meut vesting-artillerie, de sergeant-titulair O. A. van
Ma an en, van het le regemcnt vesting-artillerie.
Bij het regemcnt oost-indische kavallerïede wacht-
rae ^ster-titulair C. I?. Bontfort van Valkenburg, van het
5e, P. K. A. R. Andreae en jhr. J. Ti. N. Calkoen, beiden
van het 2e regemcnt dragonders.
Overgeplaatst in rang en ancienneteit de 2e luitenant
L. H. M. Genet, van het 3e regemcnt infanterie, bij het
wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië.
Op verzoek eervol ontslag uit Zr. Ms. militaire dienst
vei 'eend aan den dirïgerenden officier van gezondheid
le klasse hij de militaire geneeskundige dienst in Neder-
landsch Indië P. Bleeker, thans met verlof hier te lande,
meingang van 1 april, met toekenning van den rang
van kolonel en van pensioen.
Marine cu leger.
Zr. Ms. korvet met stoomvermogen Prinses Amelia,
onuer hevel van den kapitein-luitenant ter zee J. J.
Wicliers, is van Plymouth vertrokken, om eerst West-
ïndië aan te doen en vervolgens zich naar Batavia te
begeven.
Koloniën.
Berigten uit Paramaribo van 5 december maken gewag
van ernstige ongeregeldheden, welke op de plantage
La paix zouden zijn uitgebroken en door de distrikt-
kommissarissen niet konden bedwongen worden. Een
der oorlogschepen is dien ten gevolge met 40 man troe
pen derwaarts gestevend.
Gemengde Sierigien.
Tiet Amsterdamsch handels- en effectenblad zal voor
tuin slechts eenmaal 's weeks verschijnen, dewijl de
uitgevers volgens zijne verklaring tot nu toe niet
in geslaagd is, dc leiding van dit blad aan bekwamer han
den toe te vertrouwen.
Men verneemt dat te Breda algemeen de gewoonte
is afgeschaft van liet brengen van bezoeken of het doen
bezorgen van kaartjes op den nieuwjaarsdag.
Vóór eenige dagen is liet stadje Ochtendung, bij
CoMeutz, door een hevigen brand geteisterd. Zestig
huizen en verschillende fabrieken werden een prooi der
vlammen.
Te Parijs wordt voor de gekostumeerde bals een
partij whist georganiseerd. Gekostumeerde dames en
heeren nemen er als kaarten deel aan, waarvan de namen
door het lot worden aangewezen. De laatst uitkomende
kaart is troef.
Het nederlandsche zendelinggenootschap heeft in
1863 aan giften en legaten ohtvangen f 41.206,98.1-.
Prof. Buys Ballot, te Utrecht, roept alle gemeentebe
sturen van aan zeekusten gelegen plaatsen op, om tot
het bekomen van berigten van naderende stormen, voor
zoo veel mogelijk, zich tot het koninklijk nederlandscli
meteorologisch 'instituut te wenden, met opgaaf, welke
geldsommen zij tot het overseinen dier berigten kunnen
ter beschikking stellen. Een algemeen plan tot oversei
nen van waarschuwiugen zal dan ontworpen en den
minister van binnenlandsche zaken voorgesteld worden.
- Bij gelegenheid van het kersfeest, heeft eene stoom
bootmaatschappij te Marseille aan ieder barer 250 beamb
te» een kalkoen uitgereikt.
'ITIicmoiaiieteisIamL
ljan. 'sav. 11 u. 26 gr.
2 r 'smorg.7 u.25 'smidd. lu.Blgr.
SSatem generaal.
EERSTE KAMER.
Omtrent de avondzitting van woensdag kunnen wij
volstaan met hetgeen gisteren daaromtrent door ons is
medegedeeld.
