O
16 Januarij.
Editie van vrijdag avond 8 ure.
B E K E M 1> M A K I 51 G.
De commissaris des lconings in de provincie Zeeland
maakt bekend, dat op maandag den 15 februarij aan
staande, des middags ten twaalf ure, te Deventer, 's Gra-
venhage, Haarlem, Zutphen, Yenlo, Utrecht en Arnhem
zal worden overgegaan tot de openbare aanbesteding van
Remontpaarden, te wetendoor de hoofd-administratie
van het le regoment dragonders te Deventer, van 60
paardendoor die van het 2e regement dragonders te
's Gravenhage, van 60 paardendoor die van liet 3e rege
ment dragonders te Haarlem, van 60 paardendoor die
van het 4e regement dragonders te Zutphen, van 60
paarden; door die van het 5e regement dragonders te
Venlo, van 90 paardendoor die van het regement veld
artillerie te Utrecht, van 40 paarden, en door die van het
regement rijdende artillerie te Arnhem, van 30 paarden;
dat deze aanbesteding niet bij loten of partijen, maar voor
liet getal paarden in eens zal geschieden, zoo als boven is
opgegevendat de helft der te leveren paarden vóór of
op den 1 mei aanstaande den ouderdom van 48 maanden
moeten hebben bereikt (met vergunning daaronder vijf-
en zesjarige te begrijpen)dat voor de wederhelft paar
den tussclien de zestig en twee en zeventig maanden
moeten worden geleverd; dat in de voorwaarden van aan
besteding wederom de bepaling is opgenomen dat een
derde gedeelte der te leveren paarden van inlandsclien
oorsprong moet zijn.
De gemelde voorwaarden van aanbesteding liggen ter
lezing, onder anderen ter provinciale griffie van Zeeland
te Middelburg.
Middelburg, den 14 januarij 1864,
De commissaris des konings voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN.
öimmdanïr.
Middelburg 15 January.
De begrooting voor het departement buitenlandschc
zaken, tot welker vaststelling thans een kredietwet aan
de tweede kamer is ingediend, bedraagt f70.000 meer
dan de onlangs verworpen begrooting. Deze som wordt
aangevraagd voor het aandeel dat Limburg zal moeten
dragen in de kosten van de bezetting van Holstein dooi
de troepen van den duitsclien bond.
Bij de tweede kamer is ook ingekomen een wetsont
werp tot wijziging van de artikelen 242, 246 en 244 dei-
gemeentewet. Volgens deze zouden de opcenten op de
personele en andere rijksbelastingen (in plaats van tot
25) tot 50 kunnen gebragt worden. Gemeente akcijnzcu
zouden niet mogen geheven worden dan nadat de opcen
ten op de rijksbelastingen tot liét maximum zijn opge
voerd en alleen van voorwerpen aan rijksakcijns onder
worpen. Zout, zeep en suiker zouden niet mogen belast
worden.
In de zitting van de tweede kamer van gisteren
waarin dc wetsontwerpen in de beide bovenstaande bcrig-
ten vermeld, zijn ingediend was het door de grondwet
vereisclite getal leden niet aanwezig, zoo dat de werkzaam
heden niet konden aanvangen.
Heden waren 38 lederi tegenwoordig en kreeg de kamer
kennis van de indiening- van het wetsontwerp tot wijzi
ging in de koncessie betrekkelijk de doorgraving van
Holland.
De post is heden middag ten drie ure uit Bergen op
Zoom vertrokken en zal alzoo vermoedelijk eerst in den
nacht hier aankomen.
Hoe gebrekkig onze middelburgsclie haven ook wezen
moge, zij doet toch nog eenige dienst en soms juist als
andere havens geheel ontoegankelijk zijn. Op dit oogen-
blik althans is de haven van ijs bevrijd en voor een paar
dagen zijn dan ook nog twee zeeschepen tot binnen de
stad gekomen.
