MIDDELBÜRGSCHE 0 1863. N°' 79. Donderdag V\ COURANT. 2 Julij. Editie van woensdag avond 8 ure. Herijk «Ier maten en ge wigten. De gedeputeerde staten van Zeeland. doen te weten, dat door hen, in hunne vergadering van heden, is vastgesteld hetgeen volgt: Art. 1. De herijk, over het jaar 1863. van de nederlandsche maten en gewigten, waarvan het gebruik verpligtend is, en mitsdien van alle gewigten, lengtematen, inhoudsmaten voor drooge waren, vochtmaten voor den handel in het groot en in het klein, mitsgaders van de wisse, zal in het ijk- arrondissement Oostburg worden aangevangen met den 1 augustus aanstaande, en gesloten op den 31 October daar aanvolgende. Art. 2. De bepalingen van ons besluit van den IS april jongstleden, no. 80. (provinciaal blad no. 52.) worden toe passelijk verklaard op voormelden herijk, met dien verstan de, dat voor dit jaar en vervolgens in de beide gemeenten Breskens en Schoondijke voor den herijk zal worden geva ceerd. Art. 3 Dit besluit zal door insertie in het provinciaal blad, gebragt worden ter kennis van de burgemeesters en wethouders der gemeenten in deze provincie-, mitsgaders van de arrondissements ijkers en van tien bevelhebber van het luitenantschap der Maréchaussee te Sas van Gent, ook voor de onder hetzelve ressorterende brigade bevelhebbers, tot informatie en narigt, en wijders, door de zorg der plaatse lijke besturen, worden afgekondigd en aangeplakt in al de gemeenttn van het voormalig ijk arrondissement Oostburg, ten welken einde een genoegzaam getal in plano gedrukte exemplaren van hetzelve, aan voornoemde besturen zal wor den toegezonden; zullende wijders exemplaren van dit besluit worden uitgereikt aan het provinciaal geregtshof, den procureur-generaal bij hetzelve, en door diens tusschen- komst aan de ambtenaren van het openbaar ministerie bij het provinciaal geregtshof, en bij de arrondsssements regt- banken, gelijk mede aan de kantonregters in deze provincie. Gegeven te Middelburg, den 26 j tin ij 1863. De gedeputeerde staten voornoemd, R. W. VaN LIJNDEN, voorzitter. S. VAN DER SVV ALME, griffier. De commissaris des konings in de provincie Zeeland. maakt bekend, dat de opening der jagt op waterwild, be doeld in artikel 17, laatste lid der wet van den 13 junij 1857 (Staatsblad no. 87), in deze provincie door gedeputeerde staten is bepaald op woensdag den 15 julij aanstaande. Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad geplaatst, en zullen afdrukken in plano aan de gemeentebesturen ter aanplakking gezonden worden. Middelburg, den 27 junij 1863. De commissaris des konings voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN. BIMEKLA1V». sande sloten zich bij dezen spreker aan. Deheeren van Eek, van Diggelen en de minister, ben.vens de heer Begram be toogden^ dat hier een exceptioneel geval bestond de staat was verpligt tot het ge\en eener bijdrage, want de uitwa tering had geleden door handelingen van den staat. De inundatiën in Zeeland hadden de uitwatering benadeeld en daarvoor was geene voldoende schadevergoeding ver leend. Maar bovendien trok de staat vele voordeelen uit de aanslibbing en indijking van gïwuierv. die de uitwatering insgelijkshaddeo ben,«deel.i. OpVten giaaf van Darame was de verpligting gelegd het uitwateringskanaal te verbeteren, maar nu was die koncessie vervallen en de staat was in zijne regten teruggetreden maar op den staat rustte dan ook de verpligting die men den koncessionaris vroeger had opge legd. Regt bestond hier niet maar alle regelen van billijk heid eischten een subsidie van den staat, te meer daar de ingezetenen van de kosten droegen. De,provincie had geene reden om bij te dragen in hetgeen door toedoen van het rijk was veroorzaakt. Mogt men het subsidie weigeren, dan bleef een toestand bestaan, welke een ramp was voor die streek. Het artikel werd daarna aangenomen metéa tegen 8 stem men en vervolgens het geheele wetsontwerp, zoo als wij reeds gezegd hebben, met algemeene stemmen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren is door de kommissie, in wier handen gesteld was het adres van eenige te St. Petersburg gevestigde nederlanders, betrekkelijk de diplomatieke nota. door Nederland aan Rusland toegezon den. verslag uitgebragt.De konklusie vun het rapport, strek kende dat de kamer over zou gaan tot de orde van den dag, is aangenomen niet 25 tegen 12 stemmen. De kamer is vervolgens tot nadere bijeenroeping geschei den, nadat zij nog eenige andere aanhangige werkzaamhe den had afgedaan. Daartoe behoort de aanneming van het