Ouderdom der overledenen beneden het jaar 10, en van
1_ 5,1. 5 10, 0. 10 15, 2. 15 20, 0. 20 25, 0.
25 30,0. 30 35, 0. 35 - 40, 0. 40 - 45, 3. 45 - 50, 3.
50-55.0. 55—60,0. 60 -65,1. 65 —70,0. 70 75,2.
75 —80. 2. 80 - 85.1. 85 -90. 2.
Te Vlissingen4 huwelijken45 geboortenals 25 zoons
en 20dochttis; 26 sterfgevallen. 14 van het mannelijk en
12 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 4.
Ouderdom der overledenenbeneden het jaar 7 en van
1— 5,7. 5-20, 2. 10-15, -2. 15 -20,0. 20 -25,0.
25 30, 1. 30 35,0. 35 - 40,0. 40 -45, 1. 45 -50,0.
50 55.0. 55 60,0. 60 65, 1.63 —70.2.70 75, 1.
75 80. 2.
Te Zierikzee3 huwelijken26 geboortenals 16 zoons
en 10 dochters10 sterfgevallen, 3 van het mannelijk en
7 van het vrouwelijk geslacht.
Ouderdom der overledenenbeneden het jaar 2en van
l— 5,3.20-25,1.55 60,1.80 - 85,3.
Meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure.
November 1863.
Wind.
1
-S-*
A
71
s
W)
1 s
c| I 3J
1
Kracht, i
1 O
EO
o
E
rj
H
"o
-se ia
3Ë
.5^
3 a
i/S
co
ïTwTTzT
14
754 6"
6.0~
0 88
680
l.l
2! Z West.
26
739 l
9.4
0 79
7 40
25
3;Nw.t W
9
759 8
9 2
0.67
8 28
6.9
4jW.t. N.
19
761.9
13 3
089
ïo :u
4.2
5 ZO.t.O.
1
767.8
11.0
0.95
9 80
1.6
6 0. NO.
5
774 6
97
0 76
7-28
5 9
7iNWest.
7
767 9
9.6
0.80
7.60
05
j i.'q.
6.9 jligtbew. buij. reg.
Gemeenteraad van Vlissingen.
Zitting van 10 november.
Voorzitter de heer Callenfels. Afwezig de heerThierens.
De notulen der zittingen van 12 en 21 oktober zijn gele
zen en goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethou
ders gereed zijn ter beantwoording van de in de voorlaatste
zitting gemaakte aanmerkingen op de handelingen van het
dagelijkscli bestuur. De uitvoerigheid dier beantwoording
heeft evenwel een schriftelijke mededeeling nood ig gemaakt,
waarmede de heer Winkelman zich namens het kollegie van
burgemeester en wethouders heiast.
Uit de voorlezing van dit zeer uitgebreide antwoord
bleek in hoofdzaak, \olgens de vooropgezette algerneene
beschouwingen, dat het dagelijksch bestuur zich diep
gegriefd gevoelt over tie beschuldigingen direkt tegen den
gemeente-bouwmeester en mitsdien induekt tegen burge
meester en wethouders ingebragt. Het kollegie beschouwt
zijne benoeming als een votum van vertioitwen. en is zich
bewust aan dit vertrouwen naar pligt te hebben beantwoord,
evenzeer als het zich voorneemt ook de belangen dergemeente
te behartigen zoo lang het als zoodanig daartoe geroepen
wordt. Het betreurt de beschuldiging, dat hetgeen verstand
zou hebben voor de beoordeehng der uitvoering van ge
meentewerken, en wel door een lid dat. zoo hij wil. zal moe
ten erkennen dat de gemeentezaken goed worden beheerd.
