tiuiti-nlanïr
tusachcnpoozen gehoord. Bij dat dreunen van den grond
en dat akelig geluid zou men zich eer in de nabijheid
van den Vesuvius wanen dan nabij de bron, welke de
groote italiaansche dichter vereeuwigd heeft.
Te Créto in Tyrol bestaat een zonderling gebruik.
Iemand die altijd werkt en niets kan overleggen, doch
geen schulden heeft en een goede reputatie bezit, wordt
tot armen-koning benoemd. Toen vóór eenigen tijd de
annen-koning gestorven was werd hij op zeer plegtige
wijze begraven, waarna een opvolger werd benoemd,
wiens verkiezing tot een waar volksfeest aanleiding gaf.
In een oud en smerig rijtuig bragt men hem naar een
plein waar eene tribune was opgerigt, waarop zich eene
vermolmde tafel en stoel bevonden: men zette hem eenige
schrale spijzen voor, welke met brandewijn waren over
goten 5 daarna las men het in koddige bewoordingen ver
vatte testament van zijn voorganger voor, en vervolgens
bragt men hém, gevolgd door een stoet in lompen ge
hulde lieden, in al de herbergen, wier eigenaars hem
gratis te drinken gaven.
Hoewel de mode en het jaargetijde der panama
hoeden voorbij zijn, zal men niet zonder belangstelling
de volgende bijzonderheden lezen, welke de Courrier des
Etats-Unis omtrent de vervaardiging dezer hoeden mede
deelt: Guayaquil is het groot entrepót waar men zich
van panama-hoeden voorziet. Eene waarde van omstreeks
800.000 dollars of f2.000.000 wordt er jaarlijks uitge
voerd. Het stroo of liever het riet waarvan deze zoo
smaakvolle als sterke hoeden worden gemaakt, vindt
men voornamelijk in dc omstreken der provincie St. Chris-
toval. Men kan ze alleen des nachts of in den vroegen
morgen vlechten, daar de hitte van den dag het stroo
minder zacht zou maken en doen breken. Een inboor
ling des lands heeft drie maanden noodig om een fijnen
hoed te maken. De extra-fijne soorten worden in het
land zelf nooit onder de 50 dollars of f 125 verkocht.
Voor de soorten boven de genoemde som stijgt de prijs
dadelijk zeer; er is weinig verschil tusschen een hoed
van 50 en een van 100 dollars.
- Te Amsterdam hebben eenige der aanzienlijkste
ingezetenen zich tot eene kommissie vereenigdmet het
doel om in de nabijheid dier stad eene fraaije publieke
wandelplaats aan te leggenvermoedelijk in de nabij
heid van liet Leidsche bosch.
Te Zwolle en in de naburige gemeente Zwolle-
karspel cirkuleert sedert een paar dagen een adres aan
Z. M. den koning, waarin wordt verzocht het ontslag uit
de gevangenis van den geschorsten predikant van Rijn.
Het adres is reeds van lionderde handteekeningen
voorzien, maar zal noodzakelijkerwijs al zeer weinig uit
werking kunnen hebben.
Te Weenen zij n in den laatsten tijd vele dames als
fofcografisten opgetreden.
Men heeft berekend dat te Parijs voor geschenken
op den nieuwjaarsdag ongeveer een millioen franks is
uitgegeven. De winkeliers zijn zeer tevredenvele van
hen die de geschenken geg'cven hebben staren echter met
weemoed op hunne ledige beurzen. De postkantoren
aldaar hebben op dien dag 800.000 brieven en 500.000
n isitekaartjes bezorgd.
In de gemeente Naaldwijk is thans een paar lieden
in ondertrouw opgenomen, welker huwelijk tot zeldzame
famieljerelatiën aanleiding geeft. De grootmoeder van
de bruid trad in vroeger tijd voor de tweede maal in den
echt met den broeder van den tegenwoordigen buidegom,
zoo dat deze zijn broeder voortaan met den naam van
grootvader zal kunnen begroeten. Een derde broeder
huwde vroeger met eene dochter van de zelfde vrouw,
waardoor de eene broeder behuwd-vader Yan den anderen
wordt.
