te diskrediteren, hief hij iedere restriktie op en had er niets
tegen, dat alie stukken, bijlagen en kaarten gedrukt zou
den worden.
De motie van den heer van Heemstra werd verworpen
met 43 tegen 17 stemmendie v<in den heer Dirks om alle
stukken en kaarten te doen drukken aangenomen uiet 57
tegen 6 stemmen.
De beraadslaging over bet hoofdstuk nam alsnu een
aanvang. De heer Tutein Nolthenius verklaarde dat
hij geen vertrouwen stelde in de koloniale politiek van
het kabinet, omdat door de aftreding van den heer
Uhlenbeck, de persoon, maar niet het stelsel was veranderd.
Hij zou geene afwachtende houding aannemenomdat hij
van oordeel was dat de minister de goevernementsteelt on
dermijnde, en omdat hij verschilde in zienswijze met den
minister omtrent de vraag hoe de band tusschen moederland
en koloniën naauwer toe te halen was. Dan alleen wenschte
«preker uitbreiding der partikuliere teelt, als zij behoorlijk
gesurveilleerd werd en die van het goevernemeut niet scha
den kon.
De voorzitter stelde na deze redevoering voor om, na de
behandeling der wet op de middelen te beraadslagen over
het wetsontwerp tot afschaffing van den akcijns op de
brandstollen en verhoogmg van dien op't gedistilleerd.
De heeren Heemskerk Az., Cool en Hoffman verklaarden
zich tegen dat voorstel. De eerste stelde bepaaldelijk voor
de behandeling van dat wetsontwerp uit te stellen tot dat
door den minister van financiën zouden zijn ingediend de
wetten tot wijziging van eeuige artikelen der gemeente
wet en van het personeel, en wel om het naauwe verband
dat er bestond tusschen de belastingen van het rijk en die
der gemeenten en omdat de kamer alle gevolgen eener af
schaffing voor de gemeenten zou kunnen voorzien. De hee
ren Geertsema, de Poorter, v. d. Linden, van Bosse en de
minister van financiën bestreden het uitstel. Afschaffing
van dien akcijns was boven alles noodig, vooral in het
belang der nijverheiduitstel zou tot afstel leiden; eene
afzonderlijke behandeling dezer wet zou hetgeheele stelsel
niet prejudiciëren; de rijks belasting op de brandstoffen
kon niet gehandhaafd worden, afgescheiden van de vraag
of de gemeenten den weg, door het rijk ingeslagen, zouden
volgen.
De minister van financiën verklaarde nog, dat de
gewijzigde wet op het personeel gereetl lagen dat ze met
die tot wijziging der artikelen *an de gemeentewet nog
vóór januaiij zou worden ingediend. Het voorstel van
den voorzitter werd hierop aungenomen met 41 tegen 25
stemmen.
Daarna werd de diskussie over hoofdstuk koloniën her
vat. De heeren van Foreest, Hoffman en Mijer bestreden op
de bekende gronden de koloniale politiek der regering. Her
than8 gevolgde stelsel was verderfelijk voor de schatkist
van de inlandsche bevolking, voor het moederland en voor
Java en tevens in strijd met het regeringsreglement. De
heer Hoffman verzette zich hoofdzakelijk tegen de wijze vau
verkoop van produklen, terwijl de heer Mijer betoogde, dat
de suikerregeling door den minister vastgesteld was, in strijd
met zijne vioegere beloften om dit onderwerp bij de wet te
Tegelen, terwijl hij daarin tevens zag een bewijs, dat de
minister prejudiciëerde op de beginselen bij de eventuele
kulluurwet aan te nemen.
De vergadering wordt hierop verdaagd tot den volgen
den morgen.
UUITOLAIVD.
Al gemeen overzigt.
De koning van België zegt in zijn antwoord op het
kongres-voorstel van Napoleon, dat het zeer wenschelijk
zou zijn door eene vredelievende zamenwerking de in
Europa besiaunde oorzaken van ongerustheid te zien ver
dwijnen. Zonder de middelen, waaromtrent men met de
verschillende belanghebbende staten kon overeenkomen tot
bereiking van dergelijk edel doel zonder schokken, voor
alsnog te willen beoordeelengeeft koniug Leopold de
verzekering, dat zijn goevemement geheel geneigd is om
daartoe zooveel mogelijk bij te dragen. Het belgisch ant
woord eindigt voorts met de volgende woorden:
„Wat mij zeiven eindelijk in het bijzonder betreft, zou
ik met een opregt genoegen, in het geval, door uwe
keizerlijke majesteit voorzien, aan het met zooveel harte
lijkheid gedaan aanbod, hetwelk zij wel tot mij heeft willen
rigten voldoen." Sommige belgische dagbladen noemen
deze laatste woorden geheimzinnig en meeneu uit deze
zinsnede te mogen opmaken dat Napoleon aan koning
Leopold appartementen in zijn paleis of misschien zelfs het
voorzitterschap op het kongres heeft aangeboden. Ons komt
het voor dat de belgische bladen één uitdrukking van
het voorstel van keizer Napoleon vergeten zijn, n. 1. deze
„Dans le cas oü les prinses alliés et amis de la France
jugeraient convenable de reliausser par leur présence l'au-
torité des délihérations, je serai tier de leur offrir ma cor
diale hospitalne"'. Hierdoor toch zijn de woorden van
koning Leopold zeer wel aldus te verklaren koning Leopold
zal aan het aanbod van keizer Napoleon oin ersoonlijk
het kongres hij te wonen voldoen, in het geval door den
franschen keizer voorzien: dat namelijk hel voorstel door
de soevereinen wordt aangenomen.