Het betreurt niet minder dat den gemeentebouwmeester
openlijk wordt ten laste gelegd dat hij hout hetwelk voor
f18 te koop is, voor f 10 zou hebben in rekeninggebragt, het
geen gelijk staat met de beschuldiging dat hij de gemeente
besteelt; maar het vraagt tegelijk hiervoor deugdelijke be
wijzen. Overigens wijst het op de zucht van sommige raads
leden otn zich te mengen in de aangelegenheden van het
dagelijksch bestuur.en geeft de aanbeveling aan die leden om
te bestuderen wat tot den werkkring van lid van den raad en
wat tot dien van burgemeester en wethouders behoort.
Tevens wijst het op het nuttige en noodige van zamenwer-
king, onder opmerking dat die alleen kan plaats hebben als
men het dagelijksch bestuur niet beschuldigt of verdenkt
dat het geld der ingezetenen niet goed wordt beheerd.
Overgaande tot de feiten zelve, vestigen burgemeester en
wethouders het oog op de beschuldiging van den heer vau
der Hijden betreffende het door den gemeentebouwmeester
in rekening gebragte hout. Naar hunne meening heeft
die heer, ilie destijds lid der kommissie van toezigt was, niet
goed gehandeld door het onthouden van inlichtingen aan
den raad omtrent feiten die hij nu als beschuldiging aan
voert. Die beschuldiging is echter onjuist volgensontvangen
inlichtingen. De architekt meent dat hem niet f 18 maar
f28 voor het te gebruiken hout is gevraagd, doch hij heeft
dat hout later niet kunnen krijgen en hij. hij wien hij zich
naar den prijs heeft geïnformeerd, weet niet meer welken
prijs hij destijds heeft bedongen,maar meent tevens dat ieder
die van hout verstand heelt moet weien dat bedoeld hout
nooit voor f 18 te krijgen is Voors worden in herinne
ring gebragt de bedenkingen van den heer de Kruyff om
trent de kosten van het schilderwerk en de door dt-n heer
van der Ilijden daarvan opgemaakte lijst, eene lijst welke
volgens burgemeester en wethouders onvolledig en wier
cijfers onjuist zijn, ja zoodanig dat iemand die ter goeder
trouw handelt onmogelijk voor het uitgetrokken bedrag
het werk zou kunnen leveren. Niet minder wordt bevreem
ding te kennen gegeven over de klagt van den lieerde
Kruyff omtrent ile enorme kosten, een bewering welke door
cijFeis wordt wederlegd. waaruit blijkt dat onder den vori-
gen bouwmeester veel hoogere kosten in rekening werden
gebragt. Een en ander strekt om te doen uitkomen dat
burgemeester en wethouders niet kunnen worden beschul
digd van verkwisting.Betreffende het voorstel van den
heer van Uije Pieterse. om alle gemeentewerken aan te
besteden geven burgemeester en weihouders als hunne
meening te kennen dat dit niet wel mogelijk is Zj staven
dit gevoelen door te wijzen op de treurige resulraten van
vroegere aanbestedingen en de mededeeling van eenige
bijzonderheden daaromtrent. Zij verzetten zich dan ook
roet kracht tegen de verlangde aanbesteding, daar zij alleen
van groote werken de uitvoering onder eigen beheer niet
wenschelijk achten. Zij doen tegelijk mededeeling van de
wijze waarop de uitvoering van gemeentewerken in het
algemeen wordt beheerd, waaruit blijkt, naar hunne mee
ning. dat de prijzen voor materialen op de inschr jvings-
biljetten daartoeaan de neringdoenden toegezonden en na
invulling dooreen lid van het dagelijksch bestuur nagezien
en met prijscouranten vergeleken over het algemeen matig
zijn, hoewel zij vermoedelijk nog minder zouden wezen
zoo men niet tot de gemeente zelve beperkt ware. De ver
pligting tot de aanbesteding van alle gemeentewerken
hebben burgemeester en wethouders in de gemeentewet
ook niet kunnen ontwaren, evenmin als de bevoegdheid
van de leden van den raad tot het toezigt op de uitvoering.
