huisstraf ondergaan wegens kindermoordlater werd eene geregtelijke vervolging tegen haar ingesteld wegens diefstal, bij welke gelegenheid hare moeder zich in de gevangenis ophing, alsmede wegens poging tot vergiftiging van haar man en wegens brandstichting, waardoor acht menschen het leven verloren, en thans stnat zij teregt wegens herhaalde brand stichting, bedrog,meineed, en verva sching van wissels. Maar zoon is eenige weken geleden tot langdurige gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tot vergiftiging van een aantal Israëlitische bruiloftsgasten, en hare met een juwelier gehuwde dochter is veertien dagen geleden plotseling gestorven, ten gevolge waarvan haarman zich door blaauwzuttr vergiftigde. Jl."zondag heeft in tegenwoordigheid van den burge- meester, de regenten en regentessen te Amsterdam de inwijing I plaats gehad van het nieuw gebouwde Nederlandsche portu- geesch Israëlitisch jongens-weeshuis,genaamdAhy Jetomim, I waarvan de onkosten tot opbouwing bestreden zijn door me- I vrouw A. Orobio de Castro, geb. Teixeira de Mattos. Door den heer Wagner, te Göttingen, is het plan geop- perd, om in 181)4 aldaar eene tentoonstelling van schedels te j nouden, met het doel om tot de oplossing van eenige vraag- I stukken op nnthropologisch gebied te geraken. Met een loteling te Meppel heeft een opmerkelijk voor val plaats gehad: hij was bijzonder klein en tenger van per soon; daarbij had hij opgegeven bijziende te zijn. Hij werd voor den milicieraad afgekeurd. Een ander, die voor hem moest invallen, kwam in appèl en liet hem voor gedeputeerde staten herkeuren. Nu werd hij voor de dienst goedgekeurd en zou voor eenige dagen als soldaat, ingelijfd worden, doch de kommandant nam hem uit de gelederen en onderzocht een en ander, met het gevolg, dat hij van de dienst is vrijgesteld. Hij was nu zelfs 11 streep te kleindaarbij kwam, dat men over de maat niet in appèl rnogt komen, volgens de nieuwe miliciewet. Volgens herigten uit Ammerstol was de elft- en zalm- vangst in de laatste dagen niet groot. In de afgeloopen week V erden g'ang"n 82 zalmen en 635 elften. De eerste golden gemiddeld :jó cent per 5 ons, de laatsten 50 cent per stuk. Te Manchester heeft de heer John White, als speciaal gevolmagtigde van den staat Noord-Carolina, eene inschrij ving geopend op de levering van katoen tot eene waarde van 300,000 st. Naar zijne verklaring wenscht men bij hem te lande engelsche fabriekaten aan tekoopen, en deze te betalen met grondstof voor onze fabrieken, waartoe de goeverneur van den staat, onder medewerking der wetgevende magt, reeds 50.000 balen heeft opgekocht, die nu tegen 5 dollars per ned. pond worden aangeboden. Naar men verneemt is reeds voor de helft van het door hem verlangde bedrag geteekend. De Witte sociëteit te 'sGravenhage heeft den luitenant kapelmeester van het regement grenadiers en jagers, de heer F. Dunkier, benoemd tot buitengewoon lid van verdiensten dier sociëteit. De le luitenant der garde Salmon, te Weenen, heeft dezer dagen een einde gemaakt aan zijn leven en wel door middel van twee pistoolschoten. Een pistool geladen met water heeft hij in den mond afgeschoten, ten gevolge waarvan het geheele hoofd door het schot werd verbrijzeld. Gelijktij dig loste hij een pistool met een kogel geladen door het hart. De kogel was in de ruggegraat blij ven zitten en is gevonden bij de lijkschouwing. Omtrent de schipbreuk der engelsche mailboot The Anglo Saxon worden de