hage. Een boschgezigt, met houthakkers in verschillende standen, sober van toon, met goede lichteffekten; 314, vee aan een plas, dampige morgenstond, en 315, jonge kalven aan een raelkbak. beiden door W. Maris te 's Gravenhage. Deze schilderijen leveren het bewijs, dat de Braga indertijd gelijk had, toen hij zeï „de durf is het al." De meeste kunstenaars zouden zoo niet durven schdderen, en zie, degeen die het gedurfd heeft, worth beloond door den verkoop zijner stukken. Jonge schilders kunnen er uit leeren, dat zij verkeerd doen met zich dood te blokken, en dat geld en naam langs veel gemakkelijker weg te verkrij gen zijn. Zij smeren eenvoudig eene gelijkvormige vuil witte laag op hun doek en noemen dat lucht; zij teekenen vormelooze figuren op vier pooten, met een kop die alleen aan zijne plaats en niet aan zijne gedaante te herkennen is, en bestempelen die voorwerpen dan met den naam van kal ven; zij breken met alle kleingeestige vooroordeelen om trent uitvoerig of zorgvuldig schilderen en geven het kolo riet aan hunne kalven door eene streep wit in de lengte op den rug te trekken, die dan het morgenlicht verbeeldt dat er op valt, en snieren over de rest van het ligchaam eene eenvormige grijze verf zonder eenige nuance. Deze wijze van schilderen is niet realistisch en niet ideaal; maar hoe zal zij dan heeten Wij zouden lust hebben haar de 't kau-rnij-niet-schelen-manier" te noemen. Blijkbaar wordt zij als eene ontdekking beschouwd, die eene soort van openbaring is, want zij heeft reeds een navolger gevon den in den heer J. M. Vrolijk te 's Gravenhage, die in zijn landschap met kalveren (53 als 't ware letterlijk de zelfde wijze van behandeling heeft gevolgd. Het spijt ons te moe ten vermelden, dat zijn „durf" nog niet beloond is door «len aankooj) van zijn stuk, hetwelk anders even veel aansprnak op dat voorregt heeft als de schilderijen van den heer W. Maris 316,een achterbuurtje, door N. Maris, te 's Gravenhage. Eenstukje van streng en niet dadelijk behagelijk koloriet, doch dat vele verdiensten bezit. 327, het naoogen. en 328 het stranden van eene brik, beide door Louis Meyer. Het eerste stuk stelt eene vis- schers vrouw met een knaapje voor, die van het strand een vaartuig naoogen dat aan den horizont verdwijnt, en maakt door de diepte van het verschiet en de poëtische speling van het licht op de kalm kahhelende zee een treffenden indruk; 436, eene kerk van binnen, door J. J. Schenkel te Am sterdam, een voortreffelijk stuk. De heide andere gezigten in kerken, van den zelfden meester, de domkerk te Utrecht (434) en de oude kerk te Amsterdam (435), zijn nog onver kocht. De kerken van den heer Schenkel leveren steeds het bewijs, dat men niet met dikke verfpartijen behoeft te smeren om effekt te verkrijgen, en dat men uitvoerig en duidelijk kan schilderen zonder kleingeestig te worden 454, een landschap met schapen, en 455 een landschap met haan en hennen, door F. van Severdonck, te Brussel. Dit laatste, uiterst kleine stukje, wordt door geene andere schilderij in uitvoerigheid van bewerking geëvenaard. De haan en de duif die er onder anderen op voorkomen zijn juweeltjes van bewerking; 468, de bouwvallen van een klooster, door W. Steuerwald te Quedlinburg. Men ziet onder de hooggewelven van een klooster op eenejopene ruimte met sneeuw bedekt. Het perspektief is zeer schoon en ook de penseelbehandeling loffelijk 455, vlaamsehe paarden van de mijnen terugkeerende, door O. von Thoren, te Brussel. Een krachtig geteekend en stout geschilderd