fc" 11lui slaande golven, die telkens een nieuw slagtoffer wegraapte. Wij wierpen ons in een der booten, die als ware liet ver ward lag in het gekapte tuig. Vóór en achter ons dooden en zieltogenden. De kapitein was onder de eersten. Zaam- gedrongen tegen elkander in de boot, verwachtten wij elk oogcnblik in de diepte geslingerd te zullen worden. Zoo bragten wij den nacht door. Ten 7 ure des morgens zagen wij in de verte eene sloep die zich naar de kust rigtte; zij was van een schip even als liet onze gestrand, en bevatte het scheepsvolk daarvan. Wij volgden haar voorbeeld. Ongelukkig was de sloep te klein óm ons allen in te nemen. Tien onzer rampgenooten moesten achter blijven, tot dat de anderen in veiligheid waren gebragt. Ik was onder de eersten. Desloep verwijderde zich, maai de zee was zoo laag, dat wij weldra in het zand liepen. Wij zagen van verve, de lieden er uitstappen en wadende naar de kust gaan. Ziende dat wij aan ons zei ven waren overgelaten, vervaardigden wij ons een vlot, en weldra stuurden ook wij strandwaarts, waartegen de golfslag ons dreef. Ook dezen nacht moesten wij onder den blooten hemel doorbrengen, maar wij waren ten minste in veilig heid. Den anderen avond ontmoetten wij eindelijk kust bewoners, die ons met rijtuig in de naburige dorpen bragten. Eindelijk konden wij nu levensvoedsel nuttigen, dat wij in drie dagen niet hadden gehad. Wij bevonden ons op een eiland genaamd Terschelling. Wij bleven er tot wot«sdag, toen we naar Harlingen werden overge- bragt. Morgen vertrekken wij naar Amsterdam." Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijkswerf te Vlissingen, des middags 12 ure. Januarij 1864. 1 Wind. a 1 1 sp e p* Ui 1 1 e 1° 1 - j Aanmerkingen, v Ml i 778.G h 1.6, 0.85 777.0 N4 81 0.79 772.4 !N 4.1 i 0.77 769.9 ,N2.3| 0.83 7GS.4 N 1.6 0.85 764.7 IN 1.7 0.85 763.2 I -11.4 0.88 Thermonieterstand 9 jan. 'sav. 11 u. 34 gr. 10 's inorg. 7 u. 35 's midd. 1 u. 38 gr. 's av. 11 u. 36 gr, 11 'smorg.7u.30 'sraidd. lu.38gr. 3[ Oost. j 11 4 O.ZO. IC 5 ZO.t.O. 8 Gi Zuid. 3,5 71 ZO.t.O. 2 8 Z.ZW.' 3 0! Z.t. O. 1.5 j 4.22 0.0 3.16 0.0 I 3.17 0.0 I 3.91 i 0.0 4.22 j 0.0 4.19 i 0.0 5.16 0.0 helder. helder, helder heijig. helder heijig. helder heijig. bew. heijig helder, ligt bewolkt heijig. 4? 3uitrnlanb Algemeen overligt. Op de houding van Oostenrijk en Pruissen in de slees wij k-holsteinsche kwestie, welke langzamerhand een karakter van vijandelijkheid tegenover den duitschen bond begint te erlangen, willen wij heden in de eerste plaats de aandacht vestigen. Men zal zich herinneren dat de invloed der twee groote duitsche rijken niet in staat is geweest om de kleinere duitsche staten, leden van den bond, tot hunne politieke gevoelens in de slees- wijk-holsteinsche kwestie over te halen. Oostenrijk en Pruissen hehooren dan ook en dit is zekerlijk eene zeldzaamheid in de geschiedenis van den bond - op de bondsvergadering te Frankfort tot de minderheid. Pruissen en Oostenrijk hebben nu wel altijd verkon digd dat men zich aan de besluiten der meerderheid moest onderwerpen, maar dan behoorden zij zeiven tot die meerderheid. Thans schijnen zij een ander gevoelen te zijn toegedaan en, daar de meerderheid in de bonds vergadering te Frankfort de minderheid op het slagveld zou uitmaken, schijnt die meerderheid te aarzelen om haar gevoelen te uiten. Vergissen wij ons niet dan staan partijen in de kwestie tusschen de minderheid en meerderheid der bondsver gadering ongeveer aldus tegenover