MÏDDELBURGSCHE
C 0 l; T» A N T.
r 62.
Zaturdag
1863.
23 Mei.
Dij deze courant behoort een bij voegsel.
Editie van vrij lag avond 8 ore.
Ifliddclburg 22 mei.
De provinciale staten van Zeeland zetten ook heden de be
raadslaging voort over het ontwerp van wijzigingen van het
reglement \r.n administratie voor tie polders in Zeeland. Met
de behandeling, thans gevorderd tot 22, wordt heden avond
voortgegaan.
l b, die heden namiddag met 21 tegen 3 stemmen is aan
genomen, luidt nu, na het ondergaan van verscheidene veran
deringen, aldus:
De middelen tot onderhoud en beheer der kalatniteuse pol
ders bestaan in
a. Met door de staten jaarlijks voor iederen kalamiteiisen
polder te bepalen dijkgeschot, niet te boven gaande de helft
van de getaxeerde of te taxeren opbrengst der dij kerstanden
behalve hetgeen door de vroon- of vrijlanden wordt opge-
bra^t, zullen de staten telken tien jaren beslissen of ter bepa
ling van dit gesehot eene herziening ran de gewaardeerde op
brengst zal plaats hebben. Bij iedere taxatie zal gelet worden
op de fondsen of uitgaven door eigenaren buitengewoon
besteed of gedaan
b. de eigen inkomsten dier polders;
c. de rnede door de staten jaarlijks te bepalen, subsidiën
der achterliggende polders niet te bovengaandevoor de le
linie f J .70 per bunder, voor de 2e f 1,15 en voor de 3e f 0,8.j
Deze subsidiën zullen niet worden geheven dan nadat alle
katamiteuse polders, in het zelfde arrondissement gelegen
het hij litt. a bepaalde maximum betalen;
cl. de door de staten jaarlijks als provinciale belasting te
heffen opcenten op de direkte belastingen, niet te bovengaande
10 opeenten op de grondbelasting en 5 opcenten op de perso
nele belasting
e. de bijdrage uit 's rijks schatkist.
Achter 14 is op voorstel van den heer Can een nieuwe
ingevoegd, luidende Bij de regeling der aanklagen volgens
litt. c 1-1 zal vooral gelet worden op het minder of meerder
direkt belang dat de aangrenzende polder heefi bij het be
houd van den hulpbehoevenden polder waaraan hij grenst,
alsmede op zijne eigene kosten van onderhout!.
Door de aanneming hiervan is 15 van het voorstel van
gedeputeerde staten vervallen.
Van het verhandelde in de zittingen van woensdagen don
derdag geven wij in dit nommer en m het bijvoegsel verstag.
Op volledigheid maken wij daarbij in de verste verte geen
aanspraak, want hij de behandeling van een zoo veel omvat
tend onderwerp, bij diskussiën die zoo zeer in bijzonderheden
afdalen, moeten wij ons vergenoegen met eene opgaaf van de
wijzigingen die voorgesteld en de beslissingen die genomen
zijn. Van de uitvoerige beraadslagingen konden wij slechts
hier en daar een enkel punt aanstippen, en toch heeft ons
verslag reeds vee! grootere uitbreiding verkregen dan wij voor
nemens waren daaraan te geven.
De tweede kamer der staten generaal heeft gisteren het
wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk VI der staatsbe-
grooting voor 1S63 [pantsering oorlogschepen] inet 34 tegen
29 stemmen aangenomen.
Daarna werd bepaald dat de beraadslaging naar aanleiding
van de interpellatie van den heer Groen van Prinsterer, heden
zou worden voortgezet. Dien overeenkomstig is dan ook
geschied doch de beraadslagingen zijn niet ten einde gebragt.
De heer van Bosse stelde eene nieuwe motie voor, waarbij de
kamer zou verklaren het wensclielijk te achten dat Nederland
verder geen deel neemt aan eene tusschenkomst in de pool-
sclie aangelegenheden.
