MIDDELBURGSCHE COURANT. r 4. Donderdag 7 Januarij. Editie van woensdag avond 8 ure. Middelburg O januarij. Sedert een paar dagen verkeeven wij weder in een toe stand van isolément. Neen, dat is niet de juiste uitdruk- king. Laat ons liever zeggen de toestand van afzondering waarin we voortdurend verkeeren is meer absoluut ge worden. De posten laten zich te vergeefs wachten en de middelen van gemeenschap te water zijn weder onbruik baar geworden. De stoomboot die maandag de reis naar Rotterdam nog beproeven wilde, kon niet verder komen dan voor de Willemstad. Door het vele drijfijs konden de passagiers daar echter niet afgezet wordenook aan de Steenberg- sche vliet achtte men het niet raadzaam dit te beproeven. De passagiers die volstrekt den vastenwal wilden bereiken moesten dus tot Stavenisse mede terug varen, om zicli daar met een veerboot te laten aan wal zetten, terwijl de overige passagiers zich getroost hebben naar Middelburg weder te keeren. Onzen lezers buiten deze provincie, die niet volledig met den territorialen toestand van Zeeland bekend zijn, zal het wel eens vreemd voorkomen, dat we van het al of niet aankomen der rotterdamsche stoomboot zoo dikwijls opzettelijk melding maken en daaraan blijkbaar zooveel gewigt hechten. Maar zij weten niet dat die stoomboot als het ware de geheele gemeenschap niet alleen met den vasten wal maar ook met de eilanden onderling vertegenwoordigt. Men spreekt hier dan ook altijd van de stoomboot, om dat zij veler gedachten vervult. Men gaat zien naar de aankomst van de stoomboot, omdat dit een belangrijk evenement is. Wacht men kennissen of vrienden uit Holland, men weet dat ze deze gemeente niet kunnen bereiken dan met «Ze stoomboot. Met angst gaat men steeds het tijdstip van het jaar tegemoet waarop de stoomboot in plaats van zesmaal slechts driemaal in de week varen zal, omdat alle verkeer daardoor aanmerkelijk lijdt. Ieder begrijpt d is hoe het hier gesteld is wanneer de vorst eene geheele staking der dienst schijnt te gebieden. Onmiddellijk wordt dan al het drukkende van onzen in- sulairen toestand in dubbele mate gevoeld. Zijt ge inwo ner van Middelburg, ge weet dan, dat ge, wat er ook gebeure, aan huis gebonden zijt. Zijt ge vreemdeling die u toevallig hier ophoudt men leert u dan weldra, zeer tot uwe teleurstelling, dat het gansch niet gemak kelijk zal zijn uwe reis voort te zetten. Want wilt ge naar Goes reizen, ge zoudt wenschen gebruik te maken van de stoomboot om u te Wolfaartsdijk te laten aan wal zet ten; wilt ge Zierikzee bezoeken, ge zoudt verlangen gebruik te maken van de stoomboot, om het Zype te bereiken, van daar per diligence naar Zierikzee te rei zen en alzoo, voor veel gelden na langen tijd, in de plaats uwer bestemming aan te komen. Hebt ge te Tholen zaken, ge zoudt het verkieselijk achten tot Stavenisse met de stoomboot te reizen om u daar een huurrijtuig te verschaffen. Wilt ge naar Bergen op Zoom, ook daar heen zou de stoomboot uw toevlugt zijn, want ge weet, dat zijt ge eenmaal te Willemsdorp ge dan ook in zuidelijke rigting u vrij bewegen kunt. Maar dat alles is thans nu in Holland geheel, in Zeeland ten deele de rivieren met drijfijs bedekt zijn voor u onbereikbaar. Ge hebt thans slechts deze keus: tl de hooge kosten van huurrijtuigen en overzetveren te laten welgevallen, of te trachten de eenige plaats in de postkar meester te worden. Maar zal men ons welligt toevoegen er is nog een andere uitweg: ge kunt te Ylissingen den Schelde- mond oversteken en ge zet te Bieskens den voet op den vasten wal. Die opmerking is juist; want zie, we willen naar Rotterdam, en we kunnen er komen b. v. op deze wijze: per omnibus naar Vlissingen, per stoomboot naar Bieskens, per rijtuig naar Gent, Maldepcm of Brugge, per spoortrein, 't zij over Antwerpen en Rozendaal 'tzij over Meehelen, Aken, Ruhrort, Arnhem