stuk, vol leveu en waarheid. Vier paarden, waarvan een over een gat in den grond struikelt, trekken met inspanning van alle krachten een wagen met zware vier kante steenblokken over een slechten landweg, en worden bestuurd door een naast den wagen loopenden jongen voer man, eene figuur vol realiteit. Het koloriet is harmonisch en krachtig; 516, de kleine visschersvloot, door Elchanon Verveer, te 's Gravenhage. Visscherskinderen vermaken zich aan liet strand met het sturen van een kinderscheepje door de plas sen die de zee heeft achtergelaten. Het bekende teedere en heldere, wij zouden bijna zeggen blijmoedige, koloriet, dat dezen meester eigen is, kenmerkt ook het hier bedoelde stuk. De landschappen, avondstonden, maanlichten, winterge- zigten enz., die zich zoo moeij el ij k tot eene beschrijving leenen, zijn bijna zonder uitzondering zeer verdienstelijk. Inzonderheid bewonderden wij: de plassen van Nieuwaal (13) door Julius van de Sande Bakhuyzen te 's Gravenhage, zeer delikaat gepenseeld met uitmuntende wilgen partijen een gezigt in de omstreken van Kleef (64) en een hollandsch landschap (65), beide door A. li. de Bruine te Kleef, voor treffelijk door de losheid der bladerpartijen een landschap in den namiddag (98) door J. J. Destrée, waarin het lage licht van den vallenden avond uitmuntend is wedergegeven een duinachtig landschap bij Haarlem in den herfst (176), door L. Hanedoes te's Gravenhage; een avondlandschap in het Jura-gebergte (178) door J. G. Hans te's Graven hage; een tafereel uit den oogsttijd in liet beijersche ge bergte (183), door J. Hartogensis te's Gravenhage; een noorweegsch fjord (200) door II. Ilerzog te Dusseldorp de oevers van het meer van Brienz (254) door J. Jungheim te Dusseldorp, opmerkelijk wegens een prachtigen ouden eik op den voorgrond hooibouw in de Ardennen (350) door W. C. Nakken te 's Gravenhage, een zwaar beladen hooi wagen door zes ossen getrokken in een wetland, net getee- k'end. met zorg gepenseeld en fraai van koloriet; meeren in Bèyeren (409 en 410) door F. lloffiaen te Brussel, schoon door bewerking en poëtische opvaitting; gezigt op het Lago Maggiore (146) door Kar( Giraniet te Parijs'; enz. De beide wintergezigten vaii uw stadgenoot C; Kiramel hebben het geluk gehad zeer goede plaatsen te treffen en verdienen die ook» Het stadsgezigt bij winter (272) is eigen lijk een ijsstukje voor de poorten der stad, vol leven en in het algemeen goed gepenseeld, aangenaam van koloriet en met goed perspektief, behoudens de lucht die niet volkomen de vereischte luchtigheid bezit. Zij is veel heter geslaagd in het andere stuk, een wintergezigt in Duitschland (271met een kasteel op den tweeden grond; deze schilderij is in alle opzigten aangenaam, harmonisch en helder van toon. Onder de watergezigten munten inzonderheid door hun prachtig koloriet de twee gezigten op het eiland Jersey (280 en 281) uit, door Hermanns Koekkoek jr. te Londen de togt naar het Noorden in mei 1596 (282), door E. Kos ter te Haarlem, voorstellende het uitloopen der beide sche pen, waarmede Heemskerk en Barendsden rampspoedigen togt aanvaardden, die op de overwintering te Nova-Zeinhla uitliep; het water is uitmuntend doorschijnend gepenseeld. Minder rijk van koloriet dan de stukken van den evenge noemden Koekkoek, zijn toch de drie stille waters van II. Koekkoek te Amsterdam (277 279) hoogst verdienstelijk door behandeling, effekt en verlichting. De zelfde lof komt toe aan het gezigt in het Noord-Hollandsch kanaal (162) en het gezigt