wetsontwerp tot aflossing der door het rijk gewaarborgde schuldbrieven, ten laste van onze overzeesche bezittingen. Deze wet heeft een dubbel oogmerk: vooreerstom dadelijk een nuttig gebruik te maken van het eerste derdedeel der afkoopsom van den Scheldetoh dat wij eerlang ter somma van f 5.713,880 ontvangen zullen, er. ten tweede om weder eene geheele soort van effekten uit onze nationale schuld weg te nemen, en daardoor de financiële huishouding te vereen voudigen. De geheele voor die aflossing gevorderde som bedraagt f12.179,500, zoo dat het overige vereischte kapi taal uit overschotten van vroeger en uit het domeinfonds aangevuld wordt. Tot deze korte mededeeling, wat de zittingen der laatste dagen betreft, moeten wij ons heden bepalen. Middelburg 1 julij. De begrooting voor koloniën is heden door de eerste kamer der staten generaal aaiigd&omeit met 22 tegen 16 stemmen. Voor de daarover gevoerde beraadslagingen in de zittingen van eergisteren en gisteren verwijzen wij naar de verslagen onder „Staten generaal" in dit nommer voorkomende. De kamer heeft heden nog met algeineene stemmen goed gekeurd "het wetsontwerp tot nadere regeling van het ge bruik van het koloniaal batig slot over I860. In de zitting der tweede kamer van maandag zijn zoo als reeds met een enkel woord in de laatste editie van ons vorig nommer is medegedeeld met algemeene stemmen aangenomen de wetsontwerpen: 1. tot afkoop van den Scheldetol en vermindering der loodsgelden op de Wester- Schelde, en 2. het nederlandsch-belgisch handels- en scheep vaartverdrag, alsmede dat tot verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1863. Bij art. 2 van laatstgenoemd wetsontwerp betoogde de heer Heemskerk Az., dat het subsidie van f206.000 tot ver betering der uitwatering in het-ie distrikt van Zeeland, in strijd was met het beginsel om geene bijdrage van rijks wege toe te staan, ten zij de provincie een subsidie verleen de. Het was een aangenomen regel, die de kamer nog had gehuldigd bij de jongste begrooting ten opzigte der gelder- sehe waterschappen, die door de overstrooming van 1861 zeer hadden geleden. Het was niet voldoende dat de belang hebbenden bijdroegen. De regtsverpligting van den staat om daartoe bij te dragen was kwestieus, wat betreft de las ten daardoor ontstaan, dat de staat weder trad in de regten van de thans vervallen koncessie aan den heer van Darame verleend. J)e heereu van Loghem en Storm van'sGrave- Uit Vlissingen schrijft men ons: „Mag men de geruchten gelooven dan hebben wij spoe dig weder wat grootere levendigheid en vertier te wachten, door eene vermeerdering van werkzaamheden aan de ma rinewerf aUüier. Ten gevolge van de aanneming van het wetsontwerp tot verhooging der staatsbegrooting van 1863. hoofdstuk marine, (pantsering van schepen), spreekt men namelijk van den aanbouw van een groot schip, dat op geen der overige etablissementen kan gebouwd worden; terwijl er ook nog andere werkzaamheden zullen te verrig- ten zijn in verband met de pantsering van houten vaar tuigen. „Hierdoor zou dan ook de vrees worden weggenomen dat het personeel der marinewerf misschien nog aanzienlijk zou verminderd zijn geworden." Jl. zaturdag is Z. K., H. de prins van Oranje van zijne buitenlandsche reis in de residentie teruggekeerd. Het 18e lanrlhuishoudkundig kongres te Leeuwarden is vrijdrag door den voorzitter gesloten. Onderscheidene be langrijke diskussiën hadden daarbij plaats. Onder at:deren werd, op voorstel van den heer Sloet tot Oldhuis, bij akkla- raatie besloten, een adres aan den koning in te dienen, van gelijken geest als dezer dagen door de maatschappij Tot be vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland is vastgesteld. Het strekt alzoo om den afkoop der tienden en de verwisse ling daarvan in grondrenten van alle regten van zegel, regis tratie en overschrijving te doen ontheffen. Nu niet het oog op de herhaalde verwerping door de eerste kamer van het wets ontwerp tot afkoopbaarstelling der tienden, die zaak voor eerst wel onveranderd zal blijven, oordeelde het kongres, dat de bezwaren tegen de tienden althans eenigzins zouden kunnen worden weggenomen, indien de bedoelde ontheffing werd verleend, waardoor de verwisseling in grondrenten op groote schaal zou kunnen toenemen. Een adres werd ver volgens vastgesteld en reeds dadelijk door velen onder steund. Naar men verneemt zal het besluit van 2S junij 1816, staatsblad no. 32, door den minister van binnenlandsche zaken zoodanig herzien of gewijzigd worden, dat er een einde gemaakt worde aan het varen van ongeëxamineerde personen als scheepsdokter. Buitenlanders, waarvan mea geen waarborg heeft zullen worden uitgesloten; daar de Nederlandsche handelmaatschappij bij hare bevrachting de overlegging der diplomata van de stuurlieden eischt, om in aanmerking te kunnen komen, is niets billijker, dan dat men den zelfden waarborg van de geneeskundigen vordert. De thans door de handelingen der huurbazen en schippers varende zoogenaamde geneeskundigen, voor zoo ver deze niet gegraduv.