Donderdag was in de eerste plaats aan de orde de be
raadslaging over hoofdstuk IX (departement van kolo
niën). De liecren Hartseu en van Nispen van Pannerden
traden als bestrijders van het goevernement op. Zij
betoogden dat bij het koloniaal beleid wel persoonsver
wisseling bad plaats geliad, maar dat de rigting de zelfde
was gebleven; daarom kon de oppositie geene afwach
tende houding aannemen. Men wilde niet ordenen, maar
omkeeren. Deze minister plaatste de vertegenwoordiging
tegenover faits accomplis, waarbij zij op de besluiten om
trent dc suiker- en indigokuituur wezen. De strekking
van het besluit van 1830 en van liet passenstelsel
bragten den inlander in aanraking met den europeaan
en zoo doende zag men voorbij dat de partikulier in Indië
slechts werd toegelaten. Thans spreekt men van eene
indisclie maatschappij. In de oprigting der kamers van
koophandel zag de heer Hartsen een eersten stap om Java
onafhankelijk te maken. De beide sprekers keurden voorts
de handelingen des ministers ten opzigte van den javaan-
sclien spoorweg en de koffij veilingen af. Dc heer van
Nispen van Pannerden meende dat de val van het kon
signa ticstelsel aanstaande was.
De heer Cremers, die twee begrootingen heeft afge
stemd, verklaarde voor de begrooting te zullen stemmen.
Hij wil de milliocnen van het batig slot behouden, maai
de minister staat nevens hem, ofschoon er verschil bestaat
over de middelen. Spreker vreest nog altijd dat door een
ander stelsel dan liet bestaande, partikulieren de voor
deden van Indië zullen trekken. Maar aangezien bij niet
inzag dat de minister wilde prejudiciëren, maar bij de
wet regelen, zou hij voor de begrooting stemmen.
De minister sprak eene uitnemende redevoering uit.
Hij betoogde, dat de territoriale inkomsten van Indië toe
namen en dat, met het oog op de groote onzekere baten,
de aanleg van indische spoorwegen in een gelukkig tijd
perk plaats had. De regering wilde het kultuurstelsel
behouden en zuiveren, maar de toestand der partikuliere
industrie regelen, ten einde Java te ontwikkelen en indi-
rekte voordeelen te trekken. De kultuurwet was inge
trokken wegens de regelen voor het voorschotten-stelsel
en de kontrakten met de hoofden. Juist hetgeen de minis
ter ten opzigte van de indigo- en suikerkuituur had ge
daan, was het-bewijs, dat hij niets wilde, prejudiciëren.
De indigo-kultnur kon evenwel niet behouden blij
ven zonder nadeel voor liet goevernement, als men
den javaan heter betaalde, en met zwaren druk voor
de bevolking alleen ten behoeve van den amsterdam-
scben handel. De intrekking van het besluit van
1838 geschiedde om misbruik te weren. De intrek
king van liet passenstelsel kon het kultuurstelsel
niet benadeelen. De minister protesteerde tegen klein-
achting van de europesche maatschappij in Indië, want
deze had Indië groot gemaakt. De oprigting van kamers
van koophandel was in het belang van den handel en
geschiedde onder toezigt van het goevernement, terwijl
vroeger de handels vereen i gingen zonder toezigt arbeid
den. Ten aanzien van het konsignatiestelsel refereerde
de minister zich aan vroegere verklaringen. In de koffij -
veilingen was wijziging gehragt op het advies van vele
handelaren en tegenover de meening van de kamer van
koophandel te Amsterdam stond die van een coryphc
van den handel aldaar. Dejavaanschc spoorweg was niet
aan de orde, maar de rigting was behoorlijk onderzocht
en het ging niet aan daarvan nu eeu verwijt te maken,
terwijl de eerste kamer de wet zonder debat had aange
nomen. De minister verklaarde dat als zijne gezondheid
liem dit toeliet en geene andere omstandigheden tot.
aftreding zouden leiden, hij zijne taak in elk geval wilde
j blijven vervullen tot na de vaststelling der kultuurwet.
Dc heer Ilartscn had de belangen van Suriname aan
den minister aanbevolen, vooral wat de emigratie betreft.
