MIDDELBÜRGSCHE
C
T.
O U RA N
*NU' 51.
Dingsdag
1863.
28 April.
Editie van maandag avond 8 ure.
Herijk der maten en gewigten.
De gedeputeerde staten van Zeeland, doen te weten, dat
door hen, in hunne vergadering van heden, is vastgesteld
hetgeen volgt:
Art. 1. De herijk, over het jaar 1863, van de nederlandsche
maten en gewigten, waarvan het gebruik verpligtend is, en
mitsdien van alle gewigten, lengte-maten, inhouds-maten voor
drooge waren, vocht-maten voor den handel in het klein en
in het groot, mitsgaders van de wisse, zal in deze provincie,
met uitzondering van het ijk-arrondisseinent Oostburg, wor
den aangevangen met den Isten mei aanstaande, en gesloten
op den 31 sten julij daaraanvolgende.
Het tijdstip voor den aanvang van den herijk in gemeld
arrondissement zal nailer worden bepaald.
Art. 2. De lettert (gothische vorm) zal voor ijklettter ge
durende dit jaar gebezigd worden, en opal de geijkt of herijkt
wordende maten en gewigten, benevens het bijzondere merk
van den arrondissements-ijker, worden afgedrukt of inge
brand.
Art. 3. De nrrondissements-ijkers zullen, overeenkomstig
art. 5 van het reglement op den herijk van den 15 februarij
1822, behalve in de plaats hunner woning, nog tot den herijk
vaceren in die gemeenten van derzelver arrondissement, als
door ons bij resolutiën van den 10 april 184-0, no. 46. van den
26 maart en 2 april 1841no. 24 (Provinciaal blad no. 34),
van den SOjunij 1843.no. 11, van den 17 april 1846, no. 27
(Provinciaal blad no. 48). van den 21 junij IS50. no. 33, van
den 19 maart 1858. no. 61- (Provinciaal blad no. 33), van den
4 april 1860, no. 100 (Provinciaal blad no. 37) en van den 11
april 1852, no. 74 (Provinciaal blad no. 44). zijn aangewezen.
Zij zullen op de dagen, gedurende vv.lke zij niet in de ge
meenten buiten hunne woonplaats vaceren, ten minste gedu
rende vier uren daags, hunne kantoren geopend houden, om
aan de ingezetenen gelegenheid te. geven, tot de verificatie
hunner maten en gewigten.
Art. 4. Zij zullen van de uren, waarop hunne kantoren zul
len geopend zijn. mitsgaders van de dagen op welke zij. uit
hoofde der vereischte vacatiën in andere gemeenten, niet tot
den herijk der maten en gewigten ten hunnen kantore zullen
vaceren, aan burgemeester en wethouders hunner woonplaats
kennis geven, welke daarvan, door publicatie en door insertie
in de stedelijke, of in de binnen hunne stad meest gelezen
wordende courant, aan de belanghebbenden zullen doen ken
nis dragen.
Art. 5. De arrondissements-ijkers zullen burgemeester en
wethouders der gemeente in welke zij. in overeenstemming
met het bepaalde in art. 3, tot den herijk zullen vaceren, van
hunne op handen zijnde komst, ten minste acht dagen te vo
ren informeren, en zullen deze gehouden zijn, den burgemees
ters en wethouders der andere gemeenten, voor welke gelijk-
tijdig wordt gevaceerd, daarvan kennis te geven, ten einde de
ambtenaren, publieke auministratien, kooplieden, winkeliers
en andere belanghebbenden door hen worden verwittigd, van
de plaats en van den tijd, waarop tot den herijk zal worden
gevaceerd, en van hunne verpligting om de bij hen in gebruik
zijnde maten en gewigten, mitsgaders de strijksels der halve
en kwart mudden te doen herijken; zullende de plaatselijke
besturen, behalve de ten deze vereischte openbare bekendma
king, tevens, zoo veel mogelijk, den belanghebbenden ingeze
tenen hunner gemeente, welke zij weten dat van maten en ge
wigten gebruik maken, ten hunnen huize eeue waarschuwing
of kennisgeving laten doen.
