gedekoreerde facade prijkte. Deze althans maakte gedu
rende den geheelen avond een waarlijk schoon effekt. De
verlichting der genoemde pyrarnides, welke bij gunstig
weder zeker fraai zou geweest zijn, kon daardoor slechts
ten deele gelukken, even als de pogingen van vele bewo
ners der Markt om lichten te ontsteken. Ook in verschil
lende andere straten waren sommige huizen verlicht. Het
paleis van den koramissaris des konings, de woningen van
den burgemeester, van den sekretaris der gemeente, blonken
onder die van de autoriteiten het meest uit. Vele partiku-
ren hadden evenwel ook van hunne zijde van hunne vreugde
willen doen blijken door verlichting het zij van de gevels
hunner huizen, het zij van eene aangebragte W of kroon
enz. De meeste lichten werden echter door den wind ge
doofd. Enkelen hadden binnenshuis versiering aangebragt.
Bustes van de koningen Willem I, II en III zag men overi
gens, te zamen of afzonderlijk, met bloemen en planten
omgeven, bij velen.
Tegen tien ure begon zich aan den wind weder een ligte
regen te paren. Ditschrikte echter de menigte niet afom het
afsteken van het vuurwerk op de Markt voor het raadhuis te
gaan zien, waarvan het laatste nommer eene dekoratie ge
wijd aan Nederland en Oranje vertoonde.
Hiermede was het feest van den dag afgeloopen, maar
afgeloopen in volmaakte orde en onverstoorde rust.
Heden duurt echter het vlaggen, het oranje dragen, enz.
nog voort.
En mogt men nu al van raeening zijn dat een zoo belang
rijk feest wel wat al te stil, al te kalm, met te weinig geest
drift. met te weinig opgewondenheid gevierd ismen wijte
dit geenszins aan geringe ingenomenheid met de herdenking
der verblijdende gebeurtenissen van november 1813. Van
te veel ziplen toch is blijk gegeven dat men met de feestvie
ring was ingenomen. Maar men vergete niet dat, zoo als
ook bij vroegere feestvieringen herhaaldelijk viel op te mer
ken, een gevoel van gedruktheid, eene zekere ontmoedigd-
heid zich sedert eenige jaren van een groot deel der be
volking heeft meester gemaakt en eene stemming heeft
doen ontstaan, die ten deele hare verklaring vindt in den
toestand waarin Middelburg verkeert. Wij behoeven dit
niet te verzwijgen, vooial niet op een oogenblik waarop
langzamerhand vooruitzigten geopend worden die voor
Middelhurg eene betere toekomst voorspellen. Mogen deze
eenmaal verwezenlijkt zijn, dan .zal onze gemeente voor
geene andere onderdoen, waar zij toonen kan dat zij nati
onale gedenkdagen met geestdrift en in gepaste vreugde
weet te vieren.
Ook Vlissingen zoo meldt onze korrespondent
heeft gisteren feest gevierd. Feest gevierd wel is waar op
eenvoudige, maar niet te min op eene, der heugelijkege"
beurtenis die wij in blijde stemming herdachten, waardige
wijze.
Reeds maandag morgen wapperden de vlaggen uit eene
menigte van partikuliere woningen, voor verreweg het groot
ste deel bestaande uit onze geliefde nationale driekleur met
een oranje wimpel daar boven; doch op gisteren was de
deelneming zoo algemeen dat men bijna geen huis aantrof
waardit blijk van sympahtie niet gezien werd.
Des morgens ten 7 ure begon het muziekkorps der infan
terie eenige feestelijke muziekstukken te spelen, de ingeze
tenen als 't ware aansporende en opwekkende om den feest
dag al vroeg in onbezorgde stemming aan te vangen, terwijl
gedurende den ganschen dag. op verschillende tijdstippen
en plaatsen daarmede werd voortgegaan. Des voormid
dags werden de armen der verschillende gezindten met eene
goede extra bedeeling verblijd; ten 12 ure was opde markt
parade van het geheele garnizoen en schutterij, hetwelk
een groot aantal menschen daar heen lokte; des namiddags
algeroeene wandeling en drukte van ingezetenen, allen
met de oranjekleur op de borst ja de algemeenheid der
feeststemming,alleen geëvenaard bij het bezoek des konings
aan deze gemeente gebragt, was indrukwekkend en ver
ried de kracht van het: Eendragt maakt magt. Mogt men
al de vrees hooren opperen dat door het gemis van volks
spelen, de menigte alligt tot ongebondenheid zou overgaan
die vrees bleek ijdel te zijn. Niets van dat alles ontsierde de
feestvreugde en wij mogen zeggen dat de uitgevoerde
muziek een gelukkige in de plaats stelling was,der volksspe*
len, die soms toch ook nog al veel te wenschen overlaten.
De illuminatie, die echter niet algemeen was, was alleen
goed op plaatsen buiten den wind gelegen, mislukte gedeel
telijk op sommige gedeelten der stad en geheel op andere
plaatsen, zoo als o. a. met de kolom in de Palingstraat door
de bewoners dier straat aldaar opgerigt. Het was jammer,
want ele ingezetenen hadden hunne woningen of met
lampions of met gas zeer netjes geïllumineerd.
