Niet winder dan drie hoofdonderwijzers in openbare
lagere seho en en wel die te Driewegen. Zaamslag énGud-
Vosmeer, zijn door de gemeenteraden, met inach.trieming
van het éde lid van art. 22 der wet op het lager onderwijs,
uit hunne betrekkingen ontslagen, ter zake van ergerlijk
levensgedrag. In verhand inetde voorstellen van den pro
vincialen inspekteur van het lager onderwijs hebben gede
puteerde siaien gemeend, krachtens het 7de lid van bet
zelfde wets artikelde twee eersten te moeten verklaren
hunne bevoegdheid tot het geven van onderwijs verloren te
hebben.
Een ander hoofdonderwijzer in eene openbare school
werd geschorst, wegens verregaande beleedigende uitdruk
kingen tegen een lid der plaatselijke schoolkommissie.
Het gebrek aan hulponderwijzers, ofschoon afnemende,
deed zich echter ook in 1862 gevoelen, met het gevolg dat,
om geschikt personeel te kunnen bekomen, soms de vroeger
bepaalde jaarwedde moest worden verhoogd.
De schoollokalen kunnen voor het meerendeel als vol
doende worden beschouwd; sommigen munten zelfs uit in
goede en doelmaiige inrigting; anderen echter eischen voor
ziening, die niet uit het oog wordt verloren, ofschoon zij dan
ook soms niet zoo spoedig kan worden tot stand gebragt als
wenschelijk ware.
Ook gedurende het afgeloopen jaar verschaften de aan de
school voor minvermogenden te Middelburg verbondene
normaallessen aan een aanzienlijk getal kweekelingen eene
uitmuntende gelegenheid om zich, theoretisch en praktisch,
te bekwamen.
De oefenschool voor kweekelingen te Zierikzee telde op
het einde van 1862 17 leerlingen, die te Tholen 7, die te
Goes en ie Oostbnrg elk I 2.
Overigens wordt de gelegenheid tot opleiding van hulp
onderwijzers tot hoofdonderwijzers in de verschillende
schooldistrikien steeds zeer onvoldoende geacht.
Voor zoo ver gedepuieerde staten konden nagaan waren
er 211 bewaarscholen, waarvan 3 openbare met 303 kinde
ren en 17 bijzondere met 1266 kinderen, alsmede 2± klein
kinderen of matressenscholen met 510 kinderen
Op het gymnasium te Middelburg waren den 15 januarij
1S62 13, op dat te Zierikzee 19 leerlingen.
Wordt vervolgd.
»(JITËKLA\1».
Algemeen overzlgt.
De fransche en engelsche dagbladpers blijft steeds ten
zeerste verstoord over het antwoord van Rusland, en de
Sublieke ojnnie te Parijs, ondersteund door sommige dag*
'aden. wenscht den gordiaansehen knoop in de poolsche
aangelegenheden met het zwaard door te hakken. The times
wijst echter teregt op de omstandigheid dat het poolsche
vraagstuk als eene zeer teedere kwestie moet beschouwd
worden, en men wél moet bedenken welke gevolgen de
maatregelen die men nemen wil ua zich kunnen slepen. Het
engelscli dagblad betoogt overigens dat het gemakkelijker is
te beginnen dan te eindigen als men wil.
Dat wij wèl weten, wat wij doen! is de konklusie van
het stuk in The limes en al moge «leze uitspraak in de pool
sche aangelegenheden den glans der nieuwheid missen den
glans der waarheid zal men haar niet betwisten.
Men zal zich herinneren dat de kwestie der hertogdom
men Sleeswijk en Holstein. waaro»er nu en dan eens eene
Stekelig-vriendschappelijke nota tussehen den duitschen
bond en Denemaraen werd gewisseld, in den laatsten tijd
op meer scherpen toon tussehen partijen werd besproken.
