De Amsterdamsche courant deelt mede, dat bij de te Amsterdam gevestigde kommissie voor het museum koning Willem I reeds nagenoeg eene ton gouds aan bijdragen is in - gekomen. De gemeenteraad van Utrecht heeft besloten tot het uitschrijven eener prijsvraag voor het vervaardigen van een plan ter uitbreiding der stad, waarvoor ecu prijs van f 1000 zal worden uitgeloofd. De leden derfamielje van Beethoven hebben tegen de onlangs plaats gehad hebbende opgraving van de stoffelijke overblijfselen des maestro's, waarvan zij eerst uit de dagbla den kennis hadden bekomen,geprotesteerd. Zij achten zich verpligt te verklaren dat deze, de nagedachtenis des maestro's ontheiligende handeling, welke buiten hun medeweten en tegen hun wil is geschied, slechts smartelijke gevoelens in hen heeft opgewekt en dat zij zich bepaald zullen aankanten tegen de uitvoering van alle verdere in den zelfden geest genomen en reeds publiek gemaakte plannen. De burgemeester van Amsterdam heeft een cilmdev- horologie geschonken als prijs bij de aanstaande volksver makelijkheden ter viering der novemberfeesten. Als kandidaten voor den zetel van Alfred de Vigny in de fransche akademie worden genoemd J ules Janin, schrij ver van l'Ane mort, Le cherain de traverse, Fin du monde Camille Doucet, schrijver van Eunemis de la maison, Fruit defendu, en Autan, schrijver van Milianah. De laatste schijnt veel kans te hebben; hij is vooral bekend door zijn geld. Thermometerstand 24 okt. 's morg. 7 u. 52 'smidd.lu. 56 'sav. II u.47 gr. 25 's morg. 7u. 43 's uiidd. 1 u. 54 'sav. llu. 43 gr. 26 'smorg. 7 u. 41 's midd. 1 u. 50 gr. Gemeenteraad van Vlisslngen. Buitengewone zitting van 24 oktober. Voorzitter de heer Callenfels. Afwezig de heeren Uyt- tenhooven, Schmidt, de Grooff en Thierens. Daar deze zitting onverwacht is belegd, zijn de notulen der vorige nog niet gereed en wordt de resumtie daarvan aangehouden. De voorzitter deelt tnede dat, blijkens den oproepings brief, de werkzaamheden thans hoofdzakelijk bestaan in het beraadslagen over de festiviteiten welke zullen plaats hehben bij de gedachtenisviering van 1813. In navolging van andere steden ware dit punt reeds vroeger in de verga dering gebragt, zoo men niet eene aanschrijving van den minister van binnenlandsche zaken hieromtrent had tege moet gezien, welka thans gebleken is niet gedaan te zijn. In het kollegie van burgemeester en wethouders is echter reeds voorloopig over de wijze van feestviering gesproken. Met het oog op het ver gevorderd saizoen is het dat kollegie niet vvenschelijk voorgekomen eene illuminatie en vuurwerk te ontsteken, maar achtte men bet beter de gealimenteerdea in de gestichten en de armen der onderscheidene gezind ten bij die gelegenheid buitengewoon te onthalen en tevens uiterlijke vreugdeblijken te geven door het uitsteken van vlaggen, het doen uitvoeren van eenige muziekstukken, het geven van verlof tot het afsteken van vuurwerk voor wie zulks verlangen mogt enz. Over een en ander wordt de beraadslaging geopend. De heer van Uije Pieterse deelt het gevoelen dat de beste wijze om van vreugde te doen blijken bestaat in de armen wel te doen. Daar de te verstrekken som evenwel afhan kelijk is van de uitgebreidheid van het personeel, verlangt hij hieromtrent inlichting, welke de voorzitter geeft. Het getal der te onthalen personen bedraagt tezamen 1411, t. vv. 650 hervormden, 352 roomsch katholieken, 160 van het algemeen armbestuur, 20-1-ir. hetgasthuis en 45lutherschen. Voor ieder van dezen 30 cent berekend wordende, maakt dit een totaal van f423,30. Verder bestaat het plan om op de scholen als een meer blijvend gedenkteekeu aan de leer lingen uit te reiken een plaat inetop de gelegenheid toepas selijke voorstellingen, welke slechts 10 cent kost. Voor de gemeente-scholen zou die uitgaafin het geheel f 80 bedra gen, zijnde met de genoemde f 423 te zamen f 503. Wil men bij het genoemde nog een of ander voegen, dan zou eene som van f600 in bet geheel voldoende wezen. Onder goedkeuring van het voorgestelde geeft de heer de Kruijff in bedenking om, zoo het weer het toelaat, het raad huis door gas te illumineren, waarvoor de toestel nog aan wezig is. Dit voorstel hetwelk, volgens de mededeeling des voorzitters, ook reeds bij burgemeester en wethouders is ter sprake gebragt