ven en tegenbutterijen de operatien voortzetten. Ieder blok
huizen zal nu weliigt eene belegering noodzakelijk maken,
doch zoo zullen wij de stad eindelijk overmeesteren.
„De gezondheidstoestand van onze manschappen is uit
muntend. De levensmiddelen, met uitzondering van den
wijn welke zes franken per flesch kost, zijn in overvloed te
verkrijgen. In Puehla heerscht daarentegen gebrek en tal
rijke deserteurs verklaren ons dat men in de vesting aan al
de ellende, welke eene belegering met zich brengt, bloot
gesteld is.
„Onze verliezen zijn tot nog toe weinig beteekenend.
Sedert eene maand dat de belegering duurt, hebben wij niet
meer dan 50 of 60 man verloren, terwijl slechts 250 gewon
den in de ambulance vertoeven; op een leger te velde van
20,000 man is dit niets beduidend. Wij hebben evenwel een
gevoelig verlies geleden door den dood van den generaal
der artillerie, die in de loopgraven gesneuveld is. Lang
geloof ik overigens niet dat de belegering meer zal duren,
daar zij in de vesting de grootste ellende verdur. n."
„Voor Puebla en een weinig binnen
de vesting, 18 april.
„Paasch maan dag ging ik met eene koinpanjie naar de loop
graven. Ten 6 uur 's morgens kwamen wij aan het gevan
genhuis. alwaar tnijn luitenant met een gedeelte der werklie
den bleef. Ik marcheerde met de overige manschappen der
kompanjie naar het uiterste punt, hetwelk wij in Puebla
bezet hebben. Onze weg loopt over pleinen, door huizen,
door straten en muren waarin men bres heeft gemaakt. Ver
scheidene gedeelten daarvan zijn zelfs nietgedekt voor het
vuur des vijands, zoo-dat ons de kogels om de ooren duiten.
Wij begeven ons vervolgens dwars door de kerk St. Marco,
St. Ildefonse en ik bevind mij nu weldra op een stuk grond,
een vroegeren tuin, alwaar mijne manschappen te midden der
puinhoopen de aarde opgraven en daarmede zakken vullen
dè bewoners der huizen, want een gedeelte is waarlijk nog
bewoond, zijn bezig te verhuizen. Eenige vrouwen zijn he
vig ontsteld en bedroefd, maar velen zijn vrolijk en rooken
al lagchende hare cigarettes; zij zijn dergelijke tooneelen
reeds gewoon, daar Puebla thans voor de acht en twintigste
maal belegerd wordt.
„Wij hebben juist het magazijn van een koopman in glas
werk bezet,zoo dat de soldaten een aantal nuttige zaken ten
gebruike vinden. Ten 1 uur kwam men mij boodschappen
dat er ten drie uur weder „iets bijzonders" moet geschieden
men werkte dus met ijver voort om de zakken met aarde te
vullen. Ten vier uur kwain de kommandant der genie mij
halen en bragt ons op het plein van het gasthuis, hetwelk
zich in de nabijheid van den tuin bevond, alwaar wij waren.
Van de vier zijden van dit plein was er één in onze tnagt; de
overige drie grenzen aan straten, welke nog in handen der
inexikanen zijn. Twee kanonnen hadden de onzen aange-
bragt om bres te schieten in de muren der kaserne. Tot
kwartierover vijf uur duurde het vuur, waarop de komman
dant der genie de verzekering gaf dat de bres groot genoeg
was. Nu worden aan het le regement zouaven 15 vrijwilligers
gevraagd om zich meester te maken van de mexikaansche
kaserne. Met een sergeant-majoor aan het hoofd treden
onmiddellijk 15 manschappen uit de gelederen; elk is in
angstige verwachting terwijl de dappere zouaven onder een
„leve de keizer! leve Frankrijk!" met versnelden pas voor
waarts rukken.
„Men had de kanonnen teruggetrokken om plaats te
maken: zij verdwijnen nu in de bres, een luitenant der zou
aven volgt hen aan het hoofd zijner sektie, terwijl eindelijk
ook eene kompanjie zouaven met een bataljonschef en een
kapitein aan het hoofd de bestorming ondernemen.
Een regen van kogels, houwitzerbominen en granaten
begroette deze dappere helden de kapitein sneuvelt, de ba
taljonschef ontvangt een kogel in het been en wordt wegge
dragen; de sergeant-majoor valt eveneens door een kogel
getroffen. Het is donker, het stortregent en de fusillade is
aller hevigst. Men zegt dat de sektie zou .ven het gebouw is
binnengedrongen, de genie verzekert dat houten stukken,
door den vijand binnen de muren geplaatst, aan iedereen het
indringen belet hebben.