Die uitvoering en de wijze daarvan moeten huns inziens
dan ook worden overgelaten aan hen die daarmede belast
zijn. Ten slotte worden nog eenige inlichtingen gegeven
omtrent de kosten van onderhoud van sommige perceelen,
alsmede de schrijfbehoeften. Betreffende de eerste blijkt
daaruit dat die niet zoo groot zijn als men meende,en ten
opzigte der laatste dat daaromtrent het noodige toezigt
steeds is en wordt uitgeoefend. Na een en ander ver
klaren burgemeester en wethouders zich tegen de verlangde
aanbesteding, op grond dat de ervaring heeft geleerd dat
deze tot nadeel der gemeente strekt. De bijlagen, voor zoo
ver die inlichtingen omtrent cijfers betreffen, zullen burge-
I meester en wethouders voor de leden op de griffie ter inzage
i leggen.
Nadat de heer van Uije Pieterse een bevestigend antwoord
heeft ontvangen op de vraag of zijn voorstel alsnu in de
volgende vergadering zal worden behandeld, verzoekt hij
dat het nu voorgelezen stuk bij de leden ter inzage zal wor
den rondgezonden, daar het niet te vergen is dat zij voor
de inzage eenige uren op de griffie vertoeven, en het ook
gebeuren kan (lat twee leden al daar gel ij kt ij dig zich zouden
I bevinden. Hij wijst hiejbij op het groot belang van
I dat stuk en zegt dat hij het betreurt dat het dagel.jksch
bestuur zich in den aanvang daarvan eenigzins verbitterd
j schijnt te hetoonen, daar geen der raadsleden eenig wan
trouwen jegens de handelingen van dat bestuur heeft willen
j aan den dag leggen maar ieder steeds het waarachtig be-
lang der gemeente op het oog heeft
j Daar de leden van het dagelijksch bestuur zich tegen de
gevraagde rondzending verzetten, op grond dat het stuk als
eene bloote mededeeling moet worden aangemerkt, welke
i alleen wegens hare uitgebreidheid in schrift gebragt is.wonh
I na eenige diskussie besloten dat daarvan ter griffie kan wor-
den kennisgenomen.
In den loop dier diskussie hield de heer van der Hijden
zijne bewering omtrent den prijs van het gebruikte hout
i staande, en noodigde hij den voorzitter uit eene kommissie
1 van onderzoek te benoenierf. waarvan deze het nut niet
inziet maar den heer van der Mijden tot het bewijzen zijner
beschuldiging aanspoort. Op de aanmerking van den heer
Uyitenhooven, dat hij, als lid der kommissie van toezigt,
j zijne bedenkingen niet had moeten terug houden tot lang
j nadat die kommissie haar verslag omtrent de goede opleve
ring van het werk had uitgebragt, maar hij die tijdens de
1 uitvoering had moeten kenbaar maken, antwoordde de heer
van der Hijden dat hij ter goeder trouw had geloofd dat de
gemeentebouwmeester aan zijne inlichtingen het oor geleend
en dienovereenkomstig het hout gekocht had, en dat hij.
J toen uit de rekening bleek dat dit niet geschied is, meende
zijne bedenkingen niet vóór de behandeling der gemeente-
1 begrooting te moeten kenbaar maken.
Alsnu komt aan de orde het onlangs uitgebragt en bij de
leden rondgezonden rapport omtrent de afwatering der
Slijkstraat. De konklusie daarvan strekt om aan het bezwaar
i der bewoners tegemoet te komen door eene waterleiding
van de Slijkstraat naar de binnenvest, waarvan de kosten,
met inbegrip van die voor riolen in de Slijk- en Breewater-
I straat, f 733.20 zouden bedragen en waartoe de toestemming
j van het departement van oorlog zal moeten worden aan-
i gevraagd.
Deze konklusie wordt algemeen toegejuicht, zoo dat zij,
j na eenige beraadslaging over den tijd der uitvoering, met
algerneene stemmen is goedgekeurd. Na de vereischte toe-
j stemming zal zoo spoedig als het jaargetijde het toelaat met
den aanleg begonnen worden.
