tfcliilinfl man coupons.
üjanöclsbcriötcn.
De oostenrijksche regering toch moet steeds allerlei
dergelijke middelen aanwenden om het rijk niet uiteen
te doen vallen, wiens verschillende gedeelten de dynastie
door politieke kunstgrepen tot dusverre nog met moeite
voor verbrokkeling heeft bewaard. Van daar ook dat de
toekomst Oostenrijk met vernietiging schijnt te bedreigen
en met eene verdeeling in kleinere staten. Hetliongaarsch
en duitsch element schijnen voor zamensmelting geheel
onvatbaar te wezen.
Dit achten sommigen ook voor België van toepassing.
Ook daar zijn twee hoofdelementen in den lande, waarvan
het vlaamsche zeer scherp tegenover het waalsche staat
en waartnsschen ondanks de talentvolle wijze van bestuur
gedurende België's kortstondig onafhankelijk bestaan
zich eene klove bevindt, welke telken dage breeder schijnt
te worden.
Bestond ook Nederland voorheen uit zeer verschillende
nationaliteiten: de verschillende gewesten zijn in den
tachtigjarigen bevrijdingsoorlog met Spanje in de smelt
kroes van lijden en strijd als gelouterd en vatbaar ge
maakt voor zamensmelting. Toch heeft de heerschzucht
van de eene provincie boven de «andere het onuitwisch-
baar nationaliteitsgevoel somtijds wel eens weder opge
wekt. Het blijft dan ook nog thans steeds de politieke
pligt der regering, om niet de eene provincie te be voor-
deelen boven de andere, en enkele gedeelten des lands
geheel uit het oog te verliezen. Daardoor toch vervreem
den dergelijke streken van het algemeen vaderland en
begint de bevolking zich aldaar af te vragen met welk
regt de belastingen, welke door haar worden opgebragt,
steeds moeten strekken tot vermeerdering ran het welzijn
van een of twee andere provinciën of gewesten.
Het was dan om tot hetkongres te Frankfort weder
te keeren op 15 augustus dat de verschillende duit-
sche vorsten hunne rijken en rijkjes verlaten hadden om
zich naar de aloude stad aan de oevers van de Main te
begeven. Koning Wilhelm van Pruissen was daartoe
evenwel niet te bewegen geweest en bleef te Berlijn, hoe
dringend ook uitgenoodigd.
Belangrijke resultaten leverde hetfrankforter kongres
van 1864 niet op, weldra was het vergeten. De pruissische
regering gebruikte het intusschen nog als wapen bij de
verkiezingen, daar men het huis van afgevaardigden,
eindelijk wel had moeten ontbinden. De heer von Bismarck
had, tijdens zijn verblijf te Parijs, opgemerkt hoe de rege
ring in Frankrijk menigmaal op de eerzucht der natie
trachtte te werken en dit wel met goed gevolg. Hij vergat
echter dat de pruissen lijdzamer zijn dan hunne naburen,
en, hetgeen daarmede eenigzins in verband staat, niet zoo
spoedig gereed tot groote politieke vraagstukken. Van
het laatste hadden zij trouwens blijk genoeg gegevendoor
den heer von Bismarck zoo lang in de gelegenheid te
stellen om de natie te onderdrukken.
De heer van Bismarck dan brandmerkte het vorsten-
kongres te Frankfort als een feit, hetwelk eene daad van
vijandschap tegen Pruissen bevatte, waarop hij de natie
aanspoorde om in de verkiezingen te toonen dat haar eene
onwrikbare getrouwheid aan de dynastie bezielde. Deze
cirkulaire van den heer von Bismarck was echter te ver
geefs geschreven: de verkiezingen vielen geheel ten
nadeele der hofpartij uit en in het nieuw verkozen huis
van afgevaardigden zag men de oppositie even krachtig
maar in scherperen vorm vertegenwoordigd.
Met ongerustheid en angstig verlangen zag intusschen
Europa mot het oog op verschillende kwestiën en vooral
daaronder de poolsche, de aanstaande opening der zittin
gen van wetgevend ligchaam en senaat in Frankrijk te
gemoet. De vrees voor 5 november was dan ook niet on
gegrond en toen de troonrede van keizer Napoleon in ons
werelddeel was bekend geworden, scheen plotseling de
toestand van Europa eene geheele verandering te hebbeu
ondergaan. Niet ééne kwestie werd door keizer Napoleon
bij die gelegenheid besproken, maaralle europescliekwes
tiën en de geheele toestand van Europa, gelijk 1815 en
verschillende latere gebeurtenissen dien hadden doen
geboren worden, wilde de keizer op een kongres ter sprake
brengen.
