MIDDELBURGSCHE ZJ> C O R A JV T. r 137. Zaturdag 1863. 14 November. *.r>v Editie van vrijdag avond 8 ure. In de laatste dagen moesten wij een aantal berigten van onderscheiden aard onvermeld laten liggen, omdat plaatsgebrek ons de op- name verhinderde. Ten einde den voorraad niet meer te doen ophoopen, zullen wij mor gen op het gewone uur een extra nommer onzer courant uitgeven. middelburg 13 november. Wie nog het voortreffelijke boekje van den heer Theod. Jorissen „De omwenteling van 1813'', in het vorig jaar door de Maatschappij tot nut van 't algemeen uitgege ven, niet gelezen heeft, liaaste zich dit nog ie doen voor de 17e november aanbreekt. Want ook al staan hem toch reeds de gebeurtenissen helder voor den geest hij zal er het aanstaande Feest des te blij der door vieren. Wij verwijzen dan ook nogmaals naar deze historische schetsen, waardoor achtereenvolgens de toestand onder fransch bestuur, de opstand en de restauratie in fijne trek ken, in levendige kleuren en met sterk relief ons als het ware voor oogen worden geplaatst. Maar ook aan andere boeken en vlugschriften, waarin de geschiedenis van 1813 met meerdere of mindere naauwkeu- righeid verhaald wordt is, geen gebrek. In de laatste dagen zijn wij er van overstroomd. Niemand ontbreekt het der halve aan de gelegenheid om, door het verkrijgen vaneenige kennis van liet verleden, zich in staat te stellen beter te waarderen hetgeen op de gebeurtenissen van 1813 gevolgd is en dankbaar te herdenken het jaar waarin de grond is gelegd van een in menig opzigt zoo gezegenden toestand. Laten wij dus thans meer algemeene historische beschou wingen aan anderen over, we willen toch met een enkel woord aanstippen wat in het bijzonder de bevrijding van Walcheren heeft gekenmerkt. Daarvoor vragen wij heden zie de rubriek Mengelingen eenige oogenbiikken de aandacht onzer lezers. Wij ontvangen heden avond de memorie van beantwoor ding van den minister van binnenlandsche zaken op het verslag der tweede kamer omtrent de staatsspoorwegen dienst 1864. Daarin komt zeer veel belangrijks voor. Plaatsgebrek verhindert ons echter lieden in het geven van een overzigt. Maar toch mogen we niet onvermeld laten dat in dit verslag de bevredigende woorden voorkomen „Voor de afdamming van het Sloe wordende noodige op nemingen gedaan en plannen ontworpen." Sedert onze vorige opgave van het aantal gevallen van kinderziekte te Baarland is dit wederom met acht vermeer derd en derhalve tot 82 geklommen. Van deze laatste acht lijders waren slecht twee op zeer jeugdigen leeftijd gevakci- neerd. Van vakcinatie of hervakcinatie schijnt in die ge meente nog maar geen sprake te wezen. Uit Zierikzee schrijft men ons van 11 dezer „De kollekte ten behoeve van al de armen dezer gemeente, op jk maandag door de leden der plaatselijke kommissie voor het nationaal gedenkteeken van 1813 alhier gehouden, heeft, naar men verneemt, opgebragt de som van plus minus drie honderd zeventig gulden, welke aan de armbesturen is ter hand gesteld, om daarvan op 17 november e. k. zoo danige buitengewone bedeeling te doen, als het doelmatigst zal worden geacht." Wij vernemen, zegt de Stoompost, dat de heeren L. J. A. van der Kun, hoofdinspekteur van den waterstaat, en J. A. Beijerinck, hoofdingenieur, eenige havens in Frankrijk zijn gaan bezoeken. Volgens in forma tien zou deze reis in ver band kunnen gebragt worden met het sedert zoo langen tijd bestaande plan eener haven te Scheveningen. Sedert eenige dagen heeft men te Rozendaal een begin gemaakt met het opbouwen van een hulpstation, ten be hoeve van den spoorweg van daar op Bergen op Zoom, het welk binnen 45 dazen gereed moet zijn zoo dat men meent dat de lijn van Rozendaal op Bergen op Zoom den 15 december in exploitatie zal gebragt worden Benoemingen en besltiiten. jueorr. Op verzoek pensioen verleend, ten bedrage van f 1020 's jaars, aan den kapitein van het 2e regement infan terie P. A. J. Gosenson. Benoemd bij het wapen der infanterie: bij het le rege ment, tot len luitenant (naar ouderdom van rang) de 2e luitenant A. J. G. W. von Motz, van het korps; bij het7e regement, tot kapitein van de 3e klasse 'tiaar ouderdom van rang) de le luitenant II. Hendriksen, van het 3e regement. Indische dienst. Benoemd tot onderwijzers 3e klasse voor de dienst in Nederlandsch Indie de hoofdonderwij zers: A. F. Hillebrand te Amsterdam en J. F. W. Winter berg te Veeneridaal. mitsgaders de hulponderwijzers