Denemaiketi heeft daarin aanleiding gevonden om eerie
ligting uit ie sein ij ven en de bepalingen omtrent de inkwar
tiering van troepen nader te regelen, „wier toepassing door
de omstandigheden noodzakelijk zou kunnen gemaakt
worden." Mag men een berigl uit Koppenhagen gelooven,
dan zou zelfs thans reeds een maai regel genomen zijn. welke
anders eerst m oorlogstijd wordt ten uitvoer gelegd. Bij
ministerieel besluit zou namelijk aan tie gezagvoerders van
koopvaardijschepen het aanbod zijn gedaan om bij 's rijks
marine in dienst te treden met den rang van luitenant.
l)e heer A, de Rolland, een der hoofdiedakteurs van Le
progvès de Lyon, die, gelijk men weet, te Krakau door de
oostenrijksehe po.beie werd gearresteerd, heeft daaromtrent
iets medegedeeld. Volgens den indruk, welken hij tijdens zijn
verblijf in gindsche veel bewogene streken heeft ontvangen
van den tegenwoordigen toestand des uoolschen opstands,
zou juist de wering vnn het demokratisch element al de
krachten van de reaktie hebben geabsorbeerd en den strijd
tegen de russen hebben veilamd. Mag men aan zijne mede-
deelingen. welke evenwel alle kenmerken der waarheid
bezitien. geloof slaan dan zou de partijhaat onder «le polen
al zeer sterk zijn en Langiewicz in tier tijd hebben ver
klaard „dat hij Miroslavvski zou laten doodschieten als hij
de vermetelheid had in zijn kamp ie verschijnen."
Er moest in Polen slechts ééne partij zijnde partij der
vrijheid, maar het schijnt «lat alle rampen en onheilen, welke
de polen hebben getroffen, de natie nog niet zoo ten volle
hebben gelouterd, dat zij zelfs ten ojizigte van hetraagstuk
te zijn of niet te zijn alle partijschap heeft uitgebluscht.
Menweetdat.de vice-president der amerikaansche kon
federatie var. het Zuiden vrijgeleide had verzocht naar
Washington om eene belangrijke mededeeling te doen.Mag
men de berigten dienaangaande gelooven dan zou deze be
staan ineen voorstel, waarbij een einde zou worden gemaakt
aan den ouilog en her Noorden en het Zuiden voortaan
twee afzonderlijke goevemementen zouden uitmaken
onder één president. Men voorziet thans eene ministeriële
krisis, wier oplossing tevens vrede kan aanbrengen.
Amerika.
In den Courtier des Etats-Unis komt het volgende ver
haal voor van den slag bij Gettysburg.
„Op den 1 julij had er een voorpostengevecht plaats,
waarbij generaal Reynolds voor de overmagt moest zwich
ten en zelf sneuvelde. Zijne troepen trokken daarop naar
eene sterke stelling achter Gettysburg terug; zij hadden
eenjge hondenle krijgsgevangenen gemaakt, waaronder de
generaal Archer zich bevond. Des avonds kwam de gene
raal Meade met het overig deel der troepen aan, en nam des
nachts de noodige maatregelen voor der» slag, welke naar
alle waarschijnlijkheid tegen den volgenden morgen kon
worden te gemoei gezien.
„Donderdag morgen, 2 julij, bevonden de gefedereerden
zich ien oosten en ten zuiden van Gettysburg den weg van
Baltimore en dien van Taneytown naar Emmitsbnrg dek
kende, waarmede hunne liniëti bijna parallel liepen. De ge
steldheid van het terrein aan den regterflank en het centrum
was uitmuntend ter verdediging geschikt. Aan de uiterste
linkerzijde liep de grond' in af hellende rigting tot aan de
vijandelijke siellingen. In het front vertoonde zich een
open veld, hier en daar inet boomgaarden en eikenboomen
beplant, maar zonder kreupelhout. Gedurende den vorigen
dag hadden eenige regementen in allerijl tijdelijke retran-
chementen opgeworjien en eenige verhakkingen gemaakt.