keurt de heer van Uije Pieterse mede goed, hoewel het raadhuis wat afgelegen is. De heer Ituijsch juicht het voorstel van burgemeester en wethouders toe, omdat men zijns inziens het aanstaande feest niet beter kan vieren dan door de armen wel te doen. Op zijne vraag, wat men door gemeente-scholen bedoelt, van den voorzitter ten antwoord ontvangende dat men hier mede alle openbare scholen op het oog heeft, geeft hij als zijn gevoelen te kennen dat het doeltreffender ware zicli tot de scholen voor on-en minvermogenden te bepalen. Het bloot geven van een plaat acht hij echter minder goed en hij zou die arme kleinen ook eenige versnapering willen zien geven. Tegen dit laatste voert de heer Winkelman aan dat de plaatsgehad hebbende inwijding eenernieuwe school heeft geleerd dat het onthalen van 450 kinderen veel tnoei- jelijkheden met zich brengt, daar de noodige orde niet te bewaren is en het eene kind soms niets krijgt terwijl een ander dubbel ontvangt. Het uitreiken eener plaat is zijns inziens beter, daar dit eene blijvende herinnering is. De heer Hector voegt hierbij dat de kinderen der scholen voor on- en minvermogenden meestal kinderen van bedeelde ouders zijn en alzoo toch worden onthaald. Daar het geld van de ingezetenen komt, zegt de heer van der Os, dat hij niet alleeu op de openbare maar ook op de bijzondere een plaat zou willen zien uitreiken. Hiermede vereenigt zich ook de heer van Uije Pieterse, omdat de be doeling is]de herinnering aan 1813 levendig te houden en sympathie onder het volk te brengen. De bewaarscholen moet men echter voorbij gaan, omdat daar alleen kleine kinderen ter school gaan. Door ook de bijzondere scholen in de herinnering te doen deelen, zal men hoogstens f 50 meer moeten uitgeven, daar de plaat niet duur en bij dui zendtallen zelfs zeer goedkoop is. De heer Mestdagh meent dat het aantal leerlingen der bijzondere scholen slechts 200 bedraagt en dat men voor een verschil van f 20, bij het uitsluiten dier scholen, ligt een grief zou veroorzaken daar het alle kinderen zijn van ingezetenen die in de financiën der gemeente bijdragen. De heer Winkelman zegt dat hij zich omtrent dit puntgaarne bij de meerderheid wil voegen. Hij doet tevens mededeeling van het getal leer lingen op iedere der bijzondere scholen, waaruit blijkt dat het aantal bedraagt: op de bijzondere school van den heer Goemans 90, op de school van den heer Prinssen 42, op die van den heer Klep 70, op die van den heer Maas 60 en op de christelijke school van tien heer Rosmale 73 te zamen 335. De heer Pot keurt het voorgestelde goed, doch hij zou een stap verder willen gaan en alle gemeentegebou- wen willen doen verlichten,*gelijk daartoe ook te Mid delburg het voornemen bestaat. Ilij acht het gevaarlijk door eene slechts gedeeltelijke verlichting den geest der ingezetenen te temperen, vooral in de tegenwoordige om standigheden. Dit voorstel zou de goedkeuring van den heer Mestdagh, zoo als deze zegt, kunnen wegdragen in een anderen tijd van het jaar thans echter heeft men bij het ongunstige jaargetijde geen regt het geld der inge zetenen daartoe aan te wenden. Naar hij meent heeft men ook te Goes dit punt besproken, maar met opzet de illu minatie achterwege willen laten, uit hoofde van het be- I zwarende voor de financiën. De voorzitter zegt dat, ofschoon hij niet gewoon is slaafsch het voorbeeld van andere gemeenten te volgen, het in dezen toch overweging verdient wat andere ge meenten doen. Hij weet niet welk voornemen men in Middelburg heeft, maar wijst op de beraadslaging in den gemeenteraad van Amsterdam, waar men besloten heeft de illuminatie niet te doen plaats hebben. De heer Ruysch deelt mede dat er te Middelburg geen illuminatie der gemeentegebouwen zal plaats hebben, terwijl de heer v. d. Os zegt dat, volgens eene mondelinge mededeeling van den burgemeester van Middelburg, aldaar van wege de gemeente alleen een vuurwerk zal worden afgestoken. Op eene vraag van den heer Winkelman, wat de heer Pot bedoelt door het verlichten van al de gemeentegebou wen, antwoordt deze dat hij op het oog heeft al die gebou wen, welke gewoon zijn verlicht te worden. Verder meent hij dat de opmerking van den heer Mestdagh omtrent het ongunstige jaargetijde niet juist is, daar het in mei van het vorige jaar, toen