De minister verklaarde daarvoor ernstig zorg te zullen
dragen en het traktaat tot overbrenging van kleurlingen
uit Noord-Amerika was ter ratifikatie opgezonden.
Het wetsontwerp werd daarna aangenomen met 22 tegen
11 stemmen.
Tegen stemden de heeren Iluydecoper van Maarsseveen,
Boreel van Ilogelanden, Schimmelpcnninck van der Oije,
van Nispen van Pannerden, Taets van Amerongen, de Vos
van Steenwijk, Hartsen, van der Heim van Duyvendijke,
Tonckens, van Wessem en van Aijlva van Pallandt.
Het wetsontwerp tot vaststelling van hoofdstuk X
(onvoorziene uitgaven) en dat tot vaststelling van het
koloniaal batig slot over 1861 werden met algemeene stem
men aangenomen.
Alvorens de diskussie over de akcijns-wetten begon,
deed de heer van Andringa de Kempenaer de motie, om
de behandeling te verdagen tot dat de kamer weder
bijeen kwam om de kredietwet voor huitenlandsche zaken
vast te stellen. De minister bestreed de motie, omdat dc
gemeenten dan hare verordeningen op het gedistilleerd
niet voor 1 maart zouden kunnen herzien en de voorbe
reidende maatregelen voor de afschaffing van den akcijns
op de brandstoffen niet konden worden genomen. Na le
vendig debat werd de motie verworpen met 17 tegen 12
stemmen.
De heeren Sèliimmelpenninck, van der Heim van Duy-
veudijke en van Nispen van Pannerden bestreden de
verhooging van den akcijns op het gedistilleerd op de
bekende gronden. De heer van der Heim van Duyven
dijke meende dat de mindere standen daardoor vooral
getroffen werden zonder evenredig voordeel van de af
schaffing van den akcijns te genieten. Ilij verlangde dat
de minister al zijne verdere belasting-ontwerpen in hun
geheel zou voordragen. De heer van Nispen van Panner
den protesteerde herhaaldelijk tegen de wijze van behan
delen van deze wetten. De heeren van der Oudermeulen,
Boreel van Ilogelanden, Viruly Verbruggen en van
Beeck Vollenhovcn wezen op den druk der gemeente of
hadden bezwaren tegen het ckivalent, die hun niet tot
afstemming noopten. Nadat het voorstel tot het houden
eener avondzitting was verworpen verdedigde de minis
ter de voordragten en verklaarde o. a. dat de wet op het
personeel aan de tweede kamer was ingezonden.
Het was 5ure des avonds. Onderscheidene sprekers
verklaarden thans van het woord af te zien, waarna het
wetsontwerp tot afschaffing van den akcijns op de brand
stoffen werd aangenomen met 25 tegen 3 stemmen, die
van de heeren Schimmelpenninck van der Oye, Taets
van Amerongen en van der Oudermeulen, en dat tot ver
hooging van den akcijns op het gedistilleerd met 18
tegen 10 stemmen. Tegen dit laatste stemden de heeren
Iluijdecoper van Maarsseveen,van Rhemen van Rhemens-
huizen, Schimmelpenninck van der Oye, van der Ouder
meulen, van Nispen van Pannerden, Taets van Amerongen,
Fransen van de Putte, Hartsen, van der Heim van Duij-
vendijke en van Aylva van Pallandt. Daarna is de
kamer tot nadere bij een roeping gescheiden.
ihntcnlflnft
Overligt van
II.
