M1DDELBURGSCHE COURANT. N" 48. Dingsdag (- 1863. *21 April. Editie van maandag avond 8 ure. Middelburg 20 april. De Staatscourant bevat het besluit, waarbij worden aange wezen de perceelen welke ten behoeve van den aanleg van den spoorweg van Bergen op Zoom naar Goes ten algemeene nutte, in het publiek belang en ten name van den staat, zullen worden onteigend en wel in de gemeenten Woensdrecht. Fort Bath, Rilland, Krabbend ij ke, Kruiningen, Schore en Vlake, Kapelle, Kloetinge en Goes, aangeduid in het plan en de kaarten, welke ter inzage van een ieder hebben gelegen en vermeld zijn op den staat, welke aan dit besluit is gehecht. De koncessie van den spoorweg van St. Nrkolaas langs Hulst en Axel tot Neuzen is. wat het nederlandsche gedeelte betreft, dezer dagen door onzen minister van binnenlandsche zaken verleend. Als een vervolg op ons vorig berigt uit liet voormalig 4de distrikt, vernemen wij, dat hetgeen van wege het domein-be stuur op 14 dezer in den Diomede polder bezaaid geworden is, reeds den volgenden dag op last van de koneessionarissen, de erven van Dam ine, wederom uit-of omgewerkt is. Deze handeling zoo wel als de dagelijks voor ieder zigtbare bewer king dier polders, zoo door menschen en paarden, als het be drijven der weilanden, door of van wege gemelde koncessio narissen, bevestigt dus volkomen de in ons nomraer van 11. zaturdag uitgedrukte meening, dat de koncessionarissen nog weinig lust. gevoelen de bij hen iu bezit zijnde gronden zoo maar lijdelijk ter beschikking te laten van het bestuur van 's rijks domeinen. De belangstelling in den afloop dezer zaak schijnt meer en meer te klimmen. Het koncert, 11. vrijdag door de Vereeniging tot bevorde ring van toonkunst alhier gegeven, heeft hoewel het naar het ons voorkomt van eenigzins minder gehalte was dan de koncerten welke die vereeniging op andere jaren hare leden aanbood goed voldaan. Het uitmuntend vioolspel van den heer Rappoidi heeft tot den goeden uitslag veel bijgedragen en ook de hier van vroeger gunstig bekende chanteuse niejuf- vrouw Froschbart beeft veel bijval verworven. Van de muziekstukken door het gezelschap fransche dub- del-kwartetzangers, 11. zaturdag in tie waalsche kerk voorge dragen, heeft zoo wel de uitvoering als de keus der stukken algemeen aan de verwachting beantwoord. Het publiek was echter slechts in geringen getale opgekomen, hetgeen wij mee- nen voor een deel te moeten toeschrijven aan den betrekkelijk' hoogen entreeprijs. Een bij liet departement van koloniën ontvangen rege- ringstelegrani, gedagteeUenu Buitenzorg 14 maart, luidt: „In Madioen en Soerabaija hebben overstroomingen plaats gehad. Overigens niets buitengewoons." Staatscourant Een telegram.gedagteekend Batavia 14maart,luidt: „De expeditie van de Reinier Olaeszen naav Naas (Nias?) is mis lukt eenige der onzen zijn gedood.*' In de Industrieel wordt bij voortduring tnededeeling ge daan van de benoeming van leden voor de plaatselijke- of sub-kommissiën ter oprigting van een gedenkteeken voor 1813, door Z. K, H. prins Frederik. In het zaturdag uitgeko men nommer van dat blad, wordt de zamenstelling van om trent 70 zoodanige kommissiën in Noord-Brabant, Gelder land enz. aangekondigd. Wij vernemen uit Utrecht, dat de heer L, G. Bouricius, provinciaal direkteurderdirekte belastingen, in-en uitgaande vegten en akcijnsen, dezer dagen eene cirkulaire heeft gerigt aan Zijne ambtenaren in de provincie Utrecht, waarin hij hen uitnoodigt, hern te willen toezenden het bedrag dat ieder hunner zou willen en kunnen afzondeven als bijdrage voor het op te rigten monument ter eere van koning Willem I. Wij laten daar. dat de heer Bouricius in de cirkulaire eigen- ruagtig schijnt te beslissen van welken aard het op te