Het gevolg van de troonrede was, dat Polen en de
diplomatieke nederlaag van Frankrijk vergeten werd,
dat Mexiko. hetwelk den aartshertog Maximiliaan van
Oostenrijk was aangeboden, alle belangrijkheid scheen
verloren te hebben, dat men niet meer dacht aan de
sleeswijk-holsteinschekwestie en het door denduitschen
bond op de vergadering van 1 oktober aangenomen voor
stel om tot eene bonds-exekutie over te gaan. Iedere
mogendheid had thans stoffe tot overdenking genoeg met
betrekking tot eigen toestand, en keizer Napoleon te
Parijs was weder cle spil waarop de geheele europesche
toestand scheen te rusten.
Dat eene europesche mogendheid zou weigeren om tot
het kongres toe te treden, scheen met het oog op de in de
troonrede voorkomende bedreigingen tegen dergelijke
houding„dat eene weigering geheime plannen zouden
doen onderstellen, welke het daglicht schuwen," niet
verwacht te zijn. Toch sloeg do engelsche regering, tot
groote ergernis der fransche dagbladpers, de napoleon
tische kongres-uitnoodiging af en weigerde om te Parijs
op een kongres den glans en luister van den fransehen
keizer te komen verhoogen.
Te midden van al de moeijelijkheden en verwikkelin
gen, welke uit de weigering van Engeland en de voor
waardelijke of onvoorwaardelijke aannemingen van andere
mogendheden voortvloeiden, te midden der geruchten
van een beperkt kongres van sommige mogendheden voor
sommige kwestiën, tradt echter eensklaps door het over
lijden des konings van Denemarken desleeswijk-holstein-
scke kwestie weder op den voorgrond in verband met
eene kwestie van erfopvolging in de hertogdommen, welke
binnen korten tijd een zeer dreigend aanzien verkreeg
en het jaar 1864 deed aanvangen onder de meest oorlog
zuchtige verschijnselen. Bij het sleeswij k-holsteinsche
vraagstuk zullen wij in ons volgend nommer nog eenige
oogenblikken stilstaan en daarmede ons overzigt van 1863
besluiten.
Slees wijk- Hols teiii.
Nadat koning Christiaan van Denemarken in het hoofd
kwartier van het deensche leger, tusschen de Eider en
de Schlei gekoncentreerd, was aangekomen, heeft hij
eene proklamatie tot zijne troepen gerigt. In dit stuk
zegt de koning o. a. het volgende; „Het ingetreden jaar
vindt u onder de wapenen ter verdediging van het vader
land, en ook daarom bevindt zich uw koning in uwe gele
deren. liet leger bezit officieren, die gedurende vroegere
oorlogen ondervinding hebben erlangd. Zij zullen niet
enthusiasme door onze jonge soldaten worden gevolgd."
Omtrent de kwestie der ontruiming van Rendsburg
wordt gemeld, dat de denen het zoogenaamde kroonwerk,
hetwelk het niet ontruimde gedeelte der stad uitmaakt,
zullen blij ven bezetten, terwijl zij bij een aanval der boads-
troepen, naar men zegt, de bruggen, welke daartoe den
toegang verleenen, in de lucht zullen doen springen.
Aau het kruissen van eenige engelsche kanonueer-
booten langs de duitsche kusten schijnt men, volgens
nadere berigten, te veel gewigt te hebben gehecht. Zij zijn
belast met de opsporing van een aantal visschers-vaar-
tuigen, waaromtrent men sedert de laatste stormen nog
niets vernomen heeft. Te Koppenhagen was echter het
gerucht verspreid dat men weldra een fransch eskader
in de wateren aldaar zou zien verschijnen, hetwelk waar
schijnlijk. spoedig door eene engelsche vloot zou gevolgd
worden.
Men zal zich herinneren dat de pruissische regering
met het oog op de slees wij k-holsteinsche aangelegen
heden een wetsontwerp heelt ingediend bij het huis van
afgevaardigden, bevattende het voorstel tot eene leening.
De kommissie belast met het uitbrengen van rapport
daaromtrent heeft in het begin dezer week eene vergade
ring gehouden, waarbij ook de heer von Bismarck tegen
woordig was. Deze drukte de hoop uit „dat het huis liever
zou wenschen om aan de regering de gelden toe te staan,
welke zij noodig heeft, dan haar te nopen om zich deze
op eigen gezag te verschaffen." Of dus het wetsontwerp
wordt aangenomen of verworpen, is derhalve den heer
von Bismarck weder volkomen onverschillig; hij schijnt
het als eene welwillendheid te beschouwen dat het huis
geraadpleegd is. Men ziet dat het pruissisch ministerie
met zijne zonderlinge opvatting van staatsregterlijke be
ginselen weder de zelfde gedragslijn zal volgen als tegen
het vorig huis van afgevaardigden.
Volgens eene depeche van Keuters agentschap heeft
de deensche minister van oorlog veertien duizend man
der reserve onder de wapenen geroepen.
De hertog Karei van Gluelcsburg, broeder van
koning Christiaan, die, naar het gerucht wilde, partij
had gekozen voor den augustenburgschen pretendent,
heeft integendeel den eed van getrouwheid aan Chris
tiaan IX afgelegd als koning van Denemarken en „hertog
van Sleeswij k-IIolstein."