De voorzitter doet eenige mededeelingen omtrent de
I kosten van een reddingboot te Zoutelande, welke voor de
boot alleen f3U00 bedragen, zonder onderhoud en zonder
dat eenige berekening omtrent het gebruik daarvan kan
worden gemaakt. H j stelt namens burgemeester en wethou-
I ders voor om. als blijk van belangstelling in ongelukkigen
en hoewel Vlissingen geen direkt belang bij de boot heeft,
1 jaarlijks eene som van f 50 in de kosten bij te dragen.
Volgens den heer Hector ware het beter dat de redding-
raaatsctinppij zich tot gedeputeerde staten wendde en deze
de verschillende gemeentebesturen daaromtrent hoorden,
om zoo doende tot zamenwerking te geraken, daar f 50 op
zich zelve met baat en als een druppel aan den emmer inoet
worden beschouwd. De heer Ruysch deelt dit gevoelen,
maar meent dat er al konferenties met den kommissaris des
konings hebben plaats gehad, De heer de Groof, als
gemagtigde der reddingmaatschappij, deelt mede dat de
kommissaris des konings aan hem heeft te kennen gegeven
dat hij twijfelde of een maatregel in den geest als boven
bedoeld wel het gewenschtsukces zou hebben. Dereederijen
te Middelburg hebben zich, naar het (ooibeeld van holland-
sche steden, bereid verklaard lot bijdragen van 1J cent per
ton van elk schip. Door dergelijke bijdragen en partikuliere
inschrijvingen worden in Holland steeds de kosten der boo
ten gedekt, zoo dat dit hier ook zal beproefd worden. De
ingezetenen van Vlissingen hebben voorloopig voor f 70
ingeschreven, terwijl de kommissaris des konings de toezeg
ging h-^eft gedaan van eenige andere inschrijvingen ir. ver
schillende gemeenten van Walcheren. Voorts is berigt van
de kommissaris des konings bij hem ingekomen dat de
noodige gronden zijn afgestaan en de aanbesteding van
een gebouw spoedig zal plaats hebben.
Bij hoofdelijke omvraag hebben al de leden zich vervol
gens voor het voorstel van burgemeester en wethouders
verklaard.
Een verzoek om storting van het aandeel der gemeente in
de herstellingskosten der heul op den rijweg tusschen Mid
delburg en Vlissingen, ten bedrage van f400, is goedge
keurd.
Is ingekomen een brief van P. Ragut, smid te Middelburg,
waa-in hij te kennen geeft dat hij met verontwaardiging in
het verslag der raadszitting van 12 oktober, voorkomende
in het bijvoegsel der Middelburgsclie courant van den 15
oktober, heeft gelezen hetgeen door den aannemer der
kolenloods van de gasfabriek, A. Wdlemse te Oost-Sou
burg, ten laste van hem adressant is ingebragt en waardoor
hij en zijn gezin zouden kunnen worden benadeeld. Hij
verzoekt dat dit zijn schrijven mede in eene openbare zitting
alsmede aan bedoelden aannemer zal worden kenbaar
gemaakt, waarin hij te kennen geeft dat het on waar is dat
de aannemer borg voor hem heeft gesproken, dar hem nooit
eene andere ijzersoort is gevraagd dan hij heeft geleverd,
dat hij van geen afkeuring van het ijzer weet en dat door
zijn toedoen geen vertraging in de oplevering van het werk
is ontstaan. Deze brief is oor kennisgevingaangenomen.
Mede wordt voor kennisgeving aangenomen de mededee
ling des voorzitters, dat de heeren B. J. Tideinan en C. J.
van Reijn hunne respektieve benoemingen tot lid van de
plaatselijke schoolkommissie en tot brandmeester hebben
aangenomen, alsmede dat verschillende raadsbesluiten zijn
goedgekeurd.
Tot leden der kommissie belast met het doen van een
voorstel betrekkelijk den in 186 f te verleenen onderstand
wijst de voorzitter de zelfde leden als voor het loopende
jaar aanzijnde de heeren Mestdagh. Schmidt en Winkelman.