„Men is verdoofd door ontploffingen van allerlei aard;
de soldaten van mijne kompanjie dragen takkebossen en
zakken aarde aan ter bescherming tegen 's vijands vuur
een hunner wordt aan mijne zijde door een kogel aan den
hals doodelijk getroffen. Intusschen zijn de straten rondom
ons opgevuld met uiexikanen, die door de deuren, welke op
straat uitkomen, onophoudelijk op ons vuren onder de kre
ten: viva Sarragosa! viva la libertad! Hunne trompetters
blazen den aanval en van alle zijden fluiten de kogels oin
ons heen.
„Het is thans half negen uur geworden en de inexikanen
dreigen de deuren in te stooten om ons te overweldigen
Nu komt het-99e regement de werklieden vervangensedert
vier uren 's morgens zijn wij op de been en sedert negen
uur hebben wij niet gegeten. De nacht is zeer duister en de
wegtusschen de puinhoopen aller moeijelijkst;om elkander
te helpen durft men echter niet roepen, uit vrees dal een
vijandelijke kogel het antwoord wezen zal, wij vallen dan
ook over steenen, geraken in slooten, tot dat wij eindelijk in
de loopgraven kouien Ten half elf kwam ik in het
kamp terug en gebruik den maaltijd, hoogst gelukkig als
een man, die ais het ware tot het leven terug keert, na in
een hevig vuur te zijn geweest, waarin men elk oogenblik
den dood kon te gemoet zien,
P. S. De officier der zouaven, die met zijne sektie de bres
had beklommen.alsmede de vijftien dapperen zijn op den dag
van dim haulnekkigen aanval tut in de mexikaansche ka
serne doorgedrongen. De luitenant Gallan, dit isdenaam
van den zouaven-officier heeft geschreven dat vijf en
dertig manschappen, die als leeuwen gevochten hebben, bij
hem zijn gebleven. Hij is op dit oogenblik als krijgsgevan
gene te Puebla en houdt verblijf in het paleis van den gene
raal Ortega, alwaar hij zeer goed behandeld wordt; hij heeft
zich slechts overgegeven met alle krijgseer en met behoud
zijner wapenen. De krijgsgevangene zouaven worden insge
lijks goed behandeld; de mexikanen koesteren groote ach
ting voor hunne dapperheid."
De fransche regering heeft goedgevonden wegens de
meer en ineertoenemende ongerustheid der bevolking het
volgende stuk in den Moniteur te plaatsen, hetwelk echter
naar het schijnt juist gestrekt heeftom de ongerustheid te
vermeerderen.
„De verlenging der krijgsoperatiën voor Puebla en de te
genstand, welke onze troepen aldaar ondervinden, hebben
op het publiek indruk gemaakt. Naar inate het vertrouwen
op eene spoedige overwinning grooter was, naar die mate is
het ongeduld ook grooter om het expeditie-leger te zien ze
gepralen over de onverwachte hinderpalen, tegen welke de
moed der soldaten en de talenten en getrouwe pligtsbetraeh-
ting der officieren met zoo veel energie strijd voeren.
„Bij de levendige belangstelling in dit alles komt zich
natuurlijk ook de vraag omtrent den toevoer van levens
middelen en krijgsbehoefte voegen, welke echter nooit heb
ben opgehouden op genoegzame wijze aan liet leger verze
kerd te zijn. Zoo waren de troepen op den datum der laatste
officiële berigten van 9 april voor vijftig dagen van leeftogt
voorzien, terwijl de hernieuwing daarvan gemakkelijk kon
geschieden. Overigens was nog eene reserve van drie dui
zend volledige rations, strekkende voor een tijd van drie
maanden voor geheel het expeditie korps te Vera-Cruz ge-
koncentreerd.
„Wat de krijgsbehoefte der infanterie en artillerie betreft
welke achtereenvolgens ingescheept en vereenigd werd met
de door ieder deel des expeditie-legers zelf medegeno-
mene. zij bestond, om slechts hoofdzaken te noemen, uit
12.800.0U0 patronen voor de infanterie, derhalve gemid
deld 600 patronen per man; 42,34-8 iadmgen voor getrok
ken kanonnen, namelijk 675 voor ligte stukken, 1120 voor
veldstukken, 1023 voor reserve geschut en 1000 voor bele
geringskanonnen.
„Bij deze krijsbehoefte en hetgeen aan kanonnen, kruid
en munitie te Vera-Cruz gevonden is of door de marine
verstrekt wordt, zullen eerlang worden gevoegdeen mil-
lioen patronen, 19800 ladingen voor getrokken kanonnen,
9000 bommen en 55,000 pond kruid, die op dit oogenblik
tot vertrek gereed gemaakt worden in de havens van St.
Nazaire en Toulon.
