MIDDELBURGSCHE
COE
N°" 87.
Dingsdag
21 Julij.
Editie van maandig avond
ure.
Middelburg 20 julij.
Wij herinneren onzen lezers dat morgen tusschen 9 en 5
ure in de hoven achterzaal van het raadhuis de inlevering
der stembiljetten moet plaats hebben voor de verkiezing
van vijf leden van den gemeenteraad alhier, ter vervulling
der vakatures in september e, k. door periodieke aftreding
te ontslaan.
De gemeenteraad alhier zal aanstaanden woensdag, des
namiddags ten half twee ure, eene openbare zitting houden,
ter behandeling der volgende onderwerpen: missives van
gedeputeerde staten goedkeuring raadsbesluiten; provin
ciaal blad no. (17. herzieningbesluit tot heffing der plaatse
lijke belastingen op het gedistilleerd; missive burgerlijk
armbestuur komptahiliteit 1862 en 1863; missive bestuur
der godshuizen rekening over 1862adres P. Dumon Tak
om uitgifte van grond op de algemeene begraafplaats adres
W. Hoek om ontslag als beurtschipper op Bergen op Zoom
vice versa.
Ingevolge eene algemeene oproeping had op vrijdag
alhier eene bijeenkomst plaats van ongeveer 70 gasverbrui-
kers.
Nadat het voorloopig bestuur het doel vermindering
van den gasprijs had geuit, verzocht het uit de aanwezi
gen eene kommissie van uitvoering te benoemen. De heeren
J. C. Altorffer. A. JHainan en K. Baart werden met groote
meerderheid daartoe verkozen en namen deze taak op zich.
Zij stelde daarop, bij monde van haren voorzitter, den
heer Baart, aan de aanwezigen vooreen adres aan de direktie
der gasfabriek te rigten, met verzoek om den prijs der gas
te verminderen. Daartoe werd besloten, nadat op voorstel
van een der tegen woord igen was bepaald otn tevens de
opheffing der gasmeter-huur te verzoeken.
In eene bijeenkomst der kommissie voor den aanleg van
den wegSluis-Nieuvvvhet, in de vorige week te Zuidzande
gehouden, is o. a. beslo'en zich op nieuw tot de ministers
van financiën en binnenlandsche zaken te wenden, met ver
zoek om eerlang eene gunstige beschikking te willen nemen
op het reeds lang van vele zijden te kennen gegeven verlan
gen om dezen kommunikatie-weg ook gelijktijdig door het
thans nog onbed ijkte Zwin te kunnen aanleggen, waarnaar
de openbare aanbesteding slechts wacht.
Door het vervoer langs de belgische staatsspoorwegen
ontvangt men te Sluis thans bijna dagelijks met de om elf
uren 's morgens uit Brugge aankomende post. de eerst
'savond» te voren uit Holland verzondene brieven en couran
ten, die men vroeger slechts des avonds 7 a 7^ uur ontving.
Komen nu met die vervroegde post-kommunikatie, ook
de stukken voor andere gemeenten van dit voormalig
distrikt mede, dan gelooft men, dat door het ten elf uren
onmiddellijk verder per kar of bode verzenden dier stukken
aan de hier en daar aangeheven klagten en gerezen bezwa
ren zoude te gemoet gekomen zijn en men ook elders een
billijk verlangd aandeel zou genieten van deze door den
ingestelden nachttrein tusschen Rotterdam en Antwerpen
versnelde gemeenschap.
Uit Brugge schrijft men liet volgende aan hetSluisch
weekblad „Is in den laatsten tijd bij onze zeeuwsehe nabu
ren in de nieuwspapieren veel geschreven en niet minder
geklaagd over de niet afdoening van de, met de erven van
den fransehen generaal van Damrae, bestaande koncessie-
kwestien omtrent in het Zwin gelegen schorren, ook hier is
daarover in de zitting van den provincialen raad van 10
dezer, voor wat het belgisch Zwin betreft, ten sterksten
geklaagd.
