slechts zullen doortrekken,
noodigen zij de autoriteiten en bevolking uit om deze
met welwillendheid te ontvangen.
De reserve, door Oostenrijk en Pruissen voor het exe-
kutie-leger geleverd, is thans insgelijks gevoegd bij de
op zich zelve handelende troepen onder bevel van den
veldmaarschalk Wrangel. Dien ten gevolge liceft de
bondsvergadering besloten om eene nieuwe reserve te
vormen uit bondstroepen bestaande. Ook omtrent dit
punt hebben Oostenrijk en Pruissen derhalve in strijd
met bondsbesluiten, bondskonstitutie en eigene verkla
ringen gehandeld. Zoo als men zich toch herinneren zal
waren bij besluit der duitsche bondsvergadering Saksen
en Hannover belast met de exekutie in Holstein, terwijl
Oostenrijk en Pruissen de reserve zouden vormen. De
vier mogendheden legden daarop eene formele verklaring-
af daartoe bereid te zijn. Oostenrijk en Pruissen storen
zich dus in geen enkel opzigt aan den bond en deze
heeft dan ook door de sleeswijk-liolstcinsche kwestie
weder een belangrijken stap gedaan op don weg van
scheuring- en afscheiding.
Terwijl de decnsch-duitsche kwestie alzoo steeds het
vraagstuk van den dag blijft en velen voor liet uitbreken
van een oorlog in de aanstaande lento doet vreezen, moet
ook bij een blik op den gebeelen toestand van Europa
deze vrees niet geheel ongegrond schijnen. Bij de liarts-
togtelijke woelingen in Duitschland toch, blijft Rusland
steeds zijne geheimzinnige wapeningen voortzetten. In
Italië lieerscht eene onbestemde vrees voor allerlei onder
nemingen der eenheidspartij. Hongarije is in hevige gis
ting en zal bij bet uitbreken van een oorlog niet achter
blijven om weder bot te vieren aan zijn baat tegen
Oostenrijk; Griekenland heeft nog geen geregeld bestuur
erlangd; Turkije eindelijk neemt maatregelen om de
positiën aan de Dardauellen en Zwarte zee te versterken
80,000 man zullen weldra zamengetrokken worden te
Widdin en 30,000 man aan de grieksche grenzen.
Zoo gaat Europa derhalve de aanstaande lente juist
niet onder zeer vredelievende verschijnselen te gemoet.
De laatste zittingen van het fransch wetgevend ligchaam
zijn voor ons minder belangrijk geweest. De gewone argu
menten tegen de vrijheid van drukpers werden hij de
behandeling dezer kwestie door den heer Granier de
Cassagnac aangevoerd, die door den heer Ollivier werd
beantwoord. Het verdient opmerking dat dc heer Granier
de Cassagnac voorbeen redakteur is geweest der dagbla
den Epoque, Globe, Reveil en Nation. Het inoet overi
gens geen verwondering baren zegt Le tempsdat de
beer Granier de Cassagnac over de dagbladpers met de
bitterheid gesproken heeft, welke men steeds behoudt ten
opzigte van eene maïtresse, door welke men bedrogen is.
In België duurt de ministeriële krisis steeds voort.
Behalve de heer Dechamp is thans ook een ander lid der
klerikale partij, de graaf de Theux, bij den koning ont
boden; Le journal de Bruxclles beweert dat dit ook met
den heer Faider het geval is geweest.
Pruissen.
In de vergadering van het huis van afgevaardigden op
22 januarij, hebben de debatten plaats gehad over het
wetsontwerp betrekkelijk de leening van 12 millioen. In
antwoord op de bewering van den heer Schultze dat
Pruissen aan het hoofd staat der kleine duitsche rij
ken, verklaarde de heer von Bismarck dat deze zich ge
durende de laatste jaren meer bij Oostenrijk hadden
gevoegd. Voorts beweerde de minister dat een kabinet,
hetwelk zich het vertrouwen wilde verwerven van het
huis van afgevaardigden, in strijd met de pruissische
konstitutie, in strijd met den volksgeest in strijd met de
historische traditiën moest handelen. Zoo wil het huis
tlians Pruissen doen bukken voor de meerderheid van
den landdag en toont dus de ware gevoelens der pruissi
sche natie volstrekt niet te begrijpen.
De heer von Bismarck schijnt echter niet zelden te
vergeten wat hij in een vorig oogenblik gezegd heeft.
In deze zelfde vergadering- toch, waarin hij beweerde dat
het huis van afgevaardigden Pruissen zou willen doen
blikken voor de meerderheid der bondsvergadering, een
denkbeeld aan hetwelk de grootste afkeuring des minis
ters ten deel viel, las hij zijne depeche voor aan de klei
nere staten van Duitschland, waarin gezegd werd dat
Pruissen zich niet verzette tegen de bondsvergadering,
maar alleen handelde volgens zijne positie als kontrak-
terende partij in het londensch traktaat.
De beraadslagingen hadden ten slotte ten gevolge dat
de door de regering voorgestelde leening van twaalf
millioen door het huis met 275 stemmen tegen 51 werd
verworpen. Er is derhalve geen sprake van toenadering
tussclien ministerie en vertegenwoordiging.
In de vergadering van den volgenden dag is de aan-
vullingswet op de militaire reorganisatie aan de orde
gebragt. Bij de debatten betuigde de minister van oor
log, von'Hoon, dat de regering in de kwestie der leger-
organisatie steeds te goeder trouw is geweest.
Eene intrekking dier reorganisatiezeide de minis
ter is niet meer mogelijk en ook dc hoop op eene schik
king is vervlogen sedert de meerderheid slechts het doel
voor oogen blijkt te hebben om het kabinet te doen vallen.
De Köln. Zeitung bevat eene mededeeling uit Frank
fort, waarin wordt g-ezege dat de vertraging welke de
debatten omtrent de kwestie der erfopvolging in de her
togdommen ondervindt, het gevolg is van de oneenigheden
in den boezem der kommissie, belast met het uitbrengen
van een rapport daaromtrent. Deze oneenigheden zijn
echter thans uit den weg geruimd zoo dat de beslissing
der bondsvergadering thans spoedig mag worden te
gemoet gezien.
De lieer Thiers en zijne redevoering.
Dezer dagen vonden wij ergens eene vrij uitvoerige
beoordeeling- opgeteekond van een engelschman over de
belangrijke redevoering, waarmede de lieer Thiers de
algemeene beraadslagingen over het ontwerp-adres in
bet fransch wetgevend ligchaam opende. Wij hebben
deze redevoering toen, zoo uitvoerig als liet formaat
onzer courant dit toeliet, geresumeerd en willen thans
ook aan bovenbedoelde beoordeeling het een en ander
ontleenen.
De engelsche beoordeelaar vangt aan met te herinneren
dat hij, geheel buiten den strijd staande der fransche
staatspartijen, dien strijd onpartijdiger kan beschouwen
en beoordeelen dan dit wel liet geval mag geacht worden
met de bewonderaars van liet „discours-événement" in
de onmiddellijke nabijheid van den heer Thiers.