I MÏDDELBÜRGSGHE COUR AN T. r 145. Dingsdag |863. 1 December. Editie van maand i'r avund' 8 Middelburg 30 november. Heden heeft alhier de verkiezing'plnats gehad van een lid ▼oor de kamer van koophandel en fabrieken, ter vervulling der vakature ontstaan door het bedanken van den heer Dirk -Dronk ers Van ile 210 stemgeregtfgden namen sleeHts3l; aan de verkiezing deel. Het getal geldige stemmen bedroeg 31. zijnde 2 biljetten m-blanko ingeleverd en 1 biljet onlees baar de volstrekte meerdei beid was alzoo 16. Daarvan zijn uitgebragt op de beeren P. F. J. van Burg 14, J. 11 Snijders 4, Ant, van den Broecke. J. Fak Brou wer Mz., I tie B oekert en W. J. Muller ieder 2 stemmen, terwijl 5 personen 1 stem erlangden. Den 14 december zal alzoo eene herstemming moeten gehouden wot tien tusschen de heeren P. F. J. vau Burg en J. II. Snijders. LI. donderdag is in eene vergadering van het departe ment Rotterdam der Nederlandsche maatschappij tot bevor dering van nijveiheid besloten, bet bestuur te magtigen zich tot het departement Middelburg te wenden, met de verzekering dat, bet departement Rotterdam bereid is een geldelijke tegemoetkoming te geven, opdat bet voorgeno men plan van een wedstrijd van brandblusehuifddelen worde verwezenlijkt. Het voornemen, weinige maanden geleden door eenige ingezetenen opgevat, om zich het deerniswaardig lot der hulpbehoevende blinden in Zeeland aan ie trekken heeft al spoedig veler bij ral mogen verwerven. De pogingen toch om door aanbieding van mteekenlijsten jaarlijksebe bijdragen te bekomen, schijnen met zulk een goed gevolg bekroond te zijn dat d,e kommissie, ofschoon nog altijd weikzaam o n bijdragen te verzamelen, zich reeds in de gelegenheid gesteld ziet in deze week haren arbeid aan te vangen. Aan vijf blinden die zulks begeeren, zal door een onder wijzer alhier, die zich daartoe belangeloos heeft aangebo den, onderwijs worden gegeven in 't lezen, waartoe reeds de noodige boeken van de hoofd-inrigting te Rotterdam zijn ontvangen. Aan drie blinde mannen zal onderwijs wor den gegeven in 't mandenmaken in een lokaal, behoorende aan de Luthersehe kerk; aan twee blinde vrouwen zal onder wijs worden gegeven in 't breijen, terwijl eene derde, die breijeti kan. door de kommissie van werk zal worden voor zien. De afgewerkte voorwerpen zullen door de kommissie in depot worden gehouden. Hierdoor is alzoo. naar het oordeel der kommissie, voor altijd de klagt Oj>geheven dat alle bijdragen slechts strek ken tot ondersteuning van elders gevestigde inrigtingen en heeft Middelburg thans 't voorregt eene zelfstandige inrig ting te bezitten, die door de liefdadigheid der ingezetenen is tot stand gebragt. Het bedelen door blinden die van deze instelling hulp genieten, is dan nu ook door de kommissie die hun lot zich heeft aangetrokken, bepaald verboden. *Men schrijft ons heden uit Vlissingen „Naar ik verneem zal op 10 december a. s. van 's rijks marine werf alhier te water worden gelaten het sehroef- stoomschip der le klasse Curagao, het laatste hier in aan bouw zijnde schip." Uit Zuid Beveland meldt men ons: „De voortztMting der graving van het kanaal door dit eiland is thans aan beide perceelen aangevangen. Duor de heeren P. Mar tug co. is hel gedeelte van Vlake tot aan den Sehoorschen zonteweg en door den heer G. van de Vrede c. s. dat, hetwelk zich var» daar lot aan den Krui- ningsclien zanddpk uitstrekt, aangenomen. „De werk zaan heden bepalen zich tot het maken var, waterleidingen of bennslooten. langs de buitenzijden van het kanaal. In bet geheel zijn er 20U man aan het werk. „De begrinding van den