rigten gedenkteeken zijn zal, ook dat hij eene oproeping tot in vordering van giften doet, zonder daartoe door wien ook te zijn gemagtigd, hetgeen vindt dit voorbeeld navolging de gansche zaak, die reeds nu zoo verkeerd is behandeld, nog verwarder zal maken dan ze nu reeds is. Waartegen wij in 't bijzonder opkomen is depressie, die door soortgelijke cirkulaires, van hoogere ambtenaren uitge gaan, geoefend wordt op de mindere ambtenaren, die goed schiks wel niet weigeren kunnen, al zijn zij er niet toe in staat, gevolg te geien aan den wenseh hunner chefs. Het komt ons voor, dat de „nationale beweging" op die wijsgroote kans heeft van een „gedwongen fraaijigheid'" te worden, en wanneer men den brief leest, dien Z.K. II. prins Frederik der Nederlanden dezerdagen rigtte aan de gekonstituëerde plaat selijke kommissiën, dan lijdt hetgeen twijfel, of ook Z. K.H. zal afkeuren elke handeling, die den schijn van pressie zou hebben of den vrijen wil der natie zou kunnen hinden in het keurslijf van aanschrijvingen van chefs aan hunne onderlioo- rigen. Wil men de zaak niet in den grond bederven, dan mo gen de heeren ambtenaren zich wel herinneren het; „pas trop de zêle, messieurs." (N. d.agbl. vansGravenh De minister van binnenlandsche zaken heeft eene aanschrij ving aan de ambtenaren van den rijkstelegraaf gerigt van den volgenden inhoud „De minister van binnenlandsche zaken, overwegende dat het met de pligten van de'ainbienaren bij den rijkstelegraaf onbestaanbaar is, dat zij zich belasten met het leveren van nieuwstijdingen aan dagbladen, en dat de wetenschap daar van, bij het publiek en inzonderheid bij de afzenders en gea dresseerden van dagbladberigten, hetzoonoodige vertrouwen op de onschendbaarheid van het geheim der telegrammen zou kunnen verzwakken, bepaalt: L. dat geen der ambtenaren bij den rijkstelegraaf, middellijk of onmiddellijk, nieuwstijdin gen aan dagbladen mag bezorgen of tot de redaktie dier bla den in eenige betrekking staan2. dat van de kennisneming dezer beschikking door eene verklaring met eigenhandige onderteekening der ambtenaren, iu de agenda's der kantoren behoort te blijken." Met de werkzaamheden voor den spoorweg is men tegen woordig te Leeuwarden zeer druk bezig, en op het terrein heerscht de meest mogelijke levendigheid. Van de Harlinger vaart tot aan het stations gebouw wordt een kapitale kom ge graven, ten einde de schepen gelegenheid te geven iu de on middellijke nabijheid te kunnen laden en lossen. De fonda menten voor dat gebouw zijn reeds grootendeels gelegd. De Amstenlamsche courant heeft van de Centraal-spoor- wegmaatschappij de stellige verzekering ontvangen dat het door het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage mede gedeeld berigt niet waar is, als zou die maatschappij aanvraag om koncessie hebben gedaan voor den aanleg van een spoor weg van Amsterdam, over Naarden en Weesp, aansluitende bij den nu bijna afgewerkten weg van Utrecht naar Zwolle. Ieder heeft van de Overpeinzingen over dood en eeuwig heid hooren spreken, in bei engelsch door koningin Victoria geschreven. Eerst in eèn klein getal exemplaren voor de ko ninklijke famielje en hare omgeving gedrukt, vervolgens te Londen uitgegeven en door het geheele Vereenigde koningrijk gekocht, zien zij eindelijk, door den heer Charles Bernard Derosne in liet fransck vertaald, bij Dentu het licht. De aan leiding tot het schrijven eu uitgeven van dit boek was de vol gende ln zijne laatste levensdagen las prins Albert bij voor keur in een oud duitsch boek, vol godsdienstige overdenkin gen. Hij las en herlas liet getrouw, als of een onbestemd voorgevoel hem zijn naderend einde had verkondigd. Toen zij weduwe geworden was, eigende de koningin zich dit werk toe, dat