-erd zijn,-zull< n alsdan als onbevoegde uitoefe naars der geneeskunde, in de strafwet van 12 maart 1S18, Staatsblad no. 16 eu 12 maart 1838, Staatsblad no. 10 ver vallen. SSestoemiiigen en besluiten. schutterij. Eervol ontslag verleend uithoofde van ver andering van woonplauts. aan den 2en luitenant C. Sehtlle- man. bij het bataljon rustende schutterij no. 4 inde provin cie Zeeland. Ontslagen de kapitein J. Th. de Smith, bij het bataljon rustende schutterij no. 5 in de provincie Zeeland. Benoemd tot len luitenant de 2e luitenant J. F. Carpreau, tot 2e luitenants de sergeant D. F. de Paauw, en de schut ter A. van Ilooff. geneeskundige dienst. Benoemd to-t genees-, heel-en verloskundige op het eiland St. Martin (Nederlandsch ge deelte) de lieer D. P. P. Zuurdeeg te Z.erikzee. Kerk- en sciioolnienws. Beroepen tot predikant bij de christelijk afgescheiden gereformeerde gemeente te Haarlem de heer H. Renting alhier. Marine en leger. Volgens berigt van Malaga, dd. 17 dezer, was Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Zeeland daags te voren daar aan gekomen; men dacht den 24en naar Gibraltai' te vertrekken, vervolgens naar Catlix om daarna bepaald te Vlissingen binnen te vallen, alwaar bet schip eenige herstellingen aan de machine zou ondergaan om voor een nieuwen kruistogt gereed te worden gemaakt. {Utrechtschecourant.) In den loop dezer maand zal weder een detachement suppletietroepen van 125 man van het koloniaal werfdepot te Harderwijk, per scheepsgelegenheid naar Java vertrek ken, bestemd voor het Oost-indisch leger. Regtszakeu. Het provinciaal geregtshof in Zeeland heeft heden uit spraak gedaan in de bekende zaak van mr. C. A. W. P. A. van Baerle, advokaat te Breda. Het hof heeft bij zijn arrest o. a. overwogen dat de be klaagde aan zijne verpligting om voor zijne moeder te zorgen,willens en wetens is te kort gekomen dat het toebren gen van de slagen aan eene moeder volgens de wet eene verzwarende omstandigheid is; dat de vrouw van het ge bruik van haar verstand verstoken was en de door den beklaagde gepleegde handelingen zeer strafwaardig zijn; dat mede als verzwarende omstandigheden moeten worden aangemerkt datde beklaagde nu geïntimeerde, reeds vroeger tot gevangenisstraf van langer dan zes maanden in eenzame opsluiting is veroordeeld dat de door de nrrondissements- regtbank te Breda opgelegde straf niet in verkonding staat lot het gepleegde feit. Met te niet doening van het appèl heeft het hof als bewe zen aangenomen dat de beklaagde in het tijdsverloop van 20 junij 1861 tot 12 september 1862, aan zijne krankzinnige moeder met de ten proeesse aanwezige kleerkloppers her haaldelijk slagen heeft toegebragt, en hem ter zake van het moedwillig toebrengen van slagen waaruit geene ziekte of beletsel tot persoonlijken arbeid is ontstaan door een zoon aan zijne wettige moeder, overeenkomstig de artikelen 311, le lid, en 309 van het wetboek van strafregt, in verband met art. 1, 2 en 3 der wet van 28 junij 1851 (Staatsblad no. 68), 52 van het wetboek van strafregt, 227, 21/ en 207 van dat van strafvordering, veroordeeld tot eene gevangenisstraf van zes maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan, eene geldboete van f8 alsmede in de kosten zoo in eersten aan leg als in hooger beroep gevallen, voor zoo ver door den hoogen raad bij haar arrest van 13 mei jl. niet anders mogt zijn beslist, met bevel tot teruggave der overtuigingstukken aan den eigenaar of regthebbeiide. De beklaagde heeft zich van deze uitspraak onmiddellijk in kassatie voorzien. Gemengde berlgten. Het Vorarl-gebergte en de zwitsersche Alpen zijn sedert eenige dagen met een dikke laag sneeuw bedekt, een op dit tijdstip van het jaar zeerongewoon verschijnsel. Het aardappelschepen is te Naaldwijk druk aan den gang. Op sommige dagen worden er 3 a 4000 manden ge scheept meest voor Engeland. Onder de prijzen, uitgeloofd bij gelegenheid van het zwitsersche schuttersfeest te La Chauxdefonds, bevindt zich

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 1