Art. 6. De burgemeesters der gemeenten worden uifgenoo-
digd, om aan den arrondissements-ijker, vóór den aan vang
van den herijk, of bij deszelfs komst in de gemeente, eene
naamlijst te doen geworden van de inwoners hunnergemeente,
welke, uithoofde van hunne betrekking of hun bedrijf,
verpligt zijn gebruik te maken van maten of gewigten. Tot
het opmaken dezer lijsten zal het register der patentpligtigen
worden geraadpleegd, en voorts op dezelve ook gebragt wor
den de ambtenaren en publieke adininistratien, weike, in
hunne ambtsbetrekkingen, van maten of gewigten, tot het
constateren van leverancien of werken gebruik moeten ma
ken wordende met betrekking tot de zanienstelling der be
doelde opgaven, eene bijzondere naauwkeurigheid aanbevo
len, opdat daarin uitsluitend alle erkende ijkpligtigen, en
geene andere dan de zoodanigen, worden opgenomen.
Art. 7. De arrondissements-ijkers zullen, betrekkelijk de
door hen in iedere gemeente, in welke zij hebben gevaceerd,
gedane verificatie en herijk, een relaas opmaken, en daarbij
opgeven de ambtenaren, publieke adininistratien en partiku-
lieren, welke, in de vorengenoemde lijsten begrepen zijnde,
hun niet zijn geldeken aan derzelver verpligting, betrekkelijk
den herijk, te hebben voldaan.
Afschriften dezer relazen zullen door de arrondissements
ijkers, na den afloop van den termijn, gedurende welken de
herijk is opengesteld, aan ons worden gezonden.
Art. S. De arrondissements-ijkers zullen ten minste twee
maal in het jaar op onbepaalde tijden, en voorts zoo dikwijls
zij zulks noodig achten, vergezeld van den commissaris van
politie of van den gemeente-veld wachter, in al de gemeenten
van hun arrondissement visitatien doen in de opene werk
plaatsen, magazijnen en winkels, op de markten, vleesch-
hallen, publieke wagen en op de molens, en zich daarbij ver
zekeren, dai in dezelve geene dan de nieuwe maten en gewigten
aanwezig zijn, en dat die behoorlijk zijn herijkt. Zij zullen
de oude afgeschafte maten en gewigten, alsmede die, welke
niet zijn herijkt, in beslag nemen, en met het deswege op te
maken proces-verbaal aan den officier hij de arrondissements-
regtbank van hun ressort inzenden van hunne verrigtingen
ten deze en van het resultaat hunner bevinding in elke ge
meente, zullen zij, bij de aan ons in te dienen rapporten,
omstandige opgaven doen.
Art. 9. Het wordt aan alle op publiek gezag aangestelde
of beëedigde landmeters, wegers en meters verboden, eenige
certificaten, weeg- of meetbrieven af te geven, waarin de maat
of het gewigt anders dan in de nieuwe, alleen wettige, bena
mingen is uitgedrukt, en zullen door hen geene andere dan de
wettig erkende maten en gewigten mogen worden gebezigd.
Art. 10. Insgelijks wordt aan de plaatselijke besturen,
godshuizen of armbesturen en aan alle ambtenaren en pu
blieke adininistratien verboden, eenige acten, plans, bestekken
of beramingen te doen opmaken, aan te nemen of daarop re-
gard te slaan, in welke de hoeveelheden en afmetingen niet
in de nieuwe maten of gewigten zijn opgegeven.
Art. 11. Aan alle ambtenaren, publieke adininistratien en
ingezetenen binnen deze provincie, wordt bij deze hunne
verpligting herinnerd, om de door hen gebezigd wordende
maten en gewigten, binnen den in art. 1 bepaalden termijn,
te doen herijken, bij gemis van welke formaliteit de door hen
gebezigd wordende, of in hunne opene werkplaatsen, maga
zijnen of winkels, bevonden wordende maten en gewigten, in
besla» kunnen worden genomen, en degenen, die bevonden
worden dezelve te hebben gebruikt, of in hunne opene werk
plaatsen, magazijnen of winkels voorhanden te hebben, vol
gens de bepalingen van het koninklijk besluit van den 30en
maart 1827 (Staatsblad no. 13), worden verwezen in eene
boete van f 10 tot f 100.
Aan hen worden tevens herinnerd de bepalingen van art.