haar thans heilig was; terwijl zij op haar beurt dit godvruchtig aandenken doorliep, hield zij het liefst bij die bladzijden op. die door eene herhaalde lezing de sporen van eene betreurde hand hadden behouden. Daarop vestigde zij hare bijzondere aandacht,daarop vereenigden zich hare gods- 1 dienstige overpeizingen, en terwijl zij zich in de regelen ver- diepte, die den overledene dierbaar waren geweest, onderzocht zij ze op hare beurt en smolt ze te /.amen tnet luire eigene ge- dachten. Deze persoonlijke overdenkingen, haar door de smart ingegeven en bij den duitschen tekst gevoegd, schreef zij allengskens op, gedurende hare vrijwillige afzondering. De herziening van dezen arbeid werd aan eene verdienstelijke vrouw toevertrouwd, waarop het werk gedrukt werd. Aan vankelijk trok men slechts 200 exemplaren,tnet dit korte voor- berigt: „De overpeinzingen die dit boek behelst zijn ter ver- laling (uit het duitsch in het engelsch) gekozen door H. M. koningin Victoria, welke in hare diepe en verpletterende smart, daarin eene bron van troost en stichting heeft gevon den." Weldra, zegt een engelsch blad, bekwam men verlof aan deze verzameling, ten voordeele van „godvruchtige en waarlijk christelijke zielen," eene zeer groote publiciteit te geven, en men gaf er een nieuwen druk van uit „dien iedere engelsche fatnielje. zoo wel de armste als de rijkste, thans bezit." (Nieuwsblad voor den boekhandel.) SSenocmingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den graaf C. van Bylandt, laatstelijk gezant van Z, M. bij liet hof van Zweden en Noorwegen, tot het aannemen en dragen der ver sierselen van ridder groot-kruis der orde van de Poolster, hem door Z. M. den koning van Zweden en Noorwegen ge schonken. Benoemd lot ridder 4e klasse der Militaire Willemsorde de heer J. A. de Gelder, laatstelijk luitenant ter zee der 2e klasse, en als zoodanig op zijn verzoek eervol ontslagen, ter zake van zijne verrigtingen bij het door 's rijks schroefstoom- schip Retell op den 18 april 1862 geleverde gevecht tegen de zeeroovers op een klein eiland in de baai van Lobo, op de westkust van het eiland Karalalang (Tnlaut-groep). marine. Bevorderd tot officier van gezondheid 2e klasse bij de zeemagt, de officier van gezondheid 3e klasse C. Noor dewier. L.EOER. Benoemd tot kapitein-kwartiermeester 3e klasse, bij het 5e regement infanterie de 1 e luitenant-kwartiermees ter J.E.Muller, van den staf der infanterie; tot len luitenant kwartiermeester bij het regement grenadiers en jagers de 2e luitenant-kwartiermeester F. vanThiel, van het korps (beiden naar ouderdom van rang); tot 2en luitenant-kwartiermeester bij het Se regement infanterie de sergeant J. C. Ubhens, van het le regement van het wapen. indiscue dienst. Benoemd tot vegterlijke ambtenaren ter beschikking ran den goeverneur van Suriname, mr. P. Alma, advqkaftt en sekretaris der gemeente Culembovg, en mr. J. B. Vos. regter inde arrondissementsregtbankteSneek. Kerk- en schoolnieuws. De heer J. 6. Nijhoff, predikant te Dedemsvaart, heeft voor het beroepbaar de hervormde gemeente te Sluis bedankt, Stegtszaken. Vrijdag stond voor het provinciaal geregtshof in Zeeland teregt Pieter Faas, oud 27 jaren, slager en rietdekker te Bier vliet, thans gedetineerd alhier, beschuldigd van poging tot doodslag, welke poging, door uiterlijke daden gebleken en tot een begin van uitvoering overgegaan, niet dan door toe vallige en van den wil des daders onafhankelijke omstandig heden is verhinderd geworden of hare uitwerking heeft j gemist; alsmede van feitelijk en gewelddadig verzet door een J persoon zonder wapenen tegen bedienende beambten verkee- i rende in de uitoefening hunner ambtspligten. en het raoed- I willig slaan en schoppen van die