MIDDELRURGSCHE
G O U R A i\ T.
Donderdag
1863.
20 Augustus.
èOlJS
Y* iw i
N° 100.
Editie van woensdag avond 8 ure.
Middelburg 19 augustus.
De gemeenteraad alhier hield heden middag de aange*
kondigde zitting, waarin o. a. zijn overgelegd de geloofs*
brieven der nieuw benoemde leden. Nadat deze door eene
daartoe benoemde kommissie zijn onderzocht en jn orde
bevonden, is besloten de benoemden in september e. k, bij
vernieuwing als leden van den raad toe te laten.
Naar aanleiding eener tnededeeiing van het koninklijk
besluit, waarbij aan de zienswijze yan den rand ten opzigte
van het aan 't burgerlijk armbestuur te verleenen subsidie is
toegegeven, is besloten: het besluit van den raad van 22
julij jl. tot het verleenen van een krediet aan burgemeester
en wethouders ten bedrage van f 13,000 tot bestrijding van
verplegingskosten van het armwezen in te trekken, en voorts
aan het burgerlijk armbestuur over 1863 ter bestrijding van
verplegingskosten van hier armlastigen te verleenen een
subsidie van f 25,763,52£, behalve de f8,300, welke bij
besluit van 23 januarij jl. reeds in voorschot zijn verstrekt.
Aan den heer L. Janse Bz., benoemd tot lector aan de
kweekschool voor zeevaart te Amsterdam, is op verzoek
ontslag verleend als lid der gezondheids-kommissie alhier.
Onder kennisgeving door het bestuur der Nederlandsche
maatschappij tot bevordering van nijverheid, dat de alge-
ineene vergadering en het kongres in het volgende jaar
alhier zullen gehouden woeden op den tweeden dingsdagin
julij en volgende dagen is tevens de medewerking van het
gemeentebestuur ingeroepen, om het verblijfin Zeeland voor
de afgevaardigden bij die gelegenheid zoo aangenaam moge
lijk te maken. Volgens tnededeeiing cles voorzitters hebben
burgemeester en wethouders hieraan bij het opmaken der
geraeentebegrooting gedacht, en zal bij de behandeling
daarvan door den raad hieromtrent eene beslissing kunnen
worden genomen.
Een aanbod van de fabriekanten Lindo co., te Rotter
dam en Delfshaven, tot het leggen van eenige honderden
ellen trottoirs a f250 per 100 vierk. el, zal mede bij de be
handeling der gemeeniebegrooting worden besproken.
De gemeeniebegrooting voor 1861- is overgelegd en in
handen der financiële kommissie gesteld.
Goedgekeurd zijn de rekening van den schuttersraad, die
van het bestuur der godshuizen en die der gemeente Mid
delburg over 186 2.
Aan liet burgerlijk armbestuur is magtiging verleend tot
eenige af- en overschrijvingen op de begrooting waarbij
tevens is gewezen op de verhooging van den post voor medi
cijnen. Aan burgemeester en wethouders is een onderzoek
opgedragen, in overleg met het armbestuur, welke maatre
gelen er in het belang van het armwezen kunnen worden
genomen, om de verhooging van subsidiën te voorkomen.
Van een en ander geven wij in ons volgend noramer een
meer uitvoerig verslag.
Door de kommissie van geneeskundig onderzoek en toe-
voorzigt in Zeeland, zijn geëxamineerd en bevorderd de
heeren H. M. Hennequin en J. M. Janssen tot stedelijk
heel- vroed- en plattelands heelmeester. De heer G. A.
Peters, tot stedelijk heel-en vroedmeester. De jufvrouwen
J. Cornelis en M. Meijnderts, tot stedelijke vroedvrouwen.
Terwijl aan een plattelands heelmeester en een apotheker,
alsniet genoegzaam voldaan hebbende, uitstel is verleend.
Op donderdag den 17 september a. s. zal in het lokaal van
het ministerie van binnenlandsche zaken te 's Gravenhage,
worden aanbesteed de voortzetting van het graven van het
kanaal door Zuid-Beveland, in twee perceelen.
