17 augustus 11. het bevel over de expeditie-troepen in Mexiko op zich genomen heeft, terwijl L'indépendance beige verze kert dat de maarschalk Forey in Frankrijk wordt terug ver wacht. Bij zijne terugkomst zal hij dus zelf zijne handelin gen kunnen toelichtenen verdedigen in den senaat, wanneer dit mogl noodig zijn. De aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk heeft ein delijk aan alle gissingen ten opzigte zijner aanneming der kroon een einde gemaakt. Eene algemeene volksstemming en eenige waarborgen zijn de misschien onmogelijke voorwaarden, van wier vervulling hij de aanneming der kroon zal laten afhangen. Terwijl in Polen de moorddadige strijd met de russen nu eens in het open veld, dan weder met dolk of vergift wordt voortgezet, verdiept zich de oostenrijksche, engelsche en fransche dagbladpers in gissingen omtrent den stand der onderhandelingen tusschen de mogendheden over de thans te volgen gedragslijn. Le Memorial diplomatique verzekert echter dat er nog volstrekt geene latere gedach- tenwisselingen hebben plaatsgehad. Dit laatste is welligt de meest juiste onderstelling. Lord John Russell toch is in de laatste dagen in Schotland geweest, de heer Drouyn de Lhuys vertoeft op zijne landgoederen, keizer Napoleon wordt eerst morgen te Parijs terug verwacht, de fransche ambassadeur aan het engelsche hof, baron Gros, is naauvve- lijks weder naar Londen teruggekeerd en prins von Met- ternich is uit de oostenrijksche hoofdstad vertrokken. De reis van prins Napoleon naar Londen wordt door de engelsche dagbladen alleen aan de begeerte naar land bouwkundige studiën toegeschreven en door enkelen nog altijd met de poolsche kwestie in verband gebragt. De voorstanders der eerste meening voeren als argumenten aan dat de prins slechts eenige bekende landhoeven heeft bezocht. Onder de bloedige tooneelen, welke in den laatsten tijd te Warschau plaats vonden, behoorde ook een mislukte aanslag op den generaal de Berg, welke van russische zijde weder eenige strenge represaille-maatregelen uitlokte. De Dantz. Zeitung bevat thans een dagorder van den revoluti onairen kominandant te Warschau, waarbij wordt erkend dat deze aanslag is uitgegaan van het voorloopig nationaal bestuur en wel om den russischen goeverneur te dwingen tot de openlijke verklaring «lat hij thans op Polen eene exterminatie-politiek zou toepassen, waartoe hij toch lang zamerhand zou zijn overgegaan, en dan altijd nog eenigen schijn van gematigdheid zou hebben in achtgenomen. Vol gens andere berigten uit Warschau zelf was de bestaande spanning onder de bevolking in de laatste dagen nog zeer vermeerderd. De koning van Griekenland wordt heden te Londen ver wacht om vervolgens omstreeks 12 oktober naar Parijs te vertrekken en zich op 22 daaraanvolgende te Toulon naar zijne staten in te schepen. De duitsche bondsdag heeft in zijne vergadering van 1 oktober me. bijna algemeene stemmen de voorstellen aan genomen, welke door de vereenigde komitees ten opzigte eener bondsexekiuie in de holsteinsche kwesiie waren in gediend. Volgens La France zouden sedert het ont« angen van het russische antwoord geene «liploraatieke stukken meer tus schen de drie regeringen gewisseld zijn en alle berigten daaromtrent medegedeeld verdicht wezen. Mexiko. De mexikaansche deputatie is zatunlag bij den aartsher tog Maximiliaan toegelaten. Op de aanbieding der kroon bij monde van don Gutierez de Estrada antwoordde de aartshertog het volgende: „Ik gevoel uiij getroffen door de wenschen. welke de vergadering van mexikaansche aanzien lijken heeft geuit en het kun dan ook niet dan lei jen tl zijn voor ons stamhuis dat zij het oog geslagen heeft op de af stammelingen van Karei den vijfde. „De roeping om Mexiko'sonafhankelijkheid en voorspoed te verzekeren onder de voortdurende bescherming van vrije staatsinstellingen is zeer verheven. Evenwel moet ik in volkomene overeenstemming met den keizer der fran- schen verklaren dat de monarchie in Mexiko niet kan worden gevestigd op wettige en duurzame grondslagen alvorens de vrije uiting der wenschen van de geheele natie heeft plaats gehad. „Ik moet derhalve de aanneming der keizerlijke kroon doen afhangen van een volksbesluit van alle mexikanen. „Van eetie andere zijde ben ik ook verpligt