De sehoone gas-illurainatie van het raadhuis, hoewel den
ganschen avond niet altijd even goed blijvende branden
voldeed goed en lokte eene menigte menschen daar heen,
terwijl een paar chassinetten voor eene woning op het
droogdok aangebragt en voorstellende de vrijheidsmaagd
door de oranjezon beschenen met een leeuw die de eene
klaauw op de nationale vlag houdt en in de andere een
zwaard ter verdediging geklemd heeft, alsmede de busten
der leden van 't vorstelijk huis, alle met toepasselijke bij
schriften,zeer in de gunst van het publiek schenen te deelen.
Eene massa vuurpijlen, die de lucht den ganschen avond
doorkliefden, het geknal der afgestoken zwermersen andere
vuurwerken vermaakte de menigte, die zich wandelende op
straat bevond, terwijl een ander deel der feestvierenden
gelegenheid had zich te amuseren op de bals, die in verschil
lende lokalen en ook in de kazernen gegeven werden.
Ik zeg veel, maar ik mag het zeggende orde is geen
oogenblik gestoord, geen enkele ongeregeldheid heeft er
plaatsgehad. Het feest is dus op eene waardige wijze zoo
wel geëindigd als aangevangen.
Heden zijn nog van een groot aantal woningen en van
sommige openbare gebouwen de vlaggen blijven wapperen.
Nu, het heugelijke feest der verlossing is dan ook eene drie-
daagsche herdenking wel waardig!
Ook uit onderscheidene andere gemeenten van dit eiland
ontvangen wij berigt dat de schooljeugd, of de armen, of
wel beide, het zij van wege het gemeentebestuur het zij van
wege partikulieren, feestelijk zijn onthaald o. a. te Souburg,
Grijpskerke, Koudekerke, St. Laurens enz. Wij kunner.
daarvan echter niet in bijzonderheden melding maken.
Te 's Gravenhage is de feestviering op gisteren rustig
afgeloopen. Groote vrolijkheid heerschte alom. HH. MM-
de koning en de koningin zijn des avonds onder aanhou
dend gejuich der volksmenigte de geheele stad doorgereden.
Aangaande het leggen van den eersten steen voor
het monument en de feestviering wordt ons het volgende
gemeld
„Het plegtig luiden van alle klokken der stad verkon
digde heden morgen ten 7 ure, in verband met een salvo
van 21 kanonschoten, den blijden en eeuwig gedenkwaar-
digen dag, dien Neêrland heden viert. Het luiden werd
opgevolgd door het bespelen van het carillon, waarop de
klokken wederom him-ne galmen uitzonden om hen. die
God nogmaals wilden danken voor de uitredding, aan de
vaderen geschonken, ten tempel te noodigen. Talrijk waren
de scharen, welke aan die oproeping gehoor gaven. Aange
zien eergisteren de eigenlijke dankdag gehouden was, duur
den de toespraken der verschillende godsdienstleeraren
kort, en tegen den middag stroomden de belangstellenden
naar alle zijden uit, om het zij de verschillende versieringen
en aanstalten van illuminatie te bezigtigen, hetzij zich als
genoodigden naar het Willemspark te begeven, waar de
eerste steen voor het nationale monument gelegd zou wor
den. Tegen twaalf uur begaven de werklieden van som
mige fabrieken zich met lninne banieren en vaandels der
waarts, voorafgegaan en gevolgd door een kouunando
dragonders. Ondertusschen trokken de turfdragers gemas
kerd in een paar wagens, door ongemaskerden voorafge
gaan, rond en bragten hoeras voor de verschillende paleizen.
In de Maliebaan hadden beurtelingsakrobatische exercitiën,
mastklimtnen en tooneelvoorstellingen plaats, waarbij een
groot publiek tegenwoordig was.
„Het weder was dezen morgen betrokken en regenachtig
geweest, gelijk het ook de beide vorige dagen zeer nevel
achtig en vochtig was geweest. Wij rekenden dus op de
bewering der oud-oranjeklanten, dat het altijd mooi weer
wordt wanneer het huis van Oranje bij eenige plegtigheid
betrokken is. En inderdaad werd het weder aanhoudend
helderder en ten één uur, toen de koning zich naar hetWil-
lemspark begeven had om den eersten steen te leggen, brak
zelfs de zon door.