Als een blijk dat de luidste klagten niet altijd de meest
gegronde zijn,en ten bewijze dat de kreten van verontwaar
diging die nu en dan over de langzame voortzetting der
werkzaamheden aan de staats-spoorvvegen opgaan, niet
altijd volkomenbillijk zijn, nemen wij het volgende uit de
Groningsche courant over. Wanneer dat dagblad klaagt
over miskenning van de belangen zijner provincie verliest
het blijkbaar weder geheel uit het oog dat in Zeeland reeds
gedurende 18 jaren met ernst en schier zonder ophouden
gestreefd is naar den aanleg van spoorwegen, en dat de
pogingen hier hij herhaling en van verschillende zijden ter
verwezenlijking van eene verbinding aan het wereldverkeer
beproefd, vaak op tegenwerking zijn afgestuit.
„Er wordt van het geduld van betNoorden, in zake spoor
wegen, zoo schrijft genoemd blad waarlijk al te veel
gevergd. Niet alleen dat de spoorweg te Groningen het
laatst, zoo het schijnt, van alle onze spoorwegen tot stand
zal komen en «Ie spoorweg van Groningen op Meppel,
waarbij men hier zoo veel belang heeft, nog het allerlaatst;
zelfs met de spoorwegen, die in onze rigting leiden, gaat
het zeer langzaam.
„Bij herhaling is gewezen op den spoorweg tusseben
Zwolle en Meppel, voor den centraai-spoorwegen voor alle
andere beraamde spoorwegen in het noord oosten des rijks
van zoo overwegend gewigt. Deze kleine afstand behoorde
thans voor alle andere in bewerking te zijn en niets duidt
nog aan, dat men er in ernst aan denkt.
„De provincie Groningen beklaagt zich over de einde-
looze vertragingen, en dit gewest heeft regt van spreken
want en dit is niet algemeen genoeg bekend reeds vóór
vele jaren heeft men van hier pogingen aangewend tot het
verkrijgen van koncessie om de stad Groningen met de
westbaan in Hannover door een spoorweg te verbinden,
zonder dat, als ik wel onderrigt ben,-er zelfs ooit antwoord
op deze aanvrage gekomen is. In het verslag aan de staten
van Groningen over 1855 en 1856 lezen wij het volgende
„De provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Over
ijssel maken wat de oppervlakte betreft, nagenoeg en, wat
de bevolking aangaat, omtrent van het koningrijk uit. In
produktief vermogen staan zij nietbeneden de andere deelen
van het rijk.
„Luider en luider verheffen zich allerwege stemmen ter
bevordering van den aanleg van spoorwegen, en het is zoo.
zoo lang de noordelijke gewesten verstoken blijven van
deze versnelde kommunikatie-middelen, zullen zij bij andere
landen en provinciën achterblijven in vooruitgang en ont
wikkeling."
De opening van den spoorweg Leeuwarden Harlingen
is thans definitief vastgesteld op 1 oktober aanstaande
Z. IC. H. prins Hendrik der Nederlanden is jl. vrijdag te
Frankfort aangekomen, tot bijwoning van het aldaar te
houden vorsten-kongres.
Men weet dat sedert eenigen tijd het nieuwe gebouw
voor den hoogen raad der Nederlanden gereed was, maar
dat er onderhandelingen gevoerd werden tusschen den minis
ter van justitie en dat hoogste regterlijk kollegie, overliet
meubeleren enz. van dat gebouw. Daar de regering de
tegenwoordige gebouwen van den hoogen raad tot een
ander einde wenschte te bestemmen, zoo is in den laatsten
tijd de aandrang om het nieuwe gebouw te betrekken, van
regeringswege sterker geworden, zoo zelfs dat er een uiter
ste termijn tot inbezitneming daarvan werd bepaald, (laai
de minister van justitie zich anders verpligt zou hebben
gevoDilen, bet nieuwe gebouw ter beschikking van den
minister van binnenlandsche zaken testellen. Thans ver
neemt men, dat de onderhandelingen tot eene gewenschte
uitkomst hebben geleid en dat de hooge raad nog in den
loop van het jaar het nieuwe gebouw op het plein betrekken
vn het oude gebouw, waarin het 25 jaren heeft doorgebragt,
eerlaten zal.
