lokomotief in tweeën gesneden zoo dat de deelen van haar ligekaam een eind werden medegesleept. Op de lijn van Namen naar Dinant is een werkman tusschen twee wagons verbrijzeld. Men weet dat de tabak in Frankrijk voor rekening van het goevernement wordt verkocht, dat men hevig over de belasting klaagt, maar dat hierdoor jaarlijks 200 millioen franks wordt opgebragt. De rooktabak wordt in Frankrijk voor 5 franks per half pond verkocht. Uit hoofde van dezen hoogen prijs zijn er verboden depots van belgischen tabak. Zij die zich aan de grenzen op groote schaal met deze fraude inlaten maken soms voor een zeer aanzienlijk bedrag te gelde. De Nouvelliste deelt mede dat een belgisch kapitein van een der grenssteden zich op zijne beurt ook op dezen verboden en voordee- ligen handel wilde toeleggen; hij had een rijtuig met dubbelen bodem laten maken, waarin hij honderde pon den tabak in eens kon vervoeren. Deze handel ging eenige maanden goed, zoo dat de ledige koffers van den smokkelaar weer gevuld waren. Door een misschien onvoorzigtig geschonken vertrouwen werd hij evenwel, in zijn rijtuig gezeten, aan de grenzen aangehouden; het rijtuig werd ouderzoeht en de tabak, dien hij wilde smokkelen, ontdekt. In hechtenis genomen en naar het bureau der fransche douanen bij de grenzen gebragt zijnde, werd hij vrijgelaten na eenige geldelijke schik kingen te hebben gemaakt en met achterlating van zijn paard en rijtuig alsmede van den bewusten tabak. Men moet weten dat er aan debelgische grenzen smokkelaars in het groot worden gevonden, die als handelaars de algemeene achting genieten. Men vindt het zeer natuur lijk en tevens zeer handig als men er in slaagt in Frank rijk eèn belgisch produkt te doen verkoopen. Men schrijft uit Londen dat de heer Smith met goed gevolg de proef heeft genomen van een spoorweg schouwburg op de lijn Manchester-Liverpool. Men stelle zich vijf lange wagons voor, zoodanig ingerigt dat zij gezamenlijk een lange zaal vormen. Plet plafond is ver sierd met lustres, die een helder licht verspreiden, en de wanden zijn zoodanig vervaardigd dat alle gerucht van buiten is afgesloten. Daarenboven bevinden zich een zestal muziekanten met hunne instrumenten in eene holtevoorts denke men zich een zes voeten boven den grond verheven tooneel, en men heeft een juiste voor stelling van dezen geimproviseerden spoorweg-schouw burg. De op te voeren stukken zijn zoodanig gekozen dat aan ieder station een stuk eindigt en een ander begint, fleeft er een oponthoud van een kwartier of een half uur plaats, dan geeft men eene pauze. Den 8 december 1863 heeft de heer Smith de eerste proef geno men met zijn uit twaalf personen zamengesteld gezel schap. Men gaf een in Engeland zeer populair stuk en bij elk plaatsbiljet, aan het bureau van den spoorweg geuomen, werd den reizigers een affiche der voorstel ling ter hand gesteld. Het stuk heeft zeer veel sukces verworven. Thcviuomctcrsfaml. 22 jan. 's av. 11 u. 48 gr. 23 'smorg. 7 u.49 'smidd. lu. 50 gr. Staten generaal. liet wets-ontwerp betrekkelijk het onderwijs in indi- schc taal-, land- en volkenkunde bij de tweede kamer inge diend (doch nog niet rondgedeeld) bevat, volgens de Haagsche Courant, de volgende artikelen. Art. 1. Van rijkswege wordt eene instelling van onderwijs in indische taal-, land- en volkenkunde opgerigt. Art 2. Het onderwijs omvat: a. de indische taal- en letterkunde; b. de land- en volkenkunde van Nederlandsch Indië; c. de geschiedenis van Nederlandsch Indië; d. het publick regt en het stelsel van bestuur inNeder- landsch Indië; e. de godsdienstige wetten, volksinstellingen en gebrui ken in Nederlandsch Indië. In behoefte tot uitbreiding kan door ons worden voor zien. Art. 3. De leeraren worden door ons benoemd, en voeren den titel van hoogleeraar. Zij genieten uitrijks schatkist eene vaste jaarwedde. Bovendien kunnen een of meer privaat docenten wor den benoemd. Art. 4. Ieder, die als student aan de instelling wordt ingeschreven, stort bij den aanvang van elk studiejaar eene som van ƒ200. Hij verkrijgt daardoor den toegang tot de lessen der instelling. Zij, die slechts enkele lessen wenschen te volgen, betalen, mede bij den aanvang van elk studiejaar, voor lessen die gegeven worden: eenmaal 's weeks f 10 tweemaal 20 driemaal „30 vier of meermalen 's weeks 40 Van de lessen in dit artikel genoemd, zijn die der privaat-docenten uitgezonderd. Art. 5. Wij behouden ons voor, de verdere voorschrif ten omtrent de inrigting bij maatregel van bestuur te geven. Art. 