MÏDDELBURGSCHE
C O R A N T.
N°' 99.
Dingsdag
>v rï-863.
18 Augustus.
I^KJS E.Y^vl
Editie van maandag avond 8 ure.
KENNISGEVING.
OPENING DER JAGT OP KLEIN WILD.
De commissaris ties konings in tie provincie Zeeland,
Gezien het besluit van heeren gedeputeerde staten, de
dato 12 augustus 1863, no. 97;
Gelet op art. II der wet van 13 junij 1857 (Staatsblad
no, 87);
maakt bekend, dat de opening derjagtop klein wild in
deze provincie is bepaald op maandag den 31 augustus
aanstaande
voorts, dat de korte jagt dagelijks, met uitzondering van
den zondag, en de lange jagt op den maandag, woensdag
en zaturdag van iedere week, alsmede op de vier dagen
voorafgaande aan de sluiting der jagt, zal geoorloofd wezen.
Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad geplaatst,
en zullen afdrukken in plano aan de gemeentebesturen ter
aanplakking gezonden worden.
Middelburg, den 13 augustus 1863.
De commissaris des konings voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN.
Burgemeester en wethouders van Hulst, brengen ter
algemeene kennis,
dat de vroeger alhier bestaan hebbende Najaarsker
mis, weder is hersteld, en zal aanvangen des zaturdags
vóór den eersten zondag van september, om voort te duren
tot en met den dingsdag daaraanvolgende.
Hulst, den 10 augustus 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
P. PIERSSENS, burgemeester.
J. ROTTIER, secretaris.
BIME'IXLAIV».
Middelburg 1? augustus.
De arrondissements regtbank alhier heeft dezer dagen het
drietal opgemaakt voor de opengevallene betrekking van
kantonregter te Sluis. Het bestaat uit de heeren mrs,1. Z. D.
Suringar, prokureur bij de arrondissements-regtbank te
Leiden; 2. W. van der Os, advokaat te Vhssingen 3. A.
Verhoeff, advokaat te Utrecht.
De gemeenteraad alhier zal aanstaanden woensdag, des
namiddags ten één uur, eene openbare zitting houden, ter
behandeling der volgende onderwerpen: Provincaal blad
no. 80, jaarverslag der provincie; missive van gedeputeerde
staten, toekenning provinciale subsidie aan de geneeskun
dige school; idem beslissing inzake de komptabiliteit van
het armwezenidem goedkeuring krediet aan burgemeester
en wethouders voor het armwezen in IS63; missive van den
heer L. Janse Bz., om ontslag als lid der gezondheidskom
missie idem van de Maatschappij van nijverheid, algemeene
vergadering en kongres in 1864; vaststelling der gemeente
rekening over 1862; onderzoek der geloofsbrieven van de
nieuw benoemde leden.
Het vlaamsch dagblad DeEecloonaer bevatte dezer dagen
het volgende artikel
„Meermalen hebben wij gewezen op de gebrekkige inrig-
ting der gemeenschapsmiddelen tussehen ons distrikt, en
bepaaldelijk tussehen onze stad en het land van Kadzand.
Een brief uit eenige gemeente van het distrikt Eecloo naar
eenige gemeente van Zeeland bestemd moest eenen omweg
doen van ten minste een paar dagreizen om op zijne bestera
ming te komen.
„Bij voorbeeldeen brief uit Watervliet, dat is niet meer
dan ééne mijl van IJzendijke, voor IJzendijke bestemd,ging
van Watervliet over Ste-Margerite naar het uitdeelingskan-
toor St.-Laurens, dan over Balgerhoeke naar Eecloo, dan
over Gent naar Brugge, dan over Sluis naar Aardenburg en
van Aardenburg kwam hij eindelijk te Yzendijke toe!! Dus
om eene mijl afstands deed de brief eenen omweg van 23
mijlen op 36 uren
„De gebrekkigheid van dit stelsel bragt het grootste onge
mak te weeg voor onze belangens; want het oefende eenen
zeer schadelijken invloed uit op de veelvuldige handels- en
nijverheidsbetrekkingen tussehen het distrikt Eecloo en het
land van Kadzand.