aan de Zuiderzee 163), beide door W. Gruyter jr. te Amsterdam, waarop de schepen inzonderheid akkuraat van teekening en schildering zijn en het koloriet eene bij zondere helderheid bezit; eene eigenschap die men ook waarneemt in het stil water met visschersvaartuigen (270) van G. L. Kiers te Assen. Het stuk van den franschen zeeschilder Gudin, de aan komst der koningin van Engeland te Cherbourg (165) neeint door zijne grootte de eerste plaats onder de zeestukken in. Het is het grootste doek van de tentoonstel ling en beslaat den achterwand der groote zaal, tegenover den ingang, de plaats welke kommissiën van beheer gaarne ingenomen zien dooreen doek, «lat men bij vierkante ellen meten moet. Ofschoon ontegenzeggelijk een verdienstelijk stuk, bevredigt het toch niet; de schilder was door zijn on derwerp gebonden en raogt zich geene verdeeling van par tijen veroorloven, die voor het effekt gewenscht zou geweest zijn. De fransche oorlogschepen liggen op ééne lijn, 't geen niet zeer pittoresk is, en de saluten uit hunne talrijke vuur monden verwekken aan de regterzijde van de schilderij een rook, zwart door zijne dikte, die nog minder pittoresk is te noemen, vooral omdat daardoor de harmonie verbroken wordt met de linkerzijde, die helder blaauw is. Door de bjzondere plaatsing der schepen is het eene gedeelte van het doek te vol eti het andere te leêg, zoo dat Gudin, om de ijlheid te breken, op den voorgrond eenige booten met ma trozen heeft ingevoegd. Dit zijn echter verdienstelijke toe giften, daar de overige partijen te ver liggen om duidelijk gezien te worden. Uit het oogpunt van harmonie werd de smaak veel meer bevredigd door het „bezoek van Napoleon III op de reede van Brest" van den zelfden schilderen de zelfde afmetingen, dat verleden jaar te Rotterdam ten toon gesteld was en in de eerste dagen onzer 's Gravenhaagsche tentoonstelling hier ook gehangen heeft, in afwachting dat no. 165 komen zou, 't geen w;el beloofd maar nog niet gearri veerd was. Doch de schilder had daarbij niet te kampen gehad met te veel kruiddamp, dat voor schilders van veld en zeeslagen óf zoo hinderlijk öf zoo gemakkelijk is. en dik wijls tegen de waarheid strijdt, getuige het puntige woord van den hertog van Wellington, toen men hem eene schil derij van den veldslag van Waterloo liet bezigtigen. „Zeer goed," zei hij, „en gelukkig niet te veel rook." SSctioeiniiigen cu besluite». ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw de heer G. II. de Wilde, te Dresden. Vergunning verleend aan de heer O. van Polanen Petels, resident van Bantam, tot het aannemen der versierselen van ridder 2e klasse der Kroon-orde, hem door den koning van Pruissen geschonken. kkgterl.ijke magt. Op verzoek eervol ontslag ver leend aan dr. H. J. van Eek, als plaatsvervangend kanton- regter te Axel. Benoemd tot prokureur hij de arrondissements regthank te Amsterdam de heer H. J. de Blaauw, thans prokureur bij de arrondissements regthank te Z'.enkzee. konsulaten. Erkend als konsul van Bremen te Satua- rang de heer E. C. Wermuth. Kerk- ctt schoolnieuws. De heer M. Keulemans, predikant bij de gereformeerde gemeente onder't Kruis alhier, heeft voor het op hem uit- gebragte beroep naar 's Gravenhage bedankt. Dekerkeraad der hervormde gemeente te Wemehlinge heeft voor de zeventiende maal in de zelfde vakature be roep uitgebragt, thans op den heer W.Petri, predikant te Aalst. Marine en leger. Uit Breda schrijft men ons van 1 5 dezer Na zijne inspektie over het 6e regement infanterie met