CO
a
T.
Br
Zondag
1863.
15 November.
sgȣjaust^
EXTRA KOMMER.
Editie van zaturdag avond 8 ore
Middelburg 14 november. Qïi/
De komraissarisrdes konings in deze provincie inr."$l. W-
baron van Lijnden is heden naar dë residentie vertrokken
tot bijwoning der feestelijkheden óp 17 'dezer.
Door de provinciale kommissie van geneeskundig onder
zoek en toevoorzigt in Zeeland zijn geëxamineerd en bevor
derd de heeren H. K. Snoep, tot stedelijk heelmeester, en
G. A. Peters, tot plattelands heelmeester.
De laatste der koortslijders van het garnizoen te Veere,
welke in de infirmerie alhier zijn verpleegd geworden, zal
morgen derwaarts wederkeeren.
Van al de manschappen van dat garnizoen die hier ver
pleegd zijn is geen enkele overleden.
Uit Vlissingen schrijft men ons
„Dezer dagen zijn hier ingenieurs van de staatsspoorwe
gen met het doen van opnemingen aangevangen. Naar men
verneemt moet er ook bij het gemeentebestuur alhier van
den eerstaanwezenden ingenieur van de staatsspoorwegen
Simon berigt zijn ontvangen, dat er met het opmaken der
ontwerpen voor een kanaal door Walcheren zal begonnen
worden.
„Men onderstelt dus dat die opmetingen met deze ont
werpen in verband staan."
Omtrent de kleuren der nederlandsche vlag leest men in
liet jongste notnmer van De tijdstroom het volgende:
„Omtrent weinige onderwerpen heerscht bij het groote
publiek zooveel onzekerheid, als omtrent de kleur, die de
eerste baan der nederlandsche vlag moet dragen. De vlijtige
nasporingen onzer oudheidkenners in de laatste jaren heb
ben echter dien sluijer opgeheven. Wij zullen hunne hoofd-
resultaten, die in de tegenwoordige dagen meer bijzonder
van belang zijn, beknoptelijk mededeelen.
„Reeds ten tijde toen Holland met Zeeland door het huis
van Beijeren geregeerd werd, waren rood. wit en blaauw de
landsheerlijke kleuren en bij gevolg de kleuren der lands-
zaten van die graafschappen. Ook onder het opvolgende
huis van Bourgondie waren het de landsheerlijke kleuren.
Het huis van Oostenrijk, dat gewoon was de gewesten, die
het aanwon, in het bezit van hunne wetten en gebruiken te
laten, bragt geene verandering in die kleuren en bleef zelfs
de vlaggen der nederlandsche oorlogschepen met het hour-
gondische kruis versieren. Dit duurde onder Fdips II
voort, te meer omdat de opstandelingen in den eersten tijd
nog altijd beweerden, aan den koning getrouw te blijven.
Zelfs de watergeuzen lieten de rood-wit-blaauwe vlag wap
peren, en noemden die de prinsevlag, overeenkomstig den
naam van hunne schepen, die pnnsenschepen genoemd
werden, omdat zij hunne kommissiebrieven en bevelen van
prins Willem I ontvingen. In het enthusiasmus voor de zaak
van den prins vervingen zij allengs het rood door oranje en
bragten nu ook dien naam van prinsevlag op de oranje-wit-
blaauwe vlag over, die van dat oogenblik af. den geheelen
tachtigjarigen oorlog door, tot aan bet jaar 1653-de oorlogs-
vlag der zeven vereenigde provinciën gebleven is en ook bij
de vaandels van het leger was ingevoerd. Dat was het popu
laire oranje, blanje, bleu. Toen na den dood van prins
Willem II de jonge Willem III van de waardigheden zijner
vaderen werd uitgesloten, werd het oranje uit de oorlogs-
vlag verwijderd en weder door het rood vervangen. Willem
III, hersteld in zijn rang en tot stadhouder uitgeroepen,
handhaafdede rood-wit-blaauwe vlag, die, omdat er ander
maal een prins aan het hoofd van den staat stond, nu weder
prinsevlag werd genoemd. Van dat oogenblik is zij niet
meer veranderd. Opmerkelijk is het. dat de genoemde
wijzigingen zich steeds tot de oorlogsvlag bepaald hebben
en dat de vlag der koopvaardijschepen zonder uitzondering
altijd rood-wit-blaanw isigebteven.