elkander. Erkent de meerderheid den tegenwoordigen pretendent Frederik van Augustenburg als soeverein der hertogdommen dan zouden de oostenrijksche en pruisische regeringen zich aan dit besluit moeten onderwerpen. De kabinetten te Weenen en Berlijn zouden zich echter in het algemeen reeds niet willen onderwerpen aan besluiten der kleine duitsche staten en daardoor voor hun invloed op de bonds vergadering een min aangenaam antecedent stellen 5 thans hebben zij daarbij nog verpligtingcn te vervullen jegens hunne mede-onderteekenaars van liet traktaat, in 1852 te Londen gesloten. Erkent nu de meerderheid van den bond den pre tendent als soeverein van de hertogdommen dan zul len Pruissen en Oostenrijk weigeren zich daaraan te onderwerpen en derhalve zich schuldig maken aan verzet tegen den bond en tegen de bondskonstitutie. liet vrij wankelend gebouw van den duitschen bond zou daardoor geheel ineenstorten en een toestand doen geboren worden, welke voor Europa de verschrikkelijkste rampen en onheilen ten gevolge zou hebben. Bovendien-zou de eigenlijke sleeswijk-holstcinsche kwestie, de bron van al deze verwikkelingen, in dit geval geheel verdwijnen. De eigenlijke sleeswij k-holstein sche kwestie toch heeft haren grond in de omstandigheid, dat Denemarken volgens de bondskonstitutie verpligtin gcn te vervullen heeft jegens den bond. Worden 1111 'bondskonstitutie en bond uiteengescheuvd dan kunnen er ook aan de zijde van Denemarken geene verpligtin- gen gedacht worden jegens een ligcliaam, hetwelk niet meer bestaat. Het blijft 1111 de vraag óf de kleinere staten van Duitsch- land al deze gevaren en moeijclijkheclen zullen willen te gemoet gaan. Neemt cle meerderheid van de duitsche bondsvergadering wetende wat daarvan het gevolg zou zijn geen besluit, dan onderwerpt zij zich aan den invloed eener minderheid en. verklaart zich hoe ook ingekleed magteloos tegenover de twee groote mogend heden. In het andere geval, waarbij de bonds-konstitutie eene bonds-exekutie voorschrijft, gaat de duitsche bond eene schrede nader tot zijne vernietiging, daar van eene exekutie tegen Oostenrijk en Pruissen natuurlijk geen sprake kan wezen. Het wetgevend ligcliaam van Frankrijk heeft in hare vergadering van zaturdag het wetsontwerp der supple mentaire kredieten voor 1864 aangenomen. Het fransch dagblad Le droit bevat eenige nadere bijzonderheden omtrent het komplottegen het leven van keizer Napoleon. Mazzini schijnt de aanlegger daarvan te zijn geweest en de noodige gelden te hebben ver strekt. Het hoofd der zamenspanning is zekere Groeco, aan wien door Mazzini zekeren Trabucco was toegevoegd. Volgens Le droit, waren allen reeds tot volledige beken tenis gekomen. De heer Daniel, met de instruktie dezer zaak belast, is door keizer Napoleon in een bijzonder gehoor ontvangen. Mededeelingcn uit Engeland bevigten dat het engelsch parlement tegen 4 februanj is bijeengeroepen, alsmede dat de prinses van Wallis an een zoon is bevallen. Door het Journal des dóbats worden aller ongunstigste tijdingen uit Griekenland medegedeeld. De reorganisa tie van het leger zou hoogst bezwaarlijk tot stand kun nen komen, daar de soldaten weigeren om hunne nieuwe officieren te erkennen. Voorts zou het financiewezen in zulk een treurigen toestand zijn dat de minister van financiën zich genoopt heeft gezien om twee en twintig duizend gulden bij de bank te leenen. „Eene regering, welke eene zoo geringe som moet leenen, verkeert in ergeren toestand dan een persoon, die