uitgemaakt is eene regeling der geldelijke aangelegenheden ondenkbaar. Het gevoelen van den minister is bekend: hij wenscht dat de staten in het nieuwe ontwerp het beginsel zul len neerleggen dat het onderhoud der kalamiteuse polders een verpligting is welke op de provincie rust. Eerst als de staten die verpligting erkend hebben en het blijkt dat de krachten der provincie te kort schieten, eerst zal liet rijk ondersteuning verschaffen. Het thans ter tafel gebragt ont werp is in spi ekers oog onhoudbaar. Het is echter welligt nog tijd om terug te treden en de regeling in statu quo te laten tot dat de wet de verpligting zal hebben opgelegd 0111 de uitgaven der waterschappen op de begrooting te brengen. De siaieu moeten zich volgens hem onthouden van eiken band tusschen de kalamiteuse polders en het rijk, want zoo het gevoelen door den minister gedeeld wordt, dat het rijk eerst zal tege moetkomen als de krachten der provincie te kort schieten, dan zal de provincie zelve spoedig kalamiteus zijn. Stilstaande bij die onbillijkheid van het subsidiestelsel der achterliggende polders, meent spreker dat de staten eene onbillijke belasting niet zullen willen bekrachtigen. De minister weigert teregt een grens te stellen voorde verpligting der provincie, maar die zelfde redeoen nopen de stateii ook ten aanzien der kala miteuse polders geen maximum te bepalen. Zoo lang de wtt de verpligting tot bijdragen uit den boezem der provincie niet heeft opgelegd, moeteu de staten hun zuiversiandpunt ten deze bewaren. Hij zoude artt. 811 van het bestaande pol- derreglement niet 111 het ontwerp van wijzigingen willen opnemen en den minister door eene kommissie redenen wenschen op te geven waarom men zich van eene regeling der geldelijke aangelegenheden onthoudt en hem. op de noodzakelijkheid eeuer wet wijzende, trachten te overtuigen dat het dekreet van 1811 aller onbillijkst is. (Een daartoe strekkend amendement wordt later doorhem ingediend..) (Zie verder het bijvoegsel.) ÖIHTjENJLJlN Sl>. Algemeen overzigt. De pruissische reaktie in uniform, gelijk men te Berlijn de militaire hofpartij noemt, spant, naar het schijnt, de laatste krachten in 0111 zich tegen hen stroom van ontwikkeling en vooruitgang te verzettenen wil, naar men verzekert, gelijk ookdeKreuz Zeitung, hun orgaan meldt den koning over halen oin het huis van afgevaardigden gedurende dertig da gen te prorogeren en gedurende dien tijd de noodige maat regelen te nemen oin te zegevieren in den strijd tegen de volksvertegenwoordiging. Van eene andere zijde wordt gemeld dat de koning eindelijk heeft ingezien dat hij het ka binet von Bismarck moet opofferen aan het volksverlangen en met de natie niet langer kan handelen als met de pruissische legerafdeelingenwaaraan hij voor zijne troonsbestijging bijna uitsluitend zijne gedachten wijdde. Exercitiën en wa penschouwingen toch, waren voorheen zijne voornaamste bezigheid en het kon mei anders of lnj moest bij zijn luieren meer verheven werkkring als koning, nog dikwijls üe verhou ding der natie tot zijn persoon besehouwen als die van een pruissisch kolonel lot zijn regement. Opmerkelijk is het dan ook hoe het militair element bij vele vorsten nog eene eerste plaats inneemt en dikwijls moet de vraag opkomen, waarom toch vele vorsten bij gelegenheden, waaraan men met den besten wil ter wereld geen het minste militair karakter kan toeschrijven, nu eensals admiraal, dan weder als generaal uit- oedoscht zich vertoonen en mei liever bij liet meest vredelie vend burgerfeest de krijgsattributen vaarwel zeggen oui als koning maar met als generaal of admiraal op te treden. Wat daarvan zijn moge, Pruissens koning heeft van zijn vroegeren militairen werkkring niet alleen het kleed maar ook de denk beelden en vooroordeelen behouden en van daar dat de krisis aldaar langzamerhand tot het paroxysme van verbittering gestegen is, waardoor alle oplossing zoo hoogst inoeijelijk kan geacht worden. Voorloopig schijnt koning Wilhelm echter nog eerst eene poging te hebben willen aanwenden oin het huis van afgevaardigden te intimideren in de zitting van gisteren toch verscheen de minister von Bismarck en deed mededeeling van eene koninklijke boodschap, luidende dat het huis de handelwijze van zijn president, die de grond wettige regten van het ministerie had geschonden, middellijk