E 5 5 3 3 en uit de provincie Posen kwamen van het vallen des nachts tot het aanbreken des morgens te paard, te voet en in rij tuigen naar de vereenigingsplaats. „Op den volgenden dag verliet ook de russische grenspost van Slupca, ten getale van 100 man, deze stad en rukte met geforceerde marschen naar Konin, zoo dat Mieroslawski zich zonder raoeijelijkheden met het organiseren van zijne Strijdkrachten kon bezighouden." De laatste berigten der dagbladen luiden aldus Warschau 1 maart (russisch berigt). Een bijvoegsel van het officieel dagblad Dziennik bevat de tijding dat de opstandelingen onder bevel van Langiewicx en Jeziozanski bij Woloszezow geheel verslagen zijn dat de troepen vijf en zestig wagens en honderd twee en vijftig paar den hebben buit gemaakt, terwijl Langiewicz zelf gekwetst en vlugtende is. De Dziennik voegt hierbij dat de boeren de vlugtelingen gevangen nemen en aan de russische autoriteiten uitleveren. Breslau 2 maart (oostenrijksch berigt). Het dagblad van Silesië bevat berigten uit Losuowicz, vol lens welke Langiewicz met 6000 man Zombkowicz overvallen eeft en aldaar een russisch legerkorps verslagen. Reizigers verhalen van een andere overwinning dor polen bij Wyskow. op eene russische kolonne uit Czentuchow ge marcheerd om de troepen te Zombkowicz te gaan versterken. Talrijke russische gekwetsten worden langs den spoorweg van Myskowicz vervoerd. België. Te Luik heeft eene talrijke meeting plaats gehad ten gun ste van de afschaffing der doodstraf. Naast den voorzitter, den heer Robert de Tilleur, hadden de heeren Lonhienne en Nypels, de talentvolle hoogleeraar der universiteit, plaats ge nomen. Na eenige redevoeringen werd de volgende petitie aan den senaat voorgelezen en van talrijke onderteekeningen voorzien: „Aangezien alle criminalisten en staatslieden eenstemmig zijn in het verlangen dat de doodstraf worde afgeschaft, en diegenen, welke zich nog tegen de algeheele en onmiddellijke afschaffing verklaren, slechts de voorgewende noodzakelijk heid barer instandhouding inroepen; „Aangezien deze noodzakelijkheid slechts berust op een denkbeeld, hetwelk in werkelijkheid door niets geregtvaar- digd wordt, daar men geene enkele natie kan aanhalen, welke na de afschaffing der doodstraf, zich genoodzaakt heeft gezien haar weder in te voeren, ten einde de toeneming van het aan tal groote misdaden te beletten „Aangezien de geschiedenis en de statistiek duidelijk aan- toouen dat de verzachting der straffen, even als de verminde ring of geheele opheffing van toepassing der doodstraf niet ten gevolge hebben gehad eene vermeerdering van strafschul digheid „Aangezien de ondervinding in België van 1830 tot 1835 en binnen het ressort van het hof van appel te Luik sedert bijna veertig jaren, klaarblijkelijk heeft aangetoond de nutte loosheid en slechte gevolgen der capitale exekutiën „Aangezien België zich, zonder verwaandheid, vrij en ont wikkeld genoeg mag gelooven om bet schavot niet meer noodig te hebben „Aangezien de doodstraf ten eenenmale onherstelbaar is, wanneer zij op een onschuldige wordt toegepast, hetgeen in bet verleden niet zonder voorbeeld en in de toekomst niet onmogelijk is, en haar in dat geval als onvergeefelijk ongeluk en ergernis veroordeelen doet „Wenden de ondergeteekenden zich tot den senaat en de kamer van vertegenwoordigers met het verzoek om bij de herziening van het wetboek van strafregt dc doodstraf niet te behouden." Frankrijk. In eene parijssche korrespondentie vinden wij het volgende: „Gisteren