In de vorige week zijn te Vlaardingen vijf schepen
aangekomen met 70 a. 120 tonnen haring, niettegenstaande
deze geringe aanbrengst hebben de prijzen eene nog al aan
merkelijke daling ondergaan, zijnde de laatst bestede prijs
f 31 geweest, waartegen echter geen koopers meer zijn.
Men schrijft ons uit 's Gravenhage van 17 augustus
„Ter gelegenheid van de groote haarlemsche tentoonstel
ling, nu twee jaren geleden, was het uw blad hetgeen er de
aandacht op vestigde, dat de tijd der algetneene tentoonstel
lingen voorbij is door de onmetelijke uitgebreidheid die het
veld der nijverheid in onze dagen verkregen heeft, en dat de
toestand van elk afzonderlijk vak slechts op afzonderlijke
tentoonstellingen gewaardeerd kan worden. De haagsche
afdeeling der vereeniging ter bevordering van fabriek- en
handwerksnijverheid in Nederland, handelde overeenkom
stig dien wenk toen zij in januarij van dit jaar haar pro
gramma uitvaardigde voor eene hier te houden tentoonstel
ling van metalen en daaruit vervaardigde voorwerpen, en
werkte de door u verkondigde denkbeelden nog verder uit,
door in art. '1 van dat programma te bepalen, dat niet alleen
die voorwerpen in aanmerking zouden komen die door
bewerking of hoedanigheid uitmuntten, maar vooral die,
welke zich wegen3 bruikbaarheid, nut, eenvoud en tevens
weinige kostbaarheid onderscheidden. Aan dezen wensch
is door verscheidene inzenders voldaan, maar nog niet in
die mate als gewenscht zou zijnveel draagt nog te zeer den
stempel van prachtstukken, die alleen voor zeer gespekte
beurzen verkrijgbaar zijnen dus van geen algemeen belang
kunnen gerekend worden.
„De tentoonstelling werd heden morgen tegen half twaalf
door den prins van Oranje als eere-voorzitter met eene
korte toespraak geopend, welke de burgemeester dezer stad,
als voorzitter der kommissie van beheer, beantwoordde. De
muziek der stedelijke schutterij begeleidde dit alles met fan
fares, en terwijl de prins met de kommissie en een aantal
voorname genoodigden, waaronder verscheidene ministers
en de koromissaris des konings in Zuid-Holland, de zalen
doorwandelde, deed zich orgelspel hooren. Reeds ten half
een werd de toegang opengesteld voor het publiek, dat door
eene drukke opkomst blijken van zijne groote belangstel
ling gaf. Op vrijdag 21 augustus zul ten twee uur de uitrei
king der medaljes aan de bekroonden plaats hebben, die
echter nog niet bekend zijn. Het rapport der jury van be
oordeeling wacht nog op openbaarmaking, of is welligt nog
niet geredigeerd, want morgen zullen nog proeven met de
ingezonden hrandspuiten en de duikerklok worden geno
men. Voor de leden der vereeniging en.de inzenders is een
geheel programma van feestelijkheden op verschillende
dagen, geredigeerd, waartoe het publiek geen toegang heeft.
„De katalogus omvat 13U0 nommers en de kommissie van
beheer verdient hoogen lof voor de smaakvolle en gemak
kelijke wijze waarop zij die talrijke, somwijlen zeer omvang
rijke voorwerpen, heeft weten te rangschikken. Bij de meeste
nommers zijn de prijzen vermeld, een onmisbaar faktor voor
de beoordeeling van het ten toon gestelde. Enkele fabrie
kanten hebbenerechtereen geheim van gemaakt wat hunne
artikelen moeten kosten en daardoor tegelijk afstand gedaan
van alle eervolle onderscheiding; want art. 19 van het pro
gramma zegt uitdrukkelijk, dat de voorwerpen, waarvan
geen prijs is opgegeven, niet voor de bekrooning in aanmer
king kunnen komen. Misschien is het er mede gelegen ais
met tentoonstellingen van schilderijen, waar sommige schil
ders, die een voorgevoel hebben (ïat zij de medaljes toch
zouden raisloopen. de eer aan zich houden en verklaren dat
zij „buiten mededinging" willen blijven.