Sehoorschen zonteweg zal eerst met het aanstaande voorjaar voortgezet worden." Zatunlag is ten overstaan van den notaris Claasen, te Amsterdam, verleden «1 e akte van oprigtmg der Amster- damsebe kanaal maatschappij. De koning der belgen heeft de ineensmelting goedge keurd der Antwerpen Rotierdainsche spoorweg-muut- scliappij met de belgische Oost-spoorweg-maatschappijop voorwaarde dat de alge-ueene vergadering van deelhebbers der laatstgenoemde de vereenigmg binnen drie maauden bekrachtige. Uit Leiden schrijft men ons van 28 dezer: „l)P oogst, op het gebied vun voorlezingen gezameld, was inde voorgaande week weder bijzonder rijk. Ik zal begin nen met prof. Kuenen, die donderdag 11. de reeks van lezingen over „de geschiedenis der godsdiensten" voort zette, sprekende over „de godsdienst vaD Israël." „Deze lezingen worden om de acht en niet. zoo als ik verkeerdelijk opgaf, om de veertien dagen gehouden. „Zamen persen is echter h ie r mi j n taak. ook al wil ik slechts vluu-tig den rijkdom van zaken aanstipjien, door prof Kue nen. in ruim anderhalf uur gprekens ontwikkeld. Door hier o|) meer algemeen bekend terrein te treden, dus begon spreker, was hij eertijds verzekerd van de belangstelling zijner iöehoorders, maar zag hij zich aan de andere zijde ook aan veel moei|ehjkheden blootgesteld, daar hij. gelijk uit liet gezegde van den voiïgen-£prek<4.' reeds a priori te ver wachten vvas, de gevestigde, gangbare ineening omtrent het ontstaan en den ontwikkelingsgang der iraëlitische gods dienst. zon moeten verstoren, en eene andere voordragen, terwijl hem hier ter plaatse de gelegenheid ontbrak om zijn beweren met bewijzen te staven. Hij verzocht echter de toehoorders eerst te hooren, daarna te oordeelen. „Met bewonderenswaardige helderheid en beknoptheid g«f hij daarop in de eerste plaats een overzigt v an het ont slaan van Israëls histo ïsch volksbestaan in Egypte in de 14de eeuw vóór onze jaartelling (hebiëers was toen hun naam), van hun verzet tegen de aanwassende heerschzucht der Firao's, van hun uittogt en eeiste vestiging in Karman. „Verv olgens om de kiem en wasdom hunner eigenaardige godsdienstige denkwijze voor zijne toehoorders helder in het licht te stellen, wees hij op het hoofdverschil tusschen de zoogenaamde Semitische volkengroep, waartoe Israël behoorde, en de indo-europeesche of indo germaansche die meer naar het westen zich heeft uitgebreid. „Kenmerkt deze laatste zich voornamelijk door vatbaar heid voor de indrukken der buitenwereld, zoo dat wijsbe geerte. wetenschap (iu strengeien zin) staatkunde, op dichterlijk gebied het drama en epos, eu in 't godsdienstige natuurgodenilom bij haar te huis belmoren, zoo staat bij het Semitische ras daarentegen het regt der persoonlijkheid ineer krachtig op den voorgrond. Hunne poësie is dan ook meest lyrisch, een uitstorting vau het innerlijk gevoel. Op hunne godsdienstige voorstellingen is de invloed van dat beginsel daarin merkbaar, dat zij zich God denken afge scheiden van de wereld; niet in. maar boven de natuur: haar beheerschend, over haar gebiedend. „Dit hl ij kt ook hij de opsporing van Israels vroegste gods dienstige den k wijze. „Ei shaddaï", den slérketlQod. zien wij onder het beeld van den stier hij hen vereerd. Zijn dienst werd afgeperst door vrees. Menschenoffers waren, zoo het schijnt, niet ongewoon. Eeuwen lang bleef bij den grooien hoop die ruwe vorm in wezen. Eerst hij Aio zes en diens famielje ontwikkelt zich gaande weg een zuiverder voorstel ling. Hij beschouwt zich als geroepen door Jahve, leidt het volk uit. regelt bij Sinaï hun burgerlijk eu