MIDDELRURGSCHE
COURANT.
r 72.
Dingsdag
1863.
16 Junij.
Editie van maandag avorid 8 ure.
Middelburg 15 junij.
De tweede kamer der staten generaal heeft heden het
wetsontwerp tot regeling van de exploitatie der staats spoor
wegen met 51 tegen 12 stemmen aangenomen. Daarna zijn
de beraadslagingen nangevangen over het wetsontwerp tot
bekrachtiging van sommige artikelen eener koncessie van
exploitatie der staats-spoorwegen.
Het overzigt van het verhandelde in de zitting van vrij
dag en zaturdag deelen wij op de vol gende bladzijde mede.
Omtrent den afloop van het gewone jaarlijksche examen
bij de geneeskundige school alhier wordt ons het volgende
medegedeeld.
Het examen had jl. donderdag en vrijdag plaats ten over
staan van de kommissie van bestuur en in tegenwoordigheid
van enkele belangstellende kunstgenooten. Het werd, na
voorafgaand onderzoek naar «le bekwaamheid der leerlin
gen in het latijn. opvolgend afgenomen, den eersten dag
door de lektoren P. M. de Ligny. in de schei- en artsenij-
mengkunde dr. G. van Hertnekeler. in de kruid- en alge-
meene natuurkunde, en dr. J. C. de Man. in de ontleed en
natuurkunde van denmensch; des vrijdags door de lekto
ren dr. A. A. Fokker, in de geneeskunde en geneesmiddel
leer, V. van Lissa, in de heelkunde, en dr. Y Keijzer, in de
verloskunde, zijnde in dit vak den vorigen dag. ten over
staan van eene kommissie uit het bestuur, een afzonderlijk
examen afgenompn van eene aanstaande vroedvrouw.
Het examen leverde zeer voldoende blijken op van ge
maakte vorderingen bij de leerlingen, en had tot uitkomst
dat hunne rangschikking voor den aanstaanden kursusvol-
gen derwijze werd vastgesteld in het vijfde studiejaar J. M.
Janssen, G. A. Peters. H. M. Hennpquin en G.G. van der
Ven; in het vierde studiejaar I. C. O. <le Bats. P. J. van
Dam en P. A. F. de Wijs; in het derde studiejaar, voor de
heelkunde D. M. B. Ferleman. en A. C. Daman, voorde
verloskunde dé vrouwelijke leerling M. van den Ende
Meijnderts. en voor de artsenijmengkunde P. A Wattez,
R. T. Winkelman, W. I. Zeegelaar, C. N. Woutersen en
A. J. van Oekenburg; in het tweede studiejaar, voor de
heelkunde J. II. Tak. M Gemier, l. C. M. Btanlcert. D. J.
Nonhebei en J. J. Provoost, in de artsenijmengkunde F. H.
van Lier. P. T; k en W. van der Maar.
Na den afloop betuigde de voorzitter, uit naam van bet
bestuur, zijne tevredenheid aan de lektoren over hunnen
dienstijver en het gegeven onderwijs en over de vruchten
die een en ander wederom bleek te hebben opgeleverd, en
aan de leerlingen over hun gedrag en over de wijze waarop
zij zich het genoten onderrigt hadden ten nutte gemaakt.
Terwijl hij daarbij meer bijzonder tot de drie oudste leer
lingen, die bij het voleindigd zijn van hunnen studietijd
eerlang de school zullen verlaten, een welineenend woord
rigtte. drukte hij den wensch uit dat deze instelling, die eene
waardige plaats inneemt onder de klinische scholen van ons
rijk, bij vernieuwing de ondersteuning moge ten deel val
len van de staten van dit gewest, Opdat de staat van bloei,
wnarin zij thans verkeert, moge voortduren.
Ten slotte werd aan de leerlingen aangekondigd dat de
aanvang van den nieuwen kursus is vastgesteld op maan
dag lü augustus e. k.
