real Lee nog wel een aanval kan weerstaan. De streken, welke bij thans hezet, zijn daarbij uitmuntend geschikt tot defensieve bewegingen. Het is een vrij hooggelegene vallei tusschen verschillende parallel loopende bergketens, waar van hij de voorzorg heeft gehad om de passen te bezetten. Teruggetrokken op de troepen, welke hij van den Potomac af tot aan Gettysburg had achtergelaten, gelooven wij dat de generaal Lee in staat is om öf naar Virginië terusr te keeren zonder andere verliezen dan die welke hij reeds gele den heeft, öf de landstreek alwaar hij zich thans bevindt, te blijven bezetten zoo lang hij zulks noodig oordeelt. „Het noordelijk leger heeft evenzeer geleden dan het zuidelijke en schijnt minder goed tot vervolging in staat te zijn, dan dat van der. generaal Lee tot defensieve aehter- waartsche bewegingen. Wat daarvan overigens zijn tuoge, de slag van Gettysburg kan als zeer voordeelig voor het Noorden beschouwd worden, want ware bel noordelijk leger verslagen, dan was het vernietigd geworden zonder dat men het had kunnen vervangen en zou de hoofdstad even als Philadelphia eri Baltimore in handen van den generaal Lee zijn gevallen. Maakt deze veldslag thans geen einde aan den inval der gekonfedereerden aan gene zijde van den Poto mac, dan ontneemt zij daaraan (och haar aanvallend karak ter. Men moet daarbij niet vergeten dat de lerugtogt van den generaal Lee in zeker opzigt zijne manschappen zal ont moedigd hebben, terwijl het leger van den Polotnac gioot vertrouwen zal hebben erlangd 111 zijn nieuwen opperbevel hebber, die in zijn eersten veldslag eene overwinning heeft behaald." -Volgens berigten aan Reuters agentschap is de gene raal Lee met zijne troepen den Potomac weder overgetrok ken om naar Virgin lë terug te keeren. waardoor derhalve de veel besprokene inval der zuidelijken een zeer ongunstig resultaat zou hebben opgeleverd. Overigens is de tijding aan- gebragt dat de gefedeieerden thans meester zijn van den Mississippi, daar na V icksburg ook Port-Hudson gevallen is. Bij een hernieuwden aanval op Charleston is een der eilan den voor de stad door de gefedereerden bemagtigd. Met het oog op dit alles inag derhalve de toestand der zuidelijken op dit oogenblik als vrij ongunstig warden aangemerkt. Het schijnt evenwel dat in het noorden de legers niet zoo gemakkelijk meer in de groote steden worden aangevuld als vroeger. Te New-York zijn bij eene loting zeer ernstige ongeregeldheden voorgevallen de troepen zijn met het volk slaags geraakt, brandstichtingen zijn bedreven en allerlei gruwelen werden gepleegd. Frankrijk. Als grond voor de bewering dat Frankrijk in de tegenwoordige omstandigheden belet wordt om aan Rus land den oorlog te verklaren, werd dezer dagen door som mige dagbladen gewezen op het klein aantal troepen, het welk op dit oogenblik beschikbaar is. Met het oog hierop ontleenen wij het volgende aan Le temps: „Heden (23 julij) werd hét gerucht verspreid dat verschil lende regimenten infanterie en kavallerie hunne kampe- ments uitrusting hadden ontvangen; men verzekerde insge lijks dat er bevel was gegeven tot verscheidene militaire maatregelen. Wij zijn ten eenenmale buiten staat omtrent die geruchten uitspraak te doen maar wij achten het niette onpas dienaangaande te doen opmerken dat het in Frankrijk aanwezig leger voor alle eventualiteiten genoegzaam geor ganiseerd is. „Binnen weinige dagen toch zou men door middel der spoorwegen een even talrijk leger als te Solferino streed op een bepaald punt kunnen koncentreren. Dekeizerlijkegarde telt 2 divisiën infanterie, het leger van Parijs 3, het leger van Lyon 3. het kamp van Chalons 3, totaal 115 divisiën kaval lerie zijn eveneens geheel georganiseerdeen van de garde, een te Parijs, een te Lyon, een te Chalons en een te Luné- ville. Bij de artillerie bezit elk regiment verscheidene voltal- ligte batterijen. Fiankrijk heeft derhalve,gelijk men ziet met het effektief van 420.000 man op het budget gebragt. genoeg troepen om op de meest onverwachte krijgsgebeurtenissen te zijn voorbereid." Men spreekt te Parijs van eene depeche, welke door den heer vor. Bismarck aan de pruissische ambassadeurs te Londen en te Parijs zou gezonden zijn. waarbij de pruissi