Westport in Ierland, een schildpad gevonden welke op hare schaal den naam droeg van Humphrey Allen, met het jaar tal 171. (het laatste cijfer was uitgevvischt) en dat van David Allen, gedagteekend 1787- Deze schildpad was van ouds bij die famielje gebleven. Zij had verscheidene ge slachten gezien, doch sedert langen tijd had men haar niet opgemerkt. Uit den eersten datum blijkt dat zij reeds vóór anderhalve eeuw leefde. De gemeenteraad te Brussel heeft besloten eene tee- kenschool voor meisjes op te rigten. Men schrijft uit het Westland dat vele landbouwers in die streek zich deerlijk zien teleurgesteld in hunne ver wachtingen aangaande de hooge prijzen van het oliezaad. In deafgeloopen week tot f 13,50 a 13,75 genoteerd, zijn zij waarschijnlijk ten gevolge van den ruimen oogst van dit produkt, nu reeds tot f 12.50 en lager teruggegaan. Uit Groningen meldt men dat zekere Pieter Hendrik Christoffel Meijer, geboren op liet Veemen, in Deneraarken, 2 januarij 1781, thans werkzaam als poldergast buiten de Apoort, nog het zelfde ruwe werk verrigt, dat voor veel jeugdiger raenschen in dat vak te moeijelijk is; hij heeft een jeugdig voorkomen als een man van 50 jaren. Het merk waardigste is, dat zijn vader den hoogen ouderdom heeft mogen bereiken van 126 jaren, zijne moeder dien van 124-, zijn grootvader 12S en grootmoeder 121 jaren; thans heeft hij nog een krachtigen bioeder in leven, die den ouderdom van 103 jaren heeft bereikt en dagelijks nog zijn veldarbeid verrigt. Donderdag nacht is er brand uitgebarsten in eender gebouwen van den zoölogischen tuin te Antwerpen en wel juist achter het leeuwenhok, zoodat men voor ernstige onge lukken vreesde. Gelukkig is men erdoor krachtige pogingen in geslaagd, om bet vuur spoedig meester te worden. De schade is echter niet onbelangrijk. Behalve toch het gebouw waar de brand begon en dat geheel is afgebrand, heeft men ook nog het verlies te betreuren van vijf antilopen en twee ino..:' is. Gebouwen en dieren waren voorbrandschade ver zekerd. De oorzaak van den brand is nog onbekend. Er zullen te Cherbourg op het gepantserde schip Magenta proeven worden genomen met een stuk geschut, dat van achteren wordt geladen dit stuk is vervaardigd naar eene teekening van den keizer. De prins van Oranje heeft aan de officieren van het tweede bataljon der coldstream-guards te Londen eene met verguld zilver gemonteerde kristallen schenkkan ten geschenke gegeven met het volgende opschrift: „Tenge schenke aangeboden door Z. K. II. den prins van Oranje aan de officieren van het 2e bataljon coldstreara-guavds, ter herinnering aan de gelukkige week, met hen in junij 1863 doorgebragt." Het verwekt te Parijs groot opzien dat gravin Bat- thyani, pleegdochter van prins Esterbazy. eerst in de Ecole des jeunes artistes en daarna in het Thédtre Francais zal optieden. Zij is van haar echtgenoot gescheiden en heeft reeds drie ïomar.s bij Amyot uitgegeven, waardoor zij in de Société des getis de lettres is opgenomen. Te Newcastle zijn twee ijzeren schepen van stapel geloopen, welke bestemd zijn voor het transport van petro leum. Deze olie wordt daarin niet in vaten, maar in ijzeren bakken vervoerd, hetgeen de kosten met 15 pet. vermindert. Door de dochter van den landbouvverE. teWïjhe werd donderdag op de weekmarkt een vat boter verkocht hetwelk bij onderzoek bleek 270 lood water in te houden. Het vat werd onmiddellijk door de policie in beslaggenomen en aan den officier van justitie van Deventer opgezonden. Volgens liet Journal de Tonlouse heeft dezer dagen in den omtiek van Malaga een ernstigongeluk plaatsgehad. Vier karren, elk met 50 centenaars kruid beladen, bestemd voor de sjioorwegwerken van Malaga, waren, behalve de eerste, aan elkander bevestigd. Een halfuur voorbij hetdorp Pevaza had eene hevige ontploffing plaats en sprongen de vier karren uit een, zonder dat men de oorzaak hiervan kan vermoeden. Elf mensehen en twee en twintig paarden zijn hierbij omgekomen. Een schaapherder, die op eenigen afstam! zijne kudde hoedde, werd mede gedood en zijne geheele kudde vernield. In het dorp Saxon, in Zwitserland, is Gilbert Desvoi- sins. zoon van een pair