die raanuskripten aldaar persoonlijk verborg, toen hij, beschuldigd van wapens aan de vijanden der republiek te hebben verkocht, in 1793 naar de engelsche hoofdstad vfugtte. Men leest in de Phare de la LoireEenige abonnés op duitsche dagbladen hebben een proces begonnen tegen het algemeen bestuur der posterijen in Frankrijk, daar die bladen hun óf niet óf te laat bezorgd werden. Zij vorderen hiervoor schadevergoeding, daar, volgens hun zeggen, door die slechte bezorging de waarde van hun abonnementgroo- tendeels verloren gaat. Men wil weten dat de maatschappij van den Great Eastern te Londen heeft besloten dit kolossale stoomschip in het openbaar te verkoopen. Therniometerstand. 26 sept. 's morg. 7u. 51 's inidd. I u. 60 's av. 11 u. 52 gr. 27 n 's morg. 7 u. 50 'smidd. 1 u. 60 'sav. 11 u. 51 gr. 28 'smorg. 7 u. 50 's raidd. 1 u. 5S gr. Staten generaal. TWEEDE KAMER. In de zitting van vrijdag, ten 1 ure geopend, heeft de heer van Reenen, nieuw benoemd voorzitter voorliet tegenwoor dige zittingjaar, zijne betrekking aanvaard met de navol gende rede Mijne heeren „Wederom heeft het onzen geëerbiedigden koning be haagd mij, naar aanleiding van de voordragten dezer kamer, tot uwen voorzitter te benoemen. „Dankbaar voor dit bewijs van vertrouwen mij op nieuw geschonken, aanvaarde ik eene betrekking, waarvan eene vijfjarige ondervinding mij de bezwaren, maar niet minder het vele goede heeft doen kennen. Ik aanvaard haar met het innig voornemen om de pligten, welke zij brengt, naar mijn beste vermogen te vervullen. „CLertuigd dat vrije diskussie een levensbeginsel is voor eene konstitutionneie vergadering, heb ik steeds onder alle omstandigheden getracht haar niet meer te beperken dan tot het behoud der orde volstrekt wordt vereischt. Die gedragslijn wensch ik te blijven volgen, maar daarbij even als in andere opzigten is uwe medewerking noodig, en ik roep met vertrouwen de ondersteuning in die mij tot lieden zoo ruimschoots werd verleend. „Laat ons. mijne heeren, uiet ter zijdestelling van alles wat aun de behandeling van 's lands zaken vreemd behoort te blijven, bij onze beraadslagingen en in het volbrengen van onze overige werkzaamheden door ijver, kalmte en onpartijdigheid toonen dat wij onze edele roeping waardig zijn, opdat «le natie meer en meer de overtuiging erlange, dat zij in deze kamer vertegenwoordigd wordt door man nen die met naauwgezetheid hare belangen behartigen en wakende voor het behoud van instellingen en regten, waarop zij prijs stelt, bereid zijn mede te werken tot eiken maatre gel, die strekken kan tot bevordering van hare welvaart. „Mogen wij daarbij den onmisbaren zegen des Alleihoog- sten ondervinden en onze pogingen ten beste van het vader land met een gunstigen uitslag bekroond worden. „Ik verklaar het voorzitterschap van de tweede kamer der staten generaal te aanvaarden." De kamer heeft zich vervolgens gekonstitueerd. Er zijn ingekomen 1. de navolgende wetsontwerpen: 1. tot regeling van de wijze van beheer en verantwoor ding der koloniale geldmiddelen-, 2. tot onteigening van perceelen voor den spoorweg van Venlo naar Helmond; 3. tot verbreeding van een voetpad te Vaals -1. tot verbree ding van de hoofdstraat teMeppel; 5. tot wijziging der hoofdstukken II, VII A en VII B der begrooting van 1862; 6. tot vaststelling der begrooting voor den arbeid der gevan genen voor 1861-7. tot intrekking der quarantaine maat regelen vervat in r)e publikatie van 10 jan narij 1805; 8. tot vaststelling der begrooting voor den aanleg van staatsspoor wegen voor 1864; 9. tot wijziging en aanvulling van hoofd stuk VIII der begrooting voor 1862; 10. tot regeling van het fonds, voortspruitende uit koopprijzen van domeinen voor 1SG4, en 11. houdende bepalingen in geval van wan betaling van boeten in strafzaken. 2. Onderscheidene regeringsbescheiden en rekeningen, die in handen van kommissiën zijn gesteld. 