In handen der kommissie voor het belasting stelsel wor
den gesteld twee verordeningen en tarieven betreffende de
keibanken de belasting der sterkedranken, waarna de zit
ting is gesloten,
IIIilTËKLAKO.
Algemeen overarigt.
Dat de troonrede van den franschen keizer niet van een
kongres zou hebben gewaagdwanneer Napoleon zich niet
reeds vooraf verzekerd had dat sommige mogendheden
zouden toetreden, was zeer waarschijnlijk Mag men La
patrie gelooven dan zouden ook reeds dadelijk Italië, Rus
land en Spanje het voorstel van Napoleon hebben aangeno
men. Engeland Pruissen Oostenrijk Zwitserland en
de duitsche bond schijnen zich nog niet te hebben ver
klaard omtrent hunne toetreding, terwijl het voorts nog
niet met zekerheid bekend is, welke mogendheden behalve
de genoemde eene keizerlijke uitnooiliging hebben ont
vangen.
Zul overigens het kongres aan het doel beantwoorden,
hetwelk keizer Napoleon in zijne troonrede zich daarvan
schijnt te hebben voorgesteld dan moeten daarop kwestiën
worden opgelost, tot genoegen van alle partijen, welke tot
tallooze verwikkelingen aanleiding geven. Wij rangschik
ken daaronder: de poolsche kwestie, de hongaarsciie kwes
tie, de venetiaansche kwestie, de romeinsche kwestie, de
oostersche kwestie, de Sleeswijk-Holstemsche kwestie, de
duitsche hondskwestie en zoo vele andere.
Volgens fle Wiener Presse zou prins von Metternich
gemagtigdzijn geworden om te verklaren dat Oostenrijk
bereid is om tot een kongres toe te treden wanneer
daarop de bestaande faits aceomplis werden geëerbiedigd.
Ziedaar reeds eene reserve, gel |k wij in ons vorig noramer
bedoelden. De Osservatore roinano bestrijdt daarentegen
zeer het denkbeeld oin als basis op het kongres de faits
aceomplis aan te nemen, llet dugbad van Rome ziet in dit
geval weder een oorlog te gemoet gelijk op het kongres
van Purijs volgde, toen graaf Cavour den onderlingen
naijver der kabinetten tot het bereiken van zijn doel
dienstbaar maakte.
La monarchia italiana, een dagblad van Turijn, bevat het
berigt dat zich aldaar eene vereeniging heeft gevormd uit
leden van het parlement en eenige publicisten om zich in
verbiuding te stellen met dergelijke vereenigingen, welke
zich in andere landen mogten vormen om door het opwek
ken der publieke opinie de verschillende regeringen te
nopen het voorstel van keizer Napoleon om een kongres
te houden aan te nemen.
Ons vorig nouimer bood voor het resumeren van het oor
deel der fiansche, engelsche en oostennjksche dagbladpers
over de troonrede van keizer Napoleon geene genoegzame
plaatsruimte aanonze lezers zullen het thans in dit
nommer aantreffen.
Behalve in Frankrijk zijn ook in Pruissen, in Saksen
in België, en in Spanje de siaatsligchamen geopend met toe
spraken welke onze aandacht verdienen.
De toespraak van den koning van Pruissen getuigt weder
van weinig toenaderingsgezindheid. Wanneer hij een einde
wenscht te zien gemaakt aan het bestaand binnenlandsch
koriflikt, dan siemthij daarin mei de natie overeen, gelijk
Rusland met de westersche mogendheden in den wensch om
de rust in Polen hersteld te zien. Om alle dubbelzinnigheid
van zijn koninklijken vredelievenden wensch weg te nemen,
zegt hij in zijne troonrede: geen budget te kunnen aan
nemen dan waarbij de nieuwe legerorganisatie wordt
gehandhaafd.
In de zitting van het heerenhuis op gisteren is met eene
kleine meerderheid besloten om een adres aan den koning