Mogt het blijken dat onze opvatting niet ongegrond is,
dan zal men zeker ook wel willen toestemmen dat tusschen
het antwoord van Leopold en Willem III verschil is in uit
drukking maar niet in strekking en dat het belgische ant
woord, na de weigering van Engeland, geenszins als eene
aanneming kan worden beschouwd.
De fransehe Moniteur bevat buitendien nog eenige
depeches van antwoord op Napoleon's kongres-voorstel. De
koningen van Pruissen, lieyeren en Hannover, alsmede de
keizer van Oostenrijk en paus Pius IX zeggen daarin hun
gevoelen over het kongres. De laatste wenscht natuurlijk
zeer gaarne eene dergelijke konferentie te zien tot stand
komen, waarbij de miskende beginselen van regtvaardig-
heid hersteld en de geschondene regten worden geregeld.
Voorts verklaart de paus te zullen aandringen op het
herstel van den invloed der katholieke godsdienst, als de
alleen ware, in katholieke landen.
De overige mogendheden hierboven bedoeld treden min
of meer voorwaardelijk tot het kongres toe. De koning van
Pruissen oppert bovendien hier weder het denkbeeld eener
voorloopige konferentie van ministers, gelijk hij bij het
kongres te Frankfort, tot herziening der bondskonstitutie
voorstelde.
Gelijk wij reeds in ons vorig nommer mededeelden, heeft
de duitsche bond. na reeds vrij lang geleden tot de bonds-
exekutie in Holstein te hebben besloten, in zijne laatste
vergadering ie Frankfort aangenomen dat tot de uitvoering
van dit besluit zou worden overgegaan. Men zou nu ge
meend hebben de exekutie-troepen Holstein te zien binnen
rukken; geenszins, nog schijnt men de hoop op eene vrede
lievende oplossing der kwestie niet te hebben opgegeven
de president der bondsvergadering heeft aan het kabinet
te Koppenhagen doen weten dat de bondstroepen Holstein
zouden bezetten, indien Denemarken niet binnen drie
dagen voldeed aan de eischen van den bond. Uit Hamburg
wordt gemeld dat in de omstreken der stad toebereidselen
worden gemaakt voor de ontvangst van 40,000 man oosten-
rijksche en pruissische troepen, welke gelijk men weet de
reserve zullen uitmakeu van het saksisch en hannoversch
exekutie leger.
De staten van hethertogdom Lauenburg schijnen ten op-
zigte van Denemarken eene geheel andere gezindheid te
koesteren dan die van het hertogdom Holstein. In eene
der laatste vergaderingen heeft men de regten van koning
Christiaan IX op de hertogelijke kroon erkend en zich be
paaldelijk verklaard voor de vereeniging met Denemarken,
gelijk zulks bij de londensche overeenkomst van 1852 is
bepaald.
De minister van financiën in Pruissen heeft bij het huis
vau afgevaardigden een wetsontwerp ingediend, strekkeude
tot het verieenen van een krediet van I2miIlioeu ter be
strijding van de kosten der te nemen militaire maatregelen
met het oog op Holstein. Bljkens vroegere verklaringen
van den heer von Bismarck zal het hem echter vrij onver
schillig wezen of het huis dit wetsontwerp aanneemt of ver
werpt. In allen gevalle kunnen de diskussiën bij de behan
deling daarvan vrij belangrijk zijn.
In de toespraak waarmede de zittingen van den zweed-
schen landdag dingsdag gesloten zijn, verklaarde de
koning dat de belangen des rijks nog niet onmiddellijk
bedreigd werden door het deensch-duitsch konflikt, maar
dat men evenwel de gevaren, welke Denemarken bedreigen,
niet uit het oog mogt verliezen, daar toch het behoud van
den vrede en de eerbiediging van het internationaal regt
voor Zweden van het meeste belang zijn.