Frankrijk.
Sedert gcruimen tijd hoorde men niet meer, gelijk
vroeger, van aanslagen op het leven van den fransclien
keizer. Thans schijnt het dat daartoe weder eene zamen-
spanning was gesmeed. Vier italianen toch zijn te Parijs
gearresteerd, verdacht van deel uit te maken van een
komplot om keizer Napoleon te vermoorden.
Door de heeren Jeröme, David, Gazelles, Belmontet,
Roy de Soulay, Curé, Pagézy, Gorsse, Kêguis, Corneille,
Girou de Buzareingues en Clary, leden van het wetge
vend ligchaam, is een amendement op het ontwerp-adres
voorgesteld, betrekkelijk Polen. De paragraaf, waarin het
poolsche vraagstuk wordt besproken (zie het vorig nom
mer dezer courant) zou volgens het voorstel van boven
genoemde leden door de volgende moeten vervangen
worden
„Sire, de poolsche kwestie is eene kwestie van raen-
schelijkheid en europesche openbare orde; Frankrijk
heelt geene roeping om de wapenen op te vatten voor
eene zaak, welke uit alle oogpunten beschouwd, met kan
geacht worden eene beleediging onzer eer of eene bedrei
ging onzer grenzen ten gevolge te hebben gehad; wij
moeten echter onze zedelijke hulp ten opzigte van Polen
„waaraan uwe majesteit openlijk tie bewijzen eener groote
sympathie heelt gegeven" zoo Krachtig mogelijk doen zijn;
wij aciiten het geschikt om de polen, die geeue rebellen
zijn maar erfgenamen van een regt in de gescniedenis en
in de traktaten gegrond, als oorlogvoerende partij te
erkennen."
De leden Arman, C'onseil, Deltheil, Achille Jubinal,
Piccioni, graal' de Las Cases en de Larieu üebben het
volgende amendement ingediend op §6 van het ontwerp-
adres, welke in haar geheel aldus zou moeten luiden:
„De expedition naar de verafgelegene gewesten van
China, Cocüincliina en Mexiko, welke elkander zijn opge
volgd, hebben in waarheid veler gemoederen in frankrijk
verontrust door de bezwaren en oponeringeu, welke zij
met zich brengen. Wij erkennen uut zij ui die verafge
legene streken eerbied moeten inboezemen voor onze
landgenooten en voor de fransche vlag en dat zij onzen
zeehandel kunnen doen ontwikkelen. Wij deelen overi
gens de hoop om weldra de goede resultaten te zien yer
wezenlij kt, welke uwe majesteit ons doet te gemoet zien
en wij wenschen dat eene vriendschappelijke mediatie
eindelijk tusschen de vroegere staten der amerinaansche
unie tot eene toenadering moge leiden, welke telken dage
meer en meer door de belangen dier mee ons bevriende
natiën en die van den europeschen handel wordt ge
vorderd."
Te Parijs is algemeen het gerucht verspreid dat de
fransche regering het voorstel van Engeland om eene
konlerentie te honden ter regeling der sieeswijk-hol-
steinsche aangelegenheden zal aannemen.
De coupons der2{ pet. certificaten Belgische bank, brj
Lippmann, Rosenthal co., verschenen 1 januarij 1864
en vroeger worden betaald: die van Ir. 25 met f'11,57$;
die van fr. 12,50 met f5,78.^, en die van fr. 2,50 met fl,15$.
öccüjtiin^cn.
Gisteren zijn uithoofde van den vorst te Vlis6ingen
nog binnengekomen: de oldenburger kof AJuriai gez.
H. M. 'Ijelker, met stokvisch van Bergen naar Brussel,
en de deensche schooner knutenberygez. Frahtzen, met
gerst van de Groote Belt naar Antwerpen.
In het jaar 1863 zijn te Veere binnengekomen 32
en uitgevaren 41 schepen.
.Prijzen van elï'eJklcn,
Amsterdam 8 januarij.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2$ pet. 63 [g
dito dito dito 3 76i
dito dito dito 4 99xV
Aand. Handelmaatschappij 4$ 138$
België. Certilikaten bij Rothschild 2$
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 101$
Ceritlik. Hope co4 72$
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 86$
dito dito Leening 1860 41 88$
Certifikaten 6 51$
Aand. spoorweg195
Polen. Schatkistobligatiëu4 n
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 57
dito 1847/1852 2$ 29$
dito rente Amsterdam5 81$
dito nationale 5 62$
Bank aktiën3
Italië. Leening 18615
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 50$
dito3 thans 2} 46$
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 47$
dito 1856—18623 47
Griekenl. dito (blaauwe) 5 23$
Vereen.Stat.dito (1874) 5 66$
Illinois. dito 7 77$
Mexiko. dito 3 36$
Grenada. dito afgestempeld4$
Venezuela dlfcr 2 23$