De visscherij te Ammerstol, die thans wegens het
toenemende drjjfijs is geëindigd, heeft in de laatste 15
dagen een vrij gunstig resultaat opgeleverd. In dat tijd
vak zijn gevangen 147 zalmen, gemiddeld ter zwaarte
van 10 kilo. De prijs aan den afslag bedroeg bij gretigen
kooplust van f 1.80 tot f2.05 per 5 ons.
Volgens The times hebben de schippers en koop
vaarders altijd een kat aan boord en wel om clc volgende
redenen. Ten eerste om zich te vrijwaren voor schade
doordien de assurantie-maatschappijen geen vergoeding
geven voor gedurende de reis door de ratten aan de
koopwaren toegebragte schade: ten tweede, om wanneer
schipbreuk de bemanning noodzaakt den bodem te ver
laten, die niet door de strandvonders zou kunnen genaast
of verbeurd verklaard worden, daar wanneer de kat op
het schip achtergelaten is, de reederij door de engelsche
wet in haren eigendom gehandhaafd wordt, daar deze
bepaalt „dat geen door de bemanning verlaten schip
genaast mag worden, zoo lang zich nog een levend wezen
aan boord bevindt." Er zijn voorbeelden dat dc kat van
het schip mcnigmalen de reederij voor groote schade ge
vrijwaard heeft.
Men schrijft uit Antwerpen, 5 dezerHeden mor-
gen ten 10 uur is de stoomboot Germania uit Londen
hier aangekomen. Aan boord bevonden zich een twintig
tal onzer medeburgers, scheepstimmerlieden, die den
1 julij jl. naar Shanghai' vertrokken waren. Zij hebben
betrekkelijk veel tegenspoed ondervonden: vier hunner
zijn in China en een vijfde is op de terugreis overleden.
Reeds den dag vóór hunne aankomst werden zij op de
kade door hunne bloedverwanten afgewacht, en hoewel
wij dc treilende tooneclen, welke hij de aankomst der
boot plaats hadden, met stilzwijgen voorbij gaan, heeft
echter een daarvan een levendigen indruk op de menigte
gemaakt, hetwelk vermelding verdient. Drie maanden
geleden ontving vrouw Dupont van de „Compagnie des
charpentiers" een brief, waarin haar de dood van haai
man berigfr werd; de brief bevatte alleen een mandaat
van 100 franken, zonder eenige verdere bijzonderheid.
De weduwe vond troost bij de vrouw van een medgezcl
van den overledene, die insgelijks Dupont heette. Beide
vrouwen, die intieme vriendinnen waren geworden, be
vonden zich dezen morgen bij dc aanlegplaats, de eene
om nadere bijzonderheden omtrent den dood van haren
echtgenoot te vernemen, en de andere om den vader barer
kinderen af te halen. IToe groot echter was beider schrik
toen de eerste reiziger die aan wal stapte en zich in de
armen zijner vrouw wierp, de genoemde en doodgewaande
Cornelis Dupont was. Te vergeefs wachtte de andere
vrouw haar man. De Compagnie, door de gelijkluidende
namen der beide timmerlieden in dwaling gebragt, had
zich in het adres vergist. Men begrijpt de wanhoop dei-
ongelukkige vrouw die, zonder eenige voorbereiding, op
liet oogenblik dat zij haren man hoopte weer te zien, de
tijding van zijn dood ontvangt. De slag wa3 te lievig
voor haar; zij viel buiten kennis in de armen barer vrien
den en moest in een rijtuig naar huis worden gebragt.
Haar toestand baart veel onrust.
De heer Hope, een man wiens naam bijna beroemd
is geworden door dc tallooze processen die hij tegen zijn
vrouw heeft moeten voeren, is thans overleden. Hij laat
een fortuin van ongeveer 50.000.000 franken na. Een
zijner dochters had hij aan een helleenschen admiraal ten
huwelijk gegeven zonder bruidschat, maar in plaats daar
van gaf hij een ring ter waarde van 500.000 franken ten
geschenke.
