kerk Bz., Viruly Verbrugge, van Eek, Gevers Deynoot, Reinders, van Loghem, Dullert, Cool, van Muiken, Go- defroi, de Meester, Storm van 's Gravesande, Cornells, van Lidth de Jeude, de Poorter, Geertsema, Mensonides, ter Bruggen Hugenholtz, Duinbar, van Bosse, van Diggelen, van Heukelom, Blom, Blusse' van Oud-Alblas, Hoynck van Papendrecht, van der Linden, Poortman en de voorzitter. Tegen hebben gestemd de heeren van der Poel, Hoffman, Groen van Prinsterer, van Lijnden, van der Veen, Ileyden- rijck, van Voorthuysen, van Goltstein, Kappeyne van de Coppello, van Foreest, Hoekwater, Begvam, van Nispen van Sevenaer, de Brauvv, Kien, Wintgens, de Raadt, van Asch van Wijck en Meylink. In deze zitting is ingekomen een wetsontwerp tot be krachtiging eener overeenkomst met de centrale kommissie voor de Rijnvaart over de brug bij Kuilenburg. Daarna is de vergadering gescheiden. Gemeenteraad van Goes. Zitting van 19 oktober. Afwezig de heer Pilaar. Eenige ingekomen stukken worden medegedeeld, waar onder een brief van de plaatselijke kommissie voor het monument, met uitnoodiging om op de scholen te koliek teren. Hieromtrent wordt besloten geene kollekte te hou den, terwijl de feestviering van 17 november, bij den beperkten toestand der geldmiddelen op voorstel van burgemeester en wethouders, wordt overgelaten aan de dankbare stemming der ingezetenen. In behandeling komt een voorstel van de raadsleden van de Putte en de Kan ter, om gedurende ]0 jaar te schorsen het raadsbesluit waarbij de aflossing der gevestigde schuld is geregeld, en de daarvoor jaarlijks bestemde som van f3000 te gebruiken voor het schoolwezen en den openbaren gezondheidstoestand, te beginnen met 1864'. Daarover heeft uitvoerige beraadslaging plaats; ter aflossing is nog ruim f12000 aangegeven, en men meent dus nog 4 jaren te moe ten volhouden en de schorsing eerst in 1868 tc doen ingaan. Van de andere zijde wordt beweerd dat aangifte ter uitloting volstrekt geen regt geeft op aflossing. Ten slotte loste de beraadslaging zich op in een araendement van den heer van Kerkwijk, om de schorsing met 1S68 te doen ingaan, waarover de stemmen staken. De rekening van het armbestuur over 1862 wordt zonder beraadslaging vastgesteld. Daarua komt de begrooting voor 1864 voor die instelling ia behandeling. De heer de Kanter merkt op, dat op de gemeentebegrooting nog altijd f6.800 uitgaaf voor het armwezen voorkomt, terwijl het armbestuur iu zeer gunstige financiële omstaudigheden ver keert; hij zou dus dien last voor een groot deel willen over brengen, zoo als hij punt voor punt opgeeft. De voorzitter stelt voor de zaak aan te houden en inlichtingen te vragen van het armbestuur, waartoe wordt besloten. De rekening en begrooting voor de schutterij zijn vastge steld, terwijl is besloten aan de regering te verzoeken van den druk, dien dit onderhoud met zich brengt, ontheven te worden. Aan de vroedvrouw wordt op haar verzoek eervol ontslag verleend en de ingekomene verzoekschriften voor die be trekking overgelegd, om in eeue volgende vergadering de benoeming te doeu plaats hebbc-n. De overige zaken wor den om het vergevorderd uur aangehouden. BUITEXLAXÖ. Algemeen overzJgt. De fransche Moniteur heeft thans bekend gemaakt wie geroepen zullen zijn om de regeringshandelingen te ver dedigen. De heer Rouher zal den ledigen zetel van den heer Billault innemen in het ministerie van staat, en in zijne betrekking van president van den staatsraad vervangen worden door den heer Rouland, eerste vice-president van den senaat. Voorts is bij keizerlijk dekreet het getal vice-presidenten van den staatsraad op drie gebragt, die in sommige gevallen bevoegd zullen zijn de algemeene vergaderingen van den staatsraad te presideren. Tot deze betrekkingen zijn be noemd de heer de Forcade la Roquette, oud-minister van financiën en de heer Chaix d'Est-Ange, oud-prokureur- generaal bij het keizerlijk hof vau Parijs, terwijl de heer Vuitry, goeverneur vau de fransche bank, tot honorair vice- president van den staatsraad is benoemd. Het vice-presidentschap van den heer Rouland in den seuaat is ten deel gevallen aan den heer Delangle, oud- minister van justitie, die derhalve de aanstaande