de bataljons te Bergen opZoom te zijn begonnen, is de gene raal Dtiycker thans bezig de bataljons in ons garnizoen te inspekteren. Naar men verneemt zal de inspektie tot aan het einde der volgende week duren waarna de inspekteur- generaal het 5e regement, te 's Hertogenbosch, Grave en Geertruidenberg in garnizoen, in oogenschouw zal nemen." Wij vernemen dat Zr. Ms. stoomschip Djamhi, kom- raandant kapitein-luitenant P. A. van Rees, na eene bijzon der voorspoedige rejs van 72$ dag. den 6 april te King George Sound (Australië) is binnengeloopen. Arnhcour.) Gemengde berlglen. Maandag namiddag is op het dorp Eede, nabij Aarden burg, een huis en schuurije afgebrand. Volgens sommiger onderstelling zou de ramp ontstaan zijn.door dat drie kin deren van een veldarbeider, 6. 4 en 2 jaren oud, door de ouders alleen te huis gelaten, zich vermaakt hebben met een vuurtje te maken. Dit komt echter niet overeen met de om standigheid dat het oudste kind, toen de vlam uitsloeg, lag te slapen en met moeite door een der buren P. Goossens is gered. De beide anderen zouden zeker verbrand zijn, daar niemand der toegesnelden den moed tot redding scheen te hebben, zoo niet de moeder, terugkeerende van eene bood schap. zelve hare kinderen uit het brandende gebouw had gehaald, hetgeen niet zonder gevaar is geschied, daar on- m.ddellijk na haar verlaten het huis instortte. De schade aan gebouw en roerend goed wordt op f300 geschat, terwijl niets voor brandschade verzekerd was. Het oudste kind heeft eene ligie brandwonde aan den wang. Tot veler ver wondering werd na den brand onder den bakoven een ko nijn uiet zeven jongen geheel onbeschadigd gevonden. Naar men verneemt zal de spoorweglijn van Utrecht over Amersfoort naar Zwolle, in stede van op 1 julij, eerst op 15 julij voorliet publiek geopend worden. Gebrek aan zandwagens moet de oorzaak van dit uitstel zijn. De prins van Oranje heeft donderdag een luisterrijk bal bij de gravin van Yarborough te Londen bijgewoond «laags te voren bezocht Z. K. H. het bal bij miss Burdett Couts. Men schrijft uit Londen dat, ondanks de uitgestrekt heid dier hoofdstad, wegens gebrek aan huisvesting aldaar nog aanhoudend gebouwd wordt; vooral aan de westzijde worden eene menigte zeer groote huizen opgetrokken die naauwelijks gereed zijn of zij worden reeds door nieuwe be woners in bezit genomen. Men begrijpt niet van waar de huurders komen, te meer daar de huurprijs omstreeks 30Ü p. st. 's jaars bedraagt. Ten einde het valsch spel en de geheime speelhuizen tegen te gaan bestaat bij de fransche regering het plan om het openen van een speelhuis te Parijs te veroorloven, on der naauvvlettend toezigt der policie. Ristori zal te Londen in Her majesty's theatre optre den als Medea, Elisabeth, Maria Stuart, Deborah, lady Macbeth, Adrienne Lecouvreur, Norma en Rosamunda. Bij de bloemententoonstelling te Fontainebleau op vrij dag, den dag na de ontvangst der tijding van de inneming van Puebla, werd der keizerin van Frankrijk eene nieuwe soort rozen aangeboden, waaraan zij den naam van Puebla-rozen gaf. Aan de direktie van het theatre du Chateletis een stuk aangeboden getiteld La prise de Puebla. In de brochure van Georges Sand, Pourquoi les feimnes a 1'académie", waarin de beroemde schrijf ster eischt, dat ook vrouwen tot lid van deakademie worden verkozen, wordt gezegd dat er boekhandelaars in Frankrijk worden gevonden, die zedelijke romans aan de schrijvers bestellen, doch van dezen eischen, dal zij zich bij geschrifte verbinden, om daarin