De regering heeft inmiddels de door haar naar St. Peters
burg afgezonden nota overgelegd, benevens tie gelijksoortige
nota's van de engelsche en frausche regeringen. De inliet
fransch gestelde nederlandsche nota is gerigt aan onzen ge
zant baron Gevers, en luidt vertaald als volgt:
„Mijnheer de baron,
„De tegenwoordige gebeurtenissen in Polen hebben geheel
Europa met ontroering vervuld. Voor ernstige verwikkeling
beducht hebben verscheidene regeringen zich tot het goever-
nement van zijne majesteit keizer Alexander gerigt en een
beroep gedaan op de grootmoedigheid en goedgezindheid,
waarvan zijne majesteit gedurende zijne geheele regering zul
ke schitterende bewijzen heeft gegeven. Het goevemeuient
van zijne majesteit den koning der Nederlanden heeft ken
nisgeving ontvangen van de hiertoe betrekkelijke nota's, door
de vertegenwoordigers der hoven van Frankrijk en Groot-
Britfanniëaan zijn excellentie prinsGortscbakoffoterhandigd,
en koesiert de overtuiging dat zij in de pen zijn gegeven door
de belangstelling, dien de voorspoed der regering van zijne
majesteit keizer Alexander aan alle bevriende goevernemen-
ten moet inboezemen.
„De vriendschappelijke betrekkingen, die gelukkiger wijze
altijd tusschen de kabinetten van St. Petersburg en 'sGra-
venhage bestaan hebben, leggen ons den pligt op, mijn heer
de baron, gevolg te geven aan de uitnoodiging der kabinetten
van Parijs en Londen, om aan dat van Z. M. den keizer de
gevoelens van de nederlandsche regering kenbaar te maken
over de smartelijke gebeurtenissen waarvoor de gansche
menschheid belangstelling aan den dag legt. Wij meenen
onze zienswijze niet beter te kunnen uitdrukken, dan door
onze goedkeuring te hechten aan de overwegingen die de
staat van zaken in Polen Hi het goevernement van zijne
majesteit den keizer der frariRTnert heeft doen ■ontstaan. Met
vertrouwen op den vriendschappelijke" geest die ons bezielt,
hopen wij dat deze stap uit hetjuiste oogpunt zal beschouwd
worden door het goevernement van zijne majesteit keizer
Alexander.
„Het kabinet van 's Gravenbage beeft gemeend deze me-
dedeeling, die slechts een bewijs te meer is voor de goede ver
standhouding tusschen de beide hoven, niet te moeten uitstel
len. De erkende welwillendheid van zijne majesteit keizer
Alexander schenkt ons de zekerheid, dat deze overwegingen
aan het kabinet van St. Petersburg welgevallig zullen zijn bij
het nemen der maatregelen, die zijne majesteit in zijne hooge
wijsheid noodig zal oordeelen tot bevestiging van het geluk
en den voorspoed zijner onderdanen.
„Gelief deze depeche, mijnheer tie baron, voor te lezen aan
zijne excellentie prins Gortschakoff en er, des noodig, afschrift
van te geven."
Voor het nog on tbrekende aan degeldleening door de cen
trale direktie van Walcheren aan te gaan, is gisteren geble
ken dat voor f 120,000 en alzoofoOOO meer dan vereischt
werd, is ingeschreven.
Z. M. de koning heeft gisteren de residentie verlaten om
zich naar liet Loo te begeven.
In de woensdag gehouden zitting van den gemeenteraad te
's Etage is onder anderen medegedeeld, dat van de brand
verzekering-maatschappij, onder direktie van de heeven de
Jong en co. te Amsterdam, is ontvangen de som van f 3000.50,
zijnde het bedrag der schade, door den jongsten brand in den
necht van den 26 op 2/ maart 11. aan het gebouw der teeken-
akademie toegebragt.
De bekende Spanjaarden Matamoros, Albambra en Turgos,
welke veroordeeld waren tot dwangarbeid wegens het lezen
en verspreiden des bijbels, en wier lot ook hier te lande de
deelneming van velen opwekte, zijn in vrijheid gesteld doch
voor altijd uithuil vaderland verbannen.