is te Parijs het gerucht verspreid dat onze expe ditietroepen uit Mexiko zouden teruggeroepen worden, ter wijl het goevernement van Juarez zou erkend worden en wij daarmede in onderhandeling treden om vervolgens het land te verlaten onder de noodige schadeloosstelling. Er is waarheid en onwaarheid in dit berigt. Wat als on waar beschouwd moet worden is dat wij Mexiko verlaten weldra zal er integendeel weder versterking worden heen gezonden. Waarschijnlijk is het echter dat wij met de rege ring van Juarez zullen onderhandelen, hetgeen wel een nieuw de'menti zou zijn bij allen, welke wij ons zeiven reeds hebben gegeven hier gebiedt echter de wet der noodzakelijkheid. „De noodzakelijkheid immers, wil dat wij met iemand on derhandelen, en met wien zou dit kunnen geschieden, met wien zouden wij in schikking treden als wij Juarez doen val len? Drie maanden geleden zeide men ons: wij zullen onder handelen met het nieuwe goevernement, hetwelk door onze bajonnetten zal gesteund worden, thans zijn echter de om standigheden geheel veranderd, en ondanks de bescherming onzer bajonnetten beginnen wij langzamerhand de onmoge lijkheid te erkennen van het zamenstellen eener andere rege ring te Mexiko, dan die van Juarez. Derhalve zullen wij met Juarez in onderhandeling treden, en Juarez dien wij als eer loos en trouwloos hebben uitgekreti-n, zal nu weder onze broeder zijn. Schoone ontknooping voorzeker Uit eene andere korrespondentie blijkt dat de fransche be volking nadat de eerste opgewondenheid voor de polen ver koeld is wederom met angstige vrees bare blikken naar Mexiko rigt, waaromtrent elke tijding de meest ontmoedi gende bijzonderheden aanbrengt. Men leest in den Moniteur: „Bij het aanbieden der geloofsbrieven aan den keizer heeft de heerIsturitz,nieuw benoemd vertegenwoordiger vanSpanje, het volgende gezegd„mijne zending strpkt om dr handen tusschen de beide natiën, welke elkander genegenheid en eer bied toedragen enger toe te halen. Wanneer ik daarin sla gen mag, vertrouw ik mij de hooge welwillendheid uwer majesteit te verwerven." „De keizer antwoordde hierop: „Ik heb mij steeds voldaan betoond over de hoog geplaatste personen, welke de koningin als vertegenwoordigers tot mij zond. Ik twijfel dan ook met of ge zult de goede voorbeel den uwer voorgangers navolgen. Ik uit hartelijke wensehen voor het geluk der koningin en de grootheid van Spanje. Ik zal steeds gelukkig zijn niet de regering der koningin in de meest vriendschappelijke betrekking te staan." Onder het opschrift „La liberté dans les nuages" lezen wij in Le courrier du dimanche het volgende „Tot nog toe hadden zekere dagbladen de gewoonte om aan hen, die even als wij de vrijheid wenschten in naam van het regt en in het belang van het maatschappelijk voortbe staan, te antwoorden dat de tijd daartoe nog niet was geko men, dat de oude partijen nog niet geheel verdwenen waren, dat de ontwikkeling der fransche natie nog niet op genoeg zame hoogte was; of wel dat de vrijheid uitmuntend is voor de Vereenigde Staten, voor Engeland, Zwitserland, Bel gië, Italië, en zelfs Oostenrijk, maar gevaarlijk voor Frankrijk en onvereenig baar met onze nationale geaardheidof nog eenvoudiger somtijds, dat de vrijheid van natuur een plaag is, waaruit revolutiën voortvloeijen. „Ziedaar argumenten, welke reeds een eerbiedwaardigen ouderdom bezitten bet gaat echter met slechte redenen even als roet slechten wijn. Zij worden niet krachtiger al zijn zij oud. Gelukkig heeft een der overstrooniingen