volgende bijzonderheden gemeld. De 8chij)breuk had plaats op 27 april op vier mijlen afstands van kaap Race onder een zwaren mist. Van Liverpool ver trokken op 16 april met bestemming naar Quebec, waren er 300 passagiers aan boord; de bemanning bestond uit 84 man. Op 27 april ten vier uur bereikten drie passagiers St. Johns op Nev foundland en bragten het eerst de tijding van het on geval. De stoombooten Dauntless en Bloodhound begaven zich op hunne aanwijzing naar de plaats alwaar het vaartuig gestooten had en konden 63 schipbreukelingen redden. 24 anderen werden door eene reddingsboot in veiligheid gebragt, terwijl 90 man door The Dauntless uit twee booten in de na bijheid rondzwervende werden opgenomen. Op het eiland Rhodes heeft eene aardbeving plaats ge had. waardoor de twee en veertig daarop gelegen dorpen allen schade hebben hekooien. Te Massari was de uitwerking van het verschijnsel het geweldigste. Dat plaatsje is met 150 inge zetenen zoo goed als van de oppervlakte der aarde verdwenen. Tn de stad Rhodes zijn 30 huizen ingestort en vier personen daaronder bedolven. Het gezamenlijk aantal dooden bedraagt ruim 250 en dat der gekwetsten ruim 100. Op het geheele eiland waren ongeveer 10,000 huizen, waarvan er nog geene 500 genoegzaam gespaaid zijn gebleven om ter bewoning ge schikt te zijn, zoo dat er meer dan 9000 zullen moeten wor den afgebroken. De bevolking huist nu op het open veld in tenten. De sultan heeft, om in de eerste behoeften te voov/.ien, eene som van 100,000 frank beschikbaar gesteld, terwijl het fransch adviesjacht La Mouette onmiddellijk, meteen aantal heelmeesters aan boord, eene lading levensmiddelen herwaarts heeft overgebragt. SStirgerlijkc stand. Middei,buro. Eerste huwelijksafkondiging den 17 dezer L. Huibregtse, jtn. 29 j. met M. Geerse, jd. 27 j. (Van 9 tot 16 mei.) Vlissingen. Gehuwd: II. C. F. van Kampen, weduwn. van M. Poiappel, 44 j met D. van Hercules, jd. 37 j- W. van Verre, jtn, 25 j. met G. A. Labrand, jd. 22 j. II. Guillaume, jm. 28 j- met J. de Lange. jd. 28 j. C. Swaïp, jut. 20j. met A. de Witte, jd. 26 j. Bevallen: P. J. Verheul geb. Busquet, z. J. P. van der Welle geb. Verbrugge, d. N. Reijnhout geb. van Graafeiland, d. A. P. Geijseri geb. Pacillij, z. H. J. Chaffartgeb. Block, z. J. Maas geb. No.ebaard, d. J. C. Hoogerwerve geb. van Fraassen, z. D. Bok geb. Zwiers, d. J. J. de Wit geb. Klink, z. (doodgeb.) Overleden: P. J. ten Hacken, z. 3j. W. J.Melse, d.4m. i Goes. Gehuwd: D. Romijn, jm. 30 j. met A. Reijerse, jd. 30 j, M. H. van Liere. jm. 28 j. met G.Zuijdweg. jd. 22 j. A. Corstanje, jm. 27 j. met D. Linthout, wed. 23 j. J. J. Koens, jm. 24 j. metM. T. de Meulemeester. jd. 21 j. Bevallen J. P. de Fottw geb. Meerburg Snarenberg, d. C. Fukken geb. van der Schvaaf, d. E. Sloover geb. Boer, d. M. Krijger, geb. Meulmeester, d. (levenl.) Overleden C. Weststrate. d, 13 d. C. Weststrate, z. 23 d. P. A. van Delft, wed. van J. Breugelllans, 55 j, E. van de Linde. d. 2 j. Zierikzee. Gehuwd: J. van Wezema, jm. 29 j. met M.C. Leijdekkers. jd. 26 j. J. de Horn,jm. 26 j. met E. B. Stoutjes- dijk, jd. 26 j. Bevallen S. Geelhoed geb. Costerus, z. N. Appel geb. Sies, z. A. Willemse geb. Fendsom, d. C. H. van deVaate geb. Minders, d. Overleden: J. Goudswaard, z. 5 m. P. Aalburg, d. 15 j. J. C. Smit, z. 9 ra. E A. Berman, z. 7 ra. E. L. Kingmans, wed. M. Kanse, 71 j. M. Oosterling, vrouw van D. J. C. E. Tuiten, 76 j. VcrUoopingen en aanbestedingen. Gisteren is alhier ten verkoop aangeboden een huis. erf en verdere gevolgen, op de Londonsche kaai, H. no. 65. Ver kocht voor f1975. Thermometerstand. IS mei. 