sche regering hare bemiddeling aanbood tusschen Rusland en de drie mogendheden, welke zich bij de poolsche aange legenheden op den voorgrond hebben geplaatst. Men ver moedt dienaangaande dat prins Gortschakoff nietongaarne op dergelijke wijze tot koncessiën zou willen overgaan, ter wijl de waardigheid van Rusland zulks in dat geval beter zou gedoogen. Men voegt hierbij nog de bewering dat koning Wilhelm van Pruissen een brief zou hebben gerigt aan keizer Napoleon, met wiens politieke gevoelens hij in vele opzigten overeenstemt. Het dagblad Le siècle heeft de volgende waarschuwing ontvangen „De minister sekretaris van staat bij het departement van binnenlaudsche zaken: „Gezien het noramer van het dagblad Le siècle van 21 julij. waarin op de eerste bladzijde een artikel voorkomt, getiteldeen volksbesluit ten gunste van Polen, geteekend Léon Plee; „Overwegende dat het dagblad Le siècle, in bovenbedoeld artikel inbreuk gemaakt heeft op het gezag des keizers en de hoofdbepalingen der konstitutie, door een soort van beroep op de natie voor te stellen betrekkelijk een vraag stuk van buitenlandsche staatkunde, waarvan de beslissing door de konstitutie aan den keizer is opgedragen „Overwegende dat dergelijke buitensporigheden slechts nadeelig kunnen zijn voor de belangrijke kwestie welke men meent voor te staan en aanleiding geven tot eene bewe ging, welke de regering niet mag toelaten; „Besluit: „Art. 1. Eene tweede waarschuwing wordt gegeven aan het dagblad Le siècle, in den persoon van den heerSougère, verantwoordelijk redaktenr van genoemd dagblad, en van den heer Léon Plee. onderteekenaar van bedoeld artikel. „Art. 2. De prefekt van policie, aan wien het algemeen toezigt op de openbare veiligheid is opgedragen, wordt belast met het ten uitvoer leggen van dit besluit. „Parijs, 23 julij 1863. „De minister van binnenlandsche zaken, „boude t." -Men leest in Le pays: De ontwerp-nota van het fransche kabinet in antwoord op de russisehe nota is naar Londen en Weenen gezonden. De verhouding tusschen de hoven van Parijs. Londen en Weenen ten opzigte der pool sche kwestie is overigens zeer vriend schappelijk zij draagt bl.,k van eene overeenstemming van gevoelens omtrent deze kwestie. HENGEXIJVGEN. Het kasteel Popkensburg. Betrekkelijk dit kasteel 't welk eerstdaags in het open baar zal verkocht worden, is ons door een welwillende hand het volgende medegedeeld: Het kasteel Popkenshurg behoorende tot de gemeente St. Laurens, welken naam dit dorp eerst verkreeg na het stichten van hare eerste kerk, die aan den H. Laurentius was gewijd, terwijl het vroeger ook als Popkenshurg bekend was is eene der oudsie sterkten, waarvan men in Walcheren melding vindt gemaakt Ver*ch llend vindt men den naam opgegeven alsPoppe- kinborg, Po|ipekinsborg, Poppenboich, Popkensberg Pop- kenburg, afkomstig van eenen Poppo, een inwoner dezer landstreken, van deenschen oorsprong, die daar een burg stichtte, dus Popkenshurg, zoo veel als burg van Poppo. De naam van dezen Poppo of zijne afstammelingen vindt men nog bewaard in Walcheren, in de benamingen Poppen- dainme, Poppekerke, Poppenroeden-ambacht. Wanneer deze Poppo geleefd en dezen burg gesticht heeft, is onbekend en in de oudheid bedolven doch het is niet onwaarschijnlijk dat bij het afbreken van het kasteel het jaartal ontdekt wordt. Wanneer men inmiddels aan neemt dat geslachtsnamen in die tijden niet dan bij edelen gevonden werden, en dat deze geslachtsnamen afgeleid werden van ridderlijke of adellijke bezittingen, dan is liet bevestigd, dat reeds in 1 29U Popkenshurg hest ind. Den 30 oktober van dat jaar toch. gaf graaf Florus V aan heer Wol- fert van Borselen eenen zoenbrief, waarbij deze „bevestigd werd in de possessie van Janne van Popkenshurg." 