VerLsoopjhigfew en aanbestedingen.
Gisteren zijn te Oost-Souburg ten verkoop aangeboden
de navolgende perceelen I. Een huis en erf met pakhuis,
boomgaard en tuin, gelegen te West-Souburg. Verkocht
voor f'1630. II. Een huis cn erf met tuin, mede aldaar
gelegen. Verkocht voor f 685. II. Een huis en erf met
schuurtje en tuin, mede aldaar gelegen. Verkocht voor
f 655.
TItcriBioincierstand.
8 jan. 's av. 11 u. 26 gr.
9 'smorg. 7u.32 'sraidd. lu. 36 gr.
Overzigt van 1863.
VI.
De sleeswijk-holsteinsche kwestie, welke het laatste
gedeelte des jaars 1863, bij den dood van koning Frede-
rik VII, in haren tegenwoordigen vorm zag te voorschijn
treden, is sedert eenige jaren de uitdrukking, waaronder
eene verzameling van echt-duitsche oneenigheden en ge
schillen worden zamengevat. Den grond voor al deze
oneenighedende vijandelijke gezindheid tusschen denen
en duitschers zou men in de geschiedenis van vroegere
eeuwen moeten opsporen, om vervolgens ook daarmede
het leenroerig charter van 1460 in verband te brengen. Wij
zullen ons evenwel hier slechts bepalen tot de kwestie
zoo als zij zich in den tegenwoordigen tijd vertoont.
Reeds in het jaar 1758 hebben de hertogen van Augus-
tenburg afstand gedaan van alle regten op de erfopvol
ging in het hertogdom Slceswijk, zoo dat dit hertogdom
eigenlijk eerst later weder tot den grooten twistappel
tusschen Duitschland en Denemarken is gaan behooren.
Dit laatste vooral toen de grootvader van den tegenwoor
digen pretendent Fredcrik van Augustenbuz-g in bet
einde der achttiende eeuw met eene zuster van koning
Frederik VI in bet huwelijk was getreden.
Nadat nu omstreeks de helft dezer eeuw hertog Chris-
tiaan van Augustenburg op nieuw voor zich cu zijn stam
huis afstand had gedaan van alle regten en aanspraken
op de kroon van Sleeswijk-Holstein voor eene som van
1.500.000 dubbele rijksdaalders, werd deze overeenkomst
door eene konferentie te Londen bekrachtigd. Bij het
traktaat van 1852 toch werd o. a. door Frankrijk, Enge
land, Pruissen, Oostenrijk, Rusland, Zweden en Noorwegen
de erfopvolging in de hertogdommen ten voordeele van
Denemarken geregeld.
Dit traktaat nu is de grondslag voor de beweringen
van de deensche regering ter wederlegging der betoo-
gen van de voorstanders des pretendents. Deze voeren
daartegen aan dat dit traktaat van nul en geener waarde
is omdat de bondsdag het traktaat niet heeft bekrachtigd.
Van daar ook dat Pruissen en Oostenrijk, in de tegen
woordige omstandig-heden op allerlei wijze aarzelen en
weifelen, daar zij toch wel inzien dat zij als mogendheden
niet het traktaat van 1852 kunnen eerbiedigen om het
op het zelfde oogenblik als leden van den duitschen bond
te vertrappen, terwijl die zelfde bond gedurende de elf
verloopene jaren na de sluiting van het traktaat geene
enkele maal heeft geprotesteerd.
Van meer gewigt is de bewering dat het traktaat van
1852 door de staten-vergadering- van Sleeswijk en Hol-
stein had behooren te zijn goedgekeurd. Hiertegen wordt
echter van de deensche zijde ingebragt dat deze staten
vergaderingen geenszins bevoegd waren om over derge
lijke sukcessie-kwestiën eenige beslissing te nemen. Dit
laatste wordt natuurlijk door de aanhangers van den
tegenwoordigen pretendent weder op eene andere wijze
beschouwd en beoordeeld.