P. van Eisen te 's Gravenhage, A. E. Schreutlers te Haarlem, J. Bouwhuis te Kampen, en A. den Hamer te IJzendijke. Kerk- ea scüaooRnleuws. De heer J. J. Gobius du Sart, predikant te Raamsdonk, heeft voor het beroep naar de hervormde gemeente te Serooskerke (Walcheren) bedankt. Bij het twaalfde beroep in de zelfde vakature is te Wolfaartsdijk tot predikant bij de hervormde gemeente beroepen de heer Wouter Kraijenbelt, predikant te Scheve ningen. Gemengde berfigten. Men verzekert dat de kleeding der afgevaardigden ter bijwoning der plegtigheid van het leggen aan den eersten steen voor het in het Willemspark op te rigten nationale monument, volgens liet door de hoofdkommissie uitgedrukt verlangen, zal bestaan in geheel zwarte kleeding met witte das en een oranjestrik van smal lint op de linkerborst. Naar wij vernemen heeft Z. M, de koning bedankt voor de hem, door een dertigtal der uanzienlijkste jonge lieden uit de residentie en door het delftsehe studenten korps aangeboden eerewachtcn, bij gelegenheid der pleg tigheid van het legden van den eersten steen voor het monument in het Willemspark te's Hage. Direkteuren van het Provinciaal utrechtsch genoot schap van kunsten en wetenschappen hebben, volgens mag- tiging der algeineene vergadering, een adres aan den koning ingediend, waarin de afschaffing wordt gevraagd van de doodstraf. Te 's Hage wordt van gemeentewege groen beschik baar gesteld voor de burgers ter versiering der woningen Heden is men daar algemeen begonnen de vlaggen uitte steken en oranje te dragen. Het werk der volkstelling, waarvan thans ongeveer 800 bladzijd-n zijn gedrukt, zal vermoedelijk binnen twee of drie maanden het licht zien. Eerstdaags zal te Brussel een concert worden gegeven, waarop zich eene aanverwante van Napoleon als zangeres zal doen hooien. Deze dame is uiad. Giroud de Villette, geboren Bonneville de Bleschamp, nicht van de prinses Lucien Bonaparte (prinses van Canino). Mad. de Villette is door het ongeluk gedwongen om als zangeres den kost te verdienen. Een vreeselijk voorval heeft zaturdag avond te Londen plaats gehad. Een huurkoetsier stond met zijn rijtuig om streeks half negen ure nabij het station van den Great Eastern spoorweg, toen een fatsoenlijk gekleed heer hem aanriepen in zijn rijtuig slapte met eene dame van 30 a 40 jarigen leeftijd en twee kleine meisjes, waarvan het eene zeven, het andere vier jaar oud zal zijn geweest. De heer gelastte den koetsier naar een logement in Wesibourne- grove, Bays water, te rijden en zijn weg door de City te nemen. Midden is Bisliopsgate-street gekomen deed de heer het rijtuig aan een bierhuis ophouden en deed haar eene kan bier komen voor zijn gezelschap. Het rijtuig reeil daarop verderen in Fumival's Inn, Hollborn, deed de heer weder stil houden, steeg weder uit het rijtuig, betaalde den koet sier, gelastte dezen met de overige personen zijn weg te vervolgen, terwijl hij een anderen weg insloeg. De koetsier reed nu naar de hem aangeduide plaats in Westbourne- grove en hield daar stildoodelijk ontsteld was hij, toen hij het portier openende, de dame en de beide kinderen dood in het rijtuig zag liggen. Terstond werd geneeskundige hulp ingeroepen, doch het bleek dat alle hulp overbodig was. De lijken werden du naar St. Mary's hospital gebragt en uit een voorloopig onderzoek is gebleken dat zij door pruis- sisch zuur vergiftigd zijn, hetwelk hun waarscijnlijk werd toegediend in het bier dat zij in Bisliopsgate-street gebruik ten. Een digte sluijer is nog over deze treurige zuak ver spreid, en nog is het niet gelukt te ontdekken wie de slagt- offers zijn, en evenmin wie de lieer was die het rijtuig verliet en waar deze is gebleven. Wel werd berigt aan het bureau van policie ontvangen, dat iemand, gelijkende op de beschrijving welke door den koetsier van dien heer was ge geven, dood in bed gevonden was in een koffijbuis in Southwark, en dat deze zich het leven had benomen door laudanum in te nemen, doch de koetsier, die terstond naar het koffijhuis werd ontboden, verklaarde dadelijk dat dit niet het lijk was van den heer die in zijnrijtuiggereden had. Provinciale staten van ïeeland, verbetering. I-Iet voorstel betreffende de heffing van opcenten ten behoeve der kalamiteuse polders is in de zitting van jl. vrij dag niet, zoo als wij in ons vorig nommer meldden, met 20 tegen 12 maar met 2.1 tegen 13 stemmen aangenomen. Be halve de door ons genoemde leden