Het hoofdkwartier des opperbevelhebbers was een oude
vervallene woning op den weg van Taneytown. juist achter
het centrum des legers en zeer blootgesteld aan de bommen
en granaten van den vijand.
„Het leger der bondstroepen vertoonde geen bijzonder
regelmatig front. Het centrum helde eer.igzms naar den
kant des vijands over, zoo dat het de uiterste punt van een
driehoek vertoonde. De generaal Howard had met zijne
ufdeeling een schoongelegen kerkhof bezet op eene hoogte
ten zuiden van Geityshurg gelegen. Weinige oogenblikken
later zou deze rustplaats der dooden een bloedig slagveld
wezen waarop de kanonnen dood en veulerf zaaiden, waar
over de ruiterij heendraafde, over wier gesloten graven,
welke zich weldra weder zouden openen, de infanterie aan
rukte.
„Woensdag avond waren alle strijdkrachten der gekon-
federeerden, behalve de vijfde en zesde afdeeling zamen-
getrokkeu. De eerste kwam des morgens en de laatste
eenige oogenblikken na liet midday uurmen liet hen dade
lijk post vatten achier het centrum.
„Het plan van den generaal Meade was niet om aan te
vallen. Hij was dan ook eerst op den middag tot slagleve
ring gereed. Het weder was drukkend en onweerachtig, en
een enkele brandende zonnestraal flikkerde slechts nu en
dan op de wapenen der manschappen om de reeds moeijeJijk
te verdragen warmte nog onlijdelijker te maken.
„Sedert den morgen harceleerilen de zuidelijke tiraljeurs
de eerste rangen der gefedereerden. door van de torens en
«laken van Gettysburg te schieten, en daarbij vooral de offi
cieren en de artillerie-paarden te treffen.
„Ten half vier uur zag de generaal Meade dat de gekon-
federeerden hun grootste strijdmagt op zijn linkervleugel
zaïuentrokken, alwaar de derde afdeeling positie had inge
nomen. De afdeeling van Sickles werd nu onmiddellijk
afgezonden om deze bij te staan en verscheidene batterijen
uit «le reserve genomen o>n die positie te beschermen.
„Omstreeks half vijf werden door de gekonfedereerden
de eerste kanonschoten gelost, waarbij eenige kogels tot
zeer nabij het hoofilkwartier van den generaal Meade vie
len. De slag begon. Van dit oogenbhk duurde hij zonder
tussehenjiozing op de vreesselijkste en bloedigste wijze tot
half negen, en is als «le bloedigste te beschouwen van den
geheelen oorlog met het oog op zijn korten duur. Naauwe-
lijks had «le artillerie van het Zuiden gesproken of de zuide
lijke inlanierie rukte «net den stormpas op den linkervleugel
en liet centrum der gefedereerden aan. De tierde afdeeling
wederstond koelbloedig den aanval, maar de vijand maakte
tegen «le flanken daarvan eene beweging, welke de spoedige
afzending van versterking noodzakelijk maakte. De «livisie
Barnes was ter regter, de divisie Ayres ter linkerzijde en de
divisie Crawfort, «le reserve uitmakende, was gereed zich
naar het bedreigde punt te begeven.
„Wat vooral bijdroeg om de worsteling zoo bloedig te
doen zijn, was de nabijheid der vijandelijke troejien. waar
door een onophoudelijk peloton-vuur kon onderhouden
worden en weinig schoten verloren gingen. Dit gevecht
duurde drie uren, en zelden had een der beide partijen zoo
veel hardnekkigheid aan den dag gelegd. Nu en dan deden
«le gekonfedereerden eene kolonne tegen «le bataljons der
noordelijken oprukken, maar de aanvallen bleven vrucht-
teluos en de aanvalskolnnne spa'te uiteen tegen de onwan
kelbare liniën «Ier noordelijken. De taktiek van beide zijden
stond op gelijke hoogte en even spoedig als de gekonfede
reerden een aanval uitvoerden werd hij door de gefedereer
den afgeslagen. Bij een dezer aanvallen werd de generaal
Sickles door een granaat getroffen, welke hem het regter
been wegnam. Hij werd naar achter gedragenalwaar men
onmulilellijk het been tot onder «le knie afzette.
