leerboeken ten laste van de ouders der leerlingen moeten
worden gebragt.
De heer Schmidt wenscht dat het gebruik \an de thans op
de school reeds aan wezige boeken gehandhaafd blij ve, hetgeen
volgens den voorzitter ook de bedoeling is.
Zonder hoofdelijke omvraag is daarop het voorstel van bur
gemeester en wethouders goedgekeurd.
De voorzitter herinnert den raad aan het reeds vroeger
medegedeelde, dat de kinderen van minvermogenden, inge
volge het bestaande tarief, thans 10 cent per week voor school
geld moeten betalen. Dit is echter te veel, waarom burge
meester en wethouders voorstellen, het tarief te wijzigen en
de 10 cent tot 6 cent per week te verlagen. Zonder belangrijk
verlies voor de gemeente op te leveren, zou dit een groote
tegemoetkoming voor de minvermogenden zijn.
Eenparig vereenigt de raad zich met dit voorstel, waarna
het ontwerp-besluit wordt voorgelezen en goedgekeurd.
Daar de tijd is aangeboken waarop tot de verhuring der
werf in de Noordstraat moet worden overgegaan, deelt de
voorzitter mede dat burgemeester en wethouders het in 't be
lang der gemeente achten een klein gedeelte dier werf in
eigen gebruik te hebben en de werf als scheepstimmerwerf op
te heffen. Zij stellen daarom voor, bij openbare verpachting
omstreeks twee derden der werf te verhuren, ten einde de in
gezetenen daardoor gelegenheid te geven tot het bergen van
sommige materialen. Ook dit voorstel is eenparig goedge
keurd.
De heer de Groof vestigt er de aandacht der vergadering
op, dat het lage gedeelte van de Slijkstraat bij stormweder
steeds onder water staat. Ilij geeft in overwegiug of het niet
mogelijk is dit te voorkomen door eene water-afleiding naai
de buitenvest.
De heer de Kruyfï', op wiens advies de heer de Groof
zich beroepen heeftgelooft wel dat zulks mogelijk zou
zijn, mits het departement van oorlog daartoe zijne toestem
ming ge^e. De oorzaak van het overloopen van het water is
echter het niet aanwezig zijn van staketten daar ter plaatse.
Daarom zou hij het wenschelijk achten den minister van bin-
nenlandsche zaken te verzoeken, om staketten voor de muren
langs de westzijde te doen plaatsen, en bovendien toch deuit-
lozing naar de vest te brengen.
De voorzitter stelt voor de gehoorde bedenkingen ten
onderzoek op te dragen aan burgemeester en wethouders, ten
einde van hen de vereischte inlichtingen te ontvangen.
De heer van Uije Pieterse toont het wenschelijke aan, dat
bij die inlichtingen van burgemeester en wethouders tevens
eene opgaaf van kosten worde gevoegd.
Bij den heer Schmidt, die het denkbeeld van den heer de
Groof beaamt, bestaat de vrees dat de waterspiegel van de
vest hooger zijn zal dan het lage gedeelte der Slijkstraat.
De voorzjtter deelt het gevoelen dat de bestaande toestand
der Slijkstraat voorziening vordert, doch dat men niet zoozeer
moet trachten het water af te leiden, dan wel het water niet
meer te brengen.
Daarop is besloten deze zaak aan burgemeester en wethou
ders op te dragen tot het instellen van een onderzoek, en ver
volgens de vergadering gesloten.
jSjiTEXLAWD.
AI gemeen ovcrzigt.
Ook de poolsche opstand van 1803 is geëindigd even als die
van vorige jaren. Eene overwinning der russen op den dikta-
tor Langiewicz, wnarvan wij het berigt reeds zaturdag per
bulletin mededeelden, kan men als het eind van de beweging
aanmerken. Het laatste bedrijf van het reeds zoo menigmaal
opgevoerde sombere treurspel, waarbij de ten onder gebragte
polen aan de wraakzucht van russische beambten worden
overgelaten, is dan weder begonnen, terwijl Europa gelijk
vroeger lijdelijk toeschouwer is gebleven.