14 van het koninklijk besluit van den 18en december 1819
(Staatsblad no. 57), volgens welke alles, wat met de maten
voor drooge waren in dat besluit opgegeven, wordt gemeten,
met den strijkel behoorlijk moet worden afgestreken, en dus
allen, die van zoodanige maten gebruik maken, ook van strij
kel voor dezelve behooren te zijn voorzien, van welke die voor
de halve en voor de kwart rnudde, ook moeten worden geijkt
en geverifiëerd, wordende de plaatselijke besturen, alsmede
de arrondissements-ijkers aangemaand, om voor de nakoming
dezer verordeningen te waken, en daarop bij hunne visitatien
voor zoo veel een ieder aangaat te lettenterwijl van de be
vinding ten deze, in de bij art. 7 bedoelde processen-verbaal
of relazen, speciale melding zal moeten worden gemaakt.
Art. 12. Alle ambtenaren en puhlieke adininistratien wor
den uitgenoodigd, aan de nakoming van het tegenwoordig
besluit de hand te houden, en worden de plaatselijke bestu
ren aangeschreven om de arrondissements-ijkers in de uit
oefening hunner funktiën, zoo veel mogelijk, behulpzaam te
zijn en speciaal op hunne aanvrage dadelijk den kominissaris
van politie, of bij ontstentenis van zoodanigen ambtenaar, den
gemeente-veldwachter te delegeren, om hen, bij de door hen
voorgenomen visitatien van winkels en werkplaatsen te ver
gezellen.
Art. 13. Dit besluit zal door insertie in het Provinciaal
blad gebragt worden ter kennis van de burgemeesters en wet
houders der gemeenten in deze provincie mitsgaders van de
arrondissements-ijkers en van den bevelhebber der maré
chaussee te Sas van Gent, ook voorde onder hein ressorterende
brigade-bevelhebbers, tot informatie en narigt en wijders,
door de zorg der plaatselijke besturen, worden afgekondigd
en aangeplakt in al de gemeenten van deze provincie, ten
welken einde een genoegzaam getal in plano gedrukte exem
plaren van hetzelve, aan voornoemde besturen zal worden
toegezonden zullende wijders exemplaren van dit besluit
worden uitgereikt aan het provinciaal geregtshof. den procu
reur-generaal bij hetzelve, en door diens tusschenkomst, aan
de ambtenaren van hetopenbaar ministerie bij het provinciaal
geregtshof en bij de arrondissements regtbanken, gelijk inede
aan de kantonregters in deze provincie.
Gegeven te Middelburg, den 18 april 1863.
De gedeputeerde staten voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN, voorzitter.
S. VAN DER SWALME, griffier.
LAAD.
Middelburg 2 7 april.
Morgen zullen bij de eerste kamer verschillende onteige
ningswetten in behandeling worden genomen, terwijl woens
dag de beraadslagingen zullen gevoerd worden over het wets
ontwerp tot afkoopbaarstelling der tienden alsmede over
verschillende van ondergeschikt belang.
Zijn wij wel ingelicht dan is aan den franschen gezant bij
het nederlandsche hof door zijne regering opgedragen om
Nederland uit te noodigen zijne adhesie te schenken aan de
depeche door den franschen minister van buitenlandsche za
ken ten gunste der polen aan de russische regering toege
zonden.
De kollekte ten behoeve van het fonds voor de gewapende
dienst, dezer dagen alhier gehouden, heeft opgebragt eene
som van f346,64.
Het beperkte schoolgebouw te Serooskerke is thans door
een zeer doeltreffend lokaal vervangen, waarvan de inwijing
jl. woensdag heeft plaats gehad, in tegenwoordigheid van
den inspekteur van het lager onderwijs en den schoolopzie
ner van het eerste schooldistrikt dezer provincie. Een groot
aantal belangstellende ingezetenen der gemeente alsmede
eenige hoofdonderwijzers van naburige gemeenten woonden
de plegtigheid mede bij.
De toespraken van den burgemeester, den inspekteur, den
schoolopziener, den hoofdonderwijzer, twee leerlingen enden
hoofdonderwijzer der gemeente Nieuw- en St. Joosland wer
den afgewisseld door het driestemmig zingen der kinderen,
die na den afloop door het gemeentebestuur op ververschin-
gen werden onthaald.