tien stuivers moet trachten te erlangen om te kunnen eten." Bij de mede- deeling dezer tijdingen van het Journal des débats rnoe- teu wij herinneren dat de toestand van Griekenland dooi de franse he dagbladen, sedert de vestiging van den engelschen invloed te Athene, altijd zoo donker mogelijk wordt gekleurd. De laatste tijdingen uit Mexiko bevatten weinig be langrijks; de fransche troepen rukten in het binnenland voort, terwijl de president Juarez en de bevelhebber zijner troepen, Doblado, steeds in de rigting der grenzen van de Vereeuigde Staten terugtrokken. Poten. In eene mededeeling aan Le Temps van de grenzen van Litauen, gedagteekond 3 december, treffen wij het volgende aan: „De russen Avillen Europa overtuigen dat de opstand thans in Litauen gedempt is. Waren alle levenskrachten der poolsche beweging gekoncentreerd in de moedige afdeelingen der polen, welke thans nog in het veld zijn, in de gewapende vrijwilligers, die, sedert zoo langen tijd tegen een tienmaal sterkeren vijand strijden, dan zou men welligt kunnen zeggen dat de opstand voor het oogcn blik in Litauen niet onderdrukt maar verflaauwd is. „Beroofd van alle levensbenoodigdheden ten gevolge der geheele verwoesting des lands, dikwijls bemoeijelijkt in hunne mavschen door de strengheid des winters, ach tervolgd en omringd door een vijand, welke telkens nieuwe krachten ontvangt, beginnen de verschillende benden zich te verbergen om veiliger de lente af te wachten. De telken dage meer bezwaarlijk wordende kommunikatie belet bovendien om even naauwkeurig als vroeger hunne krijgsbewegingen na te gaan. De polen zijn echter wel overtuigd dat zij steeds, zelfs 11a een gedeeltelijke neder laag in ongelijken strijd, in de groote sympathie des lands de noodige hulpmiddelen zullen vinden om den strijd te hervatten en vol te honden. Het zijn hier toch geene twee naijverige nationaliteiten, welke zich met elkander meten, maar het is hier de laatste en voor Europa 1 beslissende strijd tusschen de poolsche beschaving en de moskovitischc barbaarschheid. „Ondanks dit alles, veinzen de russen het herstel der rust in Litauen als een fait accompli te beschouwen en r zijn dien ten gevolge, met meer woede dan immer, bezig om liet poolsch element te vernietigen. Twee maatregelen hébben zij daarbij m' de'eerste' plaats te baatgenomen om namelijk al wat rijkdom of ontwikkeling bezit te be- rooven en onschadelijk te maken en 0111 door verbannin gen in massa, slechts arme boeren te doen overblijven, wélke men gemakkelijk zal kunnen overheerst ken. „Dit beginsel van bestuur wordt liiet' de meeste hard nekkigheid door Mourawiëff' toegepast. Zoo beweert hij dat het aller noodzakelijkst is om allé poolsche ambtena ren door rusissche te doen vervangen, indien men, niet de rust, maar den geheelen dood van Polen wil verkrijgen. Daar nu de russischc ambtenaren zich ongaarne willen verplaatsen, moet men hun traktement met de helft ver- hoogen. lleeds heeft de minister van financiën te St. Pe tersburg hem een geheel nieuw personeel beloofd. Thans rigf zich Mourawiëff tot den minister van openbaar ouder wijs om de zelfde medewerking te erlangen. „Al de kosten, Avelke met deze veranderingen zullen gepaard gaan, moeten door Litauen betaald wordenvol gens Mourawiëff moeten de kosten, welke de opstand na zich sleept, voldaan worden door het in opstand zijnde land. Bovendien eischt hij, ondanks al de armoede en ellende, waartoe de bevolking gedurende de zes laatste maanden is