„De zalen zijn doelmatig versierd met vlaggen langs de
wanden, waartusschen de wapens van verschillende provin
ciën en steden hangen. De achtergrond der groote zaal
wordt door het borstbeeld des konings tusschen wapen
trofeeën ingenomen. In het midden der ruimte staat eene
piramide met voortbrengselen der blik-en koperslagerij van
de wed, J. Bekkers en zoon te Dordrecht, kasten met de
zilverwerken van de heeren J. M. van Kempen te Voor
schoten, J. M. Lucardieen H. W. van Loon te Rotterdam,
A. Bonebakker en zoon en B. 11. en J. B. Citroen te Am
sterdam, P. de Meyer te 's Gravenhage enz. Overigens zijn
er langs de wanden stellaadjen geslagen, die de overige voor
werpen dragen.
„Alle artikelen, die de katalogus vermeld, op te sommen,
zou ondoenlijk zijn, zoo dat wij ons tot de meestopmerke-
lijke zullen bepalen.
„Reeds dadelijk staan wij in de vestibule voor een volle
dig metalen zomerhuisje uit de metaalwarenfabriek van
J. T. Seliölte te Amsterdam, die eene groote en prachtige
kollektie voorwerpen van den meest uiteenloopenden aard,
als pendules, vogelkooijen, kolenbakken, stoelen,statuetten,
kamerkroonen, lampen ledekanten enz., heeft ingezonden.
De achtkante koepel met bordes en drie groote vensters,
terwijl de plaats van het vierde door de deur wordt inge
nomen, alles met geel satijnen gordijnen, is van witgeschil
derd geslagen ijzer, met zinken ornamenten. Op de treden,
die buiten rondom het geheele koepeltje loopen, staan vier
bronzen beelden. Inwendig is het gebouwtje met palisan
der-, citroen- en satijnbont bekleed met ingelegde» vloer.
De ijzeren tafel is te gelijk voor bloemenmand en fontein
ingerigt en met vier ijzeren stoeltjes omgeven, terwijl van
de zoldering eene fraaije kroon voor petroleum afhangt.
De geheele koepel kan uit elkander genomen en in eene
kist gepakt worden.
„Zoodra men de groote zaal binnentreedt valt het oog op
twee duikerspakken, die opgevuld zijn, zoo dat twee dui
kers in vol kostuum als het ware de deur bewaken. Men
heefter zelfs handen aan gemaakt, die den ijzeren stok hou
den, waarvan die werklieden zich bedienen om den bodem
te voelen. De volledige uitrusting bestaat in een zwaren en
blinkenden koperen helm met groote glazen voor de oogen,
en van boven uitloopende in eene lederen slang, door welke
lucht wordt toegevoegd; in een zwaar lederen wambuis
met handschoenen en dito broek en zware laarzen. Voor
op de borst hangt een groot stuk lood, om het oederzinken
in het water te vergemakkelijken.
„Door M. L. Hermans en co. is eer. sierlijk en ligt rij
tuigje van ijzer ingezonden, een zoogenaamde coureur. Het
is een vreend verschijnsel dat dit het eenige rijtuig op de
tentoonstelling is, zoodat dit vak in 't geheel niet als verte
genwoordigd kan beschouwd worden, daar het toch wel fe
onderstellen is, dat onze overige fabriekanten ook ijzeren
rijtuigen vervaardigen.
„Daarentegen schijnt de vervaardiging van haarden, kag-
chels en brandkasten een zeer bloeijencie tak van industrie
te zijn, want men treft daarvan vele en fraaije exemplaren
aan. Bijzonder vallen daarbij in 't oog vier vierkante ge
bronsde haardkagchels van P. G. Goorissen te Gouda, die
zeer gemakkelijk voor de dienstboden zijn, daar zij niet
gepoetst, maar slechts met water afgeveegd moeten worden;
een cirkuieerhnard met buizen tot aanvoer van versche
lucht in het vertrek, van Ravestein en co. te Rotterdam een
vuurhaard volgens nieuwe konstruktie, van blank staal met
goud, van de wed. P. H. Schoepkensen zoon te Maastricht,
en twee nog prachtiger open haarden, mede van blank staal
roet vergulde sieraden, van J. Uijen te Nijmegen, die boven
dien van hoogst eleganten vorm zijn en zeker dadelijk koo-