niets te plaatsen, wat tegen godsdienst, eigendom, famielje, politiek of eenige andere aan de orde van den dag zijnde sociale kwestie s;rijdt. Men berekent dat de enkele regendroppels, welke vrijdag middag bij de inwijing van het tenstoonstellings mo nument te Londen gevallen zijn, aan de modisten eene ontvangst van minstens 15,000 p. st. hebben bezorgd. Eenige dagen geleden had eene boerin in de omstre ken van KÖrÖs woonachtig, ten gevolge van een huiselijken twist, het voornemen opgevat om zich van het leven te be- rooven tot welk einde zij zich nabij Pesth op den spoorweg neerlegdekort voor het vertrek van den trein. Gelukkig ontwaarde de kondukteur een vreemd voorwerp op de rails en deed hij den trein stilstaan. Men begaf zich naar dc plaats waar het bedoelde voorwerp was gezien en vond tot niet geringe verbazing van de toegesnelde personen eene jonge vrouw, die hardnekkig weigerde de gevaarlijke plek te verlaten. Zij wilde haar leven eindigen en daarmede ver klaarde zij, had geen haar vreemd persoon zich te beinoei- jen, dewijl zij oud genoeg was om te weten wat zij doen en laten moest. „Indien gij behoorde tot mijne bloedverwan ten, dan had ik niets daartegen in te brengen, maar nu raakt het u niet." Met geweld moest men haar verwijderen en werd zij in handen der plaatselijke autoriteiten gesteld. De tentoonstelling van schoone kunsten zal den 1 augustus te Brussel geopend worden. De schilderijen zullen vóór den 15 julij bij de kommissie moeten zijn ingekomen. UitWarschau wordt het volgende gemeld Voor eenige dagen werd do staatssekretaris Eenoch uitgenoodigd, aan het famielje diner bij grootvorst Cunstanfijn deel te nemen. Ër waren dien dag vele gevangenen binnengebragt, en de grootvorst vroeg, vrat er met hen zou geschieden, daar er in de citadel geene plaats meer is. De heer Eenoch antwoordde: „De ouden gaan naar Siberië, en de jongen worden bij het leger ingelijfd." Dit gesprek werd in het fransch gevoerd, en behalve de famielje van den grootvorst, waren er slechts twee adjudanten bij tegenwoordig. Toen echter de heer Eenoch twee uren later te huis terugkeerde, vond hij reeds een schrijven van de poolsche nationale regering, waarin de door hem geuite woorden letterlijk werden medegedeeld en hij deswege met de galg werd bedreigd. Men kon niet begrij pen, wie in dezen vertrouwelijken kring despion is geweest, die zoo spoedig het gesprokene heeft oververteld. Uit het Westland worden buitengewoon veel aardap pelen naar Engeland Sevoerd. Het aantal mudden dat is uitgevoerd bedraagt reeds eenige duizenden. De prijs is gemiddeld f 4 per mud. Van 14 tot 20 julij zal ook te Hamburg hij gelegen heid der internationale landbouwtentoonstelling eene hon dententoonstelling worden gehouden. De bedelarij door vreemde personen neemt te Zwolle zoodanig toe dat wekelijks een tvvimig- adertigtal voor de regthank veischijnen. In de laatste twee maanden zijn er met minder dan 130 veroordeeld. Maandag namiddag werd op de algemeene begraaf plaats te Delft een zerk gelegd op het graf van dr. F. O. Kist door een tachtigtal vrienden van den overledene. Zij be staat uit arduin, wit marmer en brons en draagt in vergulde letters het opschrift„Hulde der vriendschap nan dr. Flo- rentius Cornells Kist, geboren te Arnhem, den 28januarij 1796, overleden te Utrecht, den 23 maart 1863, bijgezette Delft, den 27 maart 1863;" alsmede de afbeelding eener lier en het woord Caecilia. Een groot aantal belangstellen-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 2