3. Een tai verzoekschriften, waaronder een nieuw adres van den heer Stieltjes en eene dankbetuiging van het israë- litiseh konsistorie te Straatsburg, wegens de verwerping van liet traktaat niet Zwitserland. 4. Een koninklijk besluit waarbij de minister van finan ciën gemagtigd wordt de staatsbegrooting voor 186-1 in te dienen, hetgeen op morgen (zaturdag) ten 2£ ure zal plaats hebben. De heer van Eek bragl rapport uit namens de kommissie, in wier handen waren gesteld de geloofsbrieven van den heer Geertsema, waarna die heer werd beëedigd en toege laten. Daarna is de kamer in de sektrën overgegaan tot het kie zen van de voorzitters en onder-voorzitters, de leden van de kommissie voorde petitiën en voor de redaktie van het kon- cept adres van antwoord op de troonrede. Tot leden der laatste kommissie zijn benoemd de heeren de Braauw, van Goltstein, Kappeijne van de Coppello, van Eek en Gevers Deynoot. In de zitting van zaturdag heeft de minister van financiën de begrootingswetten voor 1861- ingediend. Volgens de gedane mededeelingen bedraagt de raming der uitgaven f98.142,767; die der inkomsten f 9S,732.9 1-9. Onder de uitgaven zijn begrepen I 5£ millioen voor den aanleg van staats spoorwegen, 1 millioen voor den waterweg van Rot terdam naar zee, bijna 6 millioen voor amortisatie en f 300.000 voorpremiën voor den aan voer van vrije arbeiders uit Suriname, zoo dat liet bedrag der gewone uitgaven is 73,508,514; in IS63 bedroeg de raming, na aftrek der buitengewone uitgaven f73,485,262. De verhooging ont staat door de uitgaven voor verbetering van de Maas en het hoofdstuk marine, wegeusde pantsering van schepen. De minister verdeelde zijne rede in vier punten 1. den toe stand der geldmiddelen in het algemeen2. de begrooting; 3. de voornemens op het gebied der belastingen, eu 4. een tweetal financiële beschouwingen. De uitkomst was dat de financiële toestand allezins voldoende is. Ten opzigte van bet stelsel van belastingen deelde de minister mede, dat hij het niet wenschelijk geoordeeld had het zelfde zaïnenstel van wetten met anderen vermeerderd aan te bieden; liever verkoos hij indiening eener afzonderlijke wet tot afschaf fing van den akcijns op de brandstoffen met eene verhoo ging van den akcijns op het gedistilleerd, omdat dit kon geschieden zonder het stelsel te prejudiciëren. Het wets ontwerp betrekkelijk de wijziging der grondbelasting in Limburg zou spoedig wederom worden ingediend, terwijl ook de wet op de personele belasting, gewijzigd, weldra kon worden te geiuoet gezien. De nieuwe zegel- en registratie- wet is gereed. Hetgeldelijk verlies,daaruit voortspruitende, zal worden gedekt door verhooging van den akcijns op de suikers, bieren en azijn. Ook is de minister voornemens nog in deze zitting eene nieuwe komptabiliteitswet voor bet moederland in te dienen. In deze zitting heeft de heer van Heiden Reinestein medegedeeld, dat hij door zijne herbenoeming tot kanton- regter te Assen, met 1 oktober ophoudt lid der kamer te zijn. Is ingekomen eene missive van den minister van koloniën, houdende het besluit betrekkelijk de suikerregeling en eene nota van toelichting. Zij is gesteld in handen eener kom missie, bestaande uit de heeren Mijer, van Bosse, Dullert, Gevers Deynoot en van Nispen. Het koucept-adres van antivoord op de troonrede wordt ter tafel gebragt en naar de sektiën verzonden. Daarna is de zitting gescheiden. Heden is ingekomen het toegezegde wetsontwerp betref fende het zegel en de registratie. De beraadslagingen over het outwerp-adres van antwoord op de troonrede zijn tegen morgen aan de orde gesteld. De staatsbegrooting voor 1864 bevat de volgende eind cijfers van hoofdstukken: I. (Huisdes konings)f 900,000, II. Hooge kollegiën van staat) 588,029, 111 A. (Departemeiitvaubuitenl. zaken)- 529.245, III B. (Administratie der R. K. eered.) - 668.672,80^ IV A. (Departement van justitie) - 2,933,741, IV B. (Administratie hervormde en andere eeredienstea) - 1,732,886,58£ V. (Departement van binnenl. zaken) - 24,251,687,34 VI. (Departement