15ij andere geschiedschrijvers vindt men vermeld; „dat Claas van Borsele A° 1353 't kasteel van St. Laurens met die kerk en alle boomgaarden gefundeert heeft," doch door den schrijver Jakob van Grijpskerke is aangetoond, dat in gemeld jaar de kerk gesticht, doch het kasteel gerepareerd en in zijn uiterlijken vorm, waarin wij hei nog zien. is gebragt. In 1358 begiftigde Albregt van Beijeren, later graaf van Holland en Zeeland, het kasteel met verscheidene gemeten lands tot een onsterfelijk erfleen. onder voorwaardp „dat hij daar, als een der vermakelijkste plaatsen in den eilande Wal cheren, zoo dikwijls en zoo lang het hem gelusten zou, open tafel inoest vinden." Dit kasteel onderging het lot dat alle riddermatige goede ren destijds trof. te weten om. onafhankelijk en vrij zijnde, van den graaf leenroerig of af hankelijk te moeten worden, ten einde op de algemeene bescherming te kunnen rekenen. In het jaar 1 1-01 droegen de toenmalige bezitters. Claas van Borsselen en zijne echtgenoote. Maria van Arnemuiden, liet aan graaf Albregt op. en ontvingen het van dezen als een „goed en onsterfl jk leen" weder terug (goede of onsterfelijke leenen bleven den eigendom van de erven der bezitters, in tegenstelling van kwade leenen, die bij versterf aan den graaf vervielen). Alle riddersloten hadden ten tijde der vlaamsche, zoo wel als der hoeksche en kabeljaauwsche verdeeldheden veel te lijden, doch dit kasteel gaf noch de eene noch de andere partij aanstoot en de geschiedenis meldt ons ergeene bele gering van. Dit ontstond waarschijnlijk door dat de bezit ters tot de Borsselens behoorden, die dappere ridders waren en zich door krijgshaftigheid ontzag hadden verworven; dit en het verbond dat zij met de vlamingen hadden gesloten, heeft hen zeer waarschijnlijk voor iederen aanval beveiligd. Toen van 157274Mi(ide)burg zwaar belegerd werd. en vele ellende,zelfs hongersnood te verduren had,was Popkens- btirg de eenige sterkte in Walcheren, die vrij geleide had en geene belegering onderging. De toenmalige eigenaren, Arend vanValkenstein en Plnlebert van Serooskerke, waren en bleven der spaansche zijde toegedaan; zij stonden in eene goede verstandhouding met Mondragon, de opperbe velhebber te Middelburg. Deze bewees hun vele diensten, onder anderen bezorgde hij hun eene sterke bezetting. Ook de ligging van het kasteel aan de noordzijde van Mid delburg, dat voornamelijk door de staatsche henden aan de zijde van Vlissingen en dus aan de zuidzijde werd aange vallen, zal hiertoe hebben bijgedragen. Alleen vinden wij vermeld dat de bezetting vari het kasteel op 1 junij 1573 handgemeen is geweest met eenige der belegeraars van Mid delburg, onder aanvoering van Jakob Simons Schotte, waarbij wel eenige Spanjaarden vielen, doch Schotte met de zijnen werd teruggedreven. Dit viel voor opdenNoofd- weg, ter plaatse die nu nog, omdat men de lijken der gesneu velden aldaar begraven heeft, den naain van spanjaards-put dra art. Als men de oude afbeeldingen van het kasteel beziet dan blijkt, dat het uitwendig meestal den zelfden vorm heeft behouden; alleen zijn de antieke kruiskozijnen en looden ramen door schuiframen en de schalie daken door pannen vervangen. Inwendig echter heeft het zeer veel van zijne antiquiteit verloren vooral in de jaren 1811 —42 toen het door den tijdelijken bewoner ter bewoning geschikt is gemaakt De bosschen, voor zoo verre zij nog bestaan, hebben ook hunnen ouden vorm behouden. Het grootste gedeelte daarvan echter is, zoowel als de fiaaje bloemtuinen, her schapen in vruchtbare akkers en weilanden, die, vooial ook in deze dagen, een aangenaam gezigt opleveien, maar niet die bekoorlijke afwisseling van vroeger aanbieden. liet kasteel genoot vroeger v ele regten cn vrijheden, waar van onderscheidene eerst bij de afschaffing der heerlijke regten zijn vervallen, andere nog bestaan zoo werden de bezitters vroeger onder de edelen van Zeeland gerekend en hadden als zoodanig zitting in de vergadering der staten. Zij waren ook „vrij van het opbrengen van Schote water- gelden en onderhoudt van Caueldijk." welk privilegie nog lieden bestaat in het vrij zijn van de betaling van water- en dijkpenningen, zijnde het ineeiendeel der gronden bekend onder den naam van vnj'and. Ook waren zij vrij van het betalen van tol op den Noord- straatweg, en kwam het onderhoud van den straatweg langs het dorp tot kort bij het kasteel geheel voor rekening van het bestuur van gemelden straatweg, waarvoor de eigenaar jaarlijks aan gemeld bestuur moest betalen een 14sch. Dit prevdegie sproot voort uit eene overeenkomst van den. eigenaar met gemeld bestuur, waarbij eerstgenoemde onder bovengemelde voorwaarden afstand deed van eenen berg, „liggende aar. 