van gezegeld papier, waarover Le pays, journal de l'empire, zich zoo be droeft, eeDe nieuwe redakue achtergelaten, welke zich door een afschrik voor het algemeene en door eene najaging van het ongewone onderscheidt. Le pays meent op dit oogeublik dat wij te veel vrijheid bezitten; hij gevoelt zich volstrekt niet in dwang, hetgeen wel bewijst dat de dagbladpers zich in volle vrijheid kan bewegen. Frankrijk heelt zoo veel vrijheid als het slechts wensehen kan heeft het wetgevend ligchaam, door het volk gekozen, niet wederom met'215 tegen 5 stem men zijne geheele tevredenheid betoond? Nu zijn er wel eenige personen, die zich beklagen, maar daarvan is de reden dat zij te veel aan kleinigheden blijven hangen en de omstan digheden niet met ruimer blik beschouwen. „Ziedaar een kernachtig woord. Men moet immers bij de vorming van een waar idee in volle uitgebreidheid de kleinig heden weg denken. Als Renanen Albert Leroy zich diets ma ken dat het onderwijs niet zoo vrij is, als het konde zijn, is daarvan de reden dat zij aan kleinigheden blij ven hangen. Meent de heer Michelet dat er geene volkoaiene vrijheid be staat in het uiten der gedachte omdat men hem verbiedt eene tweede editie uit te geven van een werk, waarvan men de uitgave der eerste editie heeft toegelaten Och mijnheer Michelet, gij beschouwt de zaken niet genoeg met ruimen blik. De heer Fleury, die men als bedrieger arresteen, de heer The'venet, dien men verwart met iemand, die zich aan bedriegelijke bankbreuk heeft schuldig gemaakt, en nu beide meenen dat de individuële vrijheid bij ons niet op wensche- lijke wijze gewaarborgd is, zijn bekrompene lieden. De heeren Ollivier, Veuillot en Ühassiu, die met aanbod van een borg- togt te storten en zich aan de discretionaire inagt des minis ters van bmneniandsche zaken te onderwerpen, toch geene dagbladen kunnen oprigten, verzekeren dat de dagbladpers niet alle mogelijke vrijheden bezit. Waarom? omdat zij zich laten beheerschen door kleingeestig eigenbelang. Tot de klei nigheden afdalende, op eenoogenblik waarin uien niet aan genaam gestemd is, kunnen wij welhgt meenen dat wij nog eenigen vooruitgang behoeven, maar het ligt slechts aan ons zei ven om ons op een standpunt te plaatsen hetwelk hoog ge noeg is om overal slechts de meest mogelijke vrijheid te zien." BOEKBESCHOUWING. Un projel de mariage royal, par M. Guizot. lJaris, L. Hachette, 1863. Toen voor eenige jaren Guizot zijn allerliefste studie, „L'aiuour dans le mariage" het licht deed zien, verbaasde men zich over de ontzettende werkzaamheid van een man, die tot de nestoren der europesche politiek behoort, en ondanks zijn hoogen leeftijd zulk een open oog toonde te hebben voor de poëzij des levens, in welken vorm zij zich ook openbare. In de voorrede tot dat roerend verhaal schreef hij de schoone woorden„Men wil tegenwoordig romans. Waarom be schouwt men de geschiedenis niet naauwlettender? Ook daar zal men het menschelijk, het intieme leven vinden, met zijne afwisselende en dramatische tooneelen het menscheiijke hart metzijne hevigste zoo wel als met zijn zachtste passies, en dat alles met een aantrekkelijkheid, welke die van alle fiktie te bo ven gaat, de aantrekkelijkheid der waarheid. Ik bewonder en geniet evenzeer als anderen de voortbrengselen der zuivere verbeeldingmaar wezens, die werkelijk hebben geleefd, wie al die slagen van het lot hebben getroffen, die al die harts- togten hebben bezeten, ai die vreugde en die smart genoten, waarvan de aanblik zulk een levendigen