Met iederen dag wordt de verzending van nieuwe aardap
pelen, met de vrachten aspergies, uit het Westland naar onder
scheidene plaatsen, grooter. Door liet groeizame weder der
laatste dagen zijn de aardappelen in het Westland, die door
den vorst geleden hebben, veel verkwikt, zoodat zij volgens
verklaring der tuiniers luttel ten achteren zijn. In de volgende
maand zal de verzending van aardappelen stellig niet minder
bedragen dan in het vorige jaar.
Marine en leger.
Zr. Ms. fregat met stoomvevuiogen Zeeland is jl. maandag
van Toulon vertrokken, koers zettende naar PortMahon.
Gemelde bodem wordt in het begin van augustus te Nieuwe-
diep binnen verwacht.
Regtsxaken.
De binnenvader van bet burgerweeshuis te Zierikzee L. de
Crooij is op bevel der arrondissement» regtbank in arrest
genomen. Naar men verneemt zon hij zich aan verscheidene
vergrijpen tegen de eerbaarheid hebben schuldig gemaakt.
(Nieuws en adv. hl. van Bergen op Zoom.)
Gemengde berlgten.
Dezer dagen zijn uit Duitschland voor de botanische
zoölogischen tuin te 's Hage aangekomen twee fraaije ze'bus
(koe en stier), twee groote beereu, een paar paarlhoenderen,
eenige zwarte ooijevaars en verder verschillende soorten van
klein gevogelte.
In al de kerken van Portugal zijn de gebeden om regen
aangevangen. De velden zijn verschroeid, en als er niet spoe
dig regen komt mag een groot gedeelte van den oogst als ver
loren worden aangemerkt.
Onder het gejuich eener zeer talrijke menigte verliet de
Great Eastern II. zaturdag de Merrey te Londen met 600 pas
sagier». waaronder SO in de eerste kajuit en eene lading van
2000 tonnen.
In het begin dezer maand zijn in de gemeente Feetjerk-
steradeel twee paren gehuwd, waarvan aan de eene zijde de
ouders hunne zilveren bruiloft en de gro.otouders hunue
gouden bruiloft op denzelfden dag vierden.
Het hof van assises in Henegouwen heeft den persoon
van Louis Cérisier, bediende uit Blaregnies, veroordeeldd tot
lerenslangen dwangarbeid, tepronkstelling en teruggave der
gestolen voorwerpen. Hij had zich schuldig gemaakt aan het
stelen van ticee boterhammen, op den openbaren weg, ten
nadeele van twee kinderen.Onmiddellijk na de veroordeeling
heeft tie jury een rekest om gratie voor den veroordeelde
onderteekend.
Als een voorbeeld van ware en bij uitnemendheid chris
telijke humaniteit wordt door den Cottrrier du Bas-Rhin het
volgende gemeld. In de kleine stad Edenkohen, in Rliijn-Bei-
jeren, ov erleed dezer dagen een jong meisje, juist op den dag
dat zij in het huwelijk zou treden. Hoewel zij tot de israëhti-
scbe gemeente had behoord, werd zij naar hare laatste rust
plaats gebragt door een aantal personen, waaronder behalve
den joodsehen rabbijn ook de twee protestantscheen roomsch-
katholieke geestelijken dier plaats zich bevonden. De bevol
king van Edenkohen zag met ingenomenheid dit bewijs van
broederschap door de versclnllendegeesielijken der gemeente
gegeven.
Theriu ometeis ta nd
20 mei. 's av. II u. 50 gr.
21 's rnorg. 7 u. 52 's tnidd. I u. 56 's av. II u. 48 gr.
22 's morg. 7 u. 51 's midd. 1 u. 52 gr.
Siaten generaal.
TWEEDE KAMER.