men goed weêr meende te mogen verwachten, gebleken is dat het weêr niet gunstig was. •De heer van Uije Pieterse kan het gevoelen van den heer Pot niet beamen en weet niet welke gebouwen deze heer bedoelt. Hij keurt ook de illuminatie van het raadhuis niet goed, daar het te afgelegen staat en omdat die verlichting, al heeft men ook den toestel, der gemeente toch veelgeld zal kosten. Hij zou het voorbeeld van Goes willen volgen en geen illuminatie van gemeentewege doen plaats hebben, maar bij publikatie kennis geven dat de bevolking gele genheid zal hebben zelf van zijne vreugde te doen blijken. De voorzitter erkent dat het raadhuis wel wat afgelegen is, maar meent toch dat, vooral aan de overzij de bij het inkomen derstfld,(le verliclitingdaarvan een goed effekt zal maken. De heer Mestdagh verklaart zich bepaald tegen illuminatie en de heer Wels wil, zoo er een verlichting zal plaats heb ben, alleen het raadhuis doen illumineren. Op eene vraag van den heer v. d. Os, of de weezen ook behooren onder degenen die onthaald zullen worden, luidt het antwoord des voorzitters toestemmend. Bij het bespreken over het doen plaats hebben van volksverma kelijkheden geeft de heer Hector nog in overweging om een eerepoort of pyramide op te rigten, die te doen verlich ten en daarbij eenige muziekstukken te doen uitvoeren, welk denkbeeld echter geen ingang vindt. Op eene vraag van den heer Ruysch naar de grootte van de ver- eischte souv, antwoordt de voorzitter dat eerst fGOOwas verlangd, maar thans, met inbegrip van de plaat voor de bijzondere scholen, f650 voldoende zal wezen. Alsnu worden de verschillende punten in omvraag ge bragt. Het onthalen der armen en weezen, alsmede het uit- deelen van een plaat op alle scholen wordt zonder hoofde lijke omvraag goedgekeurd. Tot de illuminatie van het raadhuis is besloten met 9 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Mestdagh en v. Uije Pieterse. De heer Ruysch deelt mede dat hij heeft gehoord dat te Middelburg de onderwijzers met de kinderen eene wande ling door de stad zullen uoen. Ook acht hij het uitsteken van vlaggen wenschelijk. Zulk eene wandeling door de stad officieel te doen plaats hebben achtte men niet goed, vooral wanneer men daarmede geen bepaald doel heeft waardoor mende kindeven gelegenheid tot uitspanning zou kunnen geven. Evenwel zal er eene publikatie worden afgekondigd, waarbij de ingezetenen zullen worden uitge- noodigd, om door het uitsteken van vlaggen als anderzins van hunne feestvreugde le doen blijken. Ook zal, even als bij den jaardag van Z. M. den koning, het carillon worden I bespeeld. Ten slotte wordt een koncept-besluit voorgelezen en goedgekeurd, hetwelk aan gedeputeerde staten zal worden opgezonden. Daarbij wordt aan burgemeester en wethou ders vergunning gegeven om uit den post voor onvoorziene uitgaven te beschikken over eene som van f 650 ter feest viering bij de herdenking van de gewigtige gebeurtenissen in 1813, om daarvoor eene plaat uit te reiken aan de leerlin gen van alle scholen en eene buitengewone bedeeling aan de armen en de verpleegden in de gestichtc-n te doen plaats hebben. De voorzitter herinnert dat, volgens het ontworpen plan, de keibank op zoodanige diepte zou worden gemaakt dat daarop ook de loodskotters zouden kunnen banken. Hij deelt echter verschillende redenen mede waarom het niet wenschelijk is dat die loodskotters daarop komen en stelt daarom namens burgemeester en wethouders voor de kei- bank wat hooger te leggen, ten gerieve van andere vaar tuigen. Hieraan hecht de vergadering hare goedkeuring, waarna deze buitengewone zitting is gesloten. lïUITMLAm Algemeen overxigt. Le courrier du dimanche, bekend wegens de juistheid zijner diplomatieke inlichtingen, heeft ook bij het vermel den van de afzending eener engelsche nota naar St. Peters- burg zijn ouden roem gehandhaafd. Op 10 oktober toch schijnt werkelijk de veelbesprokene nota door het engelsch kabinet aan den vertegenwoordiger van Engeland te St. Petersburg, lord Napier, te zijn afgezonden. Intusscheu veranderden de gevoelens van lord Palmerston en de meer derheid van de raadslieden der kouingin en werd aan lord Napier per telegraaf kennis gegeven dat de nota niet moest worden medegedeeld aan den russischen minister van bui- tenlandsche zaken. Uit