om noodza kelijke waarborgen te eischen tegen de gevaren, welke de onschendbaarheid en onafhankelijkheid der nieuwe mo narchie kunnen bedreigen. „Wanneer eenmaal die waarborgen zullen zijn verkregen en de stem des volks mij tot den troon zal hebben geroepen, ben ik gereed om met toestemming van den keizer, mijn soeverein, de kroon aan te nemen. »Mogt de Voorzienigheid mij tot deze verhevene bestem ming roepen, dan moet ik reeds nu mijn vast besluit doen kennen om naar het voorbeeld van mijn broeder door eene konstitutie den weg van den vooruitgang te betreden en om, nadat zij tot kalmte zal zijn gekomen, ouder eede een grondwettig pactum met de mexikaansche natie te sluiten. „Dit is het eenige middel om eene nieuwe en waarlijk nationale politiek in te voeren, waardoor alle staatkundige partijen hunne aloude twisten vergeten en er toe zullen kunnen medewerken om Mexiko tot een hoogeren rang onder de natiën te verheffen. „Brengt deze opregte betuigingen aan uwe medeburgers over en beijvert u om aan de natie de middelen te verschaf fen om op wettige wijze haar verlangen te doen kennen." Engeland. Men zal zich herinneren dat wij onlangs een brief me dedeelden van Lavinia, prinses van Cumberland en her togin van Lancaster aan The morning star, welke de bewe ring behelsde dat alleen zij die titels mogt voeren, welke ten onregte door koningin Victoria gedurende hare reis op het vaste land waren aangenomen. De regten dezer briefschrijf ster,bekend onder den naam van mis. Ryves, worden thans ook door het parlementslid William Cunningham verdedigd. Den brief aan bovengenoemd dagblad, waarbij dit punt wordt behandeld, achten wij te belangrijk voor de geschie denis van den tegenwoordigen tijd om hem onzen lezers te onthouden. „Aan den hoofdredakteur van The morning star. „Mijnheer, de zaak van mrs. Ryves, wier regten op den titel van hertogin van Lancaster op onbetwistbare wijze zijn aangetoond, hoewel zij tot nog toe steeds hare aanspraken door ellendige regtsgeleerde spitsvindigheden heeft zien ontkend, is eene zeer ernstige en onaangename zaak. „Hare moeder is door wijlen den hertog van Kent als zijne nicht erkend; zijne hoogheid legateerde aan deze zelfs eene belangrijke som; de eischen daaromtrent door mrs. Ryves ingesteld zijn echter altijd zorgvuldig ontweken door de kroon, welke in de subtiliteiten der wet hare toe- vlugt zocht. Mrs. Ryves zou in waarheid van honger hebben moeten omkomen, indien een vrijgevig vreemde ling haar niet te hulp wave gekomen en met bewijzen zijner onuitputtelijke goedheid had overladen. Van alle kwestiën, welke in den laatsten tijd voor de geregtshoven gebragt zijn, waaruit het bezwaar, zoo niet de onmogelijkheid bleek om zich zijne billijke eisschen ten opzigte der kroon te zien toegewezen, is deze, naar mijne raeening, de mon sterachtigste en treffendste geweest. „De bijzonderheden dezer kwestie worden medegedeeld in eene brochure van den heer Fleetman, van Fleetstreet, en ik geloof, zonder mij aan indiskretie schuldig te inaken, te mogen zeggen dat sir Fitzroy Kelly eene petitie in gereed heid brengt, welke mrs Ryves aan Hr. Ms. staats-sekretaris van binnenlandsche zaken zal overhandigen om «1e aandacht te vestigen op het ongelukkig lot waartoe zij gedoemd is en op de regtmatigheid van ten minste een gedeelte barer aanspraken. „Door «le openbaavmaking dezer ongelukkige zaak, zult ook gij, mijnheer, eene dienst bewijzen aan de regtvaar- digheid." The court chronicle voegt daarbij nog het volgende „Volgens het gerucht zou wijlen de hertogin van Kent in der tijd slechts met moeite de reis naar Engeland hebben kun nen bekostigeneven voor hare bevalling van eene doch ter, thans onze veelgeliefde koningin daar de hertog van Kent zich toenmaals in zeer benarde geldelijke omstandig heden bevond. De tegenwoordige vorstin van hctvereenigd koningrijk zou dan ook in een ander land dan Britannië het eerste levenslicht hebben aanschouwd, als mevr. Olivia Serres niet 400 pond had geleend aan Z. K. H. Deze dame is overleden even als cle hertogin van Kent. De dochter der eerste is thans arm en maakt te vergeefs aanspraak op het geen men haren rang verschuldigd is «le dochter der laatste is daarentegen op den rnagtigsten troon der aarde gezeten. „Men