godsdienstig bestaan, geen hun de wet der tien geboden, evenwel niet in dien vorm. waarin wij die thans kennen, en den tabernakel. Of Mozes zelf reeds zuiver monotheïst was, dan of hij Jahve alleen hoven de andere goden stelde, daaromtrent weten wi] met zekerheid niets. „Geweldig ruw en afgodisch nog. (de rigtertijd kan het ons doen zien.) maar toch eenigermate beteugeld, begon het volk zich in Kanaan te nestelen. Metheteenhoofdig bestuur onder Saül brak een nieuw tijdperk in hun geschiedenis aan Saül beantwoordde echter niet aan de gekoesterde verwachting, die eerst in Davit! verwezenlijkt werd. „Davids beeld iniusschen is door latere geslachten zon der twijfel geïdealiseerd. Hij was een godsdienstig krrjgs- held. een man begaafd met een vurig en dichterlijk gemoed, die door geweld uin wupenen Jahve's dienst poogde uit te breiden, maar ongelijk aan de voorstelling in Psalmen en Chronyken. „Iniusschen begon na Saloino's regering en na de scheu ring des rijks de mngt en invloed der profeten meer en meer zich te doen gelden. Eene nieuwe hoogere. meer wijs- geerige beschouwing van Isiaëls geschiedenis won veld. Het zelfbewustzijn ontwaakte. Men begon de wereldschepping te dichten.de geschiedenis te beschrijven Zoo kwam, onder velerlei invloeden en na eene menigte omwerkingen, hei hoek üeutei onomium tot stand, waarvan spreker eene merk waardige karaktenst.ek gaf. Het geloof, de overtuiging vooral kregen ingang, dat Is aël eene bijzondere roeping onder de volken ie vervullen had. de handhaving namelijk en uitbreiding van'Jahve's dienst. Hand aan hand mei die overtuiging en met het toenemend staatkundig verval der nat te.ging ge paard de ontwikkeling der Messias- verwachting, eerst als verzuchting, daarna als hoop. eindelijk als zeker heid Üegodsdiensiigeontw ikkeling hereikle welhaast onder een Jesaja. een Jeremia haar hoogsten bloei de onreine beswinddeelen werden hoe lar.gszuo meer uitgezuiverd - althans hij liet meer ontwikkel,; gedeelte der natie, zoo dat loen de Jood.-che slaat zijn ondergang nabij was, hel rijk der tien stammen reeds was ontbonden, en Juda het zeilde lot had ie wachten, een Jeremia e. a. op grond van dat vast geloof aan eene roeping die Israël te vervullen en aan eene toekomst die het te wachten had. van herstel, van herleving na ondergane loutering, van heerlijkheid na welverdiend lijden durfden profeterenOf en hoever die verwachting is verwezenlijkt, zal spreker in de volgende zaroenkorost meêdeelen. „Ziedaar een vlugtig overzigt van het beloop dezer be langrijke lezing, die. was ze misschien ook al weer voor den mintler ontwikkelden toehoorder wat ul te vol en rijk aan stof. zoo dat splitsing welhgt wenschelijk ware geweest, toch ongetwijfeld aan veler behoeften op uitstekende wijze heeft voldaan. „Van geheel anderen inhoud en een vijf en twintigtal eeuwen jonger van datum was het onderwerp derliistorische schets, waarop de heer Theod. Jonssen uit Gouda, de gun stig bekende schrijver der Omwenteling van 1813. gisteren avond de leden der „Maatschappij van fraaije kunsten" onthaalde. Na een breed overzigt van de langzame wording en rijping van denkbeeldendie de fransche omwenteling in het leven hebben geroepen, en eene levendige schildering van desnel elkander opt olgende rigtingen en partijen, ein digende met den strijd op leven en dood tusschen de giron- dijnen en de hergpartij, waarin laatstgemelde de zege hehaalde. maar om op haar beurt door het monster der revolutie te worden verzwolgen, naderde hij langzaam tot zijp. hoofdonderwerp, Charlotte Oorduy. Deze edele, held haftige. in zeker opzigt