anderen voor de ontbinding der kamer, liet ministerie lieeft zich naar de meening der eersten gedragen en zijn ontslag ingediend. §leeswljk-M«lstein. Terwijl Engeland alle pogingen in het werk stelt om den vrede te bewaren en in de sleeswijk-holsteinsche kwestie tot eene oplossing te geraken, heeft Denemarken eene nota gerigt aan de groote mogendheden om het vraagstuk door eene konferentie te doen behandelen. Bij deze beraadslaging zouden echter de bepalingen der londensche konferentie van 1852 als grondslag worden aangenomen. Dit bewijs van toenaderingsgezindheid schijnt afkomstig van den thans met de portefeuille van buitcnlandsche zaken belasten deenschenministerQuaade. De fransche regering' blijft evenwel steeds onge neigd om deel te nemen aan dergelijke konferentie, onder voorwendsel dat de duitsche bond daartoe toch niet zou willen overgaan. Oostenrijk en Prnissen blijven intus- schen voortdurend versterking toezenden aan hunne troepen, als reserve van het exekntie-leger in liet noor den gekoncentreerd. Volgens eene mcdedeeling uit Wee- nen zouden beide mogendheden voorts overeengekomen zijn om de zelfde houding te blijven aannemen tot aan de eindbeslissing der kwestie zoo wel ten opzigte van den duitschen bondsdag als ten opzigte der vreemde mogendheden. Aan het besluit van den bond om Frede- rik van Augustenburg als hertog van Sleeswijk-Holstein te erkennen zou noch Prnissen noch Oostenrijk zich onderwerpen. The morning post dringt aan op eene nog scherper afgebakende verklaring daaromtrent, daar zij zich öf moeten onderwerpen óf uit den bond moeten treden, welke laatste handelwijze volgens het engelsch dagblad, nog rampzaliger gevolgen zou hebben dan de afscheiding der gekonfedereerde staten van Amerika. Het voorstel van Oostenrijk en Prnissen om eene laatste sommatie aan Denemarken te rigten tot intrekking der konstitutie van november en bij weigering tot het bezetten van Sleeswijk over te gaan heeft gisteren het onderwerp der beraadslagingen van de bondsvergadering te Frankfort uitgemaakt. Het vooi stel is met 11 tegen 4 stemmen verworpen. De waarschijnlijke oorzaak dezer verwerping is dat Oostenrijk en Prnissen in het ander geval de geheele leiding der handelingen van den hond tegen Denemarken in handen zouden krijgen, en daardoor, hoewel als min derheid der hondsvergadering, den meest mogelijken invloed erlangen. Werd het voorstel aangenomen, dan was reeds tusschen Oostenrijk en Prnissen bepaald dat de pruissische veldmaarschalk, baron Wrangel, het opper bevel zou erlangen over geheel het bondsleger, waarvan de oostenrijksche en pruissische troepen dan het grootste gedeelte zouden uitmaken, terwijl deze in den tegenwoor- digen stand van zaken slechts tot reserve dienen der Saksische en hanoversche exekutie-troepen. Te Rendsburg zijn de bondskommissarissen aan gekomen om de kwestie te regelen der bezetting van zes holsteinsche dorpen ten noorden van den Eider, welke nog door deensche troepen bezet zijn. Uit Altona wordt aan de Augsb. Zcitung gemeld dat de denen het kroonwerk te Rendsburg zooveel moge lijk versterken en overal kanonnen hebben geplant. Een oostenrijksch korps mineurs, is daarop uit Eimsbuttel naar Rendsburg gemarcheerd om van de zijde der duit sche troepen eenige tegenversterkingen op te werpen en hier en daar schansen aan te leggen. Redevoering van den hooi* Thiers. In ons vorig nommer maakten wij met een enkel woord melding van de algemecne beraadslagingen over het ontwerp-adres in het wetgevend Iigcliaam in Frankrijk, waarbij vooral de redevoering door den lieer Thiers, in de zitting van 