had goedgekeurddat de toestand, waarin de ministers daar door geplaatst werden, niet strookte met de waardigheid dei- kroon; dat de koningslechts den raad kon geven otu aan dien toestand een einde te maken opdat, men met de behandeling van zaken zou kunnen voortgaan. Onmiddellijk daarop ver wijderde zich de minister, waarop de heer Virchou het voor stel deed om de ontvangene boodschap op te zenden naar de adres-kommissie, daar de ministers den koning verkeerd on- derrigt hadden. Dit voorstel werd met bijna algeineeue stem men aangenomen. De adres-kommissie van het huis der afgevaardigden heeft in haar rapport de wenschelijkheid betoogd der toezending van een adres aan den koning. In het ontwerp-adres leest men de volgende veelbeteekenende zinsnede: „De ministers hebben zich aan het bijwonen der vergaderingen van het huis der afge vaardigden onttrokken, onder het nietigst voorwendsel, en zij stellen hunne tegenwoordigheid ter zitting afhankelijk van eene beslissing welke slechts uitgelokt is met het doel om een nieuw konflikt te doen ontstaan over een konstitutioneel regt." Het einde luidt aldus: „Het huis van afgevaardigden heeft geen middel meer om zich met dit ministerie te verstaan het weigert zijne medewerking tot de tegenwoordige staat kunde der regering. Van binnen en naar buiten, wat den vorm en het werkelijke der kvvestiën betreft, bestaat tusschen de raadslieden der kroon en de natie eene klove, welke vol gens onze vaste overtuiging alleen door eene verandering van personen en meer nog door eene verandering van stelsels kan gedempt worden." Het antwoord van Oostenrijk op het door Frankrijk on dersteund voorstel van Engeland om derussische regering tot liet sluiten van een wapenstilstand met de polen te bewegen, is nog niet ontvangen. Men verliest zich dan ook slechts in gissingen omtrent dat antwoord en terwijl men in sommige parijssche kringen een weigerend antwoord voorziet, hoopt men zich in andere eene toetreding van Oostenrijk te mogen verwachten. Mogt dit laatste het geval zijn dan zou volgens pessimistische beschouwingen eene afwijzing der russische regering van een door Engeland. Frankrijk en Oostenrijk ingediend voorstel tot wapenstilstand, een oorlog ten ge volge hebben. Te regt merkt men evenwel daarbij aan dat het jaargetijde reeds te ver verstreken is om gedurende dit jaar nog in het veld te komen. De houding, welke Engeland daarbij zal aannemen heeft inen dezer dagen trachten uit te vorschen bij lord Palmerston- doch te vergeefs. Met den eigenaardigen veeibeteekenenden glimlach, de/.en staatsman eigen, verklaarde lord Palmerston aan eene bij hem toegelatene meeting-deputatie ten gunste van Polen, dat hij niet kon vooruitzien welke stappen de en- gelsche regering in deze kwestie noodig zou oordeelen. „Gij zult weten mijne heerenhernam hij overigens dat het voor iemand 111 staatsbetrekking pligt is om zijne meening te uiten over het verledene, te spreken over het heden, maarte zwijgen over de toekomst. Alles wat ik u zeggen kan is dat ik de verklaringen uwer veelbeteekenende deputatie, welke ik met genoegen ontvangen heb, getrouwelijk zal overbrengen aau de ministers mijne aiubtgenooten en dat die verklaringen voorzeker allezinseen punt van overweging zullen uitmaken." Men verneemt dat de fransche regering op nieuw berigten uit Mexiko heeft ontvanger, loopende tot I 7 aprilmen zette den rnoorddadigen strijd indestraten van Pueblasteeds voort, was weder eenige schreden verder gevorderd en had een paar barrikaden overmeesterd. De fransche troepen schijnen evenwel niet buitengewoon veel ammunitie te bezitten zoodat het mogelijk zou kunnen zijn dat bij een langer voortduren van dezen barnkaden-strijd de voorraad uitgeput geraakte en een aftogt onvermijdelijk werd. Frankrijk. De Revue des Deux-Mondes bevat het volgende omtrent de verkiezings-cirkulaires der onafhankelijke kandidaten, of gelijk zij na de afschaffing van dit woord door den Moni- teur genoemd worden van de kandidaten der oppositi e: „Deze dokumenten zijn belangrijk tot regt begrip van zekere verschijnselen in de publieke opinie. Mogen zij al afkomstig zijn van personen, aan welke de regering ter naauwemood eenigen aandacht schenkt, zij moet deze niet onopgemerkt laten voorbijgaan, als zij het noodig oordeelt op de hoogte van de tendenzen der opinie te