I JVBIi* Ti; «ivf;.
RIJKS MATERIALEN,
roöde rivier te blokkeren en aldus den aanvoer van leeftogt
af te snijden naar Vieksburg en Port Hudson. In dit geval
zou de hongersnood een der grootste vijanden van de bezet
tingen der gekunfedereerden aldaar worden.
„Gebrek aan de noodzakelijkste levenmiddelen is thanshet
grootste gevaar voorde afgescheidene staten. Granen, meel,
vleesch en dergelijke zaken zijn slechts tot fabelachtige prij-
zen te koop, terwijl kleedingstukken ter naauwernood voor
bemiddelde gezinnen verkrijgbaar zijn. Daar de gekonfede-
reerden slechts hulpmiddelen van zich zeiven kunnen ver
wachten en niet kunnen rekenen op den wisselvalligen aan
voer uit den vreemde, moeten zij geduldig wachten tot de
oogsten der aanstaande lente, derhalve tot de maand mei, op
wélk tijdstip Georgië, Alabama en Carolina landbouwvoort-
brebgselen zullen kunnen opleveren.
„Het hoornvee sterft op het land aan gebrek van voeder, ter
wijl de legerafdeelingen ter naauwernood hare paarden kun
nen onderhouden. Ondanks dezen toestand ondanks de
hongersnood, geven de bevolkingen geen blijk van ontevre
denheid, dragen met lijdzaamheid haar lot en .'•chijnen meer
dan ooit gezind zich tegen den vijand te verzetten. Het minst
lijden de soldaten, want voor hen getroost men zich allerlei
opofferingen.
„Eene groote ramp voor het Zuiden is de treurige toestand
der spoorwegen aldaar. In Virginië o. a. zijn de ijzeren wegen
zoo slecht en zoo achterlijk dat de snelheid der treinen tot
eene van tien mijlen per uur is verminderd, terwijl het goede
renvervoer langs de spoorwegen thans de helft minder dan
voorheen bedraagt. De boomstammen, waarop de rails rusten
zijn verrot en in verscheidene streken heeft men de stammen
welke de vroegere vervingen,nietbehoorlijk vierkantgemaakt,
daar de maatschappijen, door den oorlog uitgeput, de kos
ten daarvan niet konden dragen. Soms zijn de rails zelve hier
en daar gebroken of gebarsten en buiten dienst gesteld, ter
wijl men gebrek aan ijzer heeft om er nieuwe te leggen. Op
enkele gedeelten der spoorweglijnen heeft men houteu rails
trachten te gebruiken, welke gewoonlijk na het passeren van
een enkelen trein vermorzéld waren.
„De machines en het spoorweg-materieel, hetwelk zich
langs den weg beweegt, zijn in geen beteren staat en de'loko-
motieven zijn zoo slecht dat de machinist, die zich op deze
machines waagt, waarvan het mechanisme b:jna onbruikbaar
is, en de lokomotief bes'tuurt, een heldendaad verrigt. Zelfs de
telegraaftoestellen en lijnen worden door de gekonfedereer-
den met moeite in bruikbaren staat gehouden de eerste hoo
rnen, welke men vindt, doen dienst als telegraafpalen, maar
het ijzer voor nieuwe telegraafdraden ontbreekt gewoonlijk.
Ziehier eene zonderlinge gebeurtenis, welke door de confe
deracy van Atlanta wordt medegedeeld
„Toen de regering der gekonfedereerden eene telegraaflijn
wilde aanleggen tusschen Mobile en Savannah, kon men zoo
dadelijk geen ijzer vinden om tot draad te worden gemaakt.
Zes maanden zijn daartoe noodig geweest, terwijl men daarbij
nog de grootste moeijelijkheid had om glas of porcelein te
vinden' om de draden te isoleren. Onze goeverneur is einde
lijk daarin geslaagd door voor hetgeen Georgië betrof een
beroep te doen op de huisgezinnen om de verlangde benoo-
digdheden te verkrijgen.
„Al het ijzer van bet Zuiden: klokken,stijlen,ballustraden
enz. is dan ook aan de regering toegezonden om daarvan ge
weren en kanonnen te vervaardigen."
Volgens de dagbladen van het Zuiden zouden de noor
delijken uit Pemberton zijn verjaagd en in de rigting van
Yazoo zijn afgetrokken. Mag men The New-York herald ge-
looven dan zou een bankier te Amsterdam hebben aangebo
den om eene leening van 100 itiillioen dollars te sluiten, vol
gens den koers van den dag en tegen 6 percent.
Engeland.