„In de zitting des senaats van den 15 mei 1863,werd daarop
de aandacht des ministers van openbare werken ingeroepen
door den heer TTCint-de Nae-yer, senatoor voor het distrikt
Eecloo, en hieraan vooral danken wij het dat dees bezwaar
thans meestendeels uit den weg is geruimd.
„Van lieden af is er een regtstreeksche postdienst ingerigt
tussehen Maldegetn en Aardenburg en tussehen Eecloo en
IJzendijke. Alle dagen vertrekt er thans een voetganger
uit Maldegem, ten 8 ure 13 minuten 's voormiddags, naar
Aardenburg, met de brieven voor 't kanton Aardenburg
bestemd, om ten 3 ure 15 minuten 's namiddags uit Aarden
burg met de brieven naar Maldegem terug te keeren. Uit
IJzendijke worden de brieven thans naar Eecloo overge-
bragt ten 5 ure 's morgens en uit Eecloo naar IJzendijke
ten 5 ure's namiddags, met den snel wagen Sir Robert die,
sedert den aanleg der spoorbaau Eecloo-Gent, alle dagen
tussehen Eecloo en IJzendijke liep.
„Deze maatregel brengt eenegroofe verbetering tot stand
doch volmaakt is het gemeenschapsmiddel tussehen Vlaan
deren en Zeeland, bepaaldelijk tussehen het distrikt Eecloo
er. het land van Kadzand. daarmede-niet. De nieuwe post-
betrekking, tussehen Maldegem en Aardenburg ingevoerd,
betreft, gelijk wij zegden, maaralleen het kanton Aarden
burg Oostburg valt daar buiten, zoo dat dit laatste voort
durend op de oude gebrekkige wijze wordt bediend. Een
bode tussehen Aardenburg en Oostburg, ziedaar wat er te
kort blijft.
„Wat aangaat den nieuwen dienst tussehen Eecloo en
IJzendijke, deze strekt zich over gansch Zeeland [lees voor
malig Staats-VInanderen] uit, uitgezonderd Sas van Gent.
Temeuzen en Hulst. Voor de twee eerste plaatsen wordt
de postdienst verrigt door de maal tussehen Gent en Ter-
neuzen en voor de laatste plaats, Hulst, door de maal
tussehen St. Nikolaas en Hulst.
„Te Oostburg ondervindt men al het ongerief van de ge
brekkige omstandigheden waarin deze belangrijke gemeente
onder 't opzigt der postbelrekking is geplaatst. Daar heb
ben belanghebbenden aangedrongen op het overbrengen
des grenskantoors van Sluis naar Aardenburg. Deze vraag,
hoe gegrond en hoe doelmatig ook, is mislukt. Wij raden
hun aan, ditmaal aan te dringen op het benoemen van
eenen bode voor den dienst tussehen Aardenburg en Oost
burg,
„Wat ons betreft, wij hebben reden om ons te verheugen
over den maatregel, die ons een zoo groot gemak verschaft
in onze gemeenschapsmiddelen met het land van Kadzand
dit doen wij dan ook, en de aanleiding van ons genoegen
kennen wij dankbaar toe aan den senatoor die de verbetering
aanwees en aan den minister die dezelve tot stand bragt."
Men schrijft ons uit 's Gravenhage van 14 augustus
„In de laatste dagen is men druk bezig met de toebereid
selen tot het „Groot nationaal muziekfeest" dat op donder
dag 3 en zaturdag 5 september eerst zou gegeven worden in
de verknoeide ridderzaal op het Binnenhof alhier, later in
zaal Diligentia en nu eindelijk toch weder in de ridderzaal.
Die zaal is in den loop des jaars alleen in tegenwoordigheid
van eenige weinige ingewijden als muziekzaal beproefd en
heeft toen nietvoldaan.juistomdathetzoogeheel in 'tgeheim
ging. De zaal galmde te veel, hetgeen zij niet zou hebben
gedaan, indien zij behoorlijk gevuld ware geweest, want
daardoor wordt de toon altijd sterk gedempt. Die proef was
dus alles behalve beslissend, en eerst bij deze nieuw gele
genheid zal het kunnen blijken of zij al dan niet voor
muziekuitvoeringen geschikt is.