Bijzonderheden omtrent dit tweedeOstrolenca zijn nog niet
bekend; men onderstelt echter dat de poolsche opperbevel
hebber van alle zijden ingesloten naar de oevers van den
Weichsel is opgedrongen en toen eene wanhopige poging
heeft gedaan oin zich door de russen heen te slaan. Inde
daarop gedurende twee dagen geleverde gevechten schijnt hij
de zege te hebben behaald, doch het rondom zijn katnp ge
spannen net der russen was te sterk geweven en in een vol
gend gevecht werd Langiewicz geheel geslagen en zijne leger-
rnagt uiteen gejaagd. In een kleine boot vlugtte hij over den
Weichsel en kwam aldus op oosten rij ksch grondgebied, waarop
hij door oostenrijksche huzaren naar Tarnow, een oostenrijk-
sche grensstad,werd gebragt, en hij daar thans tot nader order
gevangen wordt gehouden.
Zoo lang de krijgf bewegingen der polen op de wijze der
guerrillas werd gevoerd was het mogelijk om zich met gefor
ceerde marschen en kontramarschen staande te houden, maar
zoodra Langiewicz een leger bijeen had getrokken en derhalve
liet heil van Polen van een enkelen veldslag afhankelijk stelde
waarin zelfs de kansen niét gelijk stonden, besliste die veld
slag ten nadeele van de opstandelingen. Het overschot des
poolschen legers, hetwelk zich weder had kunnen vereenigen
onder den kolonel Szwechowski, werd den volgenden dag
door de zegepralende russen aangevallen en insgelijks geheel
verslagen, terwijl de vlugtelingen bij Opatowice in de bos-
sclien werden nagezet.
Met belangstelling zien wij eene nadere beschrijving van
dezen beslissenden slag bij Dziecinow te gemoet, vooral om
daarin het gerucht te zien gelogenstraft van het verdwijnen
des dictators met zijnen staf in liet hevigste van den strijd.
Terwijl de russische troepen derhalve aan de eene zijde van
het koningrijk Polen eene overwinning behaalden, zou in het
andere gedeelte uitvoering zijn gegeven aan de beruchte rus-
sisch pruissische kunventie. Een berigt aan L' opinion natio
nale uit Posen meldt namelijk dat eene russische kolonneover
Pleschen en Neustadt naar de pruissische stad Wreschen is
gemarcheerd en deze heeft bezet. Le coustitutionnel spreekt
dit berigt echter tegen. L'opinion nationale dringt bij de
fransche regering aan om krachtig tegen deze schending der
neutraliteits-wetten te protesteren.
Onder de verschillende bijzonderheden, welke wij heden
omtrent en betrekkelijk de poolsche aangelegenheden nog
hebben op te teekenen, behoort ook dat de fransche keizer aan
den heer Billault een brief heeft geschreven, welke door den
Moniteur is opgenomen, waarbij Napoleon zijn genoegen te
kennen geeft in hem een zoo getrouwen en weisprekenden
tolk zijner politieke gevoelens in den senaat te hebben gevon
den. De keizer verklaart verder dat de door den heer Bil
lault uitgesprokene redevoering in allen deele zijne gedachten
ten opzigte van de poolsche aangelegenheden heeft uitgedrukt.