's av. 11 u. 52 gr. 19 's morg. 7 u. 51 's midd. 1 u. 52 's av. 11 u. 48 gr. 20 "s tnorg. 7 u. 48 's midd. 1 li. 50 gr. Staten generaal. tweede kamer. Wijziging van het belastingstelsel. De regering heeft bij hare wetsontwerpen verscheidene sta ten overgelegd, die een overzigt bevatten van de voornaamste inkomsten der gemeenten over 1861 en van den vijfden en zesden grondslag der personele belasting (dienstboden en paarden) over 1861/62 in al de provinciën des rijks. Uit de algemeene rekapitulatie blijkt het volgende De bevolking des rijks bestond uit 3,371.397 zielen (Zee land, 170,131); de gemeente-opcenten op's rijks direkte be lastingen (na aftrek van de 24 percent perceptiekosten) be droegen f 2.270,469,49 de gewone hoofdelijke omslagen f 4,126.339,414-; fan de 1138 gemeenten des rijks hieven er 925 plaatselijke verbruiksbelastingen (hetzij als opcenten op de rijksakcijnsen of als eigen middel) ten gezamenlijke be drage van f 7,396.181,514. Van die 1138 gemeenten hieven er 70 een akcijns op het gemaal, 11-8 op het geslagt en 102 op de brandstoffen, wier opbrengst begrepen is onder het evenge- noemde gezamenlijke bedrag. De vijfde en zesde grond slagen der personele belasting beliepen over het geheele rijk f1,587.229,05. De bijzonderheden betreffende de voornaamste gemeenten in de provincie Zeeland zijn de volgende: Bevolking: Middelburg 16,259. Vlissingen 11,520. Zie rikzee 7470, Goes 572SAxel 2586, Tholen 2494, Hulst 2289. Sluis 1488, Veere 1333; Gemeente-opcenten op de rijks direkte belastingen (na af trek van de 2i percent perceptiekosten)Middelb. f 18.231,1?$, Vlissingen f 6887.40^ Zierikzee f 5956.06, Goes f5430,25, Axel f2449,05, Tholen f2l98.13J, Hulst f 1629.19JSluis f 117732.j-, Veere f 510,44; Gewone hoofdelijke omslagen: Middelburg f 22.463,48, Vlissingen geene, Zierikzee f 9032,874. Goes f 20.73S.52, Axel f 3125,56, Tholen f 4500,44. Hulst 2999,44, Sluis f 1311,83, Veere geene. Gezamenlijk bedrag der plaatselijke verbruiksbelastingen, hetzij bij wijze van opcenten op de rijksakcijnsen of als eigen middel geheven: Middelburg f 135.592.38; Vlissingen f 105,008,23 Zierikzee f 25.708,03 4Goes f 10,.278,08; Axel f 3076,62»-; Tholen f 1850,304 Hulst f 2491,81; Sluis f 2578.394Veere f7190,864. Onder de bedragen der voorgaande rubriek zijn begrepen de volgende akcijnsen: op het gemaal: Middelburg f48,293,474 Vlissingen f36.922 31-4; Veere f 2805,34-4; op het geslagtMiddelburg f8400,17, Vlissingen f 8285,58, Veere f527.78 Of» de brand stoffen Middelburg f24.136,004: Vlissingen',f 17,999,58 Zierikzee f8554; Sluis f 1124,944; Veere f 1104,71- De overige der genoemde negen gemeenten hieven geene akcijnsen op gemaal, geslagt of brandstoffen. De opbrengst (hoofdsom en 20 rijksopcenten) van den vijf den en den zesden grondslag der personele belasting was over 1861/62: Middelburg f 11.459: Vlissingen f2237,10; Zie rikzee f3837,30; Goes f3904,80; Axel f 128 4.90; Tholen f 1332,90Hulst f 1374,90Sluis f 1176 Veere f 501,60. In de overige gemeenten van Zeeland werd alleen een ak cijns op het gemaal geheven te Arnemuiden f 2208,13en op het geslagt te Breskens f 188,29. Uit een anderen staat blijkt, dat het getal gemeenten des rijks, waar plaatselijke verbruiksbelastingen zijn geheven, van 621 in 1857, geklommen is tot 925 in 1861, en dat de