„Het plan tot dit muziekfeest is ontworpen door den heer
Lefebre. die het voor zijne risico onderneemt en de opbrengst
wil afstaan ten behoeve van de krijgslieden uit het tijdvak
der herstelling van Nederlands onafhankelijkheid. In de
kunstenaarswereld alhier baart het tegenzin, dat niet eenig
beroemd uian van het vak, maar de lieer Lefebre zich aan
het hoofd heeft gesteld. Deze heer, ofschoon vroeger muziek
lessen gegeven hebbende, is nooit als een toonkunstenaar
van talent beschouwd en staat nu sinds jaren nog maar
zijdelings met de kunst in betrekking doordien hij den
bekenden muziekhandel van Weygand en Beuster overge
nomen heeft. Men meent dat hij bevoegd zou zijn eene
tentoonstelling van muziekuitgaven, maar niet een muziek
feest te organiseren. In weerwil van dien lij (lel ij ken weer
stand is het hem toch mogelijk zijn plan te verwezenlijken,
daar hij van burgemeester en wethouders beeft weten te
verkrijgen dat het orkest van den franschen schouwburg,
wuarineê men hier omspringt als de kat met de muis, gelast
zou worden mede te werken tot de uitvoering Dit orkest
zal nog versterkt worden met exekutanten uit andere steden.
De koren zullen worden genomen uit al de hier bestaande
zangvereenigingen.
„Het feest zal op de beide hierboven genoemde dagen
plaats hebben onder den vorm van matinees musicales. De
eerste dag zal gewijd zijn aan nationale kompositiën van
Richard Hol, Boers, Ileinze, Lubeck enz. en de tweede aan
ouvertures en het spel van solisten.
„Toen ilc zoo even van het orkest van den schouwburg
sprak, viel mij eene anekdote in, die te fraai is om haar aan
de vergetelheid prijs te geven en die tot maatstaf kan strek
ken van de zaakkennis dergenen, die in hoogste ressort de
dïrektic over dat korps voeren. Nu onze schouwburg ver
bouwd en van nieuw dekoraticf enz. voorzien wordt, is men
op het denkbeeld gekomen, dat de piano in het orkest door
twee harpen moest vervangen worden, 'tgeen ons inde
verte eenige gelijkenis zou doen krijgen met Parijs, waar de
groote opera er zeven harpen op nahoudt. De eenige tnoei-
jelijkheitl zou maar zijn, die harpen te doen bespelen, want
ongelukkig zijn bekwame harpisten hoogst zeldzaam en
peperduur, gelijk men op het koncert Diligentia weet, waar
een parijsch harpist, dien men eens wilde doen overkomen,
zoo veel honderde franken per avond eischte, dat de direktie
van schrik fluauw viel. De harp is een onbeschrijfelijk moei-
jelijk instrument, dat bijna de studie van een gansch leven
vereischt en dan slechts van beperkt gebruik is. zoo dat-
uiterst weinigen er zich op toeleggen. Een schrandere bol
heeft echter het vraagstuk om een harpist te hebben en toch
niet meer dan een gewonen prijs te betalen met „geluk"
zoo als hij gelooft opgelost De heer Fauhel namelijk, die
in den schouwburg de piano en het orgel bespeelt, kreeg
eenigen tijd geleden eene prachtige nieuwe harp thuis met
het kompliment van burgemeester en wethouders en het
verzoek om te zorgen dat hij in oktober (wanneer de geres
taureerde schouwburg weêr heropend zal worden) op de
harp kan spelen Hij zou dan van de piano ontheven wor
den, maar harpist en organist wezen. De dwaasheid is daar
mede nog niet ten einde. Men meende nu al zeker van één
harpist te zijndoch waar zou men den tweeden van daan
halen? Ook dit maakte geen bezwaar. De geiant, die voor
rekening van de stad het bestuur over onzen franschen
schouwburg zal voeren, kwam te Rouaan in aanraking met
een jong rnensch die wat viool speelt. Hij moedigde dezen
aan om het harpspel te leeren 'tgeen zeer gemakkelijk zou
gaanhij behoefde zich maar aan te melden bij den heer
Faubel in den Haag. Hij heeft dit gedaan en beiden zijn
even zeer over elkander verwonderd geweest. De schouw
burg bezit nu twee harpisten, die er geen van beiden iets
van weten, noch kunnen weten; daartoe beginnen beiden
hunne studiën een twintigtal jaren te laat. Geen verstandig
mensch zal het hun echter wijten zij zijn het niet, die naar
een post gestaan hebben dien zij niet kunnen bekleeden.