In Frankrijk beginnen overigens de dagbladen zich met de
verkiezingen bezig te houden en Le courrier du diraanche
stelt zich daarbij zeer op den voorgrond. Wij ontleenen het
volgende aan een der vele artikelen oratrentde aanstaande
verkiezingen in het nomroer van gisteren voorkomende, het
welk niet alleen in Frankrijk van toepassing is maar in het
algemeen zeer waar mag geacht worden. In bedoeld stuk
wordt gesproken over - niet van slecht begrepen egoïsme vrij
te pleiten personen, die zich uit onverschilligheid van de
stemming onthouden. „Er bestaan lieden die u zeggen ik
bemoei mij niet met de politiek, ik boud mij slechts met mijne
eigene zaken bezig. Als of de staatszaken niet die van ons
allen warenGij bemoeit u niet met de politiek dat wil zeg
gen dat het u volkomen onverschillig is goed of slecht be
stuurd te worden, uwe natie in het buitenland geëerbiedigd
te zien, uwe koloniën in bloei, uwe financiën in evenwigt te
houden en veel of weinig belasting te betalen; dat wil zeggen
dat het u onverschillig is verzekerd te zijn dat uwe woning en
uwe meening onschendbaar zijn; dat het u onverschillig is het
regt te bezitten om te spreken en te schrijven zoo als gij wilt,
om te produceren en te verkoopen, om eene vereeniging te
stichten, om op te komen tegen een misbruik en te petitioneren
voor eene hervorming. Dat wil zeggen dat het u volkomen
onverschillig is of het goevernement met kracht den weg van
den vooruitgang betrede, liet land voor revolutiën vrij ware en
ter zelfder tijd het bezit van uw vermogen en het bestaan van
uwe persoonlijkheid verzekere. Sedert de lessen van 18L7
begrijpen wij de bedoeling der wetten van Solou, welke ieder
burger, die bij belangrijke aangelegenheden des lands onzij
dig bleef, geschandvlekt verklaarde."
Omtrent het fransch expeditie-leger in Mexiko heeft de
laatste pakketboot weinig belangrijks aangebragt. Men
meende met de belegering van Puebla op 5 of 6 maart te zul
len kunnen aanvangen, daar alle noodige maatregelen geno
men waren en het belegerings geschut was aangekomen.
Pruissen.
Het nommer van de Posener Zeitung, op den dag der vie
ring van het nationaal feest verschenen, bevat het volgende
hoofdartikel, getiteld „17 maart":
„Het is voor eene beschaafde natie aangenamer den vrede
te vieren dan oorlogszegepralen. Een overwinningsgedenk
dag toch brengt de smartelijke offers in herinnering, welke
deze overwinning gekost heeft en doet het ontmoedigend ge
voel opkomen van de uitgebreidheid der menschelijke harts-
togten, welke zelfs in een hoogst beschaafden staat naar de
verkrijging van het regt met liet zwaard trachten en dit met
bloedig schrift in de geschiedenis der volken opteekenen.
„Vernieuwt het vieren van overwinningsgedenkdagen het
gevoel van haat en wordt dit somtijds dienstbaar gemaakt tot
politieken hefboom om lang vergeten vijandschap weder te
doen ontvlammen, de feestvieringen van den vrede doen het be
wustzijn ontstaan dat ook de natiën in vriendschap en achting
nevens elkander staan en allen, zij het ook langs verschillende
wegen, tot één gemeenschappelijk doel werkzaam zijn.
„De vrede der volken is een groot geluk, steeds dankbaar
herdacht bij het zien der verwoestingen en ellende van de
krijgsfurie. Geen geringer geluk zijn echter de binnenlandsche
vrede, bet heerschen van regt en billijkheid, de individuele
zekerheid dat men vertrouwen kan op de bescherming dei-
wetten, dat één voor allen in den staat waakt en met ijzeren
hand de ijzeren tafelen der wet aan elk voor oogen boude.
„Wij vieren thans een vredefeest, wij herdenken de helden
daden van den grootsten der Hohenzollern en orakranzen
zijn beeldtenis, daar hij in vredestijd en in den oorlog even
groot was; wij verdiepen ons in aangename herinneringen
aan de grootheid van dezen held, zoo als iedere eeuw slechts
eenmaal doet geboren worden en onze trotsch verlevendigt
zich bij de gedachte hoe Frederik II een groot en roagtTg
Pruissen heeft gegrondvest en hoe een enkel man, die van
zijne roeping bewust is, zoo veel tot stand kan brengen. Er
klinkt echter een wanklank in de toonen van dit vreugdefeest.
Het grootste gedeelte der bevolking mist, wat zij het hoogste
acht, een werkelijken binnenlandschen vrede. Het vaste ver
trouwen tusschen koning en volk, waardoor zulke feesten
hunne eigenlijke waarde ontvangen wij kunnen het ons
helaas niet ontveinzen bestaat niet meer, zoo dat dit feest
de ware hartelijkheid moet ontberen en slechts een officieel
karakter kan bezitten.
