der orde van den Witten valk. hem floor Z- K. H. den
groothertog van Saksen Weimar Eisenach geschonken.
watkk8taat. Benoemd tot opzigter van den water
staat 4e klasse A. Hollestelle, na voorafgaand vergelijkend
examen.
STekrologie.
De heer W. Vrolik, hoogleeraar in de ontleed- en dier
kunde aan het nthenaeum-illusire te Amsterdam, sekretaris
der Akademie van wetenschappen, enz., is te Amsterdam
overleden. De wetenschap verliest in hem een zeer ijverig
beoefenaar.
Kerk- en schoolnieuws.
Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland heeft op den
10 december jl. aan den heer J J. van Toorenenbergen,
predikant bij de nederduitschehervormde gemeente te Vlis-
aingen. op zijn verzoek, wegens zijne benoeming tot direc
tor der Utrechtsche zendingsvereeniging, het eervol emeri
taat verleend. ingaande met 1 februarij 1861.
Na het bedanken door den heer F. Hage. predikant
te Nieuw-Loosdrecht, heeft de kerkeraad der hervormde
gemeente van Serooskerke. k'assis Middelburg, het vroeger
opgemaakt zestal van predikanten aangevuld met den heer
T. J. van Stipriaan Lmscius, te Oosterland. Op het drietal
zijn geplaatst de heeren J. A. ten Bokkel Huinink, H. Bax
en J. H. Gravestein. predikanten respektivelijk te Oud-
Atblas, aan deVuurscheen te Loon op Zand, en uit dat
drietal is beroepen de heer II. Bax, pred. aan de Vuursche.
De heer J. A. ten Bokkel Huinink. predikant bij de
hervormde gemeente te Oud-Alblas, heeft voor het beroep
naar Poortvliet bedankt.
Op de alfabetisch gestelde nominatie van predikanten
▼oor de vervulling der vakature te Dalfsen. klassis Zwolle,
zijn onder anderen geplaatst de heeren J. P. P.Cüngc
Doorenbos. te Hoofdplaat; J. F J. van Goens, te Seroos
kerke (Schouwen) en S. van Hoek, te Kapelle.
Marine en leger.
Door zijne excellentie den minister van marine is bevel
gegeven dat Zr. Ms. zeilkorvet Prins Maurits der Neder
landen, liggende ter reede van Neuzen, met de eerste gun
stige gelegenheid zee zal moeten kiezen, ter opvolging
zijner bestemming naar de Mnldellandsche zee.
Regtszaken.
Het provinciaal geregtshof in Zeeland heeft heden uit
spraak gedaan in bet hooger beroep tegen het vonnis der
arrondissements regtbank alhier van den 29 oktober jl.
waarbij de heeren G. A. Vorsterman van Ouijen, hoofdon
derwijzer, en G P. Roos, boekdrukker en bnevengaarder,
beide te Aardenhurg, in hunne hoedanigheid vau verant
woordelijke redakteuren van het Slui>ch Weekblad, ieder
tot eene geldboete van f20 en in de kosten zijn veroordeeld,
terzake \an hoon jegens den burgemeester van Breskens in
een gedrukt geschrift, hetwelk verspreid en in omloop
gebragt is.
Het hof heeft het appèl te niet gedaan en het vonnis der
regtbank bevestigd, met veroordeeling van de appellanten
tevens in de kosten op het hooger beroep gevallen, boeten
en kosten zoo noodig bij lijfsdwang te verhalen.
Gemengde berlgten.
De policie te Londen heeft zich hemoeid 'met de zaak
van het vuistgevecht tusschen King en Heenan en deze hei
den, de sekondatiten, de wedders en allen, die aanwezig
waren, voor zoo verre men dit kon weten, gedagvaard om
in deze week te verschijnen, onder bedreiging van bij niet
verschijning gearresteerd te zullen worden.