van Frankrijk en echtgenoot van de danseres Marie Taglioni, in groote armoede gestorven. Als een buitengewoon verkwister had hij zijn geheel ver mogen met de grootste dwaasheden doorgebragt. In zijne jeugd liet hij eens bij het dessert van een souper een schotel met edelgesteenten voor de dames opdragen, welke hera 40,000 franks kostte. Hij werd een hartstogtelijk bewonde raar van Taglioni en bood haar zijn titel en zijne hand aan, die zij aannam, doch duur moest betalen. Hij zette zijn ongeregeld leven voort en binnen weinige jaren had hij zijn vrouw geruïneerd en 300,000 franks schulden gemaakt. Toen zij deze som door hare kunst had verkregen en de schulden van haren echtgenoot betaald had, scheidde zij zich van hem en schonk hem een jaargeld van 6000 franks. Verkoopingen en aanbestedingen. Den 7 dezer zijn te Goes de volgende vaste goederen geveild: I. Eene hofstede roet 56 bunders 32 ellen grond. Verkocht voor fl 110 de bunder. II. De ambachtsheerlijke regten in 's Gravenpolder en Heer Janspolder. Verkocht aan den heer I. II. L. Vader, voor f 10,450. III. Eenige perceelen tienden, in verschillende gemeenten. Te zaraen verkocht voor f 10.300. De overige vastegoederen, bestaande voornamelijk in dijken en weilanden, zijn aan verschillende personen tot hooge prijzen toegewezen. De geheele veiling bragt, behalve de onkosten, f J 15,381 op. Tficrviiometerstaiid. Saug. 's morg.7 u. 65 's midd. 1 u. 76 'sav. II u. 67 gr. 9 'smorg. 7u. 69'smidd. lu. 77'sav. 11 u. 67gr. 10 'smorg. 7 u. 69 m 's midd. 1 u. 70gr. VERSLAG DOOR GEDEPUTEERDE STATEN GEDAAN AAN DE PROVINCIALE STATEN in de Zomervergadering van 1863. {Vervolg en slot.) Omtrent de visscherij wordt o. a. het volgende medege deeld Visscherij in de binnenwateren. De visclivangst op de Schelde en Zeeuwsche strootnen was voor de arnemuidsche visschers voordeeliger dan in 1861, voornamelijk de bot- vangst, terwijl nu en dan ook zeezalra werd gevangen. De oestervisscherij, die van oktober 1862 tot februarij 1863 werd uitgeoefend, kon redelijk genoemd worden. Ook de garnalen visscherij, waarmede men zich gedurende het geheele jaar bezig hield, was niet onvoordeelig. „Bedoelde kleine visscherij werd uitgeoefend met 16 hoogaartsen, elk met 2 tot 4 koppen bemand. Het vangen van rog, waarmede een dezer hoogaartsen zich bezig hield, gaf weinig verdienste. „De oester- en raosselvisscherij leverde te Bruinisse gun stige uitkomsten op, terwijl de plant-oesters de verwachting niet te leur stelden. De zand-mosselen waven schaars en dien ten gevolge bleef die vischsoort hoog in prijs. „Voor de gemeente Clinge leverde de visscherij, gedu rende het afgeloopen jaar, geene ongunstige uitkomsten op. De door 8 visschers gevangen ansjovis werd grootendeels naar België vervoerd. „De mosselvangst, die op 36 onder de gemeente Graauw liggende banken is uitgeoefend, wordt goed genoemdmen schat de opbrengst op f 7000. „Alhoewel de visscherij en de verzending van mosselen te Philippine druk kon genoemd worden, leverde die toch geen gunstigen uitslag op, daar men in België en Frankrijk voor dien visch geen voldoenden prijs kon bedingen, ten gevolge van den buitengewonen toevoer. De prijs der aan de haven afgehaalde mosselen bedroeg 80 cent de ton, terwijl de ter markt gebragte dikwijls niet meer dan 40 cent de ton opbragten. Van deze visschsoort werden 58000 tonnen omgezet. „Te Sint Annaland werd de visscherij uitgeoefend op mosselen, bot, zeeaal en garnalen. „Volgens de mededeeling van het gemeentebestuur van Tholen. was de oester vangst beter dan in het vorige jaar, die van haring gunstig, doch van ansjovis ongunstig. De bot- rangst bleef, alhoewel gunstiger dan in 186L, steeds gering, terwijl de mosselvangst voldoende was. „De onder Yerseke wonende visschers oefenen de oester- en mosselvangst uit. De onder die gemeente liggende bank was goed bezet, maar de oester laag in pvijs. Visscherij buitengaats. Arnemuidsche visschers oefenden deze visscherij uit met6 bezaanschuiten, 1 kotter en 7 sloepen. „Er vertoonde zich tamelijk veel visch op de kusten, ter wijl de weersgesteldheid over het algemeen voor de visschers gunstig kon genoemd