Met het doel om de behoefte van allerlei aard
in evenredigheid met het gebruik te houden, heeft (ie minis
ter van marine, onafhankelijk van het maandelijksch ver
trek der transatlantische pakketbooten te St. Nazaire, sedert
de maand maart eene stooinbootdienst opgerigt waarbij het
vertrek naar Vera-Cruz geregeld is op den 23 van iedere
maand, het zij van Toulon, het zij van Cherburg, en waardoor
personen kunnen terug gevoerd worden, voor welke hunne
wonden of hun ongunstige gezondheidstoestand de lucht
en de zorgen van het vaderland noodzakelijk maken."
Pruisgen.
De waarschuwing aan de uitgevers der zes dagbladen,
welke tegen de koninklijke ordonantie hebben geprotes
teerd, luidt aldus
„Het dagblad, hetwelk in uwe bureaux verschijnt, bevat
in zijn notniner van heden morgen eene verklaring van ver
schillende redakteurs betrekkelijk de ordonantie van 1 junij
omtrent de opheffing van dagbladen en tijdschriften. Om te
betoogen dat deze ordonantie noch wat den vorm, noch wat
den inhoud betreft in overeenstemming is met de bepalingen
der konstitutie, begint die verklaring met de opsomming
van een aantal voorwaarden voor de publikatie en kracht
van dergelijke ordonantiën, voorwaarden, welke evenwel op
een enkel wettelijk voorschrift berusten.
„Die beweringen moeten derhalve beschouwd worden als
berustende op verminkte feiten. Zij berusten ook ten deele
op de kwaadwillige voorstelling dier zelfde feiten. Zoo is
onder meer aan de ordonantie, welke bepaaldelijk op art.
63 der konstitutie berust, verweten dat zij niet de belofte
bevat oui in de eerstvolgende zitting aan de goedkeuring
van den landdag te worden onderworpen. Dit is eene be
wering waaraan slechts de kwalijkgezinde aantijging aan
leiding heeft gegeven dat aan dit wettelijk voorschrift niet
voldaan zal worden.
„Door aan de regering te verwijten dat zij door veron
achtzaming dezer onmisbare voorwaarden, den verschuldig-
den eerbied aan de natie, aan het konstitutioneel regt en de
achting voor de staatsligchamen. geroepen otn tot de wetge
ving mede te werken, uit het oog heeft verloren, stelt men
de handelwijze, vervat in de ordonantie van 1 junij, in een
hatelijk daglicht. Na eindelijk aan meergemelde ordonantie
alle konstitutioneel karakter en allen wettelijken grondslag
te hebben ontzegd, noodigt de verklaring eiken pruis uit
tot krachtige deelneming aan den konstitutionelen strijd,
eene uitnoodiging, welke reden geeft om daarin eene op
wekking te zoeken tot ongehoorzaamheid aan de bevelen
der autoriteit.
„Door deze houding van het door u uitgegeven dagblad,
welke in overeenstemming is met de houding, welke het in
het algemeen in de laatste dagen heeft aangenomen, wordt
het openbaar welzijn in gevaar gebragt. Krachtens 1, 3
en 8 van de ordonantie van I junij 1863, rigt ik tot u eene
waarschuwing
„Berlijn 3junij 1863. „De policie-president
„vo N Bernuth."
De Kreuzzeitung zegt omtrent de manifestatie van
den berlijnschen gemeenteraad het volgende
„Met is te wenschen dat de regering den mond zal weten
te snoeren aan de kleine onruststokers, met de zelfde kalmtq w
en energie, als waarmede zij zulks aan hun grooteren broei j
door slechts den wensch vervullen van de vooruitgang8partij
om het volk door verkiezingen in onrust te brengen. Geld
boeten, kriininele vervolgingen tegen dergelijke onruststo
kers gelooven wij dat beter geschikt zijn om het «loei te
bereiken. Heeft de regering niet geaarzeld toen het de slui
ting van het huis der afgev aardigden betrof, zij zal thans te
minder aarzelen om, nu de ondervinding heeft geleerd, dat
de natie geheel en al onverschillig is gebleven bij die han
delwijze. deze hulpvereenigidgen der progressistisehe agi
tatie te behandelen, zoo als zij dat verdienen."
Italië.
Dezer dagen zijn aan het parlement de stukken overge
legd, welke met eenige buitenlandsche hoven betrekkelijk
bestaande geschillen gewisseld zijn. Daaronder behoort ook
eene nota aan den fransohen minister van buitenlandsche
zaken, waarbij de italiaansche regering zich beklaagt over
de afpersingen en onbillijke behandelingen, waaraan de
schepen onder italiaansche vlag in de pausselijke havens
bloot staan, en waaraan de burgers van het koningrijk Ita
lië, al zijn zij van behoorlijke passen voorzien, in den paus-
selijken staat worden onderworpen. In dit stuk wordt offi
ciéél beweerd en dit verdient wel de aandacht dat men
aan italiaansche werklieden «le passen heeft ontnomen out
die aan personen te geven, welke zich bij «le rooversbenileu
gingen voegen. Het antwoord «Ier pausselijke regering hield
natuurlijk eene ontkenning in van het feit, terwijl zij ten
overvloede verklaarde aan alle uitrusting vau rooversben-
den vreemd te zijn.