zittingen vau den senaat zal leiden, indien de heer Troplong ten ge volge zijner ziekte het voorzitterschap niet zal kunnen waarnemen. Omtrent de afzending van eene nota door de engelsche regering aan Rusland, waarvan wij in ons vorig nomtuer melding maakten, verkeert men nog in het onzekere. La nation, welke de afzending op 10 oktober ontkent, staat steeds over tegen andere dagbladen, welke het tegendeel verzekeren. Intussclien bevestigen thans ook sommige oostenrijksche dagbladen dat de russische regering "belangrijke militaire maatregelen neemt in het zuiden des lauds, en wel voorna melijk in Bessarabië. Zoo zou ook de sterke vesting Bender aldaar, volgens die mededeelingen, door den bekenden gene raal Tottleben in nog beteren staat van verdediging worden gebragt, en sommige harer batterijen en forten met Arm- strong-kanonnen worden bezet. Dit alles wordt overigens in verband gebragt met de geruchten van alliantie-plannen tusschen Polen en Turkije, welke wij onlangs mededeelden en bij wier verwezenlijking de onoplosbare poolsclie kwes tie met de nog meer ingewikkelde oostersche zou dreigen «amen te smelten. Sommigen beweren dat keizer Napoleon in Turkye door intriges zal weten te bewerkstelligen dat deze mogendheid door hare handelingen Rusland tot eene oorlogsverklaring dwingt, waarop Frankrijk onmiddellijk den sultan te hulp zal snellen en den oorlog met Rusland niet eindigen alvorens de herstelling van Polen zal verzekerd zijn. De verkiezingsstrijd in Pruissen is in de laatste dagen ten toppunt gevoerd. Dezer dagen werd te Minden eene kiezersvereeniging onder een of ander nietig voorwendsel uiteengedreven. Zij zette toen hare vergaderingen voort op het nabijgelegen grondgebied van Hessen-Kassei. Zoo is thans het land van den keurvorst van Keurhessen een toe- vlugsoord geworden voor pruissische liberalen, welke vorst naauvvelijks een jaar geleden door den koning van Pruissen met eene gewapende tusschenkomst werd bedreigd, indien hij niet meer eerbied voor de konstitutie betoonde. Gisteren zijn de twee pruissische partijen, bij de voorloopige verkie zingen, met elkander in het strijdperk getreden. De afloop daarvan is ons echter nog niet bekend geworden. Men zal zich herinneren dat wij onlangs melding maak ten van het verbond tusschen Deneraarken en Zweden met het oog op de holsteinsebe kwestie gesloten. Toen werd dit berigt echter nog door sommige dagbladen dier noordsche rijken betwist. Thans erkennen zij bijna allen dat de grond slagen tot dergelijke alliantie zijn gelegd en het traktaat zal worden geratifieerd, als de duitsche troepen zich op marsch begeven om Liolstein te bezetten of, volgens andereu, als zij Sleeswijk zullen binnenrukken. Het parlement der Ionische eilanden heeft bij het adres aan den lord-kommissaris van Engeland een verzoek ge daan om de versterkte plaatsen der eilanden in den zelfden staat aan koning George over te geven. Dit laatste schijnt te zijn gedaan met het oog op een vertoog van Oostenrijk om de vestingwerken op Korfu te slechten, ten einde niet bij eventueel verbond tusschen Griekenland en Italië de grieken en italianen meester zouden zijn van de Adriatische zee door het bezit der forten van Ancona enKorfu. Polen. In den poolschen opstand, gelijk hij zich iu Litauen ver toont, speelt vooral de vrouw en de kleine adel een groote rol. Eenige mededeelingen daaromtrent vinden wij in een schrijven uit Wilna, hetwelk wij hier mededeelen. In Rusland heeft de vrouw even als in het Oosten geen zelfstandig bestaanzij blijft minderjarig tot aan haren dood. Altijd afhankelijk van den man, maakt zij als het ware slechts een gedeelte uit zijner goederen men telt haar niet onder de bevolking en zij mist zoo geheel alle persoon lijkheid dat zij zelfs geene belasting betaalt. De poolsche vrouw daarentegen treedt geheel in de gevoelens en denk beelden ven den poolschen patriot, wiens levensvreugde en droefheid zij deelt. De poolsche vrouw is eene persoonlijkheid en wordt niet zelden eene heldin. Dit is derhalve voor den rus een zeer vreemdsoortig schouwspel. Mourawieff past dan ook op haar de zelfde wetten en strafbepalingen toe als op de man nen, ineeneude daardoor hare heldhaftigheid