11. maandag uitgesproken, de aandacht heeft getrokken. Wij willen thans het voornaamste uit deze belangrijke rede medcdeelen. De talentvolle redenaar begon met de verklaring dat hij aan de natie en zijne medeleden de ontwikkeling zijner gevoelens omtrent de binnenlandsche politiek schuldig was. „Vier en dertig jaren geleden, mijne hee- ren, ben ik voor de eerste maal hier binnen getreden. Sedert dien tijd heb ik deel uitgemaakt van alle kamers, welke elkander van 1830 tot 1848 zijn opgevolgd; daarop heb ik onder de republiek op de banken der Constituante en der Legislative plaats genomen, en ziedaar mij einde lijk te midden van u, op de banken van het wetgevend Iigcliaam des keizerrijks. Gedurende dit lang tijdsverloop heb ik zaken en personen, beginselen zelfs elkander zien opvolgen en te midden van dezen stroom, welke alles dreigde mede te slepen, hebben alleen de beginselen stand gehouden en wel de maatschappelijke en politieke beginselen, waarop de moderne zamenleving gegrond vest is. Wel hebben zij mij toegeschenen hun val nabij te wezen, want er waren oogenblikken waarin de orde zoo verstoord was dat men zich zeiven afvroeg hoc dc maat schappij weder tot kalmte zou geraken, toch is de orde hersteld en is de vrijheid gereed om te herleven. Groote beginselen worden echter even als de sterren, bestemd om ons te verlichten, somtijds door nevelen bedekt, om weldra weder des te schitterender voor het oog te ver schijnen." Drie beginselen hebben den spreker altijd toegesche nen dc grondslagen te moeten uitmaken van een eerlijk en geregeld bestaanhet beginsel der volks-soeverei- niteit, het beginsel van orde, het beginsel van vrijheid. Heeft men zich eenmaal aan dc wettige regering des lands onderworpen dan heeft men altijd het regt haar orde en vrijheid te vragen. Is dc maatschappij beroofd van het eerste, dan verkeert zij in een toestand van on rust en werkt weinig of niet. De rijke nu kan somtijds zich van werken onthouden, maar de maatschappij moet van (les morgens tot des avonds werken om het brood voor hare kinderen te verdienen. Is de maatschappij beroofd van vrijheid, ook dan lijdt zij, wel op andere wijze maar niet in mindere matedan is zij onrustig en gevoelt zich vernederd. Beroofd van orde geeft zij zich bloot aan het despotisme, beroofd van vrijheid geeft zij zich bloot aan revolution. De spreker treedt nu in een betoog, waarin hij zegt dat de dekreten van 24 november I860, van februarij en van december 1861 een staat van zaken deden geboren worden, waarbij het wetgevend Iigcliaam slechts kon vergaderen om de ingediende wetsontwerpen goed te keuren, zonder daarop amendementen te kunnen voorstellen. Later heeft de keizer een ruimer veld voor diskussiën ontsloten. De heer Thiers verklaart geen vie ij er te zijn en derhalve ook niet te zeggen dat thans alle wensclielijke vrijheden zijn ingevoerd, maar erkent toch dat de laatste dekreten een belangrijk gedeelte daarvan bevatten cn tot waar borg strekken voor het overige. In dien toestand van zaken heeft spreker gemeend dat de mannen, die zijne gevoelens deelden, niet langer zich moesten onthouden om vrij de staatszaken te hespre ken en tot herstel der algemeene vrijheid bij te dragen. Tlians gaat de heer Thiers meer bepaald over tot. het belangrijke onderwerp der diskussiën, waartoe het wet gevend Iigcliaam thans hij een gekomen is. Hij wenscht daarom thans op de binnenlandsche staats-aangelcgen- lieden een blik te werpen. Daarbij is het belangrij kste de ontwikkeling der staatsinstellingen in den zin cener gematigde en geregelde vrijheid. „Hebben wij lang geleefd