„Naarmate de dag verliep, werd de worsteling heviger.
De gekonfedereerden stelden alle mogelijke pogingen in
het werk oin den vijand vóór den nacht te vernietigen, en
deze zag dat nog slechts een enkel uur strijdens noodig was
om het slagveld te behouden. De generaal Meade zond nu
de tweede afdeeling ter versterking naar de derde en vijfde
korpsen en van toen af begonnen de gekonfedereerden
langzaam en al vechtende terug te trekken. Zij hadden nog
beproefd om zich van de artillerie der noordelijken meester
te maken, hetgeen hun ook voor een oogenblik met de bat
terij Watson gelqkt was; de divisie Birney had hun deze
evenwel weder ohtnomen.
„Het was half negen toen de slag eindigde. De gekonfe
dereerden trokken in hunne positiën van des morgeus-:terug,
terwijl zij bijna geheel het slagveld, met een aantal dooden
en gekwetsten bedekt, ontruimden; het werd door de Vpor-
posien der gefedereerden bezet. Omstreeks tien ure kwam
de inaan van achter het wolkgordijn te voorschijn, en ver
lichtte een vreesselijk tooneel. Voor eenige brigades, wélke
door muren of heggen beschermd waren, zag men de gesneu
velden op een gehoopt tot ware piramiden voor het front
der brigade Webb, wa3 de grond zoo geheel door lijken
bedekt dat hij bijna onzigthaar was."
Ëngcland.
In de zitting van het lagerhuis op 20 julij heeft de heer
Hursiuan een door hem gedaan voorstel betrekkelijk de
poolsche aangelegenheden ingetrokken. Dit voorstel luidde
aldus:
„De bepalingen, welke bij het traktaat van Weetien ten
ojizigie van Polen zijn gemaakt, hebben noch een goed
bestuur in «lat r.jk, noch den europeschen vrede kunnen waar
borgen, en alle latere jiogingen om Polen weder in «len toe
stand bij dat traktaat omschreven te herstellen, moeten
noodzakelijke rampen voor Polen en verwikkelingen en
gevaren voor Europa te weeg brengen."
Onder de redevoeringen, welke bij het bespreken van dit
voorstel zijn gehouden, is vooral die van lord Palmerston
vermelilenswaaul. Deze staatsman begon met «le verklaring
dat volgens de gedachte welke aan het voorstel van „zijn
geachten vriend" ten grondslag was, /le diplomatieke hande
lingen op zich zei ven geen invloed kunnen uitoefenen
zonder gevolgd te worden «loor een uieerkrachtigen dwang
maatregel.
„Mijn geachte vriend aldus vervolgde/hij schijnt
echter de publieke opinie weinig- te tellen. Ik heb iniegen-
deel altijd geilucht dat hare magt met die der wapenen bijna
gelijk staat, en men zal mij ten minste niet betwisten dat de
publieke opinie een belangrijken invloed uitoefent op het
gedrag van personen en regeringen.
„Wat heden ten dage voorvalt bewijst juist de kracht der
publieke opinie, daar toch bij de ondei handelingen in 1831
en 1832 de russische regering ons het regt ontzegde oin
vertoogen tot haar te ngieu betrekkelijk de poolsche aange
legenheden in verband met liet traktaat van 1815. De rus
sische regering verklaarde toen dat Rusland Polen betoverd
had na «ie revolutie en «lat door deze verovering hei trak
taat van 1815 vervallen was. Toen beweerde het russisch
goevernement «lat alle interventie in «le aangelegenlu-ilea
van Polen eene inmenging was in «le biniienlantlsclie aam-
gelegenheden van Rusland, en dat wij het regi met bezaten
om ons bezig te honden met iets, wat alleen den keizer van
Rusland betrof. De liouiling, welke thans door Rusland
wordt aangenomen, is geheel anders. Wijkeoile voor «Ie
algemeene opinie van zoo vele europesche mogendheden, is
Rusland geneigd om ten opzigte van Polen in onderhande
ling te treilen, mits binnen «le grenzen van dat traktaat
blijvemle. Dit is reeds een belangrijke stap. en wij zien
daar.n «le hoop op eea meer gunsiigeu toestanil \an zaken,
dan wij na het vorig antwoord van Rusland konden ver
wachten."