„Wij zien dus, dat de rood-wit-blaauwe vlag sinds meer
dan vijf eeuwen de nationale vlag is. en slechts gedurende
een tijdperk van 80 jaren, en alleen bij de oorlogschepen en
het krijgsvolk, oranje in plaats van rood heeft vertoond.
Wil men zijne sympathie voor het huis van Oranje aan den
dag leggen, men late eene vlag van enkel oranje wapperen,
die als zoodanig ook historisch is sedert den onsterlëlijken
grondlegger onzer nederlandsche vrijheid; doch men zaaije
geen tweedragt door het over den ganschen aardbol roem
rijk bekende rood-wit-blaauw, dat ook sedert 1813 door
onze koningen veranderlijk gehandhaafd en goedgekeurd
is, door eene Uombinatie te willen vervangen, die geen wor
tel heeft geschoten."
De memorie van beantwoording van den minister van
binnenlandsche zaken op het verslag der tweede kamer
omtrent de begrooting van uitgaven voor de staatsspoor-
wegendienst 1861, bevat o. a een overzigt van den stand
der spoorwegwerkzaamheden. Er zijn in exploitatie zoo
blijkt daaruit de sektiën Breda—Tilburg 22,544 el en
HarlingenLeeuwarden 26,690, waarbij eerlang komt
Rozendaal—Bergen op Zoom 12,937. te zamen 62,171 el.
Aanbesteed zijn verder anrv.?-, eu kunstwerken, gehouwen
enz. over 262,245 elde bestekken ter aanbesteding liggen
gereed voor 158,866 el; onder handen zijn de bestekken
voor 1410 elonteigeningsbescheiden hebben voor de
eerste maal ter visie gelegen voor 46,610 el, en worden ge
reed gemaakt voor 116.26S el. Onderzocht zijn derigtingen
Willemsdorp—Rotterdam Middelburg—Vlissingen en
Bommel-Boxtel, waaromtrent thans overleg met het depar
tement van oorlog plaats heeft. Het eind-resultaat is dus
het volgende: de geheele lengte van het spoorwegnet is
geraamd op 888,631 el hiervan afgetrokken de lijn Gro
ningen—Meppel (die, volgens de wet van 1860, niet zal
worden aangevangen alvorens de lijn van Harlingen naar
de hannoversche grenzen voltooid is) ter lengte van 72.980
el, blijft 815,651 el, waarvan thans 7/8 in behandeling ge
nomen en 3/5 in aanleg of voor den aanleg gereed is.
Tusschen Rozendaal en Bergen op Zoom is de spoorweg
voor exploitatie gereed, met uitzondering van de stations-
inrigtingen te Rozendaal, die voorloopig op het stations
terrein van de Antwerpen llotterdamsche spoorwegmaat
schappij zullen gemaakt worden.
Het spoor van den staatsspoorweg is in verbinding
gebragt met dat van die maatschappij.
Voor het gedeelte tusschen Bergen op Zoom en Woens-
drecht zijn de belangrijke aardewerken, waaronder een
gedeelte van den dam door de Ooster-Schelde, de kunst
werken en het haltegebouw te Woensdrecht, aaabesteed,
en is met dat werk een aanvang gemaakt.
Het leveren van ballast en het spoorleggen moet voor
dit gedeelte nog worden aanbesteed.
Van de werken teu behoeve van het kanaal door Zuid-
Beveland zijn gereed twee waterleidingen met bijbehoo-
rende werken in den polder de Breede watering bewesten
Yerseke, alsmede eene wachterswoning bij de suatiesluis
voor dien polder.
Ook de sluis zelve is afgewerkt.
Bij het aanaarden ontstond evenwel door uitwijking van
den ondergrond een val, welke later gebleken is van nadee-
ligen invloed te zijn geweest op de fundering der 9luis,
waarin zich eene aanmerkelijke scheur heeft geopenbaard,
ten gevolge waarvan zij vermoedelijk zal moeten worden
afgebroken.