Van wege het departement Middelburg der Maat
schappij tot nut van 't algemeen is, in de woensdag avond
gehouden vergadering, aan Martinus Willem Hermanse,
sjouwerman, wonende aan de Oostpunt, een getuigschrift
benevens eene geldelijke vereering van 10 uitgereikt,
wegens hef redden eener drenkelinge. In den namiddag
van 16 julij 1863 viel namelijk een meisje van 9 jaren,
Mietje Eoluijt geheeten, op de Zuidzijde van den dam in
het water. Dit kind verkeerde, bij het hoog watergetij,
reeds in zinkenden toestand, zoo dat slechts een slip van
haar kleedje op het water dreef. Hoewel eene groote
volksmenigte weldra bijeen was werd er geen hulp gebo
den, toen Hermanse, het gevaar ziende, zonder aarzelen
geheel gekleed van den 2 cl boven het waterpeil lioogen
kaaimuur afsprong, zwemmende het kind bereikte, vast
greep, en met veel inspanning het met de eene hand
tegen de borst houdende, door den 12 a 13 voet hoogen
vloed naar den wal bragt. Volgens de verklaringen van
ooggetuigen zou het kind, dat reeds 6 a 7 minuten inliet
water lag, zonder deze hulp zeker verdronken zijn, zoo
dat het departement deze daad van redding als een merk
waardig- voorbeeld van zelfopoffering heeft beschouwd.
In de zelfde vergadering is eervolle melding gemaakt
van schipper Pieter de Vos, varende op het tjalkschip
De twee gebroeders. Toen den 16 mei 11., des namiddags
omstreeks drie ure, een jongentje, naar gissing 8 jaren
oud, in de nabijheid van de aanlegplaats der stoombootcn
in het water viel en gevaar liep onder het daar liggend
vaartuig te geraken of tussclien den kant der kaai en
dat vaartuig te verdrinken, begaf genoemde schipper
die van boord het ongeval bemerktedoch niet kon
zwemmen zich aan een touw vasthoudende te water en
redde alzoo het kind. Het departement meende deze
zaak niet te mogen rangschikken onder die waaraan de
Maatschappij volgens de bepalingen van het reglement
voorliet toekennen van eereblijken of onderscheidingen
eenige belooning mag toewijzen. Daar het evenwel de
hulpvaardigheid en menschlievendheid van de Vos op
prijs stelt, meende het daarvan loffelijke vermelding te
moeten maken, terwijl hem een uittreksel uit de notulen
is toegezonden.
Uit Goes meldt men ons van 13 dezer
„De poonschuit van de wed. de Mul, waarover ik u in
mijn vorigen schreef, is nog den 7 dezer behouden voor
Colijnsplaat gebragt. De schuit was na het losraken naai
de Zaudkreek gedreven, doch geraakte gelukkig bij de
Slurf met het anker aan den grond vast, alwaar de andere
knecht, die juist in deze rigting langs den zeedijk was
gegaan om uit te zien, het vaartuig in den namiddag
vond liggen. Hij liet zich onmiddellijk aan boord bren
gen, en had het geluk de schuit met behulp van den
knecht, die zich aan boord bevond en die alzoo aan een
onzeker Tot is ontkomen, behouden voor Colijnsplaat te
brengen."
De gemeente Oudelande levert weder een voorbeeld
tot welken toestand de gevolgen eener verwaarloosde
koepokinenting moeten leiden. Het aantal poklijdcrs is
aldaar thans tot drie en vijftig geklommen, hetwelk bij
eene bevolking van slechts 576 zielen verbazend groot
mag genoemd worden.
Uit Dordrecht meldt men ons van 14 dezer
„Onze stad is sedert 6 januarij nog minder gezellig
geworden en gelijkt nog meer uitgestorven dan vroeger.
Van gemelden datum mag geen winkelier zijn waren
meer uitstallen op zijn stoep. Burgemeester en wethou
ders hebben dit verboden. Vooral met den marktdag
veroorzaakt dit velen eenig ongerief. Vroeger beijverden
zich alle neringdoendentot zelfs manufakturiers en
kleedermakers, de aandacht op zich en hun te koop aan
geboden zaken te vestigen, door ze netjes en sierlijk
buiten hunne ramen en op de stoepen uit te stallen, dit
is hun thans ontzegd. Dit geeft nu wel een netter, maar ook
somberder aanzien aan onze straten. Ik verneem dat
een dergenen die zich door dit verbod benadeeld vindt,
in verzet zal komen en handelen als vroeger, om dan
de gevolgen af te wachten en het regt van burgemeester
en wethouders om iemand te verbieden zijn stoep die
toch, volgens zijne meening, even als zijnlmiszijn eigen
dom is en waarop hij kan doen wat hij wil te gebrui
ken, te doen uitmaken."