te vernietigen. „De priesters en de vrouwen zegt hij ziedaar de steun van den opstand in LitauenHoe strenger maatregelen hij neemt, des te meer wekt hij echter de gemoederen op. Na zijne slagtoffers te hebben geveld onder de priesters, en de geestelijkheid te hebben gedecimeerd, woedt de rus- siscbe generaal tegen de vrouwen. Ilij bedreigt haar op allerlei wijze, neemt haar gevangen of zei.dthaar in balling schap. Meer dan honderd bevinden zich in de gevangenis te Wilna. Telken dage komen er overigens uit de omlig gende steden en uit de omstreken, die Mourawieff'als ver dacht heeft doen wegvoeren. Ilooge ouderdom noch prille jeugd strekken tot bescher ming tegen zijne strenge maatregelen. Ik heb u vroeger medegedeeld hoe mejufvrouw Misiewicz, een meisje van naauwelijks veertien jaren, op den openbaren weg in hech tenis werd genomen. Ik kan er thans bijvoegen dat mejufvrouvv Thecla Kwiaikowska, van twintigjarigen leef tijd ongeveer, uit het huis harer aanverwanten, hetwelk men haar eerst tot verblijf had aangewezen, is weggevoerd en naar de gevangenis van Wilna overgebragt, Het hoofd der policie, Szaranczeff, had haar eerst te za- men met allerlei vagebonden opgesloten en slechts na zeer veel moeite heeft oien verkregen dat zij in eene andere gevangenis werd opgesloten. Twee dagen later zond men haar echter zonder vorm van proces, zonder eenige billijke reden naar Siberië, terwijl zij geheel beroofd was van de benoodigdheden voor dergelijke lange reis onontbeerlijk. Op den zelfden dag werd ook mejufvrouw Lopacinska, bestuurderes eener maatschappij van weldadigheid, welke door de regering was erkend, naar Siberië gezonden, na eenige weken te voren op willekeurige wijze in de gevange nis te zijn geworpen met twee andere dames, zusters van een opperhoofd over eene afdeeling opstandelingen, die onlangs in eene ontmoeting met de russische troepen ge sneuveld was. Voorts is dezer dagen mevrouw Mathilde Bucaynska, eene zeer rijke grondeigenares in het distrikt Swienciany, in hare woning gevangen genomen en naar de gevangenis te Wilna gevoerd, omdat zij, naar men zegt, eenige weken te voren eene vergadering der veveeniging St. "Vincentius di Paulo had bijgewoond, maar eigenlijk omdat men de fondsen dier vereeniging in haar bezit hoopte te vinden en deze te kun nen verbeurd verklaren. Uit dergelijke voorbeelden kan men zich een denkbeeld maken der tegenwoordige handelingen van Mourawieff'. Ook de kleine adel, welke in dit gewest eigenlijk de bur gerstand uitmaakt, is het slagtoffer der wreedliedeu van Mourawieff. Terwijl de tiers-état in andere deelen van Europa zijne regten veroverde op de feodaliteit, werden deze streken bewoond door eene bevolking, welke in voorlduren- den strijd was met de tartaren en geheel onafhankelijk ble ven. Thans hebben zij een geheel anderen vijand te bestrijden maar de kleine adel, de landeigenaar in Litauen, heeft altijd nog het vorig karakter behouden en dezen onafhankelijk heidszin wil Rus'.aud thans tot allen prijs vernietigen. Zijn de meesten van dezen kleinen adel overigens sedert lang eenvoudig grondbezitter geworden, hij heeft nog altijd den fleren onafhankelijken geest en het heldhaftig gemoed zijner voovouders behouden. Hulpeloos en arm, bieden zij nog steeds het hoofd aan Rusland, hetwelk hen heeft be roofd van landerijen, betrekkingen en rijkdommen. Rusland tracht dan ook den kleinen adel geheel te vernietigen en de bevolking van Litauen geheel te veranderen. Zoo zijn nog onlangs alle bewoners van het dorp Dubicz naar Siberië gevoerd, terwijl de aldaar gelegene eigendommen onder kolonisten werd verdeeld, die uit het hart van Rusland afkomstig waren. Met de dorpen Krukole en Kleriski is het zelfde het geval geweest. Op deze wijze zal de poolsche nationaliteit binnen korteren of langeren tijd opgehouden hebben te bestaan. Frankrijk. Het laatste nommer der Revue des deux-mondes bevat een stuk van den heer Charles de Mazade, getiteld: de diplomatie en de drukpers in Polen, waaraan wij het vol gende ontleenen „Het probleem staat heden nog even als gisteren en mis schien meer nog dan gisteren pijnlijk voor ons. Het ocgen- blik om nog eene keuze te doen omtrent eene