Een gedeelte van het kanaal is gegraven en op de diepte
gebragt.
De beide sluizen aan de monden van het kanaal te Hans-
weert en Wemeldinge zijn aanbesteed, de sluisputten zijn
ontgraven en een groot aantal palen voor de fundering is
ingeheid.
Ook is een aanvang gemaakt met de werken tot verbe
tering van den schoorschen Zoutenweg, en is nog aanbe
steed het maken van de buitenhaven en havendammen te
Hansweertcn het graven van twee gedeelten van het kanaal
tusschen den kruiningschen Zanddijk eti den Bonzijweg.
Tot voltooijng van het kanaal wordt verder gevorderd:
1. het graafwerk van den Bonzijweg tot aan de sluis te
Wemeldinge met liet doorsnijden van den zeedijk en het
maken van een nol, alsmede tusschen den kruiningschen
zanddijk en de sluis te Hansweert, eveneens inet het door
snijden van den zeedijk;
2. drie bruggen over het kanaal met brugwachterswo
ning, namelijk in den Bonzijweg, in den Rijksweg en in den
sehoorschen Zoutenweg
3. het maken van steenen duikers in de bermslooten
langs het kanaal, en kleibekleeding voor de onbedekte
gedeelten der kanaaldijken
4. de deuren, schoren en windwerken voor de sluizen.
Voor de afdamming van het Sloe worden de noodige
opnemingen gedaan en de plannen ontworpen
De vroegere aannemer van de haveiulaiwmen en buiten
haven aan den zuidelijken mond te Hansweert, is van het
kontrakt van aanneming op zijn verzoek ontslagen, omdat
het overtuigend bewezen was, dat hij zich bij de berekening
der aannemingsom vergist en het werk voor te lagen prijs
aangenomen had.
Met de aannemers van het verder graven van het kanaal
door Zuid-Beveland tusschen den kruiningschen Zanddijk
en den Bonzijweg, hebben geene moeijelijkheden plaats
gehad. Vermoedelijk is in het verslag der kamer op een
geschil met den aannemer van het in 1862 aanbestede werk,
het gedeeltelijk graven van het knnaal door Zuid Beveland
tusschen den vlaaksehen Zandweg en den Bonzijweg, ge
doeld, die van meening was. dat het niet tot zijne verplig-
tingen behoorde, een gedeelte van het kanaal, dat niet op
de volle diepte kon worden uitgegvaven, door baggeren op
de gevorderde diepte te brengen.
Dit gedeelte wordt thans krachtens onderhandsche
overeenkomst voor rekening van dien aannemer uitgebag
gerd. Van een regtsgeding is intusschen nog geen sprake.
In zijne verdere algemeene beschouwingen over de zaak
der spoorwegen zegt de minister, met betrekking tot de ver
leende koncessie tot exploitatie, dat iedereen wist dat hij
kon mededingen. Buiten de aanbiedingen der twee
bekende konkurrerende maatschappijen, heeft zich ter elf
der ure eene derde kombinatie opgedaan. Me», de beide eer
ste vereenigingen was reeds een jaar onderhandeld, er waren
aannemelijke voorwaarden bedongen en nu kon men haar
op het laatste oogenblik niet ter zijde stellen, terwijl men
ook niet kon vergen dat zij zich met de derde vereeniging
zouden zamensmelten.
De minister is van oordeel, dat, zoo men vroeger, tijdens
de voorbereidende werkzaamheden, geen tien millioen
'sjaars kon besteden, men thans zeer wel de nu beschikbare
2 L millioen verwerken kan. De snelle aanleg van den een-
traalspoorweg is meer schijnbaar dan wezenlijk; zijne kon
cessie was reeds een jaar vóór de wet van 1860 verleend en
thans is hij tot zijn eindpunt Zwolle inderdaad nog niet
voltooid.