Het belangrijkste dokument onder «1e aan het parlement
overgelegde stukken is zeer zeker wel het antwoord der
italiaansche regering op de ietwat ironische door ons
medegeileelde noia uit prins GortschakofFs pen ge
vloeid. welke aan «Ie oorspronkelijke «lepeche ten gunste
van Polen van het italiaauseh goevernement ten antwoord
strekte. Dit stuk laten wij hier volgen.
„Ridder Visconti Venostn, minister
van buitenlandsche zaken, aan den
koninklijken gezant te St. Petersburg,
„Turijn 1863.
„Mijnheer de gezant,
„Graaf Stackelherg heeft mij gisteren de depeche, welke
prins Goriscliakoff op 1 mei tot hem gerigt heeft, in ant
woord op die, welke ik de eer had u op 23 april toe te zen
den, voorgelezen en daarvan afschrift velaten.
„D.e russische gezant gaf mij tevens ofliciëel mededeeling
van de antwoorden, weike liet russisch goevernement aan
de regeringen van Frankrijk en Engeland heeft toegezon
den en verwijst tevens naar die dokumenten voor de nadere
inlichtingen, welke hij in last had ons ten opzigte van het
door prins Gorlschakotf gedaan antwoord te "even.
„Gelijk prins Gortschakolf zeer juist doet opmerken, be
zit Italië eene langdurige en treurige ondervinding van
revolution. Het heeft echter in die oefenschool geleerd dat
dergelijke woelingen slechts bedwongen kunnen worden
door het vergrooten der zedelijke kracht van het monarchaal
beginsel en door het oog te houden op de voortdurende be
hoeften en op de billijke eischen der volken.
„Door te herinneren aan de uitgebreide hervormingen,
welke Z. M. keizer Alexander II reeds tot stand heef "ge
bragt eu door een beroep ie doen op zijn wijsselijJc genomen
iuitiatief, heeft de italiaansche regering zich op het stand
punt geplaatst, aangegeven door eigene ondervinding en
politieke beginselen, en de zoo juist door prins Gortscha-
koff ingeroepene belangen van Rusland.
„Die belangen van Rusland nu kunnen toch niet eischen
dat Polen voor Europa eene bron van ernstige ongerustheid
blijft, en er kan ook tusschen beschaafde natiën geen groot
verschil van beginselen meer bestaan ten opzigte van de
noodzakelijkheid om de volken in de eerste plaats door
zedelijke banden met hunne regeringen te vereenigen.
„De regering van Z. M. den koning van Italië ziet dan
ook met leedwezen dat prins Gortschakoff het keizerlijk
manifest van 31 maart inroept als of volgens de meening der
russische regering dit manifest alle elementen bevatte oin de
kwestie, welke Europa op dit oogenblik bezig houdt, op te
lossen.
„De regering van Z. M. meent dan ook op dit punt een
stemmig met de verbondene en met haar op vriendschappe-
lijken voet staande mogendheden, dat het ter wegneming
der rampen voor Polen noodzakelijk is, gelijk ik reeds de
eer had u in mijne vorige nota te kennen te geven, om een
systeem aan te nemenwaardoor de oorzaken daarvan wor
den weggenomen."
ZEETIJDINGEN.
der heeft gedaan (de Kreuzzeitung bedoelt hiermede heu,
huis van afgevaardigden). Wat dit betreft verlangen wij
vooral niet dat men aan die heeren de dienst doe om on
middellijk den gemeenteraad te ontbinden. Men zou daar-
Den 15 april is te Batavia aangekomen het barkschip
Noordster, gez. I. Luteijn. Schip en ekipage in goeden staat.
HANPELÏBËRIGTEN.
Prijzen van effektcn.
Amsterdam 10 junij.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2$pet. 63$
dito dito dito 3
dito dito dito 4 99$
Aand. Handelmaatschappij 4$ r 148$
België. Certiflkaten bij Rothschild 2$
Rusland. Obligatien 1798/1816 5 1
Certitik. Hope co4
V Obllg.
>1. '^•dito'.T
P ö^ejt. v
"Upstenrïjk
dito 1855, 6de serie 5
dito Leening 1860 4$
ikaten6
spoorweg
atkistobligatien 4
oligatien metalliek5
'dito 1847/1852 2$
78
90$
91
206
76$
64