stemde ook de heer de Smidt tegen het voorstel, terwijl een der leden, door ons voor tijdelijk afwezig gehouden, blijkt te hebben voor gestemd. De heer iïennequin verzoekt ons te melden dat hij bij de behandeling van het voorstel om aan Veere een rente loos voorschot tot verbetering der haven toe te staan, het niet heeft doen voorkomen ah of hij in het vervolg weinig geneigd wezen zoude hulpbehoevendegemeenten te helpen mnar dat hij juist verklaard heeft, of althans bepaald willen verklaren „niet de reserve door de kommissie in haar rap port opgenomen te beamen, dat dit bij uitzondering en zonder gevolgtrekking voor anderen zou geschieden." Hij wilde zich niet gebonden achten aan de voorstelling als of dit hulpbetoon bij uitzondering en zonder eenigerlei gevolgtrekking wezen zou, maar zijne uf.ko.'ene zelf standigheid in deze bewaren. Volgens de hierop door den heer Can gegeven inlichting had de reserve alleen betrekking op het verstrekken van gelden uitliet fonds voor verbetering van wegen, zonder dat ook de kommissie zich daardoor verklaarde tegen het ver- leenen van hulp door gelden op de begrooting ten behoeve van waterwerken uit te trekken. BlirÊNLANU. Algemeen overzigt. De fransche Monifeur bevat den brief, welke door keizer Napoleon aan de soevereinen van Europa is gerigt om hen uit te noodigen tot het voorgestelde kongres. Na een blik tn hebben geworpen op den politiekt-n toestand van Europa, gelijk dit in de keizerlijke troonrede geschied is, treffen wij in den uitnoodigingsbrief de volgende allergemoedelijkate betuigingen aan: „Tot den troon geroepen door de Voorzienigheid en den wil der fransche natie, maar opgevoed in de school des tegenspoeds, is het welligt aan mij minder dan aan een ander geoorloofd de regten der soevereinen en de wettige wen- schen der volken te miskennen j ik hen dan ook bereid om, zonder vooraf bepaald stelsel, in eenen internationalen raad dien geest van gematigdheid en regtvaardigheid mede te brengen, welke gewoonlijk het deel is van degenen die zoo velerlei beproevingen hebben doorgestaan. „Indien ik het initiatief van zoodanig voorstel neem, clan word ik daartoe niet door een gevoel van ij delheid gedreven; maar daar ik de soeverein ben, aan welken men bij voor keur eerzuchtige bedoelingen toeschrijft, zoo stel ik er prijs op om door een opregten en loyalen slap te bewijzen, dat mijn eenig doel is zonder schokken tot de bevrediging van Europa te geraken. „Wordt dit voorstel door u goedgekeurd, dan verzoek ik u Parijs als plaats der bijeenkomt aan te nemen. Europa zou er welligt. eer.ig voordeel in zien, dat de hoofdstad, van waar zoo dikwerf liet sein van beroering en omverwerping is uitgegaan, de zetel wierd van konferentiën,bestemd otn de grondslagen eener algemeene bevrediging te leggen.'1 Volgens Le temps heeft keizer Napoleon eene uilnoodi- ging gerigt tot de volgende mogendheden Engeland, Rusland, Oostenrijk, Pruissen, Italië, Spanje. Portugal, Beijeren, Wurtemberg, Hanover, Saksen, Zweden, Dene marken, den duitschen bond, Zwitserland, Turkije, België. Nederland en den paus. In „Le livre bleu1', gisteren aan het fransch wetgevend ligchaam en den senaat medegedeeld, tvonlen de verschil lende buitenlandsche kwesticn niet onbehandeld gelaten. Ook de poolsche aangelegenheden worden daarin uitvoerig besproken. De geheeie geschiedenis dezer kwestie wordt naauwkenrig nagegaan, terwijl de konklusie is dat hek vraagstuk een europeesch karakter bezit en dat het inet de regien noch verpligtingen van Frankrijk overeenkomt om alleen eene verantwoordelijkheid op zich te neuien, welke door allen moet gedeeld worden, Op het jaarlijksch banket door den lord-mayor van Lon den gegeven, hetwelk ook door lord Paltnerston werd bijge woond, heeft deze staatsman in een toast een blik geworpen op de buitenlandsche aangelegenheden. De worsteling in Amerikaeischte nog altijd Engelands onzijdigheid en iu de poolsche kwestie hebben de vertoogen van het engelsch ministerie wel geen gevolg gehad, maar het heeft zijn pligt gedaan. De verwachtingen der aanwezigen dat lord Pulmer- ston zich zou uitlaten omtrent de gevoelensder regering over Napoleon's voorstel om een kongres te houden, werden ech-. ter te leurgesteld. Het orgaan van lord Palmerston, The morning post, ontleent bij het bespreken dezer toespraak aan de talrijke toejuichingen, welke haar ten deel vielen, bet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 1