De ainenkaansche staat Georgië heeft besloten, dat
iedere burger hoven de 1 5 jaar lot verdediging van den staat
in militaire dienst moet treden.
Donderdag zijn te Schevemngen de weduwen en
weezen van de in degoUen omgekomen visschers. op last
en uit de fondsen van H. M. dekoninginweduwe, wederom
van rouwgewaad voorzien. Deze belangrijkegifi moest geheel
Op zich zel\e staan en niet met de gewone winterbedeehn-
gen van H. M. in verband wo den gebragt.
Men schrijft uit Nieuwediep dat in de vorige week bij
den hevigen siorm in de Zuiderzee, ter hoogte van de plaats
waar met den laatsten storm de schooner de Zwaluw is
gestrand, weder een kof is gebleven, namelijk de Johanna
Margaretha. gezagv. L. E. Koning, van Newcastle naar
Zwolle. Toen een schuit, gevoerd door schipper P. Bruin
endoor den gezagvoerder der texeLche stoomboot afge
zonden. het vaartuig had bereikt, zag men de lijken van
den stuurman en twee matrozen in het want hangen; ook
de gezagvoerder was omgekomen. De loods P. Buis en de
scheepsjongen, die mede m het want hun laatste oogenblik
afwachtten, werden met moeite door schipper Bruin gered.
De kof kwam slechts even met de masten boven water.
Donderdag is de beroemde schrij ver Thackeray plot
seling te Londen overleden.
De bekende fransehe dichter Auguste Barbier zal
spoedig, onder den titel van Poéstes diverses. de gedichten
zijner jeugd uitgeven, die thans in verschillende maand
schriften, enz. zijn verspreid.
Een brief, door Menotti Garibaldi aan den heer Giulio
R izzo te Napels geschieven en gedagttekend Caprera, '2 de
cember, bevat onder anderen de volgende zinsnede „De
gezondheid van mijn vader is tiitmunen<1hij wandelt op
het eiland, alleenlijk leunende op een wandelstok, en hij
hoopt zich in de aanstaande lente bij u te bevinden om de
laatste veldslagen te leveren voor onze onafhankelijkheid."
De brief wordt in zijn geheel medegedeeld door het blad
11 Popoio ifltalia.
In de laatste jaren is de parel vissche rij in de schotsche
rivieren weder derwijze toegenomen, dat sommige visschers
gedurende de zomermaanden 8 a 10 p. st. 's weeks daarmede
verdienen. De prijs is thans 5 a 20 p. st. per stuk. Onlangs
heeft de koningin eene parel voor 46 guinjes gekocht. Ook
de keizerin der fransehe», bezit fraaije exemplaren. De
pachter der visscherijeö h^ft nog een halssieraad van
paarlen ter waarde van 850 p. st.
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure.
December 1863.
Wind.
Ï3
P
O
j?
e
p"
i
|o
B
Ê'J
jü
'p
c*
a
Aanmerkingen.
p
S)
e
s S
(5
w
J
J-"
cS
20 W.Nw. 1 9
7714
7.2
0.79
6 55
03
betr. heijig regen.
21 Nw.t.W 5,5
765 3
74
0 88
7 40
07
bew. heijig regen.
22 N. t O.
25
759 3
2.8
0.83
5 34
08
bew. heij.reg. li. s.
23
W.t. N.
17
762 2
40
0.90
6 20
0.8
bew. dik betr. reg.
24 Nw t W
5
766.9
7 8
0.94
8.10
28
bew. heijig regen.
25
West.
6
770 1
7.3
0 77
6 45
0.3
betr. heijig regen.
26.W.ZW.
10
764.0
8.0
0.92
8.00
0.0
bewolkt heijig.
Thermome terstand.
25 dec. 's av. 11 n. 43 gr.
26 's morg. 7 u. 43 's midd. 1 u. 48 'sav. 11 u. 49 gr
27 's morg. 7 u. 46 's midd. 1 u. 44 'sav.ll u. 39 gr.