de verwarde berigten en geruchten omtrent den oogenbükkelijken toestand der onderhandelingen is overi gens alleen vrij zeker op te maken dat de drie mogendheden onderling nog niet overeenstemmen omtrent de te volgen gedragslijn en Oostenrijk vooral de uiterste voorzigtigheid in acht neemt. De kwestie der waarborgen welke deze laat ste mogendheid met het oog op alle eventualiteiten van Engeland verlangt schijnt voor het oogenblik het incident te zijn, welks beslissing op de verdere oplossing der hoofd zaak een overwegenden invloed zal uitoefenen. Het door Oostenrijk geuit verlangen omtrent de bedoelde waarbor gen zou zoo verzekeren sommige dagbladen behoor lijk geformuleerd te Londen zijn aangekomen en thans het onderwerp van gedachten wisseling uitmaken. In Frankrijk verwacht men eenige inlichtingen omtrent de poolsche kwestie uit de troonrede bij de aanstaande opening der zittingen van wetgevend ligehanm en senaat, tot leden waarvan thans ook de heeren Suin, Villemain en de generaal Herbillon door den keizer benoemd zijn. Keizerin Eugenie heeft de spaansche hoofdstad weder ver laten, terwijl haar door de koningin en den koning-gemaal tot Aranjuez en Valencia uitgeleide werd gedaan. Volgens den franschen Monileur zal dit bezoek der keizerin van zeer gunstigen invloed wezen op de tussclien beide rijken be staande betrekkingen. De koning der hellenen is naar zijne staten vertrokken. Het fransch eskader der Middellandsche zee zal hem tot eenige mijlen in zee vergezellen, terwijl van Syra tot aan den Pyraeus drie fransche, engelsche en russische schepen hem ten geleide zullen verstrekken. De toestand der grieksche bevolking schijnt overigens nog veel te wen- schen over te laten, zoo dathetnietonmogelijk is dat konin» George nog engelsche, fransche en russische troepen zal behoeven om zich op den troon te handhaven. Volgens de Wiener Zeitung heeft de keizer van Oos tenrijk den minister van koophandel, graaf von Wicken- burg op zijn verzoek van zijne betrekking ontheven en benoemd tot lid van het Heerenhuis. De reden van het door den graaf von Wickenburg verzocht ontslag zoekt men in de verwerping van zijn geliefkoosd plan door den keizer, om in 1866 eene algemeeue tentoonstelling te Weeneu te houden. Vooral schijnt de graaf van Rechberg zich tegen het plan des ministers van koophandel te hebben verzet. Men zal zich herinneren dat dezer dagen werd medege deeld dat de hoofdstad van St. Domingo aan de opstande lingen is overgegeven. De spaansche dagbladen verzekeren thans dat dit berigt onjuist was. Intusschen schijnt de op stand zich toch steeds uil te breiden. Volgens de laatste telegrafische berigten uit New-York was het leger van den generaal Lee op 8 oktober de Rapi- dan overgetrokken. Op 14 oktober had er eene ontmoeting plaats gehad tusschen eene afdeeling troepen van dien bevelhebber en een korps van den generaal Meade, waarin de laatste de zegepraal behaalde. De vesting Charleston werd nog steeds belegerdeene poging der belegerden om door eene onderzeesche machine een der gepantserde sche pen te vernielen was mislukt. Mexlko. Gelijk vroeger heeft de fransche Moniteur ook thans allerlei gunstige berigten medegedeeld omtrent den toestand der fransche expeditie-troepen, even als omtrent de sym pathie, welke allerwege aan de fransche interventie ten deel valt. Met het oog op het volgende besluit, van den franschen bevelhebber in het distrikt T'.al para, Cousin, zal echter de aartshertog Maximiliaan bezwaarlijk het land als onderwor pen en enthusiast voor de nieuwe regering kunnen beschou wen alwaar men verpligt is tot zulke maatregelen de toevlugt te nemen. „In allen gevalle zegt Le temps mag men zeggen dat de mexikanen eene vreemde wijze hebben om hunne dankbaarheid te bewijzen." Bedoeld besluit luidt aldus: „Art. 2. De kommandant-opperbevelhebber vanTlalpara zal bekleed zijn met alle raagt in het distrikt. „Art. 3. Als straf voor den moord op den zouave Muller, zal eene boete van 6000 piasters aan de stad Tlalpam worden opgelegd, welke boete ten volle zal moeten betaald worden binnen vier dagen na de uitvaardiging van dit dekreet. „Art. 4. De personen uit deze ?-:ad. die in hechtenis zijn genomen en naar de hoofdstad gevoerd, worden verant-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 2