De schilderstukken welke onlangs in de teeken-akademie
alhier waren ten toon gesteld en ook die welke zich thans
daar bevinden doen den heer Gerstenhauer Zimmerman als
een verdienstelijk portretschilder kennen. Maar de voort
brengselen van geheel anderen aard, die wij mede aldaar
mogten bezigtigen. geven ons geen minderen dunk van zijn
talent wanneer dit zich in eene andere rigting beweegt. De
afdrukken van doorhem vervaardigde teekeningen op steen
en een paar proeven van teekeningen op hout, voor gravure
bestemd, bezitten naar onze meening zulke goede eigen
schappen, dat zij onder de beste werken kunnen gerang
schikt worden die ons land in dat genre van kunst oplevert.
Uit de verschillende koopsteden vernemen wij hoog
gaande klagten over de pas in werkinggehragte nieuwe wet
op het binnenlandsch gedistilleerd. Verscheidene van hare
bepalingen moeten zoo onpraktisch of onduidelijk zijn. dat
de ambtenaren groote moeite bi j de toepassing ondervinden,
en de handel in gedistilleerd is voor sommige personen, die
dit als bijzaak hij hun overig bedrijf uitoefenen, geheel ver
nietigd door de bepaling dat er niet minder dan 2000 kan
in entrepot mag worden ingeslagen. Vele adressen van be
langhebbenden zijn reeds bij den minister van tinancien en
bij de tweede kamer ingekomen, om op wijziging van de
wet aan te dringen, en men verzekert dat' ook ettelijke
deputation en kamers van koophandel er zich mede zullen
bemoeijen.
De arrondissements-regtbank te Rotterdam heeft voor
de vervulling der betrekking van kantonregter te Vlaar-
dingen, opengevallen door het eervol ontslag van den heer
W. van Warmelo.de navolgende aanbeveling opgemaakt:
1. ror. W. F. van Deinse. kantonregter te Sluis in Zeeland;
2. mr. A. Kruseman. griflier bij het kantongeregt te Vlaar-
dingen, en 3. mr. M. van Rossen Hoogendijk, lste plaats
vervangend kantonregter te Vlaardingen.
[Rot!erd. courant.)
Men schrijft uitRozendaal dat d" werkzaamheden aan
den staatsspoorweg van daarop Bergen op Zoom ais spoedig
geëindigd beschouwd worden, en dat het te wenschen is dat
die lijn weldra voor het publiek verkeer worde opengesteld,
vooral met bet oog op het drukke verkeer tusschen die stre
ken en het aangrenzende Zeeland.
Uit 's Gravenhage schrijft men ons
„Van verschillende zijden wordt de verwachting te ken-
nen gegeven, dat de eerste kamer zich zal verloochenen
't geen de eerste maal niet zou zijn en de begrooting van
koloniën van den heer Fransen van de Putte zal aannemen,
in weerwil dat zij die van zijn voorganger Ulilenbeck met
eene verpletterende meerderheid verworpen heeft. Doch
mogt zij blijven volharden bij hare vroegere zienswijze en
ook deze maal weder het doodvonnis uitspreken over ver
betering en vooruitgang, dan verzekert men in vvelonder-
rigte kringen, dat het ministerie nog niet zal wijken, maar
een onparlijdigen algemeen beroep verlangen op de gansche
natie, en den koning voorstellen niet alleen de eerste, maar
ook de tweede kamer te ontbinden. Men zal het niet anders
dan kunnen prijzen, wanneer de regering op die wijze het
geheele land in de gelegenheid stelt om uitspraak te doen
n eene zoo hoogst gewigtige kwestiezij is zeker van de
meerderheid in de tweede kamer, maar zij zal die dan
ndien het gerucht bewaarheid wordt ten olFer brengen,
om allen twijfel over het gevoelen der natie uit den weg te
uimen. Verkiest de natie eene konservatiere meerderheid
if te vaardigen, ilie il wangarheid besiendigt en de onmete
lijke en weldadige krachten der partiktiliere nijverheid ver
lamt, die gunsten uitdeelt en de otiberekenbave schatten,
welke wij in de Oost bezitten, verwaarloost, dan zullen wij,
als naderhand het verontwaardigde volk in verzet komt,
met. Molière kunnen antwoorden: „Tu l'as voulu, George
Dan din
De Staatscourant van zaturdag deelt liet verslag mede
omtrent de werkzaamheden van het Koninklijk meteorolo
gisch instituut gedurende het jaar 1862Gd, uitgebragt aau
den minister van binnenlandsche zaken.