6. Deze wet treedt in werking op den 1 ju lij 1864, of op een vroeger door ons te bepalen tijdstip. Bestaande voorschriften betreffende de opleiding van kandidaat-ambtenaren voor de dienst in Nederlandsch Indië vervallen met de invoering dezer wet, In de memorie van toelichting, wordt volgens genoemde j courant, betoogd, dat hetgeen voorde algemeene vorming van hen, die eene bestemming in Indië zoeken, behoort te geschieden, met de inrigting der polytechnische school zoo als de wet die voorschrijft, niet vereenigbaar is. De I algemeene kennis en beschaving van hen, die eene indi- sclie loopbaan ingaan, moet de vrucht zijn van middelbaar j of liooger onderwijs, aan instellingen, voor allen dienst baar, op gelijken voet genoten met hen, die zich voor de nederlandsclie of westersclie maatschappij bekwamen. Aan den broeden grondslag dezer algemeene kundigheden moet zich dan de kennis sluiten van den toestand der indische maatschappij, van landen en volkeren, talon en wetten. Het te volgen stelsel van opleiding tot verschil lende klassen van ambten en bedrijven in Indië is door de bovengenoemde eischen reeds aangeduid. In de eerste plaats de regtsgeleerde in het algemeen, niet alleen zij, die in regterlijke betrekkingen zullen optreden, maar allen, die in vele andere kringen van regering of bijzon der leven regtskennis behoeven. Voor hen is kennis, niet speciaal en uitsluitend van indische talen, maar van indi sche zeden en toestanden, tot welke taalstudie den toegang verleent, onmisbaar. Ten tweede, de ingenieurs voor waterstaat, mijn- en boschwezen, werktuigkundigen en architekten. Zij behoeven uit den aard der zaak meer uit gebreide kennis voor de stoffelijke wereld. Kennis voor de Indische maatschappij wordt niet in wijden omvang vereisclit. De studie van Indië kan vóór of na het verblijf aan de polytechnische of aan de landbouwkundige school worden volbragt. Eindelijk, de talrijke klasse van hen, die voor hun toekomstig ambt, noch speciale studie van regtsgeleerdheid, noch die der ingenieurs-wetenschappen behoeven. Na de leemte waarin de wet op het middelbaar onder wijs voorziet ontbreekt nu nog alleen eene voldoende en van de technische opleiding afgescheiden gelegenheid, om de speciale kennis van Indië te verkrijgen. Die gele genheid van staatswege te openen is het eenige doel van dit wets-ontwerp. De voorwaarden van benoembaarheid tot ambtenaar in Nederlandsch Indië te regelen blijft voorts, overeenkomstig art. 49 van het regerings-regle- ment voor Indië aan eene algemeene verordening over gelaten. Waar de instelling voor onderwijs in indische wetenschap te vestigen, zal de koning bepalen. Als plaats van vestiging schijnt zich eeue akademie-stad bovenal aan te bevelen. Gemeenteraad van Zierikzce. Zitting van löjamiarij. Toespraak voorzittermissive mevr. wed. Ochtman wijziging akcijns gedistilleerd; ver betering wegen Schouwen bcgrooting burgerweeshuis kasopname gemeente-ontvanger; teruggave boofdelijken omslag opbrengst zelk-ascligoedkeuring gratifikatie suppletoir kohier hondenbelastingaf- en overschrijving gemeente-begrooting. Voorzitter de heer Cau. Al de leden zijn tegenwoordig. Na het openen der vergadering zegt de voorzitter vóór den aanvang der werkzaamheden een woord te willen wijden aan de nagedachtenis van het onlangs overleden herkozen raadslid Ochtman, die bij de vorige bijeen komst zich nog had voorgenomen in den raad te ver schijnen, ten einde zich als op nieuw aan de belangen der gemeente te verbinden. Hij herinnerde den raad, hoe getrouw dit raadslid gedurende eenige jaren aan de werkzaamheden had deel genomenhoe hij meer dan gewoon belangstellende in het welzijn der gemeente, steeds met onafhankelijkheid en met kracht had voorge staan wat hij meende goed en waar te zijn; hoe hij, op gepaste wijze met zijne talenten den raad had voorge licht, doch ook gaarne zich leiden liet, waar hij de kennis van anderen eerbiedigde en hoe hij dat alles steeds op zijne minzame wijzo en met inachtneming van gepaste vormen deed. Hij wees ook op de groote verdiensten van den overle dene waar hij als lid van verschillende kommissiën uit den raad, zoo nuttig voor de gemeente werkzaam was en hoe hij hoewel zoo vele bezigheden en belangen :zijne krachten,,en zijn tijd reeds vorderden, toch altijd bereid bevonden werd, om soms het belangrijkste deel der werkzaamheden op. zich te nemen, wanneer die hem het beste konden worden toevertrouwd, waardoor het tot stand komen en de goede uitslag eener belangrijke en