worden. Van junij tot augustus deden 5 sloepen eene reis naar Doggersbank ter kabeljaauw- vangst; de opbrengst, zijnde 304 ton, wordt middelmatig geacht. „Op sardijn of sprot was de visscherij in november en december voordeelig. „Men beklaagt zich over de hooge belasting op het zout, hetgeen oorzaak is, dat de arnemuidsche visschers laatst genoemde vischsoort, zonder aanmerkelijke winstderving, niet in Holland of elders kunnen verkoopen, vermits van buiten s'lands aangevoerde sardijn of sprot vcor minder prijs kan verkregen worden. Men acht het daarom hoogst wenschelijk dat aan de visschers, tot het zouten van dien visch, vrijdom van belasting op het zout worde gegeven. „Over de hooge invoerregten der visch in België wordt voortdurend geklaagd, terwijl betere vervoermiddelen naar Noordbrabant, welke de ontwikkeling der arnemuidsche visscherij zeer zouden bevorderen, vuriggevvenscht worden. „Eenige te Bruinisse wonende garnalen visschers vischten buitengaats. Er had eene geregelde verzending van die vischsoort naar Engeland plaats. Men meent dat deze tak van bestaan zeer zou toenemen, indien de regering vrijdom van akcijns op het zout bij uitvoer verleende, en hoopt dat de aangewende pogingen om dien vrijdom te verkrijgen, een gunstigen uitslag ten gevolge zullen hebben. „Betreffende de beide van Zierikzee varende vischsloepen is ons medegedeeld, dat alleen de groote sloep gedurende den winter van 1861 op 1862 in de vaart was, ter uitoefe ning van de schelvisch- en kabeljaauwvangst op Doggers- bank. De vangst wordt middelmatig genoemd. Voorden ter markt gebragten visch werd ongeveer f3000 bedongen. Gedurenden tien zomer waren de beide sloepen in de vaart en maakten ieder twee reizen op zoute visch. Deze te Zie rikzee en te Vlaardingen verkochte visch bragt f 18,50 tot f 23,20 de ton op. „De daling der prijzen in den nazomer heeft veroorzaakt dat de onderneming ook dit jaar geene gunstige uitkomsten heeft gegeven." Omtrent de „Ambachts- en fabrieksnijverheid" bevat het verslag 1. een opgaaf betrekkelijk de kalikotsfabrieken, waaruit o. a. blijkt dat het getal werklieden van 509 tot op 225 ver minderd is; 2. uitvoerige staten aangaande het getal meestoven, het bedrag der werkloonen, de hoeveelheid van het fabrikaat; 3. eene beknopte opgaaf van eenige bijzonderheden betreffende de overige fabrieken en trafijken 4. De opmerking dat gedeputeerde staten aangaande de ambachtsnijverheid uit verschillende oorden gemeld vinden dat de welvaart, welke de landbouwersstand in het algemeen geniet, daarop van gunstigen invloed is geweest, doch dat in vele gemeenten zulks daarentegen minder het geval schijnt te zijn, daar die toestand in onderscheidene jaarverslagen als ongunstig wordt opgegeven. De binnenlandsche handel te Middelburg bestond, behalve eenige aldaar gefabriceerd wordende artikelen, grootendeels in voortbrengselen van den landbouw. De aanvoeren van de graanmarkt waren van minder beteekenis dan vroeger. In het koolzaad van den oogst 1861, 't welk tegen het laatst des jaars in vaste handen was overgegaan, had alleen in de laatste vijf maanden een geregelde handel, meestal voor middelburgsche fabrijken, plaats, en was de voorraad, bij liet einde des jaars, zoo goed als opgeruimd. Door het gemis te Middelburg van handels- en kommissie-huizen, die zich met meekrap bezig houden, moest zich de handel in dit artikel bepalen bij 't geen bij spekulatie gekocht werd. De binnenlandsche handel te Goes bestond weder in gewassen en voortbrengselen van den landbouw. De vrees voor de verwezenlijking van liet plan tot ophef fing van de marine-werf te Vlissingen, en de aanvankelijk aan dat plan gegeven uitvoering, waren oorzaak dat de bin- nenlandschen handel aldanr, welke zich, zoo als gewoonlijk, tot voorwerpen van komsumtie bepaalde, in 1862 niet gun stig was. Te Zierikzee leverde de levendigheid van den binnen- landschen handel in 1862, met die in liet vorige jaar weinig verschil op. De buitenlandsclie handel te Middelburg bestond voor verreweg het grootste gedeelte uit aan- en uitvoer van koloniale waren. Te Goes, Vlissingen en Zierikzee bestond de buitenland sclie handel hoofdzakelijk