's Heeren weg tegenover den molen" en waarvan de afgegraven grond zou dienen tot aanleg en ver- hooging van gemelde calecij weg. Of deze vrijheid van tol nog bestaat zijn wij niet te weten kunnen komen; doch wat het onderhoud van de straat aangaat, zulks is in den laat- sten tijd nog gebleken. Uit gemelde overeenkomst is ook voortgevloeid het regt van den eigenaar tot het beplan ten van den Noordwcg en zich toeëigenen vun het hout gewas, beginnende van de grensscheiding tusschen Brig- damme en Si. Laurens eneindigende aan de Geer-heul, bij Serooskerke. eene lengte van ruim 2500 ned. ellen, welk privilegie ook thans t.og bestaat. Nog zijn de eigenaars der huizen te St. Laurens, als gebouwd zij-.de op (Kn grond loebehoorende aan Popkenshurg, c.jnsp'igtig aan den eige naar, voor zoo veel gemelde cijnsen met reeds zijn afgekocht. De bezitters waren echter ook met 1 asten bezwaard. Onder deze was wel de voornaamste: dat de heer van Popkenshurg verpligt was in den ooi log een bepaald getal manschappen te leveren, en dat, zoo als vroeger gemeld is, zijn huis des gravenofleenheersopenhuiswas.datis.dat uien, wanneer de nood het eischte, het met krijgsvolk koude bezetten, of dat de leenheer gedurende zijn ei blijf ïu Zee land daarin zijn intrek kon nemen. Deze bezwaren zijn opgeheven, doch in plaats daarvan is de eigenaar verpligt zijn aandeel in de staatslasten te dragen. Verschillende malen is deze heerlijkheid van eigenaar veranderd n iei alleen, maar is zij het eigendom van een ander geslacht geworden. De stichter was, zoo als boven gezegd is, Poppo. Uit dit geslacht ging zij in 1353 over in het huis van Borssele, en wel in den tak der Borsselens van Brig- damme, in dit geslacht bleef zij tot in 15 IS, toen Anna van Borselen stierf, die gehuwd was met Adriaan van Bourgon- (Jjë en hare bezittingen naliet aan huren eemgen zoon Adolf van Botirgondië, Heer van Vere, na wiens dood in 1541 het slot op Maximdiaan van Bourgondiëoverging. Deze Maximi- Itaan van Bourgonihë, in 1558 itisulvent gestorven zijnde, werd het kasteel Popkpnshurg ten behoeve der gemeene krediieuren bij dekreet van Philips 11 publiek verkocht, aan de heeren Arend van Valkenslein en Pnilebert van Seroos kerke, ter grootte van 16U gemeten, voor de somma van S3 gulden 12 stuivers hetgemet. Genoemde dekreeihrief, een. kurieus stuk (doch te lang om hierin te voegen), bewijst ons dat te dien tijde eene faillitverklanng meer moeite kostte dan thans, misschien omdat zij toen minder voorkwamen. Onder de opvolgende eigenaars waren vele notabele in 'czeteneu van Middelburg als Pieter Roudaan Conrten, bewindhebber der Oost-ind.sche compagnie. Hieronunus Joseph Boudaan, burgemeester te Middelburg; Carel Godin, vice-udmiraal van Zeeland; mr. Cornelis van den Helm Boddaert, raad der stad Middelburgeindelijk js het in 17S1 in het bezit ge komen van het geslacht van den onlangs overleden eigenaar. Mr. Jakob van Citters. burgemeester der stad Middelburg, werd er in 1781 eigenaar van, en bewoonde het als buiten verblijf. Bij zijn overlijden in 1802, ging hetover op zijnen zoon mr. Jakob Verheije van Citters, die het tot op zijn Overlijden 17 julij 1823, voortdurend bewoonde en het naliet aan nu wijlen mr. Laurens de Witte van Citters, in leven wethouder te 's Hage. Sinds het overlijden van gemel den mr. Verheije van Citters is het met kortstondige uitzon dering voortduiend onbewoond gebleven, en binnen kort zal men waarschijnlijk alleen de plaats kunnen aanwijzen, waar vroeger het kasteel Popkenshurg stond. de R. ZEETÏJ HIJGEN. Den 24 dezer lag te Cardiff zeilklaar het barkschip Zes* paard, gezagvoerder T. Tjebbes. Gisteren zijn te Veere binnengekomen: de engelsche brik Hannah, gezagv. W. H Gibbs, van Newcastle met steenkolen, metselsteen en klei aarde; en de engelsche schooner Vigo, gezagv. Thomas Ramsly, van Londen met rijst; beiden naar Middelburg bestemd. UAXOELSSEUKGTEN. fflcckrapprijzen. Rotterdam 27 julij. Er werd heden weinig aangeboden, de stemming was vast. Onberoofde gold f 19 a f 20. Graanmarkten enz. Amsterdam 27 julij. Tarwe en gerst prijshoudend. Raapolie op zes weken f -43 Lijnolie op zes weken f 48$.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3