Men schijnt te denken, dat het even gemakkelijk gaat de
muziekanten van instrument als de ambtenaren op het stad
huis van afdeeling te doen verwisselen.
„Gij ziet dat er na de schets, die ik in het begin des jaars
gaf van de dwaasheden met betrekking tot het orkest van
onzen franschen schouwburg, nog niet veel verbetering
gekomen is."
Men meldt uit 's Hage Met zekerheid kan men thans
melden, dat Z. IC. H. prins Hendrik donderdag naar
Frankfort is vertrokken, ten einde aldaar bij het vorsten-
kongres Z. M. den koning, als groothertog van Luxem
burg, te vertegenwoordigen. Z. IC. II. wordt door zijn
adjudant, den luitenant ter zee le klasse de Steurs, ver
gezeld. Na den afloop van het kongres vertrekt Z. IC. H.
naar Luxemburg, om zich vervolgens naar Liebenstein te
begeven, waar prinses Hendrik zich bevindt.
Gisteren avond is te 's Gravenhage deoverhaalboot aan
de uitspanning Pax intrantibus omgeslagen, ten gevolge
waarvan tien personen verdronken.
Met zekerheid vernemen wij thans, dat de heer de Bordes
tegen november aanstaande naar Oost-Indië zal vertrekken,
om als hoofd-ingenieur voor de aan te leggen spoorwegen
aldaar in funktie te treden. Handelsblad
Men deelt ons het volgende mede
Het kan op het oogenblik, nu in alle rigtingen spoorwe
gen gebouwd en geprojekteerd worden, ook voor Neder
land belangrijk zijn, bekend te worden met de ontdekking
van eenegroote massa uitmuntend ijzererts, op de pruissisch-
nederlandsch-hanoversche grenzen, daar deze ontdekking
onbetwistbaar grooten invloed moet hebben op de spoor
wegen, welke aan die grenzen gebouwd worden.
Reeds voor eenige jaren ontdekte men in het zich tot aan
de pruissisch-hanoversch-nederlandsche grenzen uitstrek
kende vorstendom Salni-Horstmar zeer groote ijzerertsrel-
den, bestaande uit uitmuntend tonijzererts, en het raogt
deu ontdekker in den laatsten tijd gelukken de groote en
vele moeijelijkheden, immer bij den aanvang van zulk eene
onderneming verbonden, te overwinnen, en door der.e
eeuwenlang verborgen gebleven schat der ijzer-industrie
een nieuw leven te verschaffen.
Het is eene zekerheid dat deze zaak eene groote toekomst
te gemoet gaat. en daardoor leven en verkeer zal brengen
van de nederlandsche grenzen. Glanebrugge, door de pruis-
sische stadjes Gronau en Ochtrup tot aan de hanoversche
grenzen onder Bentheim en Schuttdorf.
Indien nu de nederlaudsch-hanoversche spoorweg Almelo-
Salzbergen, welke b.;j Schuttdorf slechts IS a 1900 roeden
van deze ijzerertsvelden verwijderd is, gebouwd en spoedig
voltooid inogt worden, zou deze zaak voor dien spoorweg
eene belangrijke bron van inkomsten kunnen worden.
Handelsblad
SSeaioeRaHïBgcia ca lïesluSten.
ridderorden. Vergunning verleend aan den len luite
nant J. B. II. van Roijen, van den generalen staf, tot. het
aannemen en dragen van de versierselen van ridder dei-
vierde klasse van de orde van de Medjiiiie, hem door Z. M.