te volgen staatkunde is voovbij. Op den eersten dag der kwestie had Europa nog kunnen ophouden op den ingeslagen weg, had het zich van alle interventie en openlijke stappen kunnen onthouden; dit zou juist wel niet heldhaftig zijn geweest, maar slechts eene vooraf afgebakende neutraliteit, eene neutraliteit zonder verbindtenissen of pligten. Thans is de toestand geheel anders. Europa heeft zich uit eigen bewe ging op den weg geplaatst, waarop het zich sedert heeft voortbewogen, misschien zonder aan oorlog te denken, en is te ver gegaan om tot een vrede te kunnen terug keeren, waarin zijne vernederde politiek zou terug zinken. Europa is niet verhonden door woorden of traktaten, het is verbon den dooreen geheelen toestand, door de houding tegenover Rusland aangenomen, door zijne menigvuldige verklaringen, en reeds lang voor eene diplomatieke erkenning van den poolschen opstand, heeft het dezen zedelijk erkend. De minister van huitenJatidsche zaken in Frankrijk heeft het zegel der legitimiteit daarop gedrukt op den dag dat hij schreef.' „De opstand, welken wij aanschouwen, is uitgelokt door een maatregel, welke, bij den toestand der gemoederen, nietandersdandejammerlijkstegevolgen kan hebbeu.Polen heeft dezen maatregel beantwoord door een beroep te doen, niet op revolutionaire hartstogten, maar op de meest verhe vene gevoelens van het menschelijk hart, op de heginselen van regtvaanligheid, vaderlandsliefde en godsdienst. Is het niet een feit van onbetwistbare bekendheid dat geheel de poolsche natie, ieder volgens zijn stand en krachten, han delend of lijdelijk naarmate plaatsen en omstandigheden, met hart en ziel den opstand is toegedaan En toen lord John Russell onlangs in het openbaar de traktaten van 1815 vervallen verklaarde wat Rusland betreft, stelde hij toen niet het regt van het herlevende Polen op de vernietigde overblijfselen van den eenigen wettigen titel der russische overheersching „Er bestaal een feit hetwelk Europa misschien nog sterker verbindt, namelijk dat door zijne interventie in zeker opzigt de strijd waarin Polen op dit oogenblik gewikkeld is, hard nekkiger is geworden. Men heeft sedert een eeuw ook an dere bloedige worstelingen gezien tusschen Rusland en Polen deze werden echter meer geleverd tusschen het ver overd gebied en de regering van St. Petersburg zonder dat de russische natie zelve daaraan bijzondere aandacht wijdde, „Wat het nieuw en ernstig karakter van den tegenwoor- digen strijd uitmaakt, is de opwekking yan een nationalen hartstogt in Rusland, de deelneming betoond in het onder drukken van den opstand, en van dezen hartstogt is de diplo matieke interventie de aanleiding of het voorwendsel ge weest. Het is ten antwoord aan het westen dat de adressen aan den czaar zich vermenigvuldigd hebben en dat men alles heeft goedgekeurd, tot zelfs Mourawieff; op zoodanige wijze dat Europa zijn deel heeft van de verantwoordelijkheid in den rampzaligen toestand van Polen dat het zich door die onverbreekbare solidariteit vereenigt ziet met geheel een volk, hetwelk het ten verderve heeft gebragt door eene bescherming, welke tot nog toe van zoo weinig uitwerking was. „Ik weet zeer wel dat de staatkunde hare geheiraeu en vertragingen beeft; zij bezitkombinatiën, welkemen niet altijd kan doorgronden; maar dat men ten minste het schouwspel niet langer doe voortduren van mogendheden, welke door hare werkeloosheid bijstand verleenen aan hen, wier handelwijze zij openlijk afkeuren en diegenen zonder hulp laten, welke zij door hunne sympathie beschermen Doet, wat de getuigen bij eene zaak van eer doen die, als zij de twee personen niet tot elkander kunnen brengen, ten minste het gevecht aan beide zijden gelijk maken." *KETIJJW1NGEN. Te Veeve zijn binnengekomen de nederlandsche schoo ner Clemens, gezag v. H. Menldijk, van St. David; de neder landsche hoeker Francois, gezagv. A. van Eijk, en de engelsche schooner EJ-'orlgezagv. G. Eskdale, beide van Newcastle; alle met kolen naar Middelburg bestemd. HAXBELSBEKifeTEai. Graanmarkten enz. Amsterdam 21 oktober. Tarwe en gèrst onveranderd. Raapolie op zes weken f 41. Lijnolie opj'zes weken f 45|.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3