„De heer Goddyn de Vaux, een man, volkomen op de
hoogte dier zaak. en die reeds in 1857 lid waseener interna
tionale kommissie tot afdamming van het Zwin, zeide rond
weg in zijn rapport omtrent het maken van zekeren calsyde
weg van de Sehapenbrug naar de verlangde Hazegras-sluis,
„dat het belgisch staatsbestuur in de bedijking van hetZwin
met eene onbegrijpelijke (tiédeur) laauwheid te werk ging,
waardoor de onuitputtelijke rijkdommen van de aldaar
gelegen schorren, voor de rijken, provinciën en omwonen
den verloren bleven gaan en de zoo van alle kanten ver
langde kommunikatieweg naar het rijke land van Cadzand
onuitvoerbaar blijven moest."
„Hoewel de geachte goeverneur zijne gevoeligheid over
dit beklag te kennen gaf en vermeende, dat de heer Goddyn
niet genoegzaam konde beoordeelen. of er in deze gewig-
tige zaak bij de hooge staatsmagten werkelijk laauwheid of
„niets doen" bestond, bleef de goeverneur echter in gebreke
om door eenig bewijs of handeling aan te toonen. dat er van
goeverneinentswege reeds iets gedaan was, o>n tot de zoo
algemeen verlangd wordende afdamming van den zeearm
het Z^yin te geraken.
„Hier blijft men dan ook, helaas! vreezen, dat deze duis
tere zaak even als in Holland, ook wederom wel ten groofen
tiadeele van zoo vele lokale belangen, op de lange baan zal
geschoven, ja, in het boek der vergetelheid zal aangeschre
ven worden, tot dat onze nieuwsgierige volksvertegenwoor
digers er eens toe overgaan om te klappen en er iets meer
van willen weten. Hadden onzo provinciale raden het
groote belang der Zwin-kwestie maai» gekend, 't is zeker dat
zij mijnheer Goddyn niet alleen in het vuur zouden gelaten
maar hem zeker in zijne meening zouden ondersteund
hebben, dat het inproduktief laten dier zoo overschoone
schorgronden, met liet in bezit laten aan wie daarop geene
regten meer schijnen te bezitten, het sterk sprekend bewijs
is van de laauwheid in het niet afdoen dezer kwestiën bij
de goevernementen."
Als een vervolg op het in ons vorig noramer medegedeelde
omtrent den moordaanslagop den aartsbisschop van Utrecht
mgr. J. Zwijsen, zijn uit verschillende nadere berigten nog
de volgende bijzonderheden bekend geworden, Volgens de
Amsterdamscheeourant had de bisschop den dag vau J 4 julij
te Loon op Zand doorgebragt, kwam des avonds ten 10 ure
in zijn woning en begaf zich een half uur later ter rust. Zijn
bisschoppelijk gewaad was door zijn knecht in de aan zijn
slaapkamer grenzende kapel nedergelegd. waarin de moor
denaar zich waarschijnlijk achter een bidbankje verborgen
hield en, daar de deur was opengebleven.de slaapkamer des
bisschops geheel kon overzien. Tot 12 ure lag de bisschop
wakker, en toen nog niet kunnende slapen stond hij op en
bleef tot 2 ure in een stoel zitten. Nadat hij zich toen weder
te bed had begeven en in slaap gevallen was, liggende op
de linkerzijde met de armen kruiselings op de borst, werd
een schot gelost. De kogel doorboorde de weeke deelen
van den regterann en drong vervolgens in de leverhij is
er nog niet uit kunnen gehaald worden. Na het volvoeren
der misdaad heeft de moordenaar met koel overleg de slaap
kamer van buiten gesloten even als de deur van het portaal
waarop die kamer uitkwam, en zich vervolgens uit de voe
ten gemaakt. Door het bloedverlies uit de wond opmerk
zaam gemaakt, begreep de bisschop eerst wat er gebeurd
was en riep toen met alle kracht om hulp, waarop de huis-
genooten toesnelden en den bijna 7Ujarigeu man in zijn
bloed badende vonden.
