MIDDELBURGSCHE C O Lr RA N T. r 37. Donderdag K'v *<to\ 1863. 26 Maart. Editie van woensdag avotid 8 ure. BEKEXOMilKmCi. De commissaris des konings in de provincie Zeeland, maakt bekend, dat volgens beschikking van zijne excellen tie den minister van binnenlandsehe zaken van den 7 dezer no. 217, 3de afdeeling, het kanaal van Neuzen, op Neder- landsch grondgebied, in het belang van de uit te voeren wer ken, zal worden afgetapt van der. 1 tot en met den 15 mei aanstaande. Middelburg, den 11 maart 1863. De commissaris des konings voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN. B1MEKLA3IU. Middelburg 2ö maart. Wie herinnert zich niet gedurende den laatsten zomer in onderscheidene couranten uitvoerige beschrijvingen te heb ben gelezen van de wijze waarop de leerlingen der kweek school voor de zeevaart te Leiden op een aantal plaatsen zijn ontvangen en gefêteerd, toen zij aan boord van de kanon neerboot no. 44 een reis langs de rivieren Maas en Waal maak ten Overal had men schik in de flinke jongens die met een zeer goeden geest en veel lust voor hunne toekomstige be trekking schenen bezield te zijn, en het is daarom wel eeuig- zins verklaarbaar dat velen zich in hunne belangstelling en ijver om het den jongens aangenaam te maken, mogelijk wat al te ver lieten leiden. Wij laken de ingenomenheid met de leidsche instelling aan den dag gelegd en de gastvrijheid aan hare kweekeiingen bewezen in geenen deele, al komt het ons voor dat het onthaal, op sommige plaatsen aan de aanstaande zeelieden te beurt gevallen, ons meer eene getrouwe afspiege- ling geeft van de opwellingen van een goed hart dan dat het getuigt van opgeklaarde begrippen van ware mensehlievend- heid. De uitkomst zal moeten leeren, en heeft mogelijk reeds ten deele geleerd, of het riviertogtje den jongens, die voor een beroep bestemd zijn waaraan vele ontberingen verbonden zijn en dat met geene verfijnde levenswijze bestaanbaar is, niet meer kwaad dan goed zal hebben gedaan. Op velen maakten dan ook in der tijd de genoemde versla gen, die geenszins van opgesmuktheid zijn vrij te pleiten, een niet zeer gunstigen indruk. Eu mogt het waar zijn dat een der personen aan de kweekschool verbonden aan het opstel len dier berigten niet vreemd was hetgeen wij echter inoei- jelijk kunnen aannemen dan gelooven wij dat hij de belan gen, tot welker bevordering hij zeker met goede bedoelingen optrad, daardoor weinig dienst heeft bewezen. Maar zal men nu alleen hierom eene goede zaak ver- oordeelen Neen: daartegen verzet zich immers de billijk heid, en degenen die in het lot van een groot deel onzer jongelingschap waarlijk belang stellen, zullen dan ook het gebeurde zoo zij dit afkeuren gaarne vergeten en lie ver zich volledig bekend maken met het ware doel der inrig- ting, de wijze waarop men dat in den regel tracht te bevorde ren en de uitkomsten die reeds verkregen zijn. Daartoe wordt aan Middelburgs ingezetenen de gelegen heid gemakkelijk gemaakt. De leden der onlangs alhier za- mengestelde sub-kommissie lieten dezer dagen aan vele hui zen open-brieven rondbrengen waarin de aard der inrigting wordt beschreven en tot deelneming opgewekt. Zij verklaren zich daarbij tevens bereid tot het geven van meerdere in lichting. En nu men ons verzocht heeft de pogingen der kommis sie te ondersteunen doen wij dit gaarne, in zoo verre als het tot meerder onderzoek kan opwekken dat wij de zaak ook hier ter sprake brengen. Verder gaat onze bevoegdheid niet. Wij beelden ons niet in dat wij op de openbare meening eeni- gen dwang zouden kunnen uitoefenen. Maar al ware dat zoo, wij zouden niet verlangen daarvan gebruik te maken, en wel het allerminst waar het de toepassing betreft van de zucht om wel te doen. De weldadigheid