In de zitting vau woensdag heeft in de eerste plaats de
heer Groen van Prinsterer zijne interpellatie tot de regering
gerigt. In een kort woord ontwikkelde hij hetgeen hij ver
langde te weten, namelijk of de nota bestond en wat de
hoofdinhoud was. Hij gaf de regering den raad zich op art. 89
der grondwet te beroepen, als iemand meer vroeg. Voor hem
was het feit voldoende om een oordeel te vellen, want het had
velen in den lande met verbazing vervuld, dat men ons stelsel
van neutraliteit liet vaven. in strijd met de antecedenten. Ook
gispte hij. en naar onze ineening te regt, dat het gewigtige feit
dat de vertegenwoordiging het regt had om te beoordeelen,
eerst door een dagblad ter algemeene kennis moest worden
gebragt,
De minister van buitenlandsche zaken antwoordde dat de
toestand deze was: de moed van Polen, dat gedurende eene
eeuw periodiek de wapenen voor de vrijheid opvatte, heeft
atlerwege sympathie in Europa gewekt. De ligging des lands
kan opschudding veroorzaken. Alle goevemementen, aan
gemoedigd door hunne sympathie, hebben zich tot Rusland
gewend, met vriendschappelijke vertoogeu tot een keizer, die
in weinige jaren zoo veel goeds gedaan heeft. Op verzoek vau
Frankrijk en Engeland hebben alle mogendheden dit gedaan,
en Nederland als onafhankelijker! staat, meende niet achter
te moeten blijven, liet is echter gebeurd met die bescheiden-
beid en courtoisie, die het gevolg zijn van veeljarige vriend
schap met Rusland. De nederlandsche regering beriep zich
niet alleen op traktaten, maar beschouwde ook de zaak uit
het humaniteit» oogpunt. Daaruit wilde Nederland aan Rus
land zijne opmerkingen doen kennen, op dat de keizer van
Rusland een toestand in Polen mogt doen ontstaan die den
vrede en de rust vau Europa mogt verzekeren.
Den 13 mei is de nota aangenomen in den zelfden vriend-
schappelijken zin en geest, waarin zij is opgesteld. Indien de
leden inzage dier nota verlangen, is de minister gaarne tot
overlegging bereid.
De heer Groen van Prinsterer hield daarna eene uitvoerige
rede, die ongetwijfeld veel tuinder sympathie in ons vader
land zal vinden, dan het feit der interpellatie zelve. Hij zag
toch in deze handeling van de regering eene interventie in de
buinenlandsche aangelegenheden van Rusland en wantrou
wen in de bedoelingen van den keizer, waardoor zijne positi
moeijelijker wordt. De politiek der mogendheden ia toch on
duidelijk, want men weet niet hoe men Polen zijne onafhan
kelijkheid zal bezorgen. Frankrijk heeft altijd Polen opge
ruid en weder aan zijn lot overgelaten. Er zou een europesch
krijg kunnen ontstaan en dan moest onze houding zijn
die van een bondgenoot van Frankrijk. Spreker schetst
daarna de handelingen van Frankrijk, vooral in de laatst
jaren, ten beiooge dat het einde was nadeel voor bond
genooten en overwigt der fransche politiek. Keizer Na
poleon had steeds allerlei kwestiën noodig out de aaudach
bezig te houden en na de verkiezingen zou men misschien va
Polen niet veel hooien. Maar ontstond een oorlog dan zou d
onafhankelijkheid van Polen gekocht moeten worden, te
koste van die van andere natiën en misschien door eene ve
betering van de fransche grenzen aan den Rijn. Onze ho"
ding moest zijn strikte neutraliteit, welwillend jegens alle
uiaar niet als geallieerdegeene identiteit van politiek. Me
had gehandeld uit vrees voor Frankrijk en zijne onafhank
lijkbeid prijs gegeven. Spreker stelde ten slotte de vo
gende motie voor, die hij echter niet als eene vijandelijke m
tie tegen liet kabinet wilde beschouwd hebben
„De kamer den minister van buitenlandsche zaken gehoor
en van oordeel dat op het vvenschelijke in de tegenwoordi
omstandigheden eener volkomene onzijdigheid te weinig gel
is, gaat over tot de orde van den dag."
De heer Godefroi liet zich niet over de motie uit, maar v