De heer Capadose is van zijne zending uit Madrid in de
residentie teruggekeerd. De fainielje Matamoros is nog in
Engeland gebleven, maar zal eerlang herwaarts komen.
Door de kommissie, belast met afnemen van 'tadmissie-
examen voor de delftsehe akademie zijn 49 van de SO jonge
lieden. die zich' hadden aaugemeid, ter toelating geschikt
bevonden en 31 afgewezen.
ITet gymnasium Willem III te Batavia, dat, zoo als men
weet, niet zeer lang na de oprigting zijnen rektor verloor
door het ontslag, verleend aan dr. Naber, wiens plaats niet.
weer vervuld werd, daar men in plaats van een rektor een
direkteur, den kolonel van Swieten, aanstelde, verliest thans
ook den konrektor, dr. Meuleman Deze namelijk gaat met
jongelieden uit eene aanzienlijke indische fainielje een reis
door Europa doen en legt daarvoor zijne betrekking neer,
zoo hij 't niet reeds gedaan heeft. Allerwaarschijnlijkst
treedt uu de eerste praeceptor, dr. deRoo, als konrektor op.
Of echter diens plaats vervuld zal worden, althans door een
litlerarum doctor, valt te betwijfelen, 't Gymnasium telt
onder zijn discipels maar 4 latinisten. Oppervlakkig zou
men zeggen, dat voor een zoo klein getal één docent in oude
taleu genoeg is. Bovendien, er is groot gebrek aan littera-
rutn doctoren, en lang niet allen, die er nog zijn, willen zich
aan het gymnasium Willem III verhinden, waar, zonder
uitstekende geldelijke vergoeding, hun leven opgaat in
doceren van oostersche jongens onder een oostersch kli
maat, waarlijk wel 't verschrikkelijkste, wat zich voor een
docent, die nog niet allen studielust verloren heeft, denken
laat.
Vrijdag werd te Amsterdam de derde vergadering gehou
den van de plaatselijke kommissie voor een nationaal ge-
denkteeken voor november 1813 enz. Daarin is o. a. besloten
om eerst na dat de hoofdkommissie zal hebben bepaald
waaruit het gedenkteeken zal bestaan, eene algeineene kol-
lekte tot dat doel te houden.
De Staatscourant van heden bevat het koninklijk besluit
tot goedkeuring der statuten van de Vereeniging tot verbe
teringder huisvesting van de arbeidende klasse, te Dord
recht. Het doel dezer vereeniging is het stoffelijk en zedelijk
welzijn der arbeidende klasse door eene doeltreffende huis
vesting te bevorderen 1. door het aanbouwen van niéuwe
wel ingerigte woningen, bij voorkeur op het grondgebied
der gemeente Dordrecht; 2. door den aankoop en ver
betering van slecht ingerigte of ongezonde woningen
3. door het verhuren dier woningen, tegen een billijken
huurprijs, aan de arbeidende klasse. Bij den aanbouw van
nieuwe en het verbeteren van oude woningen zal als maat
staf der te maken kosten worden aangenomen, dat de aan
deelhouders van hun kapitaal een interest van drie ten hon
derd 'sjaars behoort verzekerd te zijn. Het maatschappelijk
kapitaal wordt aanvankelijk vastgesteld op f25,000, ver
deeld in 250 aandeden van f100.
Benoemingen en besluiten.
nkgteri.tjke maot. Benoemd tot kantonregter te
Woerden jhr. mr. W. E. van Panhuys, thans kantonregter
te Kortgene.
legatie. Overgeplaatst de sekretarissen van legatie jhr.
mr. F. P. van der Hoeven, van het gezantschap te St. Peters
burg bij dat te Weenen, en de heer mr. F. J. W. F. baron van
Paliandt, van de missie te Madrid, bij die te St. Petersburg.
indische dienst. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands
dienst verleend aan den heer H. W. C. de Roock, laatstelijk
eersten onderwijzer aan de goevernements tweede lagere
school te Weltevreden, thans met verlof hier te lande, met
toekenning van pensioen.