erlangt eerst dan hare volle waarde als zij uit volle overtuiging beoefend wordt, als zij niet alleen het gevolg is van bereidwilligheid om te geven maar de vrucht is van naauwkeurig onderzoek. Dat onderzoek kan naar onze meening de Vereeniging tot instandhouding en be vordering van den bloei der kweekschool zonder schroom doorstaan. De aanklagt tegen de loodsen te Shields, voor hunne on wettige pogingen om de redding van het nederlandsche schip Zeelandia, gezagvoerder Blaakhert, van Middelburg, op het Herd Sand vastgeraakt, te belemmeren of te verhinderen, is vrijdag door de regtbank vau Shields afgewezen. Bij het uit brengen van hun advies verklaarden de regters dat, ofschoon zij niüt vermeenden dat de aangeklaagden onder de bij parle- ments-akte bedoelde strafbepaling vielen, hun gedrag ge strenge afkeuring verdiende, terwijl het altijd moest herin nerd worden dat de reddingsboot tot een weldadig oogmerk, en niet tot bergiugstoestel bestemd was. In de vergadering vau den gemeenteraad te Nieuw- en St. Joosland is besloten een adres aan den koning te rigten met verzoek dat bij het leggen van den spoorweg MiddeJburg- Goes, het Sloe moge afgedamd en niet overgebrugd worden, opdat ook voor de gemeente een aanwinning van konderde bunders land zou kunnen worden verkregen. De belgische minister van openbare werken heeft maandag geantwoord op de vragen door een der leden van de kamer van vertegenwoordigers tot hem gerigt, betreffende den toe stand der nieuw aan te leggen spoorwegen, waarvan de plan nen door de wetgevende ma^t bekrachtigd zijn. Uit een vrij uitvoerig rapport, te dier zake door den minister aan de ka mer gezonden, blijkt dat de toestand, waarin bijna al de nieuw gekoncessioneerde lijnen zich bevinden, zeer gunstig kan ge noemd worden. Onderscheidene zijn reeds in gebruik geno men en van andere, waaronder die van Eecloo naar Brugge, nadert de voltooijing. „Van twee koncessies, door de wet van 1862 bekrachtigd, zegt het rapport verder, is de uitvoering geschorst, omdat zij onderworpen zijn aan de goedkeuring van de nederlandsche regering, t. w. die van Gent naar Neu zen en die van Hasselt naar Eyndhoven. De aanleg dezer lijnen zou nabij zijn, zoo men van de nederlandsche regering eene beslissing kon erlangen, maar het schijnt dat deze daarbij weinig goeden wil aan den dag legt." Zoo lezen wij althans in L'étoile beige. L'indépendance beige, hoewel den schijn aannemende dat zij het rapport letterlijk wedergeeft, heeft het echter beter geoordeeld de laatste woorden weg te laten. Maandag namiddag is bij Z. M. den koning ten gehoore toegelaten z. exc. baron de Bille Brake, minister-resident van Denemarken, ter overhandiging der kennisgeving betreffende de voltrekking van het huwelijk van H. Iv. II. prinses Alexan dra van Denemarken met Z. R. H. den prins van Wallis. Daarna werd genoemde minister-resident mede door H. M. de koningin ontvangen. missie, enz. Op grond van een en ander stelde de heer de Bosch Kemper voor een besluit te nemen, waarbij men zich wel bereid verklaarde om het lidmaatschap der kommissie op zich te nemen, maar tevens aan Z. K. II. prins Frederik in be denking gaf om de hoofdkommissïe zamen te stellen door derwaarts af te vaardigen een lid van elke der plaatselijke kom missiën in de hoofdplaatsen der provinciën en te Rotterdam. Waarschijnlijk zou het voorstel van den heer de Bosch Kern- per met eene groote meerderheid zijn aangenomen, doch daar de voorzitter wenschte, dat de zaak met eenstemmigheid weril beslist en voorzag dat dit niet het geval zou zijn, omdat de heer Vrolik ook zijn voorstel in omvraag wilde gebragt heb ben, stelde de voorzitter voor, dat de vergadering nog geen eindbesluit zou nemen, maar hem magtigen, om de verschil