onder het stelsel van konsti- tutiën, welke eenmaal zamengestcld onveranderlijk wer den verklaard, thans zijn wij geplaatst onder het stelsel van konstitutiën, welke voor wijzigingen en verbeterin gen vatbaar zijn. Dit laatste is clan ook reeds meermalen het geval geweest. In het schenken der gelegenheid om het adres tc debatteren, heeft de keizer u het middel gegeven om hem de verlangens der natie kenbaar te maken. „Wanneer men de geschiedenis van Frankrijk nagaat gedurende dc laatste vijf en zeventig jaren, dan wordt men getroffen door de opmerking dat ons vaderland som tijds de vrijheid kon ontberen, als scheen het deze geheel vergeten: vervolgens,wanneer (1etijdsomstandigheden en de gemoederen tot kalmte waren teruggekeerd, kwam zij met zonderlinge vasthoudendheid en bijna onbedwing bare kracht weder daartoe terug." In 1800 was het eerste het geval en gaf Frankrijk zich over aan een bewonde renswaardig man om zich geheel in hem op tc lossen, terwijl het alle denkenskracht scheen verloren te hebben. Weldra begon Frankrijk echter weder te denken toen liet den gloeijenden afgrond in Spanje en den ijskouclen afgrond in Rusland zag. Nadat de Bourbons eenigen tijd aan het bestuur waren geweest en Napoleon terug kwam,' vroeg men van hem dan ook vrede en vrijheid. Ilad deze daarover vroeger tc beschikken gehad, thans was het voor het eerste te laatde vrijheid gaf hij en hij gaf deze geheel. De geheele vrijheid aan eene natie te geven, welke haar nog nooit had bezeten en terwijl een millioen manschappen tegen haar oprukte, was echter geenc gelukkige proefneming. Waterloo deed het denk beeld van vrijheid op nieuw verdwijnen en eene onzag- gelijke reaktie begon zich te openharen tegen de denk beelden van vrijheid en tegen alle denkbeelden der fransche revolutie. In 1825, 1826,1827 was het als of wij het zoo dik wijls gewenschte doel schenon te zullen bereiken toen het prerogatief van den soeverein en dat der natie in elkanders tegenwoordigheid werden gebragt en dan steeds gevaar liepen met elkander in botsing te komen twee malen hebben wij deze belangrijke kwestie omtrent de heerschappij der.eene staatsmagt over de andere behan- j deld gezien en twee troonen stortten omver. Even als ,de zeevarenden de Stormkaap slechts bevende naderden en niet omzeilen durfden, alvorens een portugeesche prins den naam in dien van Kaap de goede hoop veranderde, is deze groote kwestie voor ons minder schrikwekkend geworden sedert haar naam veranderd is. De spreker gaat nu over tot de herinnering hoe sedert 1848 de vrijheid zich overal verspreid heeft, en hoe dit voor de natiën eene noodzakelijkheid is. Vijf vereischten zijn er volgens den lieer Thiers, welke in dc vrijheid onmisbaar zijn. Het eerste is de veiligheid van den bur ger. „Waarom vercenigen zich dc mensclien tot eene maatschappij 0111 zich de vrijheid te verzekeren. De burger moet gewaarborgd zijn tegen geweld van het individu en tegen elke willekeurige handeling der rege ring. Bovendien moet hij zijne gedachten wijden aan het staatsbestuur en dit niet alleen, want dat zou tot. eene individuele opinie leiden; hij moet ook van gedach ten kunnen wisselen met anderen en dit is niet mogelijk dan door dc drukpers. Zoo moet er derhalve ook vrijheid van drukpers bestaan. Het volgend vereischte voor vrijheid is de vrijheid van verkiezingen, zoo dat de regering deze niet kan behecr- sclien en de gekozenen vrij hunne denkbeelden hier kunnen komen hespreken. Zoo komt men tot het vereischte der vrijheid van kontröle en eindelijk tot het vereischte dat de publieke opinie, hier bij meerderheid