Kerk- en schooluieiiws.
De heer T. J. Stipriaan Luïscius, predikant te Ooster-
land, is beroepen te Bergsehenhoek, klassis Rotterdam.
Regtszaken.
Heden heeft het provinciaal gereglshof in Zeeland
behandeld het hooger beroep zoo van den officier van
justitie bij de arrondissements regtbank alhier als van
J. C. Kamermans, vroeger dienstbode, thans gedetineerd,
tegen het vonnis der regtbank van 15 meijl. Daarbij werd
de heklaagde veroordeeld tot eene gevangenisstraf van vier
jaren, twee geldboeten ieder van f 12,50 en in de kosten der
procedure, ter zake van een viertal feiten gepleegd ten huize
van mr. J. II. de Stoppelaar tijdens zij aldaar in dienst was,
.vaarvan het eerste werd gekwalificeerddiefstal vaneen
oonbedieiule ten nadeele van zijn meester; het tweede en
derde misbruik vau vertrouwen en het vierde eenvoudige
diefstal.
Na het door den raadsheer-rapporteur jhr. mr. A. W.
Snouck Hurgronje uitgebragt verslag en het hooren der be
klaagde. die bij hare vroegere volmoudige bekentenis vol
hardt, heeft het openbaar ministerie, bij monde van den
prokureur-generaal mr. M. Verbrugge, de gronden ontwik
keld waarop het 't appèl van den officier van justitie staande
houdt. De prokureur-generaal verzoekt wijziging van
het vonnis der regtbank, vooreerst omdat de gepleegde feiten
daarbij verkeerd zijn gekwalificeerd en ten andere omdat
dien ten gevolge de strafwet niet is toegpast zoo als zij in
verband met die feiten had moeten toegepast worden. Mij
beschouwt de tegenwoordige procedure als hetnoodzake-
lijk gevolg van de gedragingen der beklaagde, die door
haren meester herhaaldelijk was ondervraagd doch eerst
heeft bekend nadat de kommissaris van polieie was ontbo
den. Bij diens komst verzocht de heer de Stoppelaar dan
ook de zaak niet te vervolgen dat die vervolging toch heeft
plaats gehad is volgens spreker het gevolg van het vele dat
later nog is uitgekomen. Die vervolging was pligt, omdat de
medeburgers daardoor moeten beveiligd worden voor de
handelingen van zulke dienstboden die wegens oneerlijkheid
uit hunne diensten eenvoudig zijti weggezonden. De
kwalifikatie van het eerste feit, de diefstal van een vrou
wenrok ten nadeele van mevrouw de Stoppelaar, is volgens
den prokureur-generaal juist. De kwalifikatie van het tweede
en derde feit echter niet, Het meer in rekening brengen voor
verschillende huishoudelijke artikelen door de beklaagde
dan zij werkelijk had uitgegeven is niet misbruik van ver
trouwen, maar diefstal, en alzoo ook diefstal in dienstbaar
heid. Tot staving hiervan verwijst hij naar verschillende ar
resten van hoogeie regtskollegiën en beroept hij zieh op het
gevoelen van juridische schrijvers.Hieruit tracht hij mede aan
te toonen datook het laatste feit,de diefstal van een vrouwen
rok ten nadeele eener vroegere mede-dienstbode, door deu
regter ten onregte is gekwalificeerd als eenvoudige diefstal,
daar de beklaagde in het huis van haren meester zich dat
kleedingstuk heeft toegeëigend, wetende aan wie het be
hoorde; en zoo lang eeniggoed in de woning is, is het ook
het eigendom van den meester, waaruit volgt dat ook hier
diefstal in dienstbaarheid is gepleegd. Op deze gronden
moet naar het oordeel van den prokureur-generaal de kwa
lifikatie van alle de vier feiten zijn diefstal in dienstbaar
heid ten huize van haren meester, ilij rekwireert dat het hof
het hooger beroep moge ontvankelijk verklaren en opnieuw
regtdoende, met verbetering van het vonnis der regtbank
wat de kwalifikatie der feiten betreft, de beklaagde schuldig
verklaren aan vier onderscheidene diefstallen door een