Omtrent de wijze van verwonding schijnen de berigten
echter verschillend te zijn. Althans de Tijd zegt dat de bis
schop te Haaren op zijn bed aangevallen en ernstig ofschoon
niet doodelijk gewond is in den regterann, welke is door
stoken, en in de regterzijde, welke vrij erg gekwetst is. Vol
gens dat blad schijnt de moordenaar met een priem in één
steek de beide wonden te hebben toegebragt. De Nieuwe
rotterdarasche courant deelt mede dat de moordenaar des
nachts de slaapkamer is binnengeslopen met de eene hand
heeft hij hel bedgordijn, waarop de zwarte vingers nogzigt-
baar waren, geopend en met de andere een pistoolschot
gelost, waarvan de kogel door den regterann in de regter
zijde en tot aan de nieren doordrong.
Algemeen vermoedt men dat de dader zich in het huis
van den bisschop heeft laten insluiten. Men heeft hem tot
lieden echter niet kunnen ontdekken en verdiept zich in
gissingen wie hij zijn kan. Volgens een door het Handels
blad medegedeeld gerucht zou het een student van het te
Haaren gevestigd roorasch-katholiek seminarium zijn. Het
geregtelijk onderzoek wordt ijverig voortgezet. Volgens bet
U trechtseh dagblad begrij pt echter niemand hoe het komt,dat
eerst te vier ure's namiddags het geregt te's Bosch tijding
ontving van eene misdaad die reeds 's morgens te half drie
ure schijnt te zijn bedreven. De Noonl-Brabanter zegt dat
dit is toe te schrijven aan het aanvankelijk niet gevaarlijk
aanzien der toegebragte wond.
De toestand van den lijder is, hoewel zeer gevaarlijk, toch
niet bedenkelijk. Hij is zeer kalm en, volgens de Nieuwe
rotterdarasche courant, zelfs opgeruimd.
Professor Tilanus was per telegraaf uit Amsterdam ont
boden. Volgens de N. Noord-Brabanter is een hoogleeraar
uit Leiden ontboden, om de wonde te onderzoeken en te
beslissen of er middel is den kogel er uit te halen.
De Tijd komt terug op baar berigt dat de aartsbisschop
zou zijn gestoken en zegt dat hij een schot heeft ontvangen.
Volgens haar jongste berigt uit 's Bosch was de lij dei-
zonder koorts. jEr is veel hoop voor zijn behoud, maar hij
is niet vrij van gevaar. Er is uitstorting van bloed in de
huid en de regternierstreek.
Uit Moergestel schrijft men aan de N. rotlerd. courant
dat de vermoedelijke dader vrijdag gevankelijk te 's Bosch
is gebragt; hij is geen nederlander maar een duitscher, die
gaarne gewenscht had in een klooster te komen, doch aan
wien dit geweigerd is; andereu zeggen dat hij in een kloos
ter geweest is, doch wegens slecht gedrag ontslagen was. De
instruktie zal weldra meerder lichte ver de zaak verspreiden.
Naar wij vernemen is Z. M. de koning lieden morgen uit
iHage naar Baden-Baden vertrokken.
Z. K. H. de prins van Oranje is door H. M. de koningin
van Spanje benoemd tot ridder der orde van het Gulden
vlies. Z. M. de koning heeft donderdag den prins de ver
sierselen dier orde overhandigd.
Men herinnert zich hoe voor ruim een jaar algemeen,
ook in de tweede kamer, de wensch werd uitgesproken dat
aan de leidsche hoogeschool een leerstoel voor de sanskriti-
sche talen enz. werd opgerigt. Dit geschiedde met het oog
op dr. Kern, den eenigen nederlandschen medewerker
aan het groot sanskritiscli woordenboek, dat in Petersburg
verschijnt; een geleerde, bekend als leerling der Grimm's
te Berlijn, voor wien zijn vaderland slechts een leerstoel aan
het athenaeum te Maastricht had.
Die pogingen mislukten en, wat hier gevreesd werd, is
geschied. De engelsche regering heeft aan dr. Kern zulke
aanbiedingen gedaan, dat hij in hare dienst is getreden.