en Utrecht; maar we vragen toch of deze wijze van reizen niet met een \erbod om de provincie te verlaten gelijk staat? In een dergelijken toestand kan het dus wel niet anders of men moet met smachtend verlangen uitzien, zoo wel naar de beslissing omtrent de afdamming van het Sloe, als naar de voorstellen tot verbetering van de stoombootdienst op de zeeuwsche stroomen, die men van gedeputeerde staten verwachten mag, na de door hen in oktober 11. afgelegde verklaring, dat bij het tot stand komen van den zeeuwschen spoorweg eene gansche nieuwe regeling der dienst op de Wester-Sclielde noodzakelijk zijn zal. Wij hopen echter dat de geheele voltooijing van den spoorweg niet zal worden afgewacht, maar dat men reeds tijdig maatregelen nemen zal, opdat eene nieuwe regeling en aanmerkelijke uitbreiding met april 1866 zal kunnen in werking treden. De post die gisteren namiddag ten 4 ure hier had moe ten aankomen, is eerst heden middag omstreeks 12 ure gearriveerd. Aan het veer van Gorishoek en aan het Sloe was veel drijfijs. De post van heden is weder eerst ten drie uur uit Ber gen op Zoom vertrokken en zal dus vermoedelijk eerst in den loop van den nacht aankomen. Men schrijft ons uit Zuid-Beveland: „Nu de wintervorst het aardrijk in zijne boeijen kluis tert, zijn de werkzaamheden aan het kanaal door dit eiland, op de perceelen aangenomen door de heeren P. Hartog co., G. van de Vrede c. s., gestaakt, zoo ook het baggerwerk van den heer D. Bolier." Men schrijft ons uit Yzendijke: „De voltooijng van den spoorweg van Gend overEecloo naar Brugge levert voor 'deze gemeente niet weinig gemak op. Vroeger was hier slechts eens in de week gelegenheid met openbaar middel van vervoer naar Gend te reizen, voor de som van f 1.63. Thans is er dagelijks vier maal, en des vrijdags zes maal gelegenheid voor slechts 80 cent of f 1.04, dank zij de groote konkurrentie." Benoemingen en besluiten. bürgkmekstrks. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer A. de Hulster, als burgemeester der ge meente Schoondijke, en in diens plaats benoemd de heer S. de Graag. Regtszaketi. Gisteren heeft de hooge raad der Nederlanden ver worpen het beroep in kassatie, ingesteld door L. J. Crooij, vroeger binnenvader in het burgerweeshuis te Zierikzee, bij arrest van het provinciaal geregtshof in Zeeland van 9 oktober jl. ter zake van zeven aanrandingen tegen de eerbaarheid van meisjes, over welke hij in zijne betrek king gezag uitoefende, alle met gewelddadigheid ge pleegd, en het moedwillig toebrengen van slagen, veroor deeld tot eene tuchthuisstraf voor den tijd van zeven jaren en eene geldboete van f 8. Gemengde berfgten. Uit Geestcmunde meldt men, dat voor eenige dagen eene jonge dame van 18-jarigen leeftijd hare ouders, zeer aanzienlijke personen in gemelde stad, in stilte heeft ver laten en zich over Hamburg naar Holstein heeft begeven, met het doel om ter bevrijding van Sleeswijk-Holstein de wapenen op te vatten. Voor het eerste bal, hetwelk a. s. vrijdag te Parijs op het kasteel der tuilleriën zal worden gehouden, zijn 4000 personen uitgenoodigd. Wij vernemen dat het terrein, gelegen overZeerust, te Sclieveninpen, is aangekocht door den heer Goldsmidt c. s. met het voornemen, cm aldaar stalling on ïcmise te doen touwen, benevens een hötel van den eersten rang, alles in verband met de aan te leggen railroute. Omtrent zekere parijssche dame, die tot groote ergernis van haren echtgenoot voortdmend blijken gaf van geene de minste intellektucle ontwikkeling en geest beschaving te bezitten, verhaalt men het volgende. De heer S. had aan zijne vrouw, met het oog op een weldra door hem te geven diner, waartoe ook de schout bij nacht N. was uitgenoodigd, te kennen gegeven dat de vader van zijnen gast in der tijd eene reisbeschrijving had uitgegeven. „Wees zoo goed dit boek, in