gekomen, dat er eene nieuwe belasting worde uitgeschreven, welke vooral de katholieke geestelijkheid, de grondbezitters, den kleinen adel en de poolsche amb tenaren zal moeten treffen, „die niet hebben opgehouden morele sympathie te schenken of in het geheim hulp te verleenen aan den opstand, en eene houding hebheu aangenomen, welke zoo niet eene vijandige dan toch ten opzigte van Kusland eene onverschillige was." „De maatregel, waarop Mourawiëff, na de verandering van het ambtenaren-personeel, vooral aandringt, is de wapening der boeren, onder opzigt van beproefde russi schc officieren. Zal dit niet tot een voortdurende» maat schappelijke» oorlog leiden of liever, is dit niet de ver heffing van diefstal en roof tot een middel van bestuur? „Al de afschuwelijke wreedheden en onderdrukkiugs- maatregelenwelke iutusschen hier steeds voorvallen, worden door de petersburgsehe dagbladen als naar ge woonte ontkend: dit is ook bet geval met het martelen en pijnigen van gevangenen. Zekerlijk worden zij niet allen aldus behandeld: men bewaart al deze wreedheden vooral voor de voornaamste. Bovendien zijn er verschillende graden. N11 werpt men hen in akelige donkere gevangenis hokken, dan weder onthoudt men hen voedsel of dreigt hen met den dood door knoetslagen of brandstapel, tot dat men hun de bekentenis heeft ontwrongen, welke men verlangt. Verscheidene gevangenen zijn in hunne hokken krankzinnig geworden en, die thans in het krankzinnigen gesticht verblijf houden, zijn, helaas, levende bewijzen voor de intimidatie-middelen, waarvan de meeste regters van instruktie zich bedienen." ailecsn-ijk-ISolsteiii. Het hoofdkwartier van het exekutie-leger in lJolstein is, in afwachting óf van nadere instruktiën uit Frankfort, óf van de noodige versterking in artillerie, welke ten gevolge van den strengen winter in hare bewegingen be lemmerd wordt, uit het zuidelijk gedeelte vauliendsburg naar Altona overgebragt. Een officier der oostenrijksche reserve-troepen is voorts bij den staf van den geueraal- opperbevelhebber von Hacke geplaatst. Het engelsche dagblad The times verklaart dat zijne bcrigtcn aanleiding geven om bijna overtuigd te wezen dat de vijandelijkheden in Sleeswijk nog voor het einde dezer maand zullen aanvangen. De bondskommissie van bestuur in Holsteiu, be staande uit vijf leden en een voorzitter, zetelt thans te Kiel en schijnt, ten gevolge van ontvangene instruktiën uit Frankfort, alle inmenging van den pretendent in het bestuur met kracht tegen te gaan. Dezer dagen hebben deze bondskommissarissen van het deensch kabinet de uitlevering geëischt van alle holsteinsche soldaten, die in de deensche gelederen dienen. De heer Mom-ad heeft echter op de meest bepaalde wijze geweigerd 0111 aan dezen eisch te voldoen. Het gerucht dat de fransche regering het engelsch konferentie-voorstel ter regeling van het deensch-duitsch konffiktzou aangenomen hebben,Jffijft steeds aanhouden; het wordt iutusschen nog door niets bevestigd, maar' Frankrijk's toetreding-zou daarenboven nog zóó voor waardelijk zijn, dat hot;'mét eene weigering gelijk stond. Het gerucht van een rytssls.ch konferentie-voorstel wordt evenmin bevestigd: ifibn-«ië.ént bovendien dat ltusland eene afwachtende houfiingg^al bin van'aannemen tot na de beslissing der sukccssie£kwestifj£ili de hertogdommen door den duitschen bond, om dan, bij vernietiging van het londensch protokol en erkenning van prins Frederik

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 3