28 'srnorg. 7 u. 36 's midd. 1 u. 39 gr.
Staten generaal.
eerste kamer.
Wij deelen hier nog eenige beknopte overzigten mede
van de verslagen en reg erings antwoorden over
de d eg rooting. waarvan plaatsgebrek de opname in ons
vorig nommer verhinderde.
OorlogMen vroeg l. of de korte diensttijd der miliciens,
hoe ge«enschi ook voor de bevolking en de algemeene wel
vaart, wel voldoende was, vuoial sedert de invoering der
juistiieidswapenen 2. of voor de remonte wel genoegzaam
gezorgd wordt, daar men vreesde dat het in tijden van ge
vaar bijna ondoenlijk zou zijn goed bereden veldeskadrons
te doen uitrukken; 3. of het niet doelmatiger zou zijn een
zamenhangend gedeelte van ons defensiestelsel te vollooijen
dan nu h er, dan daar een werk uit te voeren, en. om een
voorbeeld te noemen, of het niet beter ware de Grebbelinie
geheel te voltooijen, zonder daarin eenige leemte over te
laten, dan van <iie linie een deel en van eene andere linie
weder een ander deel onder handen te nemen. Men vroeg
ofde uitspraak vau hetkomitee van defensie.thans gevraagd,
naai de verbeteringen in het geschut, nog volkomen de
zelfde zou zijn, aUde uitspraak die het komitee in 185U ge
daan heeft. De minister van oorlog antwoordt: 1. dat
om een rekruut tot een in allen opzigte geoefend soldaat te
vormen, een onafgebroken oefemngstijd van twee jaren
zou noodig wezen doch dit is hier onmogelijk in te voeren
en zou ook zeer aanzienlijke kosten veroorzaken. Overi
gens moet men niet vergeten dat. terwijl de gewone oefe
mngstijd nu oj) vijf maanden bepaald is, op dit oogenblik
een getal van ruim 25ÜÜ miliciens bij de infanterie tot aan
vulling van ontbrekende vrijwilligers toch ongeveereen jaar
onder de wapenen blijven. Bij oproeping in de gelederen
zou verdere oefening en omwikkeling spoedig van zelf
volgen. 2. dat, met betrekking tot de remonte, de verzeke
ring kan gegeven worden, dat achteruitgang van de kern
der bruikbare paarden niet te duchten is; bij het aangroeijen
van het getal vrijwilligers voor de kavallerie. zal men voort
gaan met de vermeerdering der remonte 3. dat alles be hal ve
zouderode of beginsel bij het aanleggen der vestingwer
ken wordt gehandeld, gelijk de minister met voorbeelden
aantoont, en dat nog in i Sö9 door liet komitee van defensie
een rapport is uitgebragt, hetwelk tot grondslag strekt van
het defensie stelsel zoo als dit in maart I 860 is vastgesteld.
Wet op de middelen. Er werden ernstige bedenkingen in-
gebragt tegen hei plan der regering om deelen van de perso
nele belasting aan de gemeente over te dragen. De
minister van financiën verwacht, dat die bedenkingen van
zelf zullen vervallen, wanneer hij zijne voordragt zal heb
ben ingediend. Verschemene leden keurden daarentegen
de voorgenomen regeling der grondbelasting goed, omdat
daarmede niets anders bedoeld wordt, dan eene regtvaar-
dige gelijkheid m de heffing te verkrijgen. Eenige leden
drongen aan op de indiening van een nieuw wetsont
werp tot invoering van het umformport. en anderen
mi enden dat het regt op de wijnen wel kon afgeschaft
worden, daar de kosien van inning bijna meer bedragen
dan de opbrengst. De regering heeft het bepaalde voor
nemen om eene herzipnmg der posiwet voor te dragen, zoo
dra de behandeling der andere financiële ontwerpen het
zal veroorloven. Doch voor het oogenblik acht zij het tijd
stip nog met gekomen. Zi| gaat eerst voort met hel bestel-
loon ten plalien lande geleidelijk af te schaffen, daar het
beslaan daarvan een der voornaamste redenen is waarom
de eersie kamer vroeger het wetsontwerp tot invoering van
het umformport verworpen heeft. Het regt op de wijnen
moet, naar het oordeel der regering behouden worden, om
dat de exploitatie der wijnen misschien uitbreiding zal
onderdaan.