van marine)8,739,953, Vil A. (Nationale schuld)- 34,976,977,27 VII B. (Departement van financiën) - 6,749,000, VIII. (Departement van oorlog) - 12,733,000, IX. Departement van koloniën) - 3,269,572,92 X. (Onvoorziene uitgaven)- 50,000, Totaal - f 98.142,767,92 De raming der middelen is: Grondbelastingf 10.435,450,— Personeel7,332,000,— Patenten2,982,400,— Akc.jnseu18,080,000,— Indirekte belastingen- 12.489,000, In-en uitgaande regten- 3,939,936, Waarborg gouden en zilveren werken - 256,500, Domeinen1,259,400,— Posterijen2,100,000,— Telegrafen305,700,— Staatsloterij410,000,— Jagt en visscherij100,000, Loodsgelden700,000,— Regt op de wijnen - 598, Verschillende ontvangsten en toevallige baten1,701,879, Rente van België- 400,000. Tweede termijn, afkoop Scheldetol - 3,809,253,33 Rente der nog onbetaalde afkoopsom. - 342.S32.80 Koloniaal batig slot- 19,463.000, Rente uit de koloniale geldmiddelen .- 9,800,000, Bijdrage uit koloniale geldmiddelen - 2,825,000, f 98,732,949,13 BUITENS, AN O. Algemeen overzigt. Gisteren en eergisteren heeft de bevolking der fransche hoofdstad weder eene fase van ongerustheid doorleefd,waarbij de poolsche kwestie in veler gemoederen de meestoorlog- zuchtigsie vormen aannam. Men liet den minister van bui- tenlandsche zakeu Drouyn de Lhuys aftreden; men riep baron Gros terug om hem door den heer Walewski te doen vervangen; men beschouwde de aanstaande reis van prins Napoleon naar Londen gelijk zijne reis naar Turijn even voor het uitbreken van den italiaanschen oorlog; merrsprak^ van den last aan den hertog de Grammont gegëv»n*om bjpi Oostenrijk aan te dringen op eene gewapende tn$sch&ffv komst; men liet den heer von Budberg vertrekken om niet weder terug te komen. Van zoo groot een aantal schrikbeelden is op dit oogen-;' blik evenwel slechts weinig meer overgebleven. De fransche Moniteur, welke dezer dagen het manifest van de voorloo- pige poolsche regering aan prins Czartoryski bad opgeno men. ruimt thans ook eene plaats in voor de redevoering van keizer Alexander, uitgesproken hij de opening van den finschen landdag. Verschillende officieuse dagbladen be spreken de bezwaren van een door Frankrijk alleen te voeren oorlog tegen Rusland, terwijl ook boven bedoelde beweerde veranderingen in kabinet of legatie geenszins op aannemelijke gronden schijnen te steunen. Ware er sprake van een opvolger voor baron Gros, wiens gezondheidstoe stand dit welligt spoedig noodzakelijk zal maken, dan zou daaruit overigens nog geenszins voortvloeijen dat de zoon der poolsche gravin Walewska in deze omstandigheden daartoe moest gekozen worden. De pogingen der officieuse dagbladen La France en.Le pays om ten overvloede het oorlogzuchtig waas weg te nemen, hetwelk over de handelwijze der fransche regering verspreid lag ten opzigte van de opneming der poolsche depeche aan prins Czartoryski, bewijzen tegen de alarmisten van het oogenblik. „De regering zegt La France heeft waarschijnlijk bij het opnemen in den Moniteur van het poolsch doku- ment gemeend dat de algemeene bekendheid daarvan haar niet veroorloofde dit aau de lezers te onthouden. Het was overigens noodzakelijk dat het gevoelen der polen omtrent de tusschen Rusland en de drie mogendheden gewisselde notas werde bekend gemaakt en gekonstaleerd. Heeft het officieel dagblad niet dikwijls ook stukken opgenomen, welke van den heer Jefferson Davis afkomstig waren, zon der dat dit door de publieke opinie of in de internationale betrekkingen als eene erkenning der konfederatie van het Zuiden werd beschouwd." Men ziet dat La France de vrij tot de amerikaansche unie toegetredene gewesten en de daarvan emanerende stukken met de door geweld ingelijfde poolsche provinciën en hare manifesten durft gelijk stellen. Le pays geeft van het opnemen der poolsche depeche weder eene andere verklaring. De Moniteur bezit zoo beweert dit dagblad een tweeledig karakter, het karakter van officieel orgaan der regering eu het karakter