heeft onlangs medegedeeld dat deze ongelukkige mrs. Ryves, reeds zeer bejaard, gedurende langen tijd en ook nu nog van de eerste levensbenoodigdheden verstoken is. Mogt zij in dezen toestand overlijden, dan zou zonder twijfel iedereen de hevigste kreten van afkeuring slaken het zou dan echter misschien te laat zijn Duitse l»I an cl. De cirkulaire van den minister von Eulenburg in den Preussisclier Staats-Anzeiger, waarvan wij den inhoud zeer kort zamengevat in ons vorig nommer mededeelden, luidt aldus „De aanstaande verkiezingen nopen mij om u 's konings instruktie mede te deelen, welke 7 april 11. aan bet staats- ministerie is toegezonden. In dit dokument zegt zijne majes teit „dat zij bemerkt heeft dat verschillende ambtenaren, die middellijk of onmiddellijk tot «len staat in betrekking staan, zich bij de oppositie tegen het goevernement van Z. M. hebben gevoegd en dat zij, in plaats Z. M. krachtig te ondersteunen, haar juist hebben tegengewerkt. „Het heil des vaderlands, voegt Z. M. daarbij, eischt drin gend dat dergelijke tendenzen, welke onvereenigbaar zijn met de roeping van ambtenaar des konings, door alle mid delen worden bestreden, welke niet in strijd zijn met de wet, en dat men op de krachtigste wijze de zoo noodzakelijke eenheid bevordere tusschen alle organen der regering. „Het staatsministerie heeft ongelukkiglijk moeten erken nen dat de opmerkingen van Z. M. maar al te gegrond zijn de ondervinding, mijnheer de goeverneur, zal u tot het zelfde resultaat hebben geleid. Het is evenwel niet genoeg het kwaad te konstateren, men moet het op de doeltreffendste wijze bestrijden, „Mogt zich onder een gedeelte der ambtenaren eene min strenge opvatting voordoen van de pligten jegens hun ko ninklijken meester, het is dan meer dan tijd om hen op de nadrukkelijkste wijze de beteekenis van bun ufgelegden eed onder het oog te brengen. „Gaan zelfs andere ambtenaren in het schenden hunner pligten zoo ver dat zij zich openlijk tegenover de regering stellen, welke den koninklijken wil vertegenwoordigt, dan is liet noodzakelijk om alle middelen, wier toepassing de wet gedoogt, aan te wenden ter vernietiging van de oppo sitie der ambtenaren, die zich door hun gedrag onwaardig betoonen oui den eerbied, het prestige of het vertrouwen te genieten, welke hunne betrekkingen vorderen. „Als hoogste administratieve ambtenaar van het u toe vertrouwd distrikt; zijt gij in de gelegenheid, mijnheer de goeverneur, om de handelwijze der ambtenaren te kennen en hen gade te slaan. „Uwe verantwoordelijkheid omtrent het onberispelijke hunner dienstverrigtingen is dan ook grooter naarmate gij u meer in «le nabijheid dier ambtenaren bevindt «lan ik. Daarom mag ik ook van de eene zijde verwachten dat aan uwe aandacht geen enkel feit zal ontsnappen in den zin, welke ik zoo even bedoelde en van de andere zijde dat gij met het gewestelijk bestuur onmiddellijk de krachtigste maatregelen zult nemen, voor zooverre zij tot uwe bevoegd heid behooren, of mij onmiddellijk zult kennis geven van omstandigheden, waarin dergelijke maatregelen van ons moeten uitgaan. „In het bijzonder zijn die ambtenaren aan uw toezigt aanbevolen, die uit den aard hunner betrekking een grooten invloed moeten uitoefenen op hunne onderhoorigen of op het publiek waarmede zij in betrekking staan. Gij weet zelf, mijnheer de goeverneur, welke politieke kracht uwe betrekking bezit. De grootste ijver van een provinciaal bestuur blijft onvruchtbaar, indien zijn voorzitter staatkun dige gevoelens aankleeft, welke in strijd zijn met die der regering, indien deze zich door zijne handelwijze of zelfs lijdelijk verzet tegen de regerings-raaatregelen in plaats daartoe inede te werken, opdat zij op doeltreffende wijze worden ten uitvoer gelegd en met voortvarendheid dooi' alle middelen en bij iedere gelegenheid in den geest dev regering werkzaam te zijn. Het zelfde is het geval met de arrondissements-kommissarissen. „De regering kan dan ook niet toelaten dat een arron- (lisseraents-kornmissaris zijn iuvloetl tegen haar rigte en door daden de inwoners van het arrondissement misleide omtrent «Ie opvatting der bedoelingen des konings en der koninklijke regering. Men kan niet langer een arrondis- seraents-sekretaris dulden, die met