blijven, welke ontwaakt. Wat in de eerste plaats in deze cirkulaires de aan dacht verdient en ten haren gunste stemt, is de gematigde toou, waarin zij gesteld zijn. Er is in dit opzigt volstrekt geen verschil tusschen diegene, welke betuigingen van gehechtheid jegens het keizerrijk en den keizer bevatten en diegenen, welke afkomstig zijn van personen, welke door den lieer de Persigny beschouwd worden als overblijfselen van vroegere oude besturen zoo wel in de laatstbedoelde als in de eerste is de eerbied voor legaliteit dezelfde. Een ander niet min der belangrijk kenmerk dezer geschriften bestaat in de een stemmigheid van het verlangen om van de regering het zelfde herstel van grieven en de zelfde koncessiën te vragen. Het is waarlijk een verblijdend verschijnsel voor ons om bij een be stuur, waaronder de schrijver gewoonlijk het genoegen mist om den weerklank zijner woorden onder het publiek te ver nemen, en sedert vele jaren veroordeeld is oin zijne stem als die des roependen in de woestijn te beschouwen, die frissche uitingen eener herleving der vrijheid te hooren, welke bijna overal met onverwachte harmonie worden waargenomen. Het is ons als het eerste vrolijk gezang van het\ogelenkoor na een langen somberen winter. Het is dan waar dat op Frank- rijks grondgebied mannen gevonden worden, wier verstand dezelfde gedachten koestert, wier hart eenstemmig klopt; dat er invloedrijke en geachte personen worden aangetrof fen, die de zelfde wenschen vormen. Het is onmogelijk dat alle deze kandidaten met elkander hebben beraadslaagd, en toch zijn het dezelfde grieven, welke zij aanvoeren, dezelfde eischen welke zij doen. Het is onwaarschijnlijk dat het groot ste gedeelte er in zal slagen om het mandaat hunner mede burgers te verwerven de regering weet de reden daarvan, en, terwijl zij beter dan iemand in staat is om zich zelve reken schap te geven van de gevolgen harer administratieve handel wijze, moet zij de onbetwistbare belangrijkheid waardeeren van deze vrijwillige manifestatiën der publieke opinie. Ter wijl de administratieve zegepralen niet in staat zijn om iets te leeren aan het goevernement, kunnen reeds de cirkulaiies der oppositie nuttige inlichtingen verschaffen omtrent de verlangens der natie, verlangens, welke slechts dringerder zul len worden en na verloop van eenigen tijd krachtige en onwe- derstaanbare wilsuitingen zullen zijn, als men den schijn aanneemt hen weinig te tellen. „Immers, ziet hier wat men wijd en zijd in de eerste plaats verlangt: vrijheid van verkiezingen. In de tweede plaats komt de vrijheid van drukpers in aanmerkingvan alle zijden wil men dat de regering afstand doe van het regt van waarschu wing en opheffing, waardoor de dagbladen aan hare willekeur zijn overgeleverd. Ook wenscht men individuele vrijheid de afgevaardigden, waaraan de administratie hare bescherming heeft ontrokken, gelijk de heeren de Flavigny, de Pierre en anderen, kunnen niets beters inroepen dan de omstandigheid dat zij tegen de wet op de openbare veiligheid gestemd heb ben. Nog wenscht men gemeentelijke vrijheid men verwon dert zich dat de hoogste magistraatspersonen in de gemeenten niet gekozen moeten worden door hunne medeburgers alvo rens met die betrekking te worden bekleed. De financiële toestand wekt ieders bezorgdheid men wijst met aandrang op de vermeerdering der staatsschuld, welke in tien jaren met 2£ milliarden, en 97 millioen in rente is vermeerderd, zon der nog de vlottende schuld in aanmerking te nemen, en de toeneming der staatsuitgaven in dat zelfde tijdvak van 1500 millioen op 2 milliarden en 200 millioen gebragt. Men klaagt eindelijk over het drukkende der belastingen. „Een blik op ons financiewezen leidt a.Ie kandidaten, die de Moniteur ons belet om voortaan bij voorkeur onafhanke lijk te noemen tot de zelfde opmerkingen ten opzigte van onze buitenlandsche politiek. Zij verklareu zich allen tegen de hooge opvoering der militaire uitgaven; zij keuren de ver derfelijke buitengewone oorlogskosten af voor e.xpeditën naar ver afgelegene gewesten in het belang der natie, in het belang des landbouvvs en der werkzaamheid, in het belang vooral van het gedeelte der natie, waarop de heer de Persigny een beroep doet tot medewerking en hetwelk hij de volks massa noemt, verlangen zij eene vredelievende staatkunde, en betoogen hoe