Koloniën. Een groot gedeelte van het verslag is gewijd
aan onderlinge gedachten wisseling van de leden over de
politiek, die de minister van ko'omën volgt. De gevoelens
waren zeer verdeel». Terwijl een groot aantal leden eene
afwachtende houding wi'de bewaren, daar er in den laat-
sten tijd n:ets voorgevallen is dat hunne meerling wijzigen
zou. vroegen anderen of de minderheid zich behoort te
onderwerpen aan die gedragslijn welke de meerderheid
zich schijnt voorgeschreven te hebben. Zj hebben van hun
kant grond om den loop van zaken op koloniaal gebied
met bezorgdheid gade te slaanzij vragen zich te ver
geefs af wat het stelsel der regering is. De minister heeft
geene waarborgen geleverd, dal hij lie» kuituurstelsel niet
in zijne grondslagen wil aantasten; hij noemt een strijd
over beginselen onvruchtbaar, maar geeft geene gelegen
heid om speciale punten te behandelen. In strijd hiermede
schonken enkele leden hunne volle goedkeuring aan den
minister, omdat hij aan zijne toezeggingen allezins voldoet
en door, met opzigt tot de voorbereiding eener nieuwe
kultuurwet, vooraf de Indische autoriteiten te raadplegen,
juist handelt gelijk èn voor- èn tegenstanders van het kabi
net moeten verlangen. Zij zagen met veel genoegen in
dezen minister een bedrijvig man, die met krachtige hand
den toestand van Ind.ëzal vooruiibrengen en de welvaart
dier kostbare bezitting za! bevorderen, ook ten bate van
het moederland. Huns inziens was de afkeuring der begroo
ting van den vorigen minister meer tegen zijn persoon dan
tegen zijnestaatkundegerigtgeweesten was zij voornamelijk
gegrond geweest op de omstandigheid, dat hij te veel uit
zijn departement den geheelentoestand van Inilie wilde be-
heerschen. De regeling van de suikerkuituur door den
tegenwoordigen minister is slechts een voorloopige maatre
gel, waardoor de regeling bij de wet niet geprejudicieerd
wordt. Al deze beschouwingen werden weder van de andere
zijde ernstig tegengesproken. Men beklangde zich onder
anderen dat de minister, die wettelijke regeling wil voordra
gen, zich niet ontziet een aantal maatregelen te nemen die
den toestand wijzigen en op de toegezegde regeling bij de
wet vooruitloopen. Juist in afwachting van het advies der
indische autoriteiten had de minister dit moeten nalaten.
Eindelijk betoogde men dat de verwerping der begrooting
van den vorigen minister niet om persoonlijke redenen,
noch om regeerzucht uit den Haag. maar alleen daarom
had had plaats gehad omdat de staatkunde van dien mi
nister destrekkmg had om de voordeden die nu door den
staat worden genoten, in handen van partikulieren over te
brengen. ln zijn antwoord zegt de minister van kolo-
niën, dat hij. hoewel het gevoelen eerbiedigende van de
leden die den loop van zaken met bezorgdheid gade slaan,
meent te mogen betwijfelen of de voor die bezorgdheid
aangevoerde gronden wel afdoende z |n. Wat het beweren
betreft dat men n.et weet wat zijn stelsel is. zou hij verlegen
zijn om zijne denkbeelden over het. beheer der koloniën
uitvoeriger en duidelijker te ontwikkelen dan reeds in
lijvige schrifturen en langdurige debatten geschied is.