reine figuur, d ie. herinnerende aan de karakters uit den bloeitijd der vomeinsche republiek, als een heiligenbeeld te midden der met slijk en bloed bespatte gruweldaders der omwenteling staat, werd uitne mend door hem toegelicht. „Haar afgezonderd leven, haar stille, ingetrokken natuur, haar ontwakend rcpublikanisme. haar dweepen met tie ver vlogen idealen van repuhlikeinsehe grootheid en deugd, haar ontgoocheling hij het zien der werkelijkheid, haar mannehjken wil om die idealen nog thans te verwerkelijken, (ie trillingen die haar hart doorvoeren hij het lezen en het zien eindelijk der edele girondijnen, en de diepe afschuw, walging, haai daardoor te meer hij haar gerezen tegen Ma- rat, het ondier der hergpartij. die leefde van bloed en moord en die. in haar oog, de eetuge hinderpaal «as. die aan de verwerkelijking van al haar idealen voor Frankrijks glorie rijke toekomst, in den weg stond, dat alles werd uitstekend hoeijend plastisch en met gloed door hem beschreven. Men zag den toeleg tot den moord hij haar rijzen, rijpen tot die eindelijk werd volbragt. „Een afkeurend vonnis naar den gewonen maatstaf, te vellen over de daad door Cliiu lotte Coruay gepleegd, hier- meê eindigde de spreker, voegt ons niet. Om haar te kun nen beoordeelen. zou men moeten beginnen met haar te hegrijpen, en daartoe is onze eeuw. die voor niets schier gloeit dan voor „gehiverdienen" te koud. te klein! Wie zou b. v. een moord niet laken? en toch hier in dit hijzonder geval valt het brandmerk der onteering der muze van de historie uit de handen. „Strenger dan over haar, moet een afkeurend vonnis wor den geveld o\er den tijdgeest die karakters als deze te voorschijn nep, eu die groote, edele gemoederen op zoo treurige wijze kon doen ontaarden. Clnv lotte's offer was bovendien, zoo als bij de uitkomst is gebleken, volkomen onnut. Niets dan vermeerdering van gruwelen is er de vrucht van geweest. Waarachtigen vrede des gemoeds heeft zij er niet bij gevonden. „Zoo gaat het. wanneer de mensch eigenmagtig wil in grijpen in het raderwerk van de geschiedenis der men?ch- heul. Met een weemoedigen maar tegelijk hoopvollen blik, op die metisehheid, haar ontwikkelingsgang en haar toekomst geslagen, besloot de heer Jorissen deze lezing, die ons bij vernieuwing het aangenaam bewijs leverde van zijne voortgezette degelijke karakterstudie eu zijn echt lusto- rischen zin." IScnoeisiiinsea en besluite». eereteekrnen. Bij afzonderlijke dagorders zoo iu Nederland als in Nederlandseh Indië, eprvol vermeld, wegens hun gedrag bij de expeditie in de Zuid-Oosterafdee- ling van Borneo, er. in het bijzonder hij de expeditie naai de Lahaij-. Teweh en Dous<on-rivier. gedurende de maan den december 1S61 enjanunrij, februarij en maart 1862 de luitenant ter zee der le klassejhr. A Meijer, komman- dant van 's rijks schroefstoomschip de Vechtde luitenants ter zee der 2e klasse J Sandi van Nooten en A. J. Unmont; de officier van gezondheid der 3de klasse J. O. Harthoorn de bootsman L. var. Wijk en de matroos der le klasse K. J. Lindstrom, sedert bevorderd tot 2eu bootsmansmaat. leger. Eervol ontslag verleend aan den ritmeester A. J. M. C. baron de Posson. van het 5e regement dragon ders. Zr. Ms. oidonnance-officier, uit zijne tegenwoordige laatstgenoemde hetrekking, en als zoodanig benoemd de le luitenant van het regement rijdende artillerie A. C. baion Beminck. Benoemd bij het wapen der kavallerie, tot! en luitenant hij het 5e regement dragonders, tiaar ouderdom van rang. de 2e luitenant van het korps W. 11. Nohhenius.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 1