Uit Londen wordt aan Le temps het volgende geschreven
„Ik wed dat wij binnen acht dagen met Amerika in oorlog
zijn!" zeide mij een engelsche lord, een man die gewoonlijk
zeer goed op de hoogte is inde staatkunde. De acht dagen
zijn echter voorbijgegaan, zonder dat een enkel zwaard nog
uit de scheede is getrokken. Aan de anderezijdeheefteeii niet
minder talentvol man, die nog beter dan bedoelde profeet op
de hoogte van alles is, in Schotland voor eene talrijke verga
dering eene geheel andere taal gevoerd. Gij rveet zeker dat
Henry John Temple burggraaf Palmerston, die thans meer
dan achten zeventig jaren telt, om zich de vakantie ten nutte
te maken en den tijd te dooden.vier redevoeringen teGlascow,
drie te Greenock, drie te Edimburg en twee te Leith is gaan
uitspreken, waarin hij allerlei gemeenplaatsen over opvoe-
ditig. grieksch, latijn. chiinie, wiskunde enz. met tal van aar
digheden heeft verkondigd. Dit alles strekt wel ten bewijs
van zijn'opgeruimd gemoed zonder eertigerlei treurige stem
ming. Het zou op zich zelf nog niet geheel geruststellen, daar
lord Palmerston iemand is, die het leven steeds van de aange
naamste zijde beschouwt en vooral zijne vrije uiting van ge
dachten behoudt bij de nadering van ernstige verwikkelingen.
Hij heeft echter ter loops in zijne redevoeringen Amerika aan
gestipt en alle sombere gedachten daaromtrent weggevaagd.
„Dit is wel gelukkig; want zoo Engeland in het algemeen
tegen een oorlog gestemd is, moet men dit niet uitstrekken
wat ten minste de aristokratie betreft tot een oorlog tegen
Noord-Amerika. Dergelijke oorlog zou, vveesik, slechts eene
enkele vonk behoeven om uit te barsten.
„Ik zal u kortelijk de reden daarvan tnededeelen. In den
toestand van schijnbare krachteloosheid waartoe een af-
grijsselijke burgeroorlog deze natie heeft gebragtkan men
zich gemakkelijk overtuigen dat men tegen haar schoon spel
zou hebben. Welk een voordeel zou tevens uit dergelijken
oorlog niet te trekken zijn! Aangedane beleedigingen te
wreken en nieuwe te voorkomen! zich eens voor altijd van
den naijver eener magt te ontdoen, welke zich bij eene herle
ving, dreigend, vertoornd en krachtiger dan ooit zou op
doen! eene jeugdige levensvatbare, werkzame invloedrijke
en stoute deraokratie te vernietigen, welke in de meening van
sommigen een dreigend gevaar is voor de monarchale en aris-
tokratische instellingen van oud-Engeland! Dit alles ver
toont zich zeer aanlokkelijk.
„Men had moeten hooren met welke levendige toejuichin
gen het lagerhuis den eersten minister, den „sollicitor general,"
sir Roundel Palmer en den heer Laird aanhoorde, die de een
na den ander verklaarden dat in de kwestie van den zuidelij
ken kaper Alabama, vrijwillig door de engelschen in eene
engelsche haven gebouwd, de regering zoo onschuldig was als
eeu zuigeling. De zaak was anders vrij duidelijk. Of door de
uitrusting van de Alabama te Liverpool de beginselen der
internationale wet geschonden zijn was eene vraag waarover
noodeloos een debat door den „sollicitor general" behoefde te
worden uitgelokt: het was eeu onbetwistbaar feit, hetwelk
niet te ontkennen was dat deze uitrusting eene openlijke
schending was van de „Foreign enlistment act."
„Op 23 junij 1S62 gaf de amerikaansche gezant, (le heer
Adams kennis aan den heer Russell, zonder daarbij echter
bewijzen over te leggen, dat hij gegronde redenen had om te
gelooven dat de Alabama bestemd was om in de worsteling
van het Zuiden tegen het Noorden op te treden, en er dus een
onderzoek moest worden ingestelddat het schip op het
punt was om te vertrekken, binnen negen of tien dagen zee
zoude kiezen en er derhalve geen oogenblik te verliezen was.
De zaak was de aandacht der engelsche regering overwaardig
en het bevel kon worden uitgevaardigd om het vaartuig voor-
loopig aan te houden.
„Hoe dit overigens zich moge hebben toegedragen, op 22
julij werden de vereischte bewijzen door den heer Adams aan
den heer Russell overgelegd. Van dit oogenblik af moest dus
het bevel tot beslag legging gegeven worden. Dit gebeurde
echter niet en nog eene geheele week verliep er. Op 29 julij
eindelijk werd aan de bevoegde autoriteiten per telegraaf be
volen het schip aan te houden, toen dit juist zee had gekozen.