mijne bibliotheek voorhanden, eens in te zien zeide de heer S. dan hebt ge een voor hem zeer aangenaam onder werp van konversatie." Mevrouw S. ging naar don sekretaris van haren echtgenoot en vroeg naar eene reisbeschrijving, waarvan zij den schrijver vergeten had» „Het zal waarschijnlijk dit werk zijn" - hernam deze en gaf aan mevrouw S. de beide deelen van Robinson Crusoé. Toen zij daarop aan het diner naast den schout bij nacht was geplaatst en reeds eenigen tijd, ondanks de veelbeteekcnende blikken van haren echtgenoot, een diep stilzwijgen had bewaard, verbrak zij dit, bij een nieuwen oogwenk baars echtgenoots, plotseling op deze wijze: „mijnheer, uw vader zal wel verheugd zijn geweest toen hij op zijn eiland Vrijdag ontmoette." Zondagavond is in hetwaalsche weeshuis te 'sGra- venhage brand ontstaan, in bet vertrek eener SSjarige weduwe, die zich reeds te bed bevond. De hulp van den direkteur mogt niet baten, daar de vrouw spoedig na de ontdekking overleed. Zekere vrouw P. uit Tonnoy was op den avond voor kersdag, volgensl'Impartial de la Meurthe, bevreesd dat zij zon bestolen worden terwijl zij cle middernachtsmis bijwoonde. Zij besloot daarom hare spaarpenningen, bestaande uit achttien stukken van 20 franken, te verber gen in een pot met aardappelen, welke voor de varkens waren bestemd. Den volgenden morgen deelde haar niets kwaads vermoedende man als naar gewoonte het voedsel aan de beesten uit. Daar echter een der varkens al spoe» dig teekenen van ongesteldheid begon te geven, besloot hij het te dooden, en men stelle zich zijne verbazing voor toen lijj in de ingewanden van het dier eene som van 300 franken vond. Het raadsel werd echter door zijne vrouw opgelost, doch hoe men gedurende verschei dene dagen mogt zoeken, er bleven drie 20-frankstukken ontbreken. Het eenige middel om ze terug te vinden en waartoe men ook zal overgaan, is alzoo den medgezel van het goud etende varken te dooden, daar die ver moedelijk ook zijn deel van den maaltijd zal hebben genoten en de 60 franken alleen ten koste van zijn leven schijnt te willen teruggeven. De ma} or van zekere niet onbelangerijke stad in Engeland was, hoezeer hij weinig met de dramatische litteratuur bekend was, een zeer trouw bezoeker van den schouwburg. Zijne tegenwoordigheid aldaar moest, zijns inziens, een gnnstigen indruk teweeg brengen en om dien te versterken huurde hij eene loge voor het saizoen voor 200 guinjes. De direkteur van het gezelschap, tevens met de hoofdrollen belast, stond hoog bij hem aangeschreven. Bij eene opvoering van „Hamlet" voor den mayor iets nieuws stelde de direkteur de hoofd persoon voor. Toen hij overeenkomstig zijn rol met staande harenwijd openstaande oogen en verwarde kleeding zich vertoonde kreeg de mayor een hevigen aan val van verontwaardiging. Hij stelde de hoiuling van den akteur als hoogst onzedelijk aan zijn vrouw en doch ter voor en verklaarde den direkteur voor gek. Gebruik makende van zijn rept als ma}or ging hij tussehen de coulisses, en toen Hamlet het tooneel verliet pakte hij hem bij den kraag, schold hem uit voor dronkaard enz. en zeide hem zijne vriendschap op. De akteur betuigde niet dronken te zijn, maar zich alleen volgens de voor schriften van den schrijver van het stuk te hebben gedra gen. Op de vraag van den toonccllievendc mayor, wie dan de schrijver was, noemde de direkteur, in de hoogste ver bazing over de onwetendheid van den vrager, den naam van Shakespeare. „Shakespeare, goed zeide de mayor maar daar hij zulke onbetamelijke dingen eischt, wil ik niet dat hij langer voor mv tooneel zal werken; go kunt hem dit mijnentwege overbrengen." ThcrmomctcislaiuL 4 jan. 'sav. 11 u. 20 gr. 5 'smorg.7u. 16 'smidd. lu.26gr. 'sav.llu.20gr. 6 'smorg.71). 18 'smidd. 1 u.27gr.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1864 | | pagina 1