Ik zal u niet vermoeijen met eene beschrijving van die
plegtigheid, die volgens het programma afgeloopen is, en
waarbij professor vanOosterzee de feestrede heeft gehouden,
terwijl door instrumenten en zangers eene uitgebreide kan-
tate van Withuys werd uitgevoerd, die door Lnbeck gekom-
poneerd is en, naar ik van deskundigen verneem, een zeer
sehoone kompositie moet zijn. Ook de woorden zijn voor
een gedeelte zeer fraai, doch wij bezitten ze niet in hun oor-
spronkelijken toestand, daar men zegt dat de dichter on
der welken invloed weet ik niet genoodzaakt is geworden
ettelijke verzen, die aan eene kitteloorige buitenlandsche
mogendheid onaangenaam hadden kunnen zijn, te verande
ren. Die mogendheid, die de onbeduidendste zaken spion-
neert en barer aandacht waardig keurt, zou ook natuurlijk
hiervan niet onkundig zijn gebleven,zoo dat men, zeker om
nuttelooze verwikkelingen te vermijden, tot de wijziging is
overgegaan. Maar overigens heeft elke mogendheid, wie het
ook zij,die ons de eer bewijst ons te laten bespieden, in deze
dagen de volkomen overtuiging kunnen opdoen, dat wij
God op de knieën danken vóór vijftig jaren van 't fran-
sche juk verlost te zijn en sraeeken vooral nimmer we
der onder de fransche heerschappij te geraken. En dat
die geest ook levendig is onder het „volk", blijkt uit de
heden gezongen straatliedjes, waar men uit de onlogische
wartaal zeer duidelijk de bedoeling kan opmaken. Ineen
daarvan leest men
Laat ons drinken, laat ons klinken,
Neerland leeft in overvloed.
Vesting, schansen, vrij de fransclien
Vlugten heen voor Neêrlands moed.
Een ander liedje rigt het woord tot een denkbeeldigen
schilder, die een monument voor 1813—63 zal schilderen
en roept hen toe
Schilder, 'k wou van u wat zien
Hoe dat de vlugt van de fransche lien,
Teekent mij dat eens netjes uit. enz.
In 't algemeen noodigen die liederen uit tot den dans,
„doch niet fransch.''
Maar de heer Withuys zou hetonskwalijknemen.dat
wij zijne ode niet reeds dadelijk met. proeven vermeld heb
ben en straatliedjes vóór laten gaan. Doch deze laatste zijn
uit een staatkundig oogpunt doorgaans meerbeteekenend-
dan de elegante poëtische ontboezemingen der ware dich
ters. Voor den beschaafde zijn deze zeker verre te verkiezen.
De Heer heeft groote dingen
Aan Nederland gedaan,
Dies zijn wij blijde en zingen
vangt de kantate op magistrale wijze aan.
o Volk, hersteld in eere!
Wie wendde uw treurig lot?
't Is God!der Vaadren God!
Almagtige! IJ zij de eere!
vervolgt zij in even breedon stijl; en verder:
Gods Almagt deed uw morgen gloren!
Onze Vader! Vijftig jaren
Zijn in glans voorbijgegaan,
Sinds Gij, God der legerscharen!
Tot dien morgen spraakt«breekt aan
Hij vroeg daden Gij gaaft zegen!
Nu, terugziend, juichen wij
Al 't verloren werd herkregen
Al 't ontbeerde gaaft Gc er hij
Met gelukkige invlechting van een oud volkslied heet het
later
In Neêrland past geen slavernij. Hoezee!
't Moet vrij zijn! Eeuwen her was 'tvrij. Hoezee!
Naar vrijheid ging Civilis 't voor,
En later baande Oranje 't spoor.
Vivat Oranje Hoezee
Oranje en Neêrlands Volk zijn één. Hoezee!
Gods heil den Nabuur; groot en klcen Hoezee!
Maar 't heilig erf der Oudren vrij
Dat wil Oranje en willen Wij
Vivat Oranje! Hoezee!
En na den aanroep:
HallelujahGod en lieer
Vorstenhuis en Volk te zaêm
Alles dank U, looft Uw Naam!
HallelujahGod zij de eer
Sluit liet gedicht met de treffende woorden
Wilhelmus van Nassouwen
Stichtte ons Gemeenehest
Wilhelmus van Nassouwen
Heeft Neêrlaudstroon gevest.
Wilhelmus van Nassouwen
Regeert ons, hoog geloofd
Wilhelmus van Nassouwen
Zij eeuwig Neêrlands hoofd!
Ofschoon de illuminatie algemeen is, zijn de bijzonder
opmerkenswaardige dekoratiën niet vele. Eene der voor
naamste is voor het paleis van prips Frederik een eereboog(
aan elke zijde geflankeerd door eenige geïllumineerde
kolommen, die elk het wapen eener provincie dragen. De
eereboog is getopt met eene gekroonde W tusschen eene
nederlandschc en eene oranjevlag en het opschrift: „Eere
aan de nagedachtenis van G. K. van Ilogendorp, L.van
Limburg Stirum, van den Duin van Maasdam en van die
vaderlandslievende mannen, welke met hen de hoofdbe
werkers waren van Nederland's onafhankelijkheid."
„Op het Spui heeft de vischkooper Legel eene prachtige
poort opgerigt, hooger dan het zeer hooge door hem be
woonde huis, fraai geschilderd met goud en bloemen
omvlochten met groen en behangen,met groote en prachtige
chinesche ballons, met kwasten en versieringen, blijkbaar
opzettelijk voor deze gelegenheid vervaardigd, daar zij aldus
niet in den handel voorkomen.
„Verder op het Spui staat eene groote eerepoort van het
gilde der turfdragers, waarop aan de eene zijde de aankomst