van stemmen gekonsta- teerd, liet bestuur voere over de handelingen der rege ring. Met het oog op al deze vereischten gaat de spreker na wat Frankrijk nog ontbreekt cn dringt vooreerst aan op de intrekking der wet op de openbare veiligheid, om ver volgens te wijzen op de noodzakelijkheid eener vrijheid van drukpers. In een land, welks opvoeding voltooid is, doet de drukpers niet de publieke opinie ontstaan, maar maakt haar bestaan mogelijk. Welnu, Frankrijk moet zoo spoedig mogelijk ook zijne opvoeding voltooijen en niet in voortdurende kindschheid blijven voortleven. Ten opzigte van de vrijheid der verkiezingen handelt Frankrijk ecnigzins als ten opzigte der vrijheid van drukpers. „Zekerlijk, men lieeft het algemeen stemregt, men heeft aan de geheele natie het regt verleend om eene meening te hebben, maar op eene voorwaarde, namelijk om haar die meening voor te schrijven, en als ik zeg: eene meening voor te schrijven, dan zult ge mij moeten toegeven dat ik eene zachte uitdrukking kies. Aan liet algemeen stemregt bewijst men groote eer en men maakt daarvan liet goddelijk regt onzer dagen. Wil men een vorst? men wendt zich tot eene algemeene stemming. Gij hebt daaraan een vorst gevraagd voor Italië, voor Griekenland, gij vraagt daaraan een vorst voor Mexiko. Men knielt voor hare eerbiedwaardige autoriteit en als het afgevaardigden betreft dan zegt men „„gij zijt zeer eerbiedwaardig, maar meestal kunt gij lezen noch schrij ven; nog meer, gij zijt al zeer ligtgeloovig en geneigd om alles te gelooven wat de kandidaten der oppositie u gelieven te verhalengij zijt ook zeer schroomvallig, want met al de raagt, welke de staat bezit, kunnen wij u naauwelijks gerust stellen en een afgevaardigde dei- oppositie in zwarten rok maakt u bang."" De zoo groote en eerbiedwaardige autoriteit, waaraan men de keuze van een soeverein vraagt, verklaart men doof, blind en ongeschikt als men daarvan de keuze van afgevaar digden verlangt." Verder drong de spreker aan op liet regt der vergade ring om kontröle uit te oefenen op de handelingen, waar van het initiatief hij de regering berust. Daarop ging liij over om art. 5 der konstitutie te behandelen, waarbij de soeverein van Frankrijk verantwoordelijk wordt ver klaard. Volgens den lieer Thiers is de niet-verant- woordelijkheid van den soeverein de vrijheid des lands, en wenscht hij altijd gaarne de handelingen met diegenen te bespreken, die als ministers deze hebben gedaan. „Men zal daartegen aanvoeren dat de groote administrateurs somtijds niet dc geschiktheid bezitten om te spreken. Straks sprak ik van opvoeding; welnu, in een land, waar van de opvoeding voltooid is, worden de groote admi nistrateurs wel niet altijd groote redenaars, maar zij weten toch gewoonlijk genoegzaam de handelingen te ontwik kelen, waarover zij het toezigt liehbeu uitgeoefend. Boven dien heb ik altijd opgemerkt dat, als iemand openhartig voor zijn land verklaart: ik heb dit of dat gedaan om die redenen, hij altijd wordt aangehoord met vertrouwen, ai is hij geen redenaar, omdat, hij twee groote verdiensten bezit in de oogen zijner toehoorders: de bevoegdheid cn de openhartigheid. Nadat de spreker nu zijne grieven tegen den tegen- woordigèp" toestand kortclijk lieeft geresumeerd cn den zin toegdicht,-waarin hij de verwijting van eene regering y'sin „rhétcurs" te wenschen, niet ongaarne wil aannemen, jfreedt. hij in eené ontwikkeling van het denkbeeld dat l\et staatsmecllanismc, zij het ook in bijzonderheden ver- schillen^,'overal, niet anders dan het zelfde kan wezen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3