De laatste mededeelingen uit Athene maken melding van
belangrijke oneenigheden in den boezem van het grieksch
kabinet.Talrijke rooverbenden brengen overigens in Attika
weder veel onrust te weeg.
De sultan van Turkije schijnt onder den invloed van
Engeland veranderd te wezen van gevoelens omtrent het
kongresplan. Sommige dagbladen beweren dat dien ten
gevolge het antwoord in weigerenden zin gesteld zal zijn.
Van Turkije is dan ook nog geene depeche te Parijs ont
vangen.
Een dagblad van het eiland Mauritius verspreidt eenig
licht overue laatste geheimenissen op Madagaskar, waaruit
weder ten overvloede blijkt op hoe evangelisch eene
wijze de protestantsche zendeling Ellis aldaar te werk gaat
en in allerlei hofintriges en kuiperijen de hoofdrol speelt.
Volgens dit dagblad zou de koningin door den invloed van
den heer Ellis in het huwelijk zijn getreden mei haren eer
sten minister, een huwelijk, hetwelk tegen alle zeden en
gewoonten van Madagaskar indruischt en de woede der
bevolking in hooge mate heeft opgewekt. Als blijk vau
dankbaarheid heeft intusschen de echtgenoot der koningin
den jeugdigen Ratahiry, aangenomen zoon der koningin,
aan de zorg der katholieke zendelingen onttrokken en zijne
opvoeding aan zijne weldoeners, de protestantsche zende
lingen toevertrouwd. Is het intusschen waar wat de dag
bladen beweerd hebben dat koning Radamanog in leven is,
dan zal derhalve zijne tehuiskomst eene andere wezen dan
die van Ulisses bij Penelope. Mogt dit overigens voor den
heer Ellis min aangename gevolgen hebben, inen zou zich
daarover niet te zeer moeten verwonderen.
Italië.
Uit Turijn wordt aan het Journal desdébats geschreven:
De zittingen van het parlement leveren thans veel belang
rijks op omtrent den toestand van Sicilië Een siciliaansch
afgevaardigde, de heer d' Ondes Riggio heeft het ministerie
geïnterpelleerd omtrent den toestand van Sicilië en de han
delwijze der militaire autoriteiten aldaar. In eene vrij hevige
somtijds welsprekende redevoering wees hij op de aldaar
naar zijne meening begane handelingen welke afkeuring
verdienen en beriep zich op de groote beginselen van regt-
vaanligheid en billijkheid.
De minister van oorlog, de generaal Delia Rovere, een
zeer koud, positief man, beantwoordde den heer d'Ondes
Reggio op kalme wijze. Uit zijne redevoering bleek omtrent
den tegenwoordigen toestandvan Sicilië het volgende:
De moeijelijkheden, waarmede het goevemement in Sici
lië te worstelen heeft, hebben vooral betrekking op de kon
scriptie. Aan dergelijken maatregel heeft Sicilië zich nooit
willen onderwerpen en van daar ook dat men zich niet over
al deze moeijelijkheden moet verwonderen. In driejaren is
het aantal der deserteurs en der personen, die zich niet wil
len onderwerpen aan de konscriptie tot 26.000 geklommen.
Deze Jaatsten maakten dan gemeene zaak met de roovers,
zoo dat dit een staat van zaken tengevolge hud, waaraan
een einde moest gemaakt woiden.
Daarbij moet men zich herinneren dat in Sicilië even als
in Korsikaeeu moord volstrekt niet als een onleerend mis
drijf wordt beschouwd, indien diefstal daartoe geene aan
leiding heeft gegeven. De vendetta wordt er nog in eere
gehouden en niemand wil als getuige optreden in zaken,
welke de publieke opinie geheel anders beschouwt als zulks
in andere landen het geval is.
De laak der regering, belast met het arresteren van 26.000
deserteurs eu met hel herstellen der rust m eeu zeer woelig
gewest, waarvan sommige gedeelten alle beschaving missen,
is niet gemakkelijk. Men heeft het middel uitgedacht om
mobiele kolonues zamen te stellen, welke achtereenvolgens
de dorpen omsingelden en deze als het ware blokkeerden
tot dat uien de deserteurs en de door ile justitie aungewe-
zene personen in hechtenis had genomen. Op deze wijze
heeft men er 5 of 6 duizend in handen gekregen en veel
bijgedragen tot het herstel der rust. Dai er daarbij mis
bruiken hebben plaals gehad en dat al de bevelhebbers van
deze mobiele kolonnes uiet altijd met wenschelijken takt en
gematigdheid zijn te werk gegaan is echter zeer wel moge
lijk. Ik geloof zelfs dat het, hoewel de krijgstucht bij het
leger uitnemend is en de legerbevelhebbers zeer gematigde
en ontwikkelde personen zijd, bijna onmogelijk is dat ei'
geene betreurenswaardige daden zijn gepleegd. De rege
ring moest echter in de allereerste plaats de wetien doen
ecibiedigen omtrent de konscriptie en de rust in het land
herstellen. Voorts is de taak der troepen m Sicilië te moeije-
lijker, naarmate de deserteurs ondersieuuing vinden bij een
gedeelte der gemeentebesturen en hunne ambtenaren.