Evenmin als al het weifelen, aarzelen en temporiseren
van de diplomatie om tot ccnige overeenstemming te ge
raken omtrent dc af te zenden nota's nader te bespreken,
willen wij dc verschillende slagvelden te Wengrow, tc Sie-
malicz, te Wonschowsk, te Tomaszow bezoeken, alwaar de
polen tegen de russische legermassa's streden. Het kort
bestuur van deu door het geheim poolscli bestuur aange-
stelden diktator Maryan Langiewicz, die eindelijk de
nederlaag leed op de grenzen van Gallicië en door de oos-
tenrijksche regering werd gevangen genomen, is evenzeer
tot in vele bijzonderheden bekend. Was het een oogenblik
als of Polen een Garibaldi had gevonden, dat oogenblik
duurde kort en mogt zijne gevangenneming- de poolsche
natie niet dadelijk weder moedeloos onder russische heer
schappij doen temgkeeren, het verdwijnen des diktators
van het tooneel des opstands was van grooten invloed
op de poolsche opstandelingen. De oostenrijksche rege
ring voerde haren gevangene naar eene sterke vesting,
alwaar hij thans nog vertoeft en nam overigens eenige
maatregelen om de russen de oostenrijksche grenzen te
doen eerbiedigen. De russisch-pruissische konventie,
welke zelfs Oostenrijk afkeurde en daardoor aan het
pruissisch kabinet het voorwendsel ontnam dat deze
met liet oog op het behoud van Posen was aangegaan,
werd ook in het pruissisch huis van afgevaardigden
afgekeurd. Nadat op 14 januarij dc landdag weder
was bijeengeroepen en de adres-debatten onder voor
zitterschap van den heer Grabow waren afgeloopcn,
welke tot de aanneming van een adres hadden geleid,
hetwelk koning-Wilhelm zich niet verwaardigde door de
deputatie te hooren voorlezen en haar dus weigerde te
ontvangen, werd het hekend dat de pruissische regering
zonder daarover den landdag- te hebben geraadpleegd de
befaamde overeenkomst met. Rusland had gesloten. Eene
interpellatie werd daarop gedaan in het huis van afge
vaardigden, waarop de president-minister eenvoudig wèi-
gerde te antwoorden. Van een ministerie, hetwelk zonder
budget regeerde en op alle mogelijke wijzen te werk ging
als of er konstitutie noch vertegenwoordiging bestonden
scheen dit niet al te verwonderlijk. Een votum, waarbij het
huis van afgevaardigden de konventie veroordeelde,deerde
het ministerie, gesteund door den koning, dc hofpartij,
het heerenhuis en eenige weinige anderen in den lande,
evenmin als alle mogelijke vroegere of latere motiën en
nederlagen. Dat in dergelijken stand van zaken het
halve eeuwfeest op 17 maart al met zeer weinig geest
drift door dc natie werd gevierd, was natuurlijk. Geen
enthusiasms, geene feestelijke stemming, geen gejuich
en gejubel bij de gedachte aan 1818 en de oproeping van
koning Friedrich Wilhelm III om Pruissen te bevrijden
van Frankrijk's heerschappij het gekletter der wapenen
van de troepen hij wapenschouwing en parade gedurende
dien dag en alles wat tot eene militaire feestviering
pleegt te beliooren, moest daarvoor in de plaats treden.
In het algemeen moet dat herdenken van den vrijheids
krijg tegen Frankrijk bij cle groote mogendheden van
Europa altijd dl gedachte verlevendigen aan de nu onge
veer vijftigjaren geleden afgelegde en door zooveel rege
ringen beaamde verklaring dat men steeds moest beletten
dat er in Frankrijk ooit meer een Bonaparte aan het be
stuur kwam. Toch heerscht te Parijs weder een afstam
meling uit dat geslacht en maakt wederom de schrik uit
van gansch ons werelddeel. Met angst hoort men telkens
naar de orakelsprcukige toespraken, troonredes, rede
voeringen van deu sphinx der tuilleriën, en met een lach
van tevredenheid uit men zijn gevoelen als de woor
den van keizer Napoleon, letterlijk of niet letterlijk opge
vat voor het oogenblik ten minste geene redenen kunnen
geven voor billijke vrees of onrust. De receptie van den
franschen keizer op I januarij had geene aanleiding tot
bekommering gegeven maar zoo meenden sommigen