in den aanvoer van steenkolen en den uitvoer van veld- en boomvruchten. In de middelen van vervoer zijn geene belangrijke wijzi gingen gekomen. De bijlagen A N tot het verslag behoorende bevatten: Staten betrekkelijk de inkomsten en uitgaven der gemeen ten, het onderwijs, legaten en erfstellingen, de grondbelas ting, de scheepvaart, de inkomsten en uitgaven van polders, de kosten van openbare werken, bij het provinciaal bestuur bekend als in 1862 voltooid of aangevangen, of uit de fond sen van dat jaar te bestrijden. Laatstgenoemde staat loopt tot een bedrag van f3.024.70S,S9,door het rijk, de provincie, de fondsen der kalamiteuse polders, of de gemeenten enz. te bestrijden. BVITMLAKD. Algemeen ovcrzlgt. Onze lezers zullen hierachter eene depeche aantreffen van Rusland aan Frankrijk, welk stuk wij ondanks zijne uitge breidheid geheel mededeelen. Zijn dergelijke belangrijke stukken buiten alle evenredigheid tot onze plaatsruimte dan kan ev van geene opneming sprake zijn en moeten wij ons wel tot ons leedwezen bij een zoo uitvoerig moge lijk resumé bepalen. Laat onze plaatsruimte met opoffering van eenige andere berigten van minder belang evenwel ook maar eenigzins de opneming toe, dan geven wij gelijk thans liever dergelijke stukken geheel, dan dat wij het voorbeeld van sommige dagbladen volgende van ver scheidene stukken, dokumenten, dagbladartikelen enz. eenige half verminkte en uit hun verband gerukte gedeelten opnemen, waardoor liet veelal moeijelijk is voor den lezer om een zelfstandig oordeel over het geheel te vellen. Dat deze depeche van prins Gortschakoff vnn eenigen toe naderingsgeest getuigt, is niet te ontkennen koncessiën omtrent het wezenlijke der kwestie kan men natuurlijk in dit stuk niet verwachten. Behalve deze russische depeche is een berigt uit Mexiko het onderwerp van de beschouwingen der dagbladpers. Men zal zich herinneren dat de uiexikanen, vertegenwoor digd door een raad van aanzienlijken, omtrent den rege ringsvorm welke de natie wenschte, uitspraak zouden doen. Die uitspraak is geweest dat de natie eene keizerlijke rege ring verlangt, tnet den aartshertog Maximiliaan von Oosten rijk tot keizer, aan welken dit besluit door eene mexikaan- sche deputatie van vijf ledeu zal worden bekend gemaakt. Bij de ontvangst van dit berigt te Parijs hebben de keizer en de keizerin hunne gelukwenschingen per telegraaf aan den uitgeroepen keizer van Mexiko gezonden. Bij het proklameren van den aartshertog van Oostenrijk tot keizer van Mexiko, heeft de raad van aanzienlijken deklau- sule gevoegd dat bij weigering van dezen, keizer Napoleon zal verzocht worden eene nieuwe keuze te doen van een per soon, die zijn vertrouwen bezit. Men ziet hieruit dat het staatkundig komedie-spel in Mexiko derhalve nog niet uit gespeeld is, daar de aartshertog van Oostenrijk wel waar schijnlijk voorde eer van de keizerlijke betrekking, hem door 250 mexikanen onder bescherming en bedreiging van fransche bajonnetten opgedragen, beleefdelijk zal bedanken. De keizer van Oostenrijk heeft de duitsclie vorsten en de senaten der vrije steden tot een kongres uitgenoodigd ter bespreking eener hervorming der bondskonstitutie. Of men zich van een dergelijk kongres, zoo het tot stand mogt komen, bijzonder veel heil kan voorspellen, valt te betwij felen. De verschillende lappen van den veelkleurigen duit- achen bondsmantel,waarop hier de middeleeuwen, daar de 17e eeuw, ginds de 18e eeuw en elders de 19e eeuw met alle denkbeelden en beginselen staan afgeteekend, zijn te veel verschillend van kleur om zich daarvan veel goeds te kunnen beloven. De vraag, welke op het vorsten- kongres van 16 augustus gesteld zal worden, zou zijn Door welke middelen kan de honds-konstitutie verbeterd worden onder handhaving van hare voornaamste grondslagen, met het oog op de politieke behoeften van den tegenwoordigen tijd De koning van Pruissen zal aan het vorsten-kongres geen deel nemen. De heer von Bismarck erkent, In eene daartoe strekkende cirknlairedat eene herziening der duitsche bondskonstitutie noodzakelijk is, doch de vorsten slechts de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 2