Lord Palmerston betoogde vervolgens dat men verkeer
delijk het denkbeeld koesterde dat Engeland Polen aan
Rusland heeft gegeven, terwijl Rusland integendeel Polen
heroverd heelt en geweigerd dit af te staan.
„Men heeft beweerd zegt de mimsier verder dat wij
óf geheel lijdelijk moeten blijven of aandringen op het her
stel van Polen binnen zijne oude grenzen. Waren alle
mogendheden van Europa gezind om aan Rusland den
ooilog te verklaren eu deze mogendheid aldus lot leruggave
te dwingen van alles wat het aan Polen ontnomen heeiï, dan
zou ik tuij kutiuen begrijpen dat men liet wenschelijk oor
deelde dat Polen door dergelijke kombmatje binnen zijne
oorspronkelijke grenzen werd hersteld. Het is echter klaar
blijkelijk «lat dergelijk doel alleen door geweld kan worden
verkregen. De eenige grondslag waarop wij of andere euro
pesche mogendheden kunnen aannemen bij het bespreken
van deze kwestie met Rusland is liet traktaat van Weenen.
Zoodra men echter verder gaat dan tlit traktaat en van
Rusland de oprigting van een afzonderlijk koningrijk Polen
verlangt, gelijk dit vóór de verdeeling bestond, kunt gij
geen enkelen grond voor dergelijkeu eisch bijbrengen, en
i>an aan dezen eisch niet voldaan worden dan door den
ooilog en otnler voorwaarde «lat gij zege-ïert. Welnu.de
regering der koningin is niet genegen dergelijkeu weg in te
slaan."
Na te hebben gewezen op het veel gunstiger standpunt,
waarop Engelatiti zich thans, door het Ween er-traktaat te
hebben aangenomen, geplaatst heeft, te hebben betoogd dat
de jiolen daardoor in allen gevalle in veel beteren toestand
zullen geraken, en betreurd «lat de wapenstilstand door
Ruslaud niet is aangenomen, voor welke weigering die
mogendheid verantwoordelijk blijft, eindigt lord Palmer
ston aldus
„lk ben overigens verzekerd dat het huis niet verwacht
dat het goevernement reeils nu zal bekend maken welke
houding het, wat dit laatste (de weigering «an den wapen
stilstand) betreft, zal aannemen. Al wat ik kan zeggen is
dat het, daar wij onze vertoogen aanRusland in overeenstem
ming tnet de regeringen van Frankrijk en Oostenrijk hebben
ingediend, ons ten pligt is om ons met die goevemementen
te verstaan omtrent het antwoord, hetwelk elk daarvan van
Rusland ontvangen heeft. Welke ook de maatregelen mog»
ten wezen, die zullen worden genomen, ik ben overtuigd
dat zij van dien aard zullen zijn om de goedkeuring van het
huis en der natie te verkrijgen."
HMDËLiBËRItiTËiV.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 22 julij. Tarwe en gerst lusteloos. Raap-
olie op zes Weken f 4-3. Lijnolie op zes weken f 184.
Dordrecht 23 julij. Tarwe werti heden *0 cent hooger
betaald. Van nieuw koolzaad waren 3ÜÜ last ter markt; tot
eene verhóoging van 60 cent werd het aan olieslagers ver
kocht. Raapolie f42 en lijnolie f47 kontant. In de overige
artikelen is geen verandering op te geven.