schending zijner pligten als 's konings ambtenaar, in zijne dagelij ksche betrekkingen tot de bevolking blijken geeft van gevoelens van vijand schap jegens de regering en deze gevoelens zoekt voort te planten. „Dit zijn slechts voorbeelden ik laat u overigens zelve het oordeel over ten opzigte der hooge belangrijkheid om aan «le ambtenaren de uitgestrektheui der verpügtingen te leeren kennen, welke zij op zich genomen hebben toen zij in 's konings dienst traden. Gij zult derhalve zulke maat regelen nemen dat er bij de koninklijke regering geen twij fel meer behoeft te bestaan omtrent de getrouwheid der ambtenaren, die betrekkingen beklee«len, welke vooral in dit opzigt belangrijk zijn. Dergelijke twijfel zou ontstaan als die a«nbtenaren, in de gevallen waarbij de koninklijke regering op de getrouwheid en algeheele medewerking barer organen vertrouwt en moet vertrouwen, hunne lijde lijke houding blijven handhaven oin aldus de overwinning teverzekeren aan de tegenstanders der regering. „Al wie «len eed van „„eerbied, getrouwheid en gehoor zaamheid aan den koning, zijn «loorluchtigen lieer"" heeft afgelegd, is noch als kiezer, noch als gekozene van dien eed ontslagen, en als Z. M. bepaaldelijk den konstitutionelen weg aanwijst, waarop zijne ambtenaren hem moeten verge zellen, dan zijn allen verpligt hem te gehoorzamen. Boven dien zijn zij. welke door de koninklijke genade en door een bijzonder vertrouwen tot belangrijke staatkundige betrek kingen zijn geroepen, verpligt om «le koninklijke regering op «le ijverigste wijze te ondersteunen. „Ik vervvachf «Jan ook dat gij zei f in dien zin werkzaam wilt zijn. Laat bij de administratieve ambtenaren in uw distrikt geen twijfel over omtrent de verwachting en den wensch der koninklijke regering dat zij bij de aanslaande verkiezingen eene houding zullen aannemen, gelijk aan getrouwe ambtenaren des konings betaamt. „Het betreft op ditoogenblik kwestiën van te overwegend belang. Het verschil van gevoelens, hetwelk zich geopen baard heeft, is te gewigtig dan dat de regering afstand doen zou van de regten. welke zij op hare ambtenaren bezit, en dan dat zij de zelfdezachtmoedigheid zou betoonen, waartoe zij in andere omstandigheden welligt geneigd zou wezen; liet de regering den vijand in eigen legerplaats handelen, dan zou zij verraad plegen ten opzigte der zaak, met de verdediging waarvan zij zich met overtuiging en opregtheid belast beeft. „Berlijn, 24 september 18G3. „De minister van binnenlandsche zaken, graaf von Eulenburg." De Nordd. Zeitung bevat eene cirkulaire van den mi nister van openbaar onderwijs in Pruissen, waarbij de hier boven bedoelde instruktiën «les konings van 7 april 1863 ook van toepassing worden verklaard op «le professoren en onderwijzers van eiken rang. De Preussisclier Staats-Anzeiger bevat hetministeriëel besluit houdende vaststelling der voorloopige verkiezingen op 20 oktober en der «lefinitieve verkiezingen op 28 daar aanvolgende. INGEZONDEN STUKKEN. In uw nommer van 5 september lees ik een artikel over de kinderziekte in de gemeente Bruinisse, met de zeer regtraa- tige opmerking dat de gemeenteraad bevoegd is om maat regelen le nemen tegen de verspreiding van dergelijke ziek ten. Ik kan u daaromtrent raededeelen dat in 1861 onder het vorig bestuur eene verordening was vastgesteld, bepaal delijk met betrekking tot de kinderziekte en vakcinatie. Doch de gemoedsbezwaren van sommigen daaromtrent waren van dien aard, «lat men alles in het werk stelde om die verordening te vernietigen. Het vorig bestuur bleef zijue stelling getrouw, „dat men het algemeen belang niet raag opofferen aan de individuele gevoelens van enkelen, die eene bijzondere rigting in het godsdienstige zijn toegedaan." Niet zoodra is het vorig bestuur gedeeltelijk afgetreden en een nieuw hoofd aan die gemeente gegeven, of «le verorde ning optie vakcinatie wonlt ingetrokkenen vernietigd. Met verbazing weruam men dit en begreep niet hoe het mogelijk is, "dat hét hooger bestuur zich daartegen niet verzette. Indien nu dêpokken in die gemeente zich uitbreiden, waar voor allé vrees bestaat, dan zullen welligt de rampen vrees- selijk zijnen de gewilligen ook voor de onwilligtn raoètëifr

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3