dienstig de handhaving des vredes voor de ontwikkeling onzer binnenlandsche vrijheden en den staat kundigen vooruitgang des lauds dienstig luoetgeacht worden, „Dit zijn kortelijk zamengevat de overeenstemmende arti kelen van hetgeen men de memorie der oppositie zou kunnen noemen. Men kan daaruit bespeuren watsedert de tienlaatste jaren aau ons vaderland oolbreekceene buitenlandsche staat kunde einanereude uit de natte zelve, als een uitvloeisel van de naauvvletiende bezorgdheid, welk e zij voor eigene aange legenheden behoort te koesteren, eene geregelde staatkunde vun vooruitgang en van vrijheid, met onafhankelijkheid en kracht ondersteund door het vrij initiatief der verlichte en vaderlandslievende burgers." De heer Baroche, minister zonder portefeuille en presi dent van den raad van state, is sedert een paar dagen zeer ern stig ziek, zoo dal men ziet reeds gissingen veroorlooft omtrent zijn opvolger in laatstgenoemde betrekking. Men verzekert dat daarvoor evenitiëel de heeren de MagneofRonherin aan merking zouden komen. Men wil overigens datde ziekte van den minister Baroche veroorzaakt of ten minste verergerd is door de tegenwerking welke zijn zoon Ernest Baroche in zijne kandidatuur voor hei departement Seine-et-Oise van de zijde der regering ondervindt, wegens zijne houding alsdirekteur der handelsaangelegenheden m zekere spekulauën van den bekenden bankier, die dezer dageri. wegens het op hol gaan zijner paarden bijna het leven verloor. De heer Ernest Ba roche heeft dit alles wel voor laster verklaard, maar degeheele zaak, waarin zulke invloedrijke namen genoemd worden maakt steeds veel gerucht, Men weet dat L'intlépendance beige sedert eenigen tijd. gewoon was zijne berigten uit Mexiko voor zijne transche le gers door eenige andere te doen vervangen en op deze wijze zijne inbeslagneming te verhoeden. In liet nomrner van eer gisteren kwamen eenige weinige regelen over Mexiko voor, welke de redaktie onnoodig oordeelde uit de voor Frankrijk, bestemde nouimers ie doen ligten. Het gevolg was echter dat L'inde'pendance te Paiijs op het postkantoor in beslag werd genomen. SEEJETIJI Iftlft' Het schoonerschip Catharina Elisabethgezagv. J. Pander, is den 19 deze. te Huil aangekomen. Alles wel aan boord. MAR O JE liö JE I£ÏU«TJERT ttraamuarikteii enz. Dordrecht 21 mei. Tarwe 20, rogge 10, gerst 10 a 20 cent en boekweit f l hooger, haver en paardenboonen onver anderd. Oostburg 20 mei. De aanvoer van granen was heden groot en de kooplust voor bijna alle arukelen zeer flaauw, waardoor de prijzen lager kwamen, ter uitzondering van rogge en haver, die omtrent als voren zijn verkocht. Men besteede voor tarwe fy a f9,20, mindere f 8 af 8,75. Rogge f 0,80 a f 6,00. Wintergerst f 5,50 a 1' 6,20. Zomer dito f o,aU a f 5,75. Haver f 8 a f 3,10. Paardenboonen f 5,50 a f 5,90. Middelburg 21 mei. De aanvoer van heden zoo wel uit onze Dubunge eilanden alsook uit Walcheren was klein en in de prijzen is geene verandering op te geven. Tarwe en rogge met weinig handel, wintergerst went gevraagd doch goede soort was uiei ter veil, zomergerst werd te hoog gehouden, walchersche witieboonen bleven in een doen, bruine duo zijn 25 cents hooger gekocht, walchersche kookervvten van de zol ders hield men op f8,50 de niet kokeude zijn voor f7,25 voor mesting verkocht, walchersche paardenboonen hield men bo ven koers, daarin ging niets om. Raapolie f49$. Paientolie f 51 Lijnolie f49,per vat op 6 weken, op kontant f 1 lager. Harde raapkoeken f per 1040 stuks. Harde lijnkoeken f 10,50, zachte f 13,50 per 104 stuks. gemiddelde marktprijzen. Middenprijzen van bakbare tarwe f9,60 en rogge f 6,80' Aardappelen f 2,60 a f 3,per ned. mud. Versche boter f 0,70 a f 0,80 per ned. pond. Prijzen van etfehten. Amsterdam 22 mei. Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2ipct. dito dito dito 3 dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij v België. Certifikaten bij Rothschild 2J Rusland. Obligatien 1798/1816 5 Qé.rtifik. Hope co4 Obïlg. dito 1855, 6de serie 5 dito dito Leening 1860. 4£ Certifikaten-:'.,;6 i Aand. spoorweg Polen. Schatkistobligatien4 Oostenrijk. Obligatien metalliek5 dito 1S47/1852 „'v. 2i dito rente Amsterdam. 5 dito nationale 5 Bank aktien 3 63} 73} 99} 146} lOli 90} 90} 203} 64} 32} 84 68 .42

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3