lende geuite gevoelens aan Z. K. II. prins Frederik mede te deelen en te trachten met diens bewilliging eene wijziging te verkrijgen, die allen kan bevredigen. Dien overeenkomstig is besloten." Volgens bekendmaking van den minister van binnenland sehe zaken, in de Staatscourant van gisteren, zal hij op 31 I dezer, des namiddags ten een ure, in de zaal van de eerste kamer der staten generaal, aan het Binnenhof te 's Hage, de medaljes en certifikaten van eervolle vermelding, die op de londensche tentoonstelling van 1862 zijn toegekend, aan de I nederlandsche inzenders van voorwerpen van nijverheid uit- j reiken. Het getal der eerepenningen bedraagt 67 en dat der i eervolle vermeldingen 79. Aan hen die bij de uitreiking niet tegenwoordig zijn zullen de eereblijken later worden toege zonden. Omtrent de te Amsterdam benoemde plaatselijke kommis sie tot oprigting van een gedenkteeken voor 1813 leest men het volgende in het Handelsblad „Maandag heeft, onder voorzitterschap van den burgemees ter dezer stad, eene vergadering plaatsgehad van de heeren, die door Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden waren aan gewezen, om de alhier te vestigen plaatselijke kommissie uit te maken voor de oprigting van een nationaal gedenkteeken voor november 1813. De gevoelens, in deze vergadering ont wikkeld. kunnen tot drie hoofd-kathegoriën worden gebragt. Sommigen stonden de meening voor, dat men de kommissie moest aannemen en dan later zoodanige bedenkingen en op merkingen aan Z. K. H. prins Frederik onderwerpen als men noodig oordeelde, waartegen echter overstond dat men zich dan onvoorwaardelijk onderwierp aan de algeraeene regelen voor de plaatselijke kommissiën vastgesteld, hetgeen een aan zienlijk deel der opgekoinenen niet scheen te willen. De hoog leeraar W. Vrolik deed een voorstel, dat de strekking had, om voor het lidmaatschap dezer kommissie t.e bedankeu en adhaesie te schenken aan eene reeds lang hier ter stede be staande kommissie tot het oprigten van een nationaal museum Willem I te Amsterdam 1). De hoogleeraar de Bosch Kemper ging van het beginsel uit, dat het op te rigten monument moest zijn een nationaal gedenkteeken, voortgekomen uit de mede werking van alle rangen en standen in het geheele rijk dat de zamenstelling van de hoofdkommissie te 's Hage (aan welker ijver hij alle regtlaat wedervaren) zondigde door een zijdigheid, doordien zij alleen waszamengesteld uit, overigens zeer achtingswaardige, industriëlen dat zeer zeker de hoofd stad regtmatige aanspraak had op het vestigen van het ge denkteeken binnen hare muren, waar ook in 1813 de eerste stoot tot het afwerpen van het vreemde juk was gegeven dat echter Arasterdam zelf dit punt niet moest beslissen,maar zijne aanspraken moest doen gelden bij eene algemeene kom- [1) Deze kommissie, welke reeds sedert eenige maanden met voorkennis van Z. M. den koning te Amsterdam bestaat, stelt zich, naast de gedach tenisviering van ons nationaal herstel in de jaren 1813 en 1814, den bouw van een nationaal kunstmuseum binnen Amsterdam ten doel, waar aan de naam Museum koning Willem I zal worden gegeven. Deze kom missie bestaat thans uit de heeren dr. W. Vrolik, president, Jos. Alb. Albcrdingk Thijra, L. M. Beels van Heemstede, P. L. Dubourcq, W. J. Hofdijk, H. A. Insinger, J. W. Kaiser, H. F. C. ten Kate, mr. J. vau Lenuep, B. J. Momma, P. E. H, Praetorius, C. Rochussen, jhr. J. P. Sis, S. J. graaf van Limburg Stirum en Jac. de Vos Jacz. Naar wij vernemen is zij echter op het punt, vóór de openbaarmaking van haar programma, nog met eenige aanzienlijke namen verrijkt te wordeu.J De namen der leden van de plaatselijke kommissiën tot oprigting van een gedenkteeken voor 1S13 te's Hertogen bosch, Arnhem, Groningen, Leeuwarden