De opmerkingen dat de voor stations uitgetrokken som
men te hoog zijn, vervalt doordien daaronder ook de ver
dere inrigtingen, als bergplaatsen voor rijtuigen, goederen
en brandstoffen, alsmede ladingsplaatsen, plaveisel enz. zijn
begrepen.
Men schrijft ons uit Amsterdam van 1L dezer
„Reeds vele dagen heeft Arasterdam, in de winkel-straten
althans, een feestelijk aanzien. De groote manufaktuur-
winkels geven het voorbeeld. De nationale kleuren ver-
toonen zich wel is waar, doch worden overschreeuwd door
massa's oranje. De kinderen uit den lageren stand dragen
allen oranje en vele mannen en vrouwen ook. Verder ziet
men versierde honden, ezels en, echter in veel mindere mate,
ook paarden. De illuminatie voor het paleis zal breed eri
schitterend zijn, al is ze in de hoofdtrekken niet anders
dan die welke in het voorjaar voor de beurs praalde.
Overigens zal er een optogt door de stad gehouden worden
waaraan meer dan drie duizend personen deel zullen nemen,
voornamelijk zamengesteld uit werkvolk van 's rijks marine
werf, de fabriek van P. van Vlissingen en D. van Heel. van
de diamantslijperijen en eindelijk (last not least) van de
verschillende drukpers-korporatiën, met drie triomfwagens,
terwijl verteld wordt, dat ze eene groote snelpers zullen
rondvoeren en liedjes al wandelende zullen drukken
en uitdeelen. Ik houd dit laatste voor een fabel, en waar
lijk bij zulke gelegenheden ontbreekt het zelden aan vele
fabeltjes. Zoo gaat het gerucht dat wie op het feest niet met
oranje loopt, stellig zal worden gemolesteerd Ik twijfel er
aan waar men boven alles het feest der vrijheid viert mag
men zulks van een vrij volk het allerminst verwachten.
Echter wordt ook verhaald dat de stoep van den burge
meester. die werkelijk beschadigd is, door heethoofden, zou
zijn vernield. Waarom? Onze burgemeester is toch niet
anti-oranjegezind doch eene lezing werd mij verhaald, die
althans niet geheel ongeloofwaardig is. Men zou aan den
burgemeester verzocht hebben een verlof, orr. onder aau-
beveling van het gemeentebestuur met een bus te mogen
rondgaan, teneinde op te zamelen voor oranjebogen enz.
Daar dit nu alleen geschiedt wanneer het er op aankomt om,
onder zekere omstandigheden, een ongelukkige te helpen,
deed de burgemeester zeer verstandig aan dergelijke gemys
tificeerde bedelarij de band niet te leenen. Een gebroken
stoep was zijn loon
„De illuminatie zal waarschijnlijk vrij algemeen doch
niet zeer schitterend zijn. Het feest is hier niet zoo populair
als het verdiende, althans niet onder de beschaafde bevol
king. Er heerscht veel opwinding onder de lagere volks
klasse en, aangezien die opwinding reeds dagen heeft ge
duurd bestaat er veel vrees voor woestheid en ongebonden
heid. Velen zijn van meening dat het feest niet zoo bepaald
en uitsluitend een oranjekleur moest dragen, het is toch een
feest onzer onafhankelijkheid, en al komt het te pas. nu
wij op nieuw vijftig jaren onder Oranje gelukkig zijn ge
weest, dat dankbaar te erkennen, de ware beteekenis is
de wedergeboorte van ons volk, niet door eenig vorst maar
door eigen krachtsinspanning."
Burgemeester en wethouders van Amsterdam hebben, ter
voldoening aan het verlangen van vele handelaars aldaar,
ter kennis gebragt dat maandag a. s. geen beurs zal worden
gehouden.
*Uit Dordrecht schrijft men ons
„De gemeenteraad heeft in zijne laatste zitting besloten
het voo'stel \an den inspekteur van het lager onderwijs in
deze provincie aan te nemen, strekkende om den afstand te
verzekeren van een behoorlijk lokaal, ten einde daar een
normaalschool te vestigen, Wat de regeling van het gym
nasium aangaat blijft alles op den ouden voet, voorloopig