ambtenaren, i Dertien getuigen a charge en twee a décharge zijn gehoord, i terwijl als deskundige werd beëedigd dr. J. P. Berdenis van j Berlekom, alhier. Bljkens de voorgelezen akte van beschuldigingen het ver- hoor der getuigen gestaafd door de bekentenis van den j beschuldigde, hebben de verschillende feiten in hoofdzaak als j volgt plaats gehad. De beschuldigde had met de getuige Anna ElisabethHoe- l venagel, mede te Biervliet wonende, gedurende driejaren i verkeering gehad, die echter in april des vorigen jaars werd afgebroken omdat de ouders van weerszijden er tegen waren. Nimmer heeft de beschuldigde zijne voormalige heraiude in eenig opzlgt bedreigd, maar steeds hoopte hij de verkeering1 op nieuw aangeknoopt te zien. Hij heeft haar dan ook som tijds gesproken en o. a. op 25 december, den eersten kersdag. Den volgenden dag zou er eene tooneelvoorstelling gegeven worden op de bovenverdieping eener herberg; de beschul digde vroeg aan Anna Hoevenagelof zij die voorstelling zou bijwonen waarop zij antwoordde dat zij het niet wist Den volgenden avond was zij echter daar tegenwoordig, ever als de beschuldigde, dien zij ook gezien heeft. Ten half elf uri ging zij naar huis, doch keerde, toen zij hoorde dat haar vade haar was komen afhalen, dien zij was misgeloopen, terug Daarna ging zij, in gezelschap barer zuster en van Jannekc Moerdijk met den broeder van laatstgenoemde en twee neven die zich gedurende den avond beneden in de gelagkamer bevon den, naar huis. Bij de markt gekomen, werd zij eensklaps doo den beschuldigde toegesproken met de woorden Zoo zijtgi daar? waarop zij antwoordde Ik wel. Daarna sloeg hij zijl arm om haar midden als of hij haar wilde kussen, duwde haa eenigzins san haar gezelschap af, en bragt haar meteen knip mes eene snede aan de linkerzijde van den hals toe. Eene ander ging echter zoo spoedig in zijn werk dat de verwond eigenlijk zelve niet regt weet wat er gebeurd is. Na verwond te zijn riep zij tegen Simon Moerdijk Simon een mes], ee mes! waarop haar gezelschap toeschoot om haar teontzettei De beschuldigde, wiens mes op den grond gevonden-were] ging naar zijne woning, waar hij later door de veldwachter met assistentie van anderen, werd gearresteerd. Deze assi; tentie had men moeten inroepen omdat de beschuldigde zie hevig verweerde en den veldwachter sloeg, schopte en heel hij was, volgens de verklaring van den veldwachter, wel opg wonden maar wist zeer goed wat hij deed. De beschuldig beweert echter dronken te zijn geweest. De getuige H. O. W. de Bats, genees-, heel- en verlosku dige te Biervliet, bekrachtigt het door hem overgelegd visn repertura. Den 20 december werd hij bij den winkelier Ho venagel ter verpleging van het gewonde meisje geroepen, o derzócht de wonde aan den hals, waarvan de lengte II en diepte ongeveer een halve ned. duim was, en heeft haar tot januarij bezocht, wanneer zij genezen was. De heer J. P. Berdenis van Berlekom verklaarde als d(| kundige dat de wond, zoo als die beschreven is, niet dootlj lijk was. In abstracto is zoodanige wond wel levensgév.aarliji maar hier bestond geen gevaar voor het leven omdat de sne niet diep genoeg en tegengehouden was door een tot dasje f vouwen doek eu een kraagje welke de verwonde aan had. Deze voorwerpen, als overtuigingstukken aanwezig, drag de duidelijke sporen der verwonding. Verschillende*"getuigen verklaarden het voor ondoenl 1 dat de beschuldigde met één hand het knipmes zou geope hebben toen hij zijn eenen arm reeds rond het meisje geslao had, omdat de lijd daartoe te kort was. Dit geeft den prol reur-generaal aanleiding om aanteekening te verzoeken hij den beschuldigde op deze verzwarende omstandigheid

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 1