Uit Harlingen schrijft men ons van 11 dezer:
„Niettegenstaande den strengen winter komen de
engelsche stoomschepen, even als andere jaren, hier
geregeld wekelijks binnen. De handel staat dau ook niet
stil zoo als o. a. hieruit blijkt dat van den 2 tot 9 dezer
hier zijn uitgevoerd: 3003/4 vat boter, 534 schapen, 19
kalveren en 317 runderen. De prijs der boter was 50
tot f 52i-.
„De aangekondigde hardrijderij op schaatsen heeft
hier lieden, begunstigd door zacht en schoon winter
weder, ten aanscliouwe eener zeer groote, ook van elders
aangekomen volksmenigte, plaats gehad. Ofschoon
gelijktijdig hardrijderijen gehouden werden te Leeuw
arden, Heerenveen en Workum, namen er 122 hard
rijders, waaronder vele van groote vermaardheid, aan
den wedstrijd deel. De prijs bedroeg 100 en de premie
ƒ30, terwijl aan zes der laatste mededingers eene premie
van vijf gulden werd toegewezen."
Eergisteren is te 's Ilage het russisch nieuwjaar door
eene plegtige dienst in de kapel van II. M. de koningin
moeder gevierd, welke werd bij gewoond door den buiten
gewonen gezant en gevolniagtigd minister van Z. M. den
keizer aller russen, de verdere leden van het russische
gezantschap en andere genoodigden. Daarna werd in het
paleis van II. M. de koningin-moeder eene receptie en
des middags diner gehouden.
Volgens liet aan den gemeenteraad van Delft ingediend
plan tot regeling van het middelbaar onderwijs, zullen
aldaar gevestigd worden: 1. eene school van middelbaar
onderwijs, speciaal bestemd voor aanstaande ambachts
lieden, waar onderwijs wordt gegeven in twee studiejaren
gedurende achttien uur per week, en wel in de wiskunde,
beginselen der theoretische en toegepaste mechanica en
der kennis van werktuigen, technologie, natuur- en schei
kunde, nederlandsche taal en geschiedenis, hand- en
regtlijnig teekenen en staathuishoudkunde; dejaarlijk-
sclie kosten der school zijn geraamd op/3200; er wordt
geen schoolgeld geheven2. een hoogere burgerschool
van vijfjarigen kursus, waarop onderwijs wordt gegeven
gedurende 32 uren in de week, in de volgende vakken
wiskunde, beginselen der theoretische en toegepaste
mechanica, der kennis van werktuigen en der technologie,
natuurkunde en toepassingen, scheikunde idem, planten
en dierkunde, delfstof- en aardkunde, kosmografie,
gronden der gemeente-, provinciale en staatsinrigting,
staathuishoudkunde en statistiek, aardrijkskunde, ge
schiedenis, nederlandsche taal- en letterkunde, fransche,
engelsche, duitsche taal- en letterkunde, handelsweten
schappen, boekhouden, warenkennis, schrijven, teekenen,
gymnastiek; de jaarlijksclie kosten worden geraamd op
f 18.500, behalve de kosten der lokalenhet schoolgeld
bedraagt ƒ60 'sjaars. Amslerdcour.)
Eeaoetnlngeiii en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan mr. L. N.
graaf van Randwijck, grootmeester van 's konings huis,
dienstdoende bij IT. M. dc koningin, tot het aannemen
der onderscheidingsteekenen van ridder der le klasse
van de orde der Koninklijke kroon van Prnissen, en van
het grootkruis der orde van St. Mauritius en Lazarus,
hem door IIH. MM. de koningen van Pruissen en van
Italië geschonken.
leger. Overgeplaatst in rang en ancienneteit bij het
wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië, de 2e
luitenant van het 5e regement infanterie P. H. J. Oosthont.
dikektie der mauine. Bevorderd tot griffier bij de
direktie der marine te Hellevoetsluis, de kommies G. F.
Blankenstein, en tot adjnnkt-kommies bij de direktie dei-
marine te Willemsoord de klerk G. Meijers.