De opper-kamerheer en de chef van het militaire huis des
konings hebben bekend gemaakt, dat Z. M. op vrijdag den 1
mei aanstaande, des morgens ten half tien ure, in het paleis te
Amsterdam audiëntie zal verleenen aan kommissiën, civiele
en militaire autoriteiten, officieren en militairen, en op zatur-
dag den 2 mei, ten half tien ure, aan partikulieren. De in-
schrij vingslijsten zullen aan het paleis gereed liggen tot den
29 april, des namiddags ten 4 ure.
Z. K. H. de prins van Oranje zal waarschijnlijk de vorste
lijke famielje naar de hoofdstad vergezellen.
Den 1S dezer heeft te Bern de uitwisseling plaats gehad der
akten van bekrachtiging op de overeenkomst, den 19 januarij
jl. tusschen Nederland en Zwitserland gesloten, tot regeling
der voorwaarden, waarop de zwitsersche konsulaire agenten
in de nederlandsche koloniën worden toegelaten.
Staatscourant
Na herhaalde bijeenkomsten heeft de plaatselijke kommis
sie voor de oprigting van een gedenkteeken voor 1813 te
Utrecht zich ook gekonstitueerd.
De persoonlijkheid van den vermaarden engelschen prediker,
die thans eenige gemeenten van ons land bezoekt, is te merk
waardig dan dat wij niet zouden trachten onze lezers, dieniet
in de gelegenheid zijn hem te hooren.zoo veel mogelijk een
denkbeeld te geven van zijne eigenaardigheid in opvatiingen
voorstelling.
Plaatsten wij alzoo in ons vorig nominer eene vlugtige schets
van een onzer haagsche korrespondenten, wij laten thans den
indruk volgen op onzen verslaggever te Leiden te weeg ge
bragt.
„Gisteren (vrijdag) aldus schrijft hij ons viel ook aan
Leiden's ingezetenen het voorregt te beurt den beroemden
Spurgeon in de Pieterskerk tehooren. Eene vrij talrijke schare,
waaronder ook verscheidene pr^dikanteu en andere personen
uit den omtrek, was met hoo|> gespannen verwachting te
bestemder ure bijeengekomen.
„Spurgeon gelijkt sprekend op zijn portret. Hij is een kort
breedgeschouderd krachtig man met sprekende oogeu zijn
gelaat, wanneer hij stil zit, heeft weinig geniaals, maar ver
krijgt, zoodra hij in vuur geraakt, bijzonder veel uitdrukking.
Merkwaardig is de kracht en omvang van zijn stem en de
buitengewone levendigheid zijner mimiek. Ilij beweegt zich
op den preekstoel met de grootste eenvoud en gemakkelijk
heid zijn rede is een doorgaande dialoog met den toehoor
der rijn voordragt uiterst boeijeud, levendig, en hoewel vol
verrassende wendingen en spongen, toch in hooge mate
natuurlijk, 't Geen bijzonder iu hem treft, is de kracht, de
gloed, de vastheid zijner persoonlijke overtuiging. Hij ge
looft de ongeloofelijkste dingen uiet eene innigheid, eene
onwankelbaarheid, en verdedigt ze met een vuur en warmte
die in wezenlijkheid op de groote volksmassa elektriserend
moet werken. Die felle orthodoxie gaat bij hem echter tevens
gepaard met eene ongewone mate van zachtmoedigheid en
liefde, zoo dat men zijn persoon onwillekeurig lief krijgt.
„Wat zijne dogmatische gevoelens aangaat, behoort Spur
geon bij uitnemendheid te huis in de eeuw van Lulher
Luther is dan ook zijn ideaal zijn lieveling, en onwille
keurig dachten wij soms, terwijl wij hem hoorden, aan dien
beminnelijken en koenen geloofsheld der middeleeuwen.
Ook voor hein koncentreert zich de gandsche soterologie of
heilsleer in een huiveringwekkend drama afgespeeld tusschen
God den Vader, God den Zoou, en de des doods en eeuwigen
verderfs schuldige menschheid. Deze is verdoemelijk voor God
de goddelijke regtvaardigheid eischt onverbiddelijk de straf