en Utrecht worden in de Staatscourant van gisteren medegedeeld. Het aantal leden bedraagt te 's Bosch 35, te Arnhem 48, te Groningen 35, te Leeuwarden 51 en te Utrecht 61. Zondag avotid is in het park teAmsterdam het vijfde volks- koncert van wege de Maatschappij der toonkunst gegeven, onder leiding van den heer Joh. j. Verhulst, met medewer king van den heer E. Rappoldi, solo-violist. Een zeer talrijk publiek woonde dit koncert bij; voor den eersten rang waren 350 en voor den tweeden 1450 entrées afgegeven. Het pro gramma bestond uit de Symfonie van von Beethoven no. 8 en van Schuman no. 1, de Scherzo uit de Summernachtstraum van Mendelssohn Bartholdy en de ouvertures Les deux jour- nées van Cherubini en Euryanthe van von Weber. De heer Rappoldi deed zich hooren in een koncert voor viool van Mendelssohn Bartholdy en een Romance voor viool van von Beethoven. liet volkskoncert dat zondag avond te Utrecht gegeven werd door het groot orkest, onder leiding van den direkteur Richard Hol. werd door een talrijk publiek bijgewoond. De solo's van de heeren Coenen en Stuurke voldeden algemeen en de zangstukjes van de meisjes uit de fabriek van den heer Pelletier, onder leiding van haren onderwijzer, den heer van den Berg,worden door het Handelsblad uitmuntend genoemd. SSenoemiiigeB& etn focsincatcii. leger. Op verzoek pensioen verleend, ten bedrage van flSOO 'sjaars, aan den kolonel J. W. C. van Gorknm, plaat selijken kommandant der 2e klasse te 's Gravenhage. Benoemd bij den plaatselijken staf, tot kolonel en plaatse lijken kommandant 2e klasse te 's Gravenhage. de luitenant kolonel J. A. G. baron van Ittersum. van het le regentent dragonders; bij het wapen der kavallerie, bij den staf, tot majoor, belast met het toezigtover den rijkursus en de smids- school te Venlo, de ritmeester le klasse F. W. von Daehne, van het 5e regement dragonders bij het le regement dragon ders, tot luitenant-kolonel, de majoor G. K. C. Wildeman, van liet 2e regement dragonders; tot ritmeester 3e klasse (naar ouderdom van rang), de le luitenant M. G. Matthes, van het 5e regement dragonders; bij het 2e regement dragon ders, tot majoor, de ritmeester Ie klasse jhr. J. P. Junius van Heraert; tot ritmeester 3e klasse (naar ouderdom van rang), de le luitenant-adjudant jhr. P. O. II. Gevaerts van Simons- haven. beide \an het korps bij het 5e regement dragonders, tot ritmeester 3e klasse (naar ouderdom van rang), de Ie luite nant jhr. L. ridder van Rappard en Zr. Ms. ordonnance-oflicier, de le luitenant A. J. M. C. baron de Posson, beide van het korps, met bepaling, wat den ritmeester baron de Posson be treft, dat hij onder genot van zijn tegenwoordig traktement, aanvankelijk in zijne betrekking van ordonnance-otticier gehandhaafd blijft; tot len luitenant (naar ouderdom van rang) de 2e luitenants J. J. Sprenger en K. Zegers Veeekens, beide van het 2e regement dragonders. Op verzoek op non-aktiviteit gesteld, in afwachting dat nader omtrent hem zal worden beschikt, de ritmeester van het le regement dragonders J. M. Blanken. belastingen. Benoemd tot ontvanger der direkte belas tingen in- en uitgaande regten en akcijnsen te Bath c. a. de heer J. Kleimnan, thans ontvanger der direkte belastingen en akcijnsen te Hoogeveen. Aekrologie. Dr. F. C. Kist te Utrecht is 11. maandag zeer onverwacht overleden. Men vond hem des morgens dood in het bed, nadat hij de» vorigen avond het volkskoncert had bijgewoond. Hij was in de muziekale wereld algemeen bekend, niet slechts als oprigter en redakteur van het tijdschrift Caecilia, maar vooral als een van de ijverigste en onbaatzuchtigste voorstanders en bevorderaars der toonkunst in ons vaderland.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 1