„In dubbele mate zou 17 maart een fee9t ziju, een dag welke
thans reeds de aangenaamste herinneringen in de pruissi
sche geschiedenis opwekt, als de harmonie tusschen regering
en volk ongestoord ware gebleven Helaas dit is niet het geval
zij wordt verstoord en wegens moeijelijkheden welke bij we
derzij dsche toenadering reeds lang uit dén weg hadden kunnen
geruimd vi orden. Hoe langer de tegenstrijdigheid en de vol
harding in eigen wil blijft voortduren, des te wijder wordt de
kloof tusschen het huis der afgevaardigden en de regering.
Ware aan het ministerie Hohenzollern geen ministerie von Bis
marck opgevolgd, dan zou de goede verstandhouding misschien
thans hersteld zijn. Deze verandering van ministerie was ech
ter geen vrede zonder oorlog en het huis van afgevaardigden
moest op zijne hoede zijn. Het is verder gegaan dan liet in
den beginne wenschte, maar het zal op den ingeslagen weg
terugkeeren, zoodra een ander ministerie daar tegenover
wordt gesteld, en dan zal de vrede weder hersteld worden.
Moge het thans gevierde feest het hart van onzen koning ope
nen tot het nemen van dit besluitik wil in vrede met mijn
volk leven, dan zal van dezen dag af een nieuw tijdvak aan
vangen van geluk en voorspoed."
boekbeschouwing.
De grondbeginselen der nederlandsche spelling. Ont
werp der spelling van het aanslaande nederlandsch
woordenboek. Van wege de redaklie bewerkt door
dr. L. A. le WinkelLeiden, D. Noothoven van
Goor1S63.
Geen veld van wetenschap, waarop men zich tot nog toe
vrijer beweegt dan op dat der spelling. Bijna iedereen heeft
daarin zijne eigene zienswijze en die niet uit eigen oogen
kijkt, gebruikt den bril van een ander, vaak zonder zich te
overtuigen of zijn leidsman ook een blinde gids is. Om kort
te gaan, weinigen houden zich aan het bij de wet geijkte en
dus deugdelijk verklaarde systeem; het gaat met Siegenbeeks
leer als met die der dordsche vaderen. Zij blijft het oude
kleed, waarop ieder een lap zet wiens kleur en grootte hij
naar goedvinden kiest zonder te vragen of hij past en zonder
te bedenken of er op eene andere plaats ook op nieuw een
scheur ontstaat.
Maar de tijd nadert dat er een einde aan die willekeur zal
gemaakt worden. De kleine zonnen zullen hare plaats moeten
ruimen voor de groote, wier opkomst reeds lang is voorspeld
eu die nu hare eerste stralen over de aarde begint te versprei
den. Er zal een groot nederlandsch woordenboek worden uit
gegeven, ieder weet het, maar ieder weet ook dat velen aan
zijn verschijnen wanhopen, omdat, zeggen zij, er te veel over
gepraat wordt. Hoe lang wacht reeds het nederlandsche volk
met onverstoorbaar phlegma! Lezer, we willen u hoop geven!
Behalve de gewone verslagen is er nu eeu werkje uitgegeven,
waarin de grondbeginselen worden uiteengezet, die de redak-
tie bij de spelling denkt te volgen. Dr. L. A. te Winkel heeft
die namens haar uiteengezet. Aan niemand kon dit zeker
met meer regt worden opgedragen dun aan den man die zich
op dat gebied zoo bij voorkeur beweegt, want „De gids" heeft
den schrijver van „De nederlandsche spelling" ten onregte
gehekeld, omdat haar standpunt en dat vaivden schrijver ver
schilden. Hij wilde slechts Siegenbeeks regels cum grano salis
systematiseren, geen nieuw systeem scheppen.