De generaal Govone, die in Sicilië het bevel voert, is een
pieiuonteesch officier van groote verdienste. Hij bezit de
hoedanigheden, welke hei oude piemonieesche leger steeds
onderscheidden dapperheid, koelbloedigheid, en liefde voor
krijgstucht en regtvaardigheiil. Het eeuig verwijt, hetwelk
uieu kan doen aan de officieren uit deze school is dat zij
zeker gebrek aan voorkomendheid en een buitengewoon
formahsuschen geest bezitten.
De generaal Delia Rovere behoort zelf insgelijks tot deze
school, uiaar heeft niet geaarzeld te erkennen dat er twee
feiten hebben plaals gehad, welke meer dan betreurens
waardig zijn. De schuldigen zijn echter aan de justitie
overgeleverd.
De generaal Govone, die deel uitmaakt van het parle
ment en de zitting bijwoonde, heeft zijne inlichtingen
gevoegd bij die des ministers. Hij is een nog jeugdig man,
die alles gedaan heeft wat hij kun, om den moeijelijken
last, hem ojigedragen, met de meest mogelijke gemutigd-
beid te volbrengen.
Door zijne inlichtingen werd ik bevestigd in mijn gevoe
len, dat Sicilië in vele opzigten van andere landeu verschilt
en men er nog vele muldeleeuwsche gewoouten en denk
beelden aantreft. Daaraan moet dan ook de uioeijelijkheid
worden toegeschreven om in dit gewest de wetien toe te
passen voor de moderne zamenleving gemaakt, waarbij het
zich toch heeft aangesloten.
KORRE STOXOEN TIE
Een onzer geabouneerden te Tholen, die ons de onge
regelde ontvangst der courant mededeelt, zij bij deze berigt
dat de verzending bij ons steeds geregeld plaats heeft.
ZEEriJRlJVCE^.
*De engelsche stoomboot Fair Queen, die op de Caloot
omhoog gezeten heeft, is gisteren middag vlot gekomen en
te Vlissiugea in de Westerhaven gestoomdhet zal de ge
loste lading aldaar weder innemen en daarna weder naar
Engeland vertrekken.
lIAKIIELiBERIGTEAl.
Graanmarkten enz.
Amstbrdam 11 december. Tarwe en gerst onveranderd.
Raajtolie ojj zes weken f40J. Lijnolie op zes weken f 38
Dordrecht 10 december. Tarwe was in eene vaste
stemming, ofschoon geen hoogere jirijzen werden aangelegd;
van rogge alleen was de puike soort gewildwiniergerst,
haver en spelt 10 cent en zomergerst 20 a 30 cent lager;
paardenboonen zonder verandering, de puike soort be
geerd; wittebooneu niet ter veil; bruineboonen 50 en
blaauwe erwten 30 cent lager; Koningsberger witte erwten
op f 7 gehoudenin boekweit is niets omgegaan koolzaad
zonder verandering; zeeuwsch zaai-lijnzaad tot liooger
prijzen zeer begeerd; kanariezaad 50 cent lager; raapolie
zonder omzet, uien noteert kontant f 39 en primo mei
1864 f38£; lijnolie f 39 kontant.
Oostburg 9 december. Bij zeer ruime aanbieding van
alle graansoorten, bestond heden minder kooplust voor
tarwe en moest men die bepaald lager afgeven. De overige
artikelen genoten vrij goeden aftrek, althans de beste kwa
liteiten en variëerden weinig in prijs; geringe soorten ble
ven meest onverkocht. Men betaalde voor puike nieuwe
tarwe f S,25 a f 8,50, blaauwe dito f7,75 a f8,20. Nieuwe
rogge f 5,40 a f 5;60. Nieuwe wintergerst f 4.70 a f 5,20.
Zomer iiito f 4,50 a f 4,90. Haver f2,3ü a f 3,25. Paarden
boonen f 5,40 a f 5,60. Groene erwten f5.75 a f 6,80.
Middeubuug 10 december. Er was heden een matige
aanroer van nieuwe ttf.rM'e aau de markt, en daar er eenige
meerdéré.'vFnaa ..voor ..bestond, zoo werd de beste boven
vorigeh'tr'èekprüs gekocht. Rogge bleef met weinig handel,
daar houdèrs- -tier 'hoog gestemd waren. Gerst had alleen in