op brengst. die in het eerste jaar f 5,33 4,371.76 bedroeg, in het laatste f 7,396,181.541 beliep. De hoofdelijke omslagen zijn, van f 3,758,694,034 in 1857, gestegen tot f4,126,339,414 in 1861. WETSONTWERP TOT Verhooging van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der staatsbegrooting voor 1863. Bij dit wetsontwerp wordt aangevraagd 1. eene som van f 1,200,000, te verdeelen over 12 jaren, tot verbetering van de scheepvaartkanalen in Groningen 2. eene som van f206,000, te verdeelen over 4 jaren, tot verbetering der uitwatering in het voormalig vierde distrikt van Zeeland 3. eene som van f90,000. te verdeelen over 3 jaren, tot verbetering der haven van Middelharnis. Eindelijk wordt voorgesteld den post voor nieuw te verleenen stibsidien tot bekostiging van werken (art. 90 der begrooting) te verhoogen met f 181,500. De memorie van toelichting treedt omtrent de kanalen in Groningen en de haven van Middelharnisin eenige technische bijzonderheden en bevat omtrent de zaak der uitwatering van het vierde distrikt van Zeeland het volgende geschied kun d ia- en wetenschappelijk overziet: „De uitwatering der polders in het voormalig 4e distrikt van Zeeland, die vroeger hun water op het Zwin en o-edeelte- tijk ook op den Brakman loosden, eischte reeds sedert uerui- men tijd verbetering. „De toenemende aanslibbingen toch van deze beide wate ren hebben langzamerhand de daarin uitwaterende sluizen of doen verlanden óf althans aanmerkelijk in vermoo-en verlie zen. Vooral is dit het geval met de uit watering in het Zwin. De in 1798 ten dienste der militaire verdediging gelegde Bak- kersdam, de latere door het franschegoevernementtoegestane indijkingen, eindelijk de inundatiën van 1830 tot 1837, had den dezen zeearm reeds in 1843 in een toestand gebragt, die niet alleen voor de scheepvaart, maar vooral ook voor de uit watering der omliggende polders hoogst belemmerend was. „Klagten werden aangeheven, op voorziening aangedron gen, ontwerpen opgemaakt; doch ten gevolge van verschil lende omstandigheden bleef de uitvoering steeds achterwege. „liet gewestelijk bestuur van Zeeland vestigde in 1850 de aandacht van den tegenwoordigen en toenmaligen minister van binnenlandsche zaken op de noodzakelijkheid eener voor ziening in den bestaanden toestand. Naauwkeurig onderzoek en ernstige overweging der zaak leidden reeds destijds tot de overtuiging, dat het goevernement zedelijk verpligt was eene behoorli jke afwatering terug te geven aan de landen, die vroe ger O]) het Zwin hadden uitgewaterd, maar deze uitwatering grootendeels ten gevolge van daden van een vroeger goever nement, de verleende koncessiën tot indijking hadden ver loren. „De kommissaris deskonings in Zeeland werd uitgenoodigd een ontwerp met begrooting te doen opmaken en in te zen den. Volgens dat ontwerp werd voor den aanleg vaneen uitwateringskanaal, in de rigting van Sluis naar Breskens, ten behoeve der vroeger op het Zwin uitwaterende polders, eene som gevorderd van f 625,000. „De staten van Zeeland, gevraagd welk aandeel zij in die kosten zouden willen dragen, verklaarden zich in hunne zomervergadering van 1852 daartoe ongezind, op grond dat ook naar httnue meening de zedelijke verpligting op het goe vernement rustte, om in de gestremde afwatering te voorzien. Die verpligting kon zich echter niet verder uitstrekken dan tot het wedergeven eener behoorlijke uitwatering aan die lan den, welke daarvan, ten getolge der handelingen van