In dit jongste werkje van zijue hand is de bestaande spel
ling ook als uitgangspunt aangenomen en zoo werd de moeite
bespaard om het geheele stelsel in bijzonderheden uiteen te
zetten. Alleen de algemeene grondbeginselen zijn ontwikkeld
en gewaardeerd eu de wenschelijke verbeteringen opgegeven,
terwijl eindelijk die schrijfwijzen, waaromtrent onze letter
kundigen in gevoelen verschillen, worden aangegeven. Niet
alleen is het voor en het tegen medegedeeld, maar er is ook
na de pleidooijen een vonnis uitgesproken en dat wel inge
volge de wet, met redenen omkleed.
Wij willen enkele bijzonderheden aanstippen: wareld en
waereld gaan de wereld uit en we voeden een zwakke hoop
dat zij dan ook van de nuts- en andere katheders plaatsen
waar nog al te veel gebraauwd en gegalmd wordt zullen
verdwijnen.
Fabrijk, rauzijk, kolijk, katholijk en poëzij zullen het slag
veld moeten overlaten aan fabriek, muziek enz. Wel was de
strijd bang. maar een troost blijft er over, men zal ook niet
langer koffij schrijven, maar in koffie zal de schrijftaal zich,
hoe lang zij dit ook geweigerd heeft, naar de spreektaal
moeten voegen. Vooral heerscht er sedert 1804 verschil
van gevoelen over de vraag waar men cht en waar men
moet spellen. De regel door de redaktie gesteld draagt ten
volle onze goedkeuring weg. Zij wil de geaspireerde keellet
ter, die zich voor eene t bevindt, zonder op de afleiding te let
ten, door ch voorstellen, behalve in de regelmatige vervoeging
der werkwoorden, wier stam op eeneg eindigt en in de zelf
standige naamwoorden door achtervoeging van gevormd
van bijvoegelijke naamwoorden opg\ dus: dracht en klacht,
maar hij draagt en klaagt, laagte, hoogte enz.
Tot spijt van allen die beweren dat zij die woorden zoo
niet goed kunnen uitspreken, wacht ons lichaam, bochel en
kachel. Wel blijft de schrijfwijze dan nog eenigszins gebrek
kig, maar zij is toch in allen gevalle te verkiezen boven het
onzinnige: ligchaam enz. Bij het zamenstellen van hare regels
heeft de redaktie dikwijls moeten transigeren en hare etymo
logische theorie moeten ten offer brengen aau de „praktiek,"
die slechts vraagt wat het duidelijkst, of met andere woorden,
wat het bruikbaarst is. Daarom blijft zij nog en noch met het
bekende onderscheid behouden, hoewel zij zelf erkent dat dit
op geene gronden steunt. Een van de grootste misslagen
tegen de taal gepleegd is „beeldtenis en verbindtenis" te
schrijven. Hij kan alleen verschooning vinden in de algemeen
heid dier zonde, een grond waarop wij arme zondaren, op
taalkundig en zedelijk gebied, ons maar al te vaak ter onze
verontschuldiging beroepen. Even als deze woorden hun d
zullen moeten missen, verliezen geessel en IJssel een der ss,
die het gebruik hun reeds sedert lang gaf. Alle botteriken
(één k) en dokkumers (één m) zullen na (le lezing der aange
voerde redenen openlijk (niet opentlijk) moeten erkennen
dat dievegge en juffrouw de voorkeur hoven diefegge en juf
vrouw verdienen.
Ook de derde dag der week zal anders gespeld worden. Zoo
als men weet, is hij oorspronkelijk genoemd naar den romein-
scben Mars. Het fransche Mardi wijst nog op het latijnsche
dies Martis. In 't oud-nederlandsch moet deze god vroeger
Diu of Dio geheeten hebben, zoo dat in onze hedendaagsche
taal Die zijn naam moest zijn, en dus eigenlijk ziju dag Dies
dag heeten. Het gebruik heeft evenwel een n ingeschoven
(even als in diens en wiens) waarvan het gevolg was dat de
voorafgaande klinker verscherpt werd. De goede uitspraak is
nog bij het meerendeel des volks dinsdag en de redaktie heeft
zich daardoor genoopt gevoeld om de uit het platte holland-
sche dialekt overgenomen schrijfwijze dingsdag niet op te
nemen.
Of nu ook de kwestie der bastaardwoorden tot ieders ge»