nuttige gemeente inrigting ook vooral aan zijn' onver- moeiden ijver moeten worden toegeschreven. Voorts herdacht spreker hoe de overledene nog in zoovele andere opzigten ten algemeenen nutte was werkzaam geweest en met zijne kracht en energie zooveel in het leven had geroepen, waardoor kennis, ontwikkeling en opwekking inden raad konden worden bevorderd, terwijl hij bovendien nog ieder, die zijne voorlichting en de toe passing zijner kennis inriep, steeds zoo belangeloos en zoo bereidwillig ten dienste stond. Er op wijzende hoe het algemeen belang bij den overledene nimmer voor bijzonder belang moest wijken en hoe al zijn doen en laten getuigenis gaf van de edele beginselen waaruit en de zuivere bedoeling waarmede hij handelde, nam de voorzitter uit het gezegde aanleiding om te verklaren, dat in den heer Ochtman èn de raad èn de gemeente een zeer groot verlies hadden geledendat van hem teregt kon worden gezegd, dat hij gewerkt had zoo lang het dag voor hem was en dat zijne werken evenwel nahem waren gebleven, ook voor de gemeente niet waren verlo ren gegaan, dat die nog vele malen van hem zouden ge tuigen en zijne nagedachtenis ook bij de raadsleden nog lang in zegening zou blijven. Vervolgens de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd zynde, .wordt gelezen eene missive van mevr. de wed. Ochtman, geb. Borrendamme, houdende .kennisgeving van het overlijden haars echtgenoot, den heer J. II. Ochtman, herkozen lid van den raad dezer gemeente, waarop wordt besloten aan de weduwe de opregte deelneming dezer vergadering in dit verlies te betuigen. Komt ter tafel eene cirkulaire van gedeputeerde staten betreffende de herziening van besluiten tot heffing eener plaatselijke belasting op het gedistilleerd, waarop burge meester en wethouders aan den raad een ontwerp-ver- ordening aanbiedenwelke wordt gesteld in handen der heeren van Dongen, Moolenburgli en van der Vliet. Na dat de zitting eenige oogenblikken geschorst is geweest, brengt de heer Moolenburgh namens de kom missie ad hoe verslag uit, strekkende tot goedkeuring. Alsnu wordt de ontwerp-verordening eerst artikels- gewijze en daarna in haar geheel goedgekeurd; zullende in viervoud aan heeren gedeputeerde staten ter goedkeu ring worden opgezonden. Wordt medegedeeld eene missive van gedeputeerde staten,houdende goedkeuring van het gemeenschappelijk raadsbesluit tot verbetering der wegen in Schouwen, hetwelk voor kennisgeving wordt aangenomen; alsmede dat in eene vergadering van burgemeester en wethouders der belanghebbende gemeenten tot leden der kommissie voor den aanleg dier wegen uit hun midden zijn gekozen de heeren J. Hoogenboom Bz., te Ilenesse; G. van der Cingel, te Kerkwerve; L. Viergever, te Duivendijke; J. M. Locker de Bruijne, te Brouwershaven; en mr. J. Moolenburgh, te Zierikzee, en dat de openbare aanbeste ding van het werk is bepaald op donderdag den 18 februari] eerstkomende. De begrooting van het burgerweeshuis over 1864 wordt gesteld in handen der heeren Fokker, Moolenburgh en Zuurdeeg, tot onderzoek en rapport. Het proces-verbaal van opname der ontvangerskas, waaruit bleek dat zich in kas bevond 8221,66 j, wordt voor kennisgeving aangenomen. Op daartoe ingediend verzoek wordt teruggave van hoofdelijken omslag voor den tijd van 6 maanden ad 7,4-2.1, verleend aan den heer J. F. Neeb. De heer Zuur deeg, schoonzoon van den verzoeker, heeft zich van stem ming onthouden. Voorts wordt medegedeeld dat gedurende 1863 aan zclkasch is afgeleverd voor eene som van 18.136,55; aangenomen voor kennisgeving. Komt ter tafel eene missive van gedeputeerde staten, berigtende dat bij hen geene.bedenkingen bestaan tegen het verlcenen eener gratifikatie aan de wed. Luyck, indien de begrootingspost waaruit deze moet betaald worden, niet wordt overschreden. Voor kennisgeving aangenomen, terwijl zulks aan den schuttersraad zal worden medegedeeld. Het suppletoir kohier der honden-belasting over 1863 ter som van 42,50, hetwelk aan de goedkeuring van gedeputeerde staten zal worden onderworpen, wordt vastgesteld. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet houders wordt besloten tot het doen van enkele af- en overschij vingen op de begrooting van 1863, waaroe bij de begrooting casu quo magtiging is verleend, alsmede op de begrooting 1864 van den post van onvoorziene uit gaven af en op hoofdstuk 1, afd. 2 art. 10, jaarwedde van meters, wegers, keurmeesters enz., over te schrijven de som van 315, behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 2