het fransche bewind, waren beroofd. Wel zou daardoor niet vol ledig in de hestaande behoefte zijn voorzien, maar voor de uitvoering van een ter bereiking van dat doel voldoend plan werden ook aanzienlijk minder uitgaven gevorderd. Zoo de regering zich dus bereid verklaarde ook het tot stand brengen van meer omvattende verbeteringen krachtdadig te onder steunen. kon de vraag, dat ook de provincie daartoe zou bij- drngen, niet onbillijk worden geacht. De staten van Zeeland weigerden echter hunne medewerking, en ook alle latere po gingen om de provincie tot geldelijke ondersteuning te bewe gen mislukten. „Intusschen was de medewerking der belanghebbende polders ingeroepen. Ten einde de zaak tot volkomen helder heid te brengen, werd in den zomer van 1853 eene kommissie benoemd, uit leden van verschillende polderbesturen en een lid van gedeputeerde staten zaraengesield, met last om een nieuw plaatselijk onderzoek in te stellen en \ervolgensde noodige voorstellen te doen. „In 1855 had de kommissie hare taak volbragt en bragt zij haar verslag uit. Zij gaf als haar gevoelen te kennen, dat in de eerste plaats voor de polders rondom Sluis, op het Zwin uitlozende, dringende behoefte bestond aan eene verbeterde uitwatering. „Voor de polders, afwaterende op den kapitalen dam en bij Biervliet, zou dtze behoefte eerst in meer of minder verwij derde toekomst ontstaan. Een kanaal van Sluis naar de Tien honderd- en Zwarte polders, met latere verbinding van de Linie- of Passageule, verdiende daarom, naar het oordeel der kommissie, de voorkeur. Zoodanig kanaal, volgens het ont- 1 werp van den aan de kommissie toegevoegden ingenieur Dirks, zou eene uitgave vordeven van f 465,000. „De kommissie verlangde dat deze nieuwe uitwatering door het rijk zou worden aangelegd. Het toenmalig kabinet meende, naar 't schijnt te regt, daarin niet te kunnen treden, doch ver klaarde zich bereid de uitvoering van liet ontworpen plan krachtdadig te ondersteunen,en te dien einde een rijkssubsidie van f160,000 of ruim 4 der kosten te verleenen, wanneer de belanghebbende polders zich met de uitvoering wilden belas ten, waartoe het wenschelijk voorkwam, dat zij zich tot een waterschap vereenigden. „De zaak b'eef nu eenigen tijd rusten. De in 1853 ge vormde kommissie ontbond zich, en in 1S59 werd uit belang hebbenden eene nieuwe kommissie gekozen, die zich vooral het verkrijgen van de medewerking der belanghebbende pol ders ten doel stelde. Hare pogingen werden met gunstigen uitslag bekroond, en in 1860 verklaarde zij zich bereid bet door de vorige kommissie aanbevolen plan ten uitvoer te bren»en, met eenige wijz'-gingen echter, waardoor de kosten tot f°556,l87 zouden klimmen. In haar verzoek om aanzien lijke verhooging van het toegezegde rijkssubsidie meende de toenmalige minister bezwaar te moeten maken; doch hij ver klaarde zich gezind de toekenning van het toegezegde subsidie te bevorderen, wanneer er zekerheid bestond, dat de ont brekende gelden, het zij met medewerking der provincie, het zij door de polders alleen, zouden worden verstrekt. Ook werd inzending gevraagd van een uitgewerkt plan. „In maart des vorige» jaars werd aan dit verzoek voldaan. Het door de kommissie ontworpen plan was aan den hoofd ingenieur medegedeeld, die daarin eenige verbeteringen had voorgesteld, waarmede de kommissie zich vereenigde, doch waardoor de gezamenlijke kosten ook door den hoogeren

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 2