„Bij de diskussiën heeft de „sollicitor general" door eene
oratorische wending, welke hem zeiven en der vergadering,
tot welke hij haar rigtte onwaardig was, de zaak ingewikkeld
zoeken te maken door eene verwarring van datums. De heer
Adams had namelijk op 26 julij eenige nieuwe bewijzen gele
verd, welke evenwel geheel onnoodig waren en, hoewel vol
gens erkentenis van de regering zelve de bewijzen op 22 julij
geleverd geen den minsten twijfel overlieten, heeft de „solli
citor general" derhalve eenvoudig het voorgevallene op 22
julij verzwegen en met vermelding van den 26en alleen de
vraag gedaan of een nietig verzuim van drie dagen aan de
noord-amerikanen het regt gaf om te dezer gelegenheid de
engelsche regering van nalatigheid te beschuldigen.
„Oin dit alles nog te vermeerderen zijn ook de toejuichin
gen van het lagerhuis .aan den heer Laird, vader van den
engelschen scheepsbouwmeester, ten deele gevallen toen hij de
uitrusting van de Alabama kwam regtvaardigen door de ver
klaring dat zijn zoon van de gefedereerden zekere voorstel
ling van den zelfden aardbad ontvangen ais hij van de ge-
konfedereerden had aangenomen. Als of dit eenige betrek
king had tot de kwestie!
„De kwestie was slechts om te weten of de wet al dan niet
was geschonden of het goevernement niet nagelaten had
voorzorgen te nemen, waardoor deze schending zou zijn voor
gekomen; of deze schending niet zeer ten nadeele is geweest
van een der beide oorlogvoerende partijen en of uit dezen
zamenloop van omstandigheden niet eene ernstige verwaar-
looziug van het neutraliteits beginsel voortvloeide. Men make
de lijst op van de rooverijen door den gekonfedereerden kaper
de Alabama bedreven; men make de lijst op van de schepen
door hem geplunderdj van de vaartuigen door hem in brand
gestoken en men zal dan kunnen bemerken welk voordeel
deze wijze van engelsche onzijdigheid aan de Vereenigde
Staten heeft aangebragt, eene wijze van onzijdigheid, waarop
volgens lord Palmerston, de „sollicitor general," sir Roundel
Palmer en de meerderheid van het lagerhuis volstrekt niets
was aan te merken."
Maandag 11. is bij de Lloyd het berigt ontvangen dat de
kruissers der gefedereerden voor Charleston den engelsehen
steamer Georgiana, welke de blokkade wilde verbreken, heb
ben vernield. Dergelijke gebeurtenissen maken de bestaande
spanning tusschen Engeland en de Vereenigde Staten gedu
rig grooter.
HAKDELSBERICiTEK.
Graanmarkten enz.
Amstukdam 10 april. Tarwe en gerst onveranderd. Raap
olie op zes weken f 51 j. Lijnolie op zes weken f 43$.
Dordrecht 9 april. Tarwe, rogge en gerst bleven prijs
houdend, doch haver was williger. Spelt, erwten, boonen en
lijnzaad bleven onveranderd. Koolzaad 30 k 60 cent lager.
Oostburg 8 april. De aanvoer van granen was heden ge
ring en er bestond ook weinig kooplust ten zij voor gerst en
haver, waarvan de prijzen zich goed staande hielden. Tarwe
was bepaald lager doch er is bijna niet verkocht daar houders
ver boven prijs vasthielden. Paardenboonen en rogge vari
eerden weinig of niet. De prijzen waren als volgtTarwe
f 9a f9.20, mindere f 7,50 af S,S0. Rogge fö a f 6.50. Win-
tergerst f 5,25 a f 6,10. Zomer dito f 5 a f 5,'10. Haver f 3 a
f3,30. Paardenboonen f 5,75 a f 6.
Middelburg 9 april. De aanvoer was heden onbeduidend
en uit Walcheren was er ook algemeen minder graan ter veil
zoo dat er in den handel weinig omging, daar houders van
tarwe meestal op vorige prijzen bleven afgeven, waartoe koo-
pers ongenegen waren. De konsumtie die zich echter moest
voorzien heeft nagenoeg vorigen weekprijs moeten betalen;
Rogge en gerst bleven zonder verandering. Walchersch^.
witteboonen 25 cent lager. Paardenboonen bleveneen-
doen, naar erwten bestond geen vraag. -
Raapolie f51,Patentolie f 53,Lijnolie f 46y— per
vat op 6 weken, op kontant f 1 lager. Harde raapkoeken f ^8
per 1040 stuks. Harde lijnkoeken f 10.50 zachte f 13>50 perl
104 stuks.
gemiddelde marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe f9,35 en rogge £6,75.