Gelijk wij hierboven reeds opteekenden is het te minder
mogelijk om te midden van al deze verwarring tot eenige
oplossing te geraken omdat Duitschland altijd zeer scherp
en vijandelijk tegenover Denemarken staat.
Zoolang nu koning Fredcrik VII in Denemarken op
den troon zat, weerden er nu en dan eenige nota's gewis
seld tusschen Frankfort en Koppenhagen over de nako
ming van eenige verpligtingen jegens den duitschen bond
door Denemarken. Toen echter Christiaan IX volgens
de erfopvolgingin 1852 vastgesteldden troon beklom
in november des afgeloopen jaars als koning van Dene-
marken en als hertog van Sleeswijk-IIolstein, was dit het
sein tot eene gisting en spanning in Duitschland waar
over in Engeland, vooral met het oog op vroegere uitbar
stingen dezer kwestie, reeds dadelijk veel ongerustheid
ontstond.
Dat de vijandschap van den duitschen bond juist niet
tegen de handelwijze van den deenschcn koning is gerigt,
maar haren grond vindt in den haat tegen het skandina-
visch element, blijkt ook vooral uit de omstandigheid dat
Zweden en Noorwegen zich, naarmate die haat zich ster
ker uit, naauwer bij Denemarken aansluiten. Aan hen,
die het zonderling achten dat dc deensche regering als
zoodanig, die blijken van vriendschap van Zweden niet
op nog hoogeren prijs stelt, zij hier het bestaan eener
zoogenaamde oud-skandinavische partij herinnerd, welke
als haar doel beoogteene geheele vereeniging der drie
noordsche rijken onder één soeverein. Ilct streven dezer
partij boezemt der deensche regering daarom eenig
wantrouwen in voor al te innige verdragen en alliantiën
met Zweden, daar zij buitendien toch overtuigd is dat
in de tegenwoordige omstandigheden Zweden's belang
ten hoogste zou eischen Denemarken, bij het uitbreken
van een oorlog met Duitschland, zoo krachtig mogelijk
bij te staan.
De eischen welke de duitsche bond vóór het ontstaan der
erfopvolgings-kwestie aan Denemarken stelde betroffen
eenige maatregelen van inwendig bestuur in Ilolstein,
welke de deensche regering zich, volgens de meening
van den duitschen bond ten onregte, veroorloofd had.
Ten slotte nog een woord over de verhouding tusschen
de holsteinsche bevolking- en de deensche natie. De hol-
steinsche aristokratie is volstrekt niet ingenomen met
de deensche konstitutie, welke, van zeer liberale strek
king, weinig eerbied betoont voor hare middeneeuwsche
vooroordeelen en beginselen. Van eene blijvende ver
eeniging tusschen Ilolstein en Denemarken kunnen de
holsteinsche landedellieden en adellijke grondbezitters
zich dan ook al bijzonder weinig- voordeel beloven en
van daar hunne ingenomenheid met een pretendent,
wiens aanspraken op den hertogelijken troon van Slees
wijk-IIolstein steunen op de legitimiteit, wiens regten in
den stroom der eeuwen verwijzen naar een leenroerig
charter van 1460.
Kon de kern der bevolking zich opheffen uit hare
afhankelijkheid van den adel, dan zou men waarschijn
lijk binnen weinige jaren eene overeenstemming zien tot
stand komen tnssclien Ilolstein's bevolking en eene
regering, welke beginselen huldigt in overeenstemming
met dc eischen van onzen tijd. Dat Ilolstein tc midden
van den strijd tusschen het deensch en duitsch element
zich tot nog toe in geen toestand beeft bevonden ge
schikt om zich beter te ontwikkelen, is echter natuurlijk.
In het begin van december werd aan het besluit van
den duitschen bond om, met het oog op de beweerde niet-
vervulling van Denemarken's verpligtingen, tot eeno
bondsexekutie over te gaan, een begin van uitvoering-
gegeven, terwijl echter de beslissing der erfopvolgings
kwestie nog werd aangehouden. De exekutie-troepen
rukten namelijk Holstein binnen en bezetten de ecue