van dag blad gelijk elk ander. De mededeelingen in het officieel gedeelte hebben eene bijzondere strekking: zij brengen de handelingen of gevoelens der regering ter kennisse van het publiek; het niet-officieel gedeelte bevat even als andere dagbladen mededeelingen waarin het publiek kan geacht worden belang te stellen. In dit gedeelte zijn zelfs wel cir- kulaires van den generaal Mourawieff opgenomen, waardoor de Moniteur zich toch zeker wel niet voor deze stukken ver antwoordelijk stelde. Le temps vraagt aan Le pays waarom dan in het niet officieel gedeelte van den Moniteur niet alle mededeelingen dadelijk als zij in andere dagbladen verschijnen worden opgenomen en waarom niet vroeger de openingsrede van den russischen keizer in den finschen landdag is medege deeld. Le pays zou eenvoudig kunnen antwoorden wegens plaatsgebrek Waartoe trouweus dergelijke diskussie? Iedereen weet immers dat de fransche regering overtuigd was, door het opnemen van bet poolsch manifest eene demonstratie te doen, evenzeer als het thans overtuigd is door de opne ming van de keizerlijke openingsrede eene tegen-demon stratie te hebben gedaan en een verband op de voor het oogenblik geslagene wonde te leggen. Terwijl Oostenrijk, in het bezit van Gallicië en Krakau, nog altijd eene ietwat zonderlinge positie inneemt in de ligue ten gunste van Polen, schijnt hel weldra weder in Ve netië met revolutionaire pogingen te zullen moeten worste len. Eenige dagen geleden toch bevatte "le Unita italiana een manifest van het venetiaansch vrijheidskomitee,waarbij de italiaansche bewoners van dit oostenrjksch gewest wor den opgeroepen om zich ten strijde toe te rusten voor de geheele bevrijding van Italië. Of dergelijke uitingen van het komitee wel gunstig zullen werken op de reeds verflaau» wende sympathie van Oostenrijk voor Polen en keizer Frans Jozef onder deze omstandigheden tot meer zamen- werking met Frankrijk en Oostenrijk zullen nopen, valt zeer te betwijfelen. Men zal zich misschien herinneren dat wij reeds in julij van het vorige jaar de partij-oneenigheden besproken, welke te Genève sedert eenigen tijd ontstaan zijn tusschen de radikalen onder den heer Fazy en de meer liberale opposi tie-mannen. Het bestaan van een speelbank in het huis van. den heer Fazy was vooral het punt, waaromtrent de strijd gevoerd werd. Sedert dien tijd werd die strijd voortgezeten thans is de raad van Genève ontbonden geworden De ge moederen zijn vrij opgewonden zoo dat de strijd bij de aan staande verkiezingen voor afgevaardigden van het kanton Genève naar den Nationalrath te Bern, vrij hevig zal zijn. Volgens de laatste berigten uit New-York werd de ves ting Charleston door de zuidelijken steeds verdedigd. Tus schen de bevelhebbers der noordelijken, den generaal Gil more en den admiraalDahlgreen is onlangs eene oneenigheid ontstaan, waardoor de zamenwerking van landmagt en zeemagt eenige belemmering ondervonden heeft. Degene- raai Gilmore heeft ihans zijn ontslag ingediend, doch men geloofde te New-York dat dit even als met den generaal Burnside het geval was niet zou worden aangenomen en de admiraal Dahlgreen door een ander zou vervangen worden. Intusschen heeft de heer Seward eene nieuwe cirkulaire gerigt aan de legatiën in den vreemde om de bewering tegen te spreken dat de gefedereerden niet bij magte zijn om/de -Linie te herstellen. Hij betoogt hetgeen ons aan de nota's -•&an vorst Gortschakoff herinnert dat de zuidelijken v V, iral aan de sympathie en de hulp van het buitenland 'kracht ontleenen om de worsteling voort te zetten. Wil.. Europa den vrede in Amerika spoedig hersteld zien dit verlangen bevredigen door bijstand noch syrn-^w vfrathie nieer te verleenen en de amerikaansche natie zelve hare oneenigheden te doen beslechten. Uit Vera Cruz is het berigt ontvangen dat de fransche troepen weldra een veldtogt naar het mexikaansch binnen», land zouden ondernemen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3