Maar zal de diskussie over de algemeene rigtmg vrucht
baar zijn, wanneer men de rigttng niet bj de behundeling
van bijzondere punten naspoort? En dat daartoe geene
gelegenheid zou gegeven worden acht de minister een
onbillijk verwijt. Menig punt is uitvoerig behandeld.
De rigting van het kabinet op koloniaal gebied is thans
nog, even als onder den vorigen minister het ordenen
van een voorhanden toestand opdat willekeur, toeval,
eigenbelang en gunstbetoon worden gekeerd. Doch in de
opvatting (lier taak kan de minister verschillen van zijn
voorganger, gelijk der kamer reeds voldoende gebleken
moet zijn da' op sommige punten ook inderdaad het geval
is. Men denke slechts aan de intrekking der kultuurwet en
de diskussiën gedurende dit jaarover koloniale belangen.
De minister wenscht in overleg te treden met de kamers
over de vaststelling van hoofdbeginselen van koloniaal
bestuur; maar hij laat de inagt van het opperbestuur om te
regelen wat oogenhukkelijke regeling vereischt niet los,
waut hij kan der kroon de teugels van het bewind niet
laten ontrukken zonder aan zijn pligt te kort te doen.
Eenige leden meenden dat men in de eerste plaats de
belangen der europeanen die op Java gevestigd zijn, wil
bevorderen, terwijl, naar hunne meening.de belangen van
den staat en van de inlandsche bevolking de regering
behoorden bezig te houden De afscheiding van de be
langen der europeanen en inlanders, zegt de minister, is
onjuist en schepte verwarring Er is geen sprake van het
gezag aan de inlandsche hoofden te ontnemen, maar hunne
gestadige inmenging in alle belangen van b'jzondere perso
nen moet geweerd worden, omdat dit de bron is van kne
velarijen en misbruiken.
In antwoord aan eenige leden die vreesden dat de ver
meerdering der jaarlijksche kortijveilingen hier te lande tot
nadeelige financ.ë'e gevolgen zou leiden, zegt de minister
dat hij die volstrekt met vreesr; de wijze waarop die vei
lingen tot dusverre werden gehouden gaf tot vele en niet
ongegronde klagten aanleiding; er werden praktijken aan
gewend die geene goedkeuring verdienen en daarin is alleen
door meerdere en kleinere veilingen verbetering te bren
gen. Er zal nu ook eene hetere sortering verkregen en dus
een beter prijs bedongen worden.
Begrooting voor den aanleg der staatsspoorwegen, dienst 1864.
Tegenover de klagten van sommige leden over tragen
voortgan» van dit werk. stelden anderen dat (lit toe te
schrijven is aan de wetsbppalmg dat er op acht punten in
den iande te gelijk moest begonnen worden. Het ongeduld
is daaruit verklaarbaar, dat ieder de lijn, waarbij hij belang
heeft, als de meest belangrijke lijn beschouwt. De eerstge-
noeinden waren ook van oordeel, dat de opheffing der kom
missie voor den aanleg van de spoorwegen oponthoud zal
veroorzaken, omdat de minister van binnenlandscbe zaken,
bij zijne andere werkzaamheden, nu alles persoonlijk moet
nagaan. Anderen keurden de opheffing goed, omdat bij
kollegiën altijd de minste spoed wordt waargenomen.
Sommigen meenden dat de aanzienlijke som. voor 1364
uitgetrokken, onmogdjk verwerkt kon worden. Doch
hiertegen werd overgesteld, dat het ongebruikte geld clan
toch overbleef en weder voor spoorwegwerken bestemd zou
worden.
Bij de afzonderlijke posten vropg men of in het antwoord
van den minister, in de andere kamer gegeven, dat de plan
nen voor de afdamming van het Sloe worden ontworpen,