Aardappelen f 1,75 a f 2,per ned. mud. Versehe boter
f 1,10 a f 1,18 per ned. pond.
A's-ijzen van cfekfen.
Amsterdam 10 april.
Nederland. Certifik. Werkelijke schuld 2ipct.
dito Nationale dito 3
dito dito dito 4
Aand. Handelmaatschappij 'li-
Rusland. Obljw. 1798/18165
Certilik. Hope co4
dito dito 1855, Gde serie 5
dito6
Aand. spoorweg
Leening 1860 4*
Polen. Schatkistobligatien4
Spanje. Obligatien2
dito binnenlandsc.il3
Certifik. coupons bewijzen
Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5
dito amsterdamsche5
dito nationale5
dito 1847/1852 2i
Bank aktién3
Belgie. Certifikaten bij Rothschild 2i
Portugal. Obligatien3
dito nieuwe 3
Grenada, dito
Venezuela, dito2\
Illinois. dito7
Mexiko. dito3
Griekenl. dito 1824/1825 5
Londen 9 april, ten 12 ure. Consols 92*.
Weenen 9 april, (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 76,80.
Parijs 9 april, (si tpr.) 4£pct. cou.pt. 96,90 3 pet. 70,10.
63§
146J
101$
774
91*
91*
464
49*
105
64$
8*6
47
46 i
23*
78*
31*
ADVERTESXIEN.
De COMMISSIE voor den aanleg van eenen Kunstweg
van Westkapelle over Zoutelande naar Bigge
le erke zal, onder nadere goedkeuring, op Donderdag
den 14 Mei 1S63, des voormiddags ten elf ure, aan het
Lokaal der Centrale Directie van Walcheren, in de Abdij
te Middelburg, bij enkele inschrijving, in het openbaar
trachten aan ie besteden:
Het leggen van eenen GRINDWEG tus
schen Westkapelle, Zoutelande en
«ten TToI staande op den Blggekerk-
schen Straatweg, alles met inbegrip
«Ier vereischte Materialen, en wel In
twee Perceelen:
Het eerste Perceel begint van Westkapelle en loopt in
de afgebakende rigting tot aan den ingang van Zoute-
lande, lang 4200 El.
Het tweede Perceel vangt aan bij het einde van het
eerste Perceel, loopt door Zoutelande, vervolgens in de
afgebakende rigting en langs den Aarde- en Zandweg, tot
aan den Tol van Biggekerke, lang 4100 El.
Bestek en Voorwaarden dezer Aanbesteding zullen van
af den 20 April ter lezing liggen aan bovengenoemd
Lokaal; bij de Gemeentebesturen van Westkapelle en Zoute
lande en voorts in de voornaamste Logementen, te weten
te Mid«lelburg in het Nederlandsch Logement in
de Abdij, in de Stad Hulst, in het Hótel de Flar.dre, in
de Vriendschap en St. Joris op de Groote Markt en in
het Gorinchemsche Veerhuis; te Vllssingenop de
Beurs en in het Hotel de Commerce; te Vee re op den
Kampveerschen Torente Zierlkzec in het Hof van
Holland, bij van Oppen te Tholen in het Hof van
Holland, bij Augustijn; te Goes: in de Korenbeurs,
bij Breker; te Keuzen: in het Nederlandsch Loge
ment, bij Steenkamp te Jtrcskens in Le Canon
d'or bij van Leeuwen.
Buitendien zal het Bestek op franco aanvraag tegen 60
cent het exemplaar te bekomen zijn bij het Gemeente
bestuur van Westkapelle.
Twee dagen vóór de besteding, dat is op Dingsdag den
12 Mei 1863, zal aanwijzing van het werk gegeven wor
den, beginnende te Westkapelle, 's morgens ten 10 ure.
Westkapelle en Zoutelande den 9 April 1863.
De Commissie voornoemd,
M. M. VON HOFF.
J. VERHAGE.
DEPARTEMENT TAN FINANCIEN.
BESTUUR DER DOMEINEN.
De ONTVANGER der Registratie en Domeinen te Goes,
daavtoe behoorlijk geraagtigd is voornemens te koop aan
te bieden
Op WOENSDAG en DONDERDAG deu 15 en 16
April 1S63 te llanswccrt, en
Op VRIJDAG den 17 April 1863, te Wemchllnge
,des" morgens ten tien ure, in eeneT*der altlaar aanwezige
KeefceSY twee aanzienlijke partijen
hestemi geweest voor werken aan het Kanaal door Zuid-
Bèvelaud en gelegen op de Stapelplaatsen te Hansweert
en Wetneldingebestaande in