Thans verneemt men, dat de heer Kern, na een geruimen
tijd nog in Londen zijne studiën te hebben voortgezet, dezer
dagen naar Calcutta is vertrokken, om aldaar voor de belan
gen der wetenschap en van zijn nieuw vaderland werkzaam
te zijn.
Z. M. de koning heeft bij besluit van 16 dezer, op daartoe
door den heer J. G. Jager gedaan verzoek, bewilliging ver
leend tot bet oprigten van de Amsterdamscbe kanaalmaat
schappij.
Bij den gemeenteraad van Amsterdam is het volgende
voorstel ingekomen
„De gemeenteraad van Amsterdam besluit aan de amster
damscbe kanaal maatschappij, zoo dr a van deze naamlooze
vennootschap de akte van oprigting zal zijn verleden, en de
statuten door den koning zullen zijn goedgekeurd, voor te
stellen de navolgende overeenkomst te sluiten
„fl. De amsterdamscbe kanaalmaatschappij cedeert de
vegten. welke zij heeft op grond van art. 14 der koncessie,
bekrachtigd hij de wet van 24 januari) 1863 (Staatsblad no.
4), aan de gemeente Amsterdam, door welke bovendien
casu quo genoten zullen worden de uitkeeringen waarop
de maatschappij Aanspraak zou hebben in het geval van art.
19 en art. 35 liff b der gezegde koneessie
„üe gemeente Amsterdam betaalt daarvoor eene som van
vijf millioen gulden aan de maatschappijzoodra het kanaal
naar de Noordzee door die maatschappij ten gebruike van
de zeevaart is opengesteld.
„Door deze overeenkomst wordt niets te kort gedaan aan.
de verpligtingen, die, krachtens de art. 5, 6, 7 en 8 der aan
gehaalde koncessie, rusten op de Amsterdauisclie kanaal
maatschappij.
„De heffing der regten, die ingevolge deze overeenkomst
ten bate kunnen komen van de gemeente Amsterdam, ge
schiedt voor rekening van die gemeente.
„6. De overeenkomst zal niet geacht worden gesloten te
zijn, dan na verklaring van de hooge regering
„I. Dat zij de gemeente Amsterdam erkent als getreden
zijnde in de vegten haar door de Amsterdatnsche kanaal
maatschappij afgestaan, en dat zij voor alsdan aan die ge
meente de bevoegdheid toekent om sluis-, haven-en kunaal-
gelden te heffen tot zoodanig bedrag, dat de gebruikers,
naar evenredigheid van hun genot, de renten der bij deze
overeenkomst toegezegde som vergoeden.
„2. Dat een bedrag van 18 millioen gulden beschikbaar
is voor de onderneming buitenen behalve de bijdragen der
gemeente Amsterdam."
„Aldus voorgesteld door h. l. m. luden, b.j.
momma, j. heemskerk az., j. a. mol
ster, herman j. van lennep."
Jl. donderdag heeft de opening van den centraal-spoor-
weg tusschen Utrecht en Hattera plaats gehad.
Donderdag zijn de vijfde en zesde haringjager te Vlaar-
dingen binnengekomen, te zamen aanbrengende 200 ton
maatjesen 505 ton vollen haring.
Zaturdag had op de rivier voor Rotterdam de jaarlijksche
wedstrijd plaats van deKoninklijkenederlandseheyachtclub.
Alhoewel het weder verre van gunstig te noemen was, bood
het terrein weder liet zelfde levendige schouwspel aan, dat
de wedstrijden der Koninklijke nederlandsche yaclitclub
steeds kenmerkt. Linksen regts van het yachtclubgebouw
waren wederom een aantal volksfeesten georganiseerd en
was daar tevens een orkest opgerigt dat door het muziek
korps der schutterij werd bezet en uitmuntende diensten
bewees tot opluistering van het feest. Hetj-aclitclubgebouw
zelf wasvoor de gelegenheid van den dag eenvoudig maar
sierlijk ingerigt en inwendig met vlaggen, bloemenen tro-
feën getooid. Op de eerste bovenzaal stonden aan het
benedeneinde de vele rneerendeels kostbare en fraaije voor