indruk op ons maakt, dit alles, als ik het van nabij zie, trekt me meer aan cu houdt me sterker geboeid dan de meest volmaakte voortbrengselen van de poëzij of de romanliteratuur. Het levende schepsel, dit werk Gods, als het zich in zijn schoonste trekken vertoont, is schooner dan alle uienschelijke scheppingen van alle dichters is God de grootste." Van dat nader bezien der geschiedenis was „L'amour dans le mariage" de eerste, en is het thans voor ons liggende „Un projet de mariage royal" de tweede vrucht. In 1623 regeerde in Engeland Jakobus 1, de zoon van de ongelukkige Maria Staart. Jakob, de leerling van Buchanan, miste noch geest noch kennis, maar hij bezat tevens eene over- groote mate van ijdelheid. zoo dat hij te aller ure zijn weten schap zocht te luchten. Ilij was een pedant op, den troon; overigens een man van losse zeden, met overgroot^ teederr heid aan zijn kinderen en gunstelingen gehecht, die alles met hem konden doen wat ze wilden. Zijn zoon Karei was.volko- men de tegenstelling van zijn vader. Teeder van ge§tel, van strenge zeden, had hij zich aan een stil en ingetogen studie leven gewend, dat hij zeer weinig wijzigde, toen door de dood zijns broeders in 1612 op eenmaal het uitzigt op den troon zich voor hem opende. Toch nam hij sinds dat oogenblik meer aan de oefeningen van zijn leeftijd deel en lette meer op de eischen van zijn stand. Binnen korten tijd was hij een goed ruiter, een goed jager en goed speler. Geheel in strijd met bet zwakke karakter zijns vaders, vertoonde bij op twin tigjarigen leeftijd een ernst, een vastheid, bij een groote neiging tot avonturen, die de groote verwachtingen doen be grijpen, die bet engelsche volk van hem koesterde. „Ik zou nooit zeide hij eens, sprekende over advokaten een slechte zaak kunnen verdedigen of in een goede toegeven." Tot zijn ongeluk bezat hij reeds toen niet genoegzaam oor deel, om de goede zaken van de slechte juist te onderscheiden: en hij wierp zich somtijds 't zij uit eigen beweging't zij op raad van anderen in zaken vol van dwaling en gevaar. Over het huwelijk nu van dezen Karei handelt deze mono grafie. Ergerlijk is het te zien, hoe Jakobus door zijn weife ling en dralen, door zijn onzeker spelen met alle kaarten te gelijk in de hand, beurtelings Spanje en Frankrijk, die beide zijn bondgenootschap zochten, van zich vervreemdde en hoe de zwakke koning, die zich in vollen ernst verbeeldde, en het zelf vertelde, dat de politiek van Elisabeth in de latere jaren van haar leven uitsluitend door hem geleid was, zulk een vol komen gebrek aan politiek inzigt ten toon spreidde, dat reeds onder zijn regering Engeland van de aanzienlijke hoogte daalde, waarop Elisabeth het verheven had. Ofschoon protes tant, verliet hij eindelijk het fransche bondgenootschap, om zich geheel in handen van Spanje te werpen. Met een spaan» sche prinses moest dan ook, het was Jakobus hartewensch, Karei huwen. Hij begreep volstrekt niet, dat het zwakke Spanje meer en meer ten ondergang neigde en dat het met Engelands belang volstrekt niet overeen kwam zich met de katholieke mogendheden te verbinden. Trouwens, dit is de misslag der Stuarts altijd geweest en de oorzaak van hun val geworden. Onderhandelingen werden over dit huwelijk aangeknoopt en voortgezet, doch op eenmaal komt er een kink in de kabel de pauselijke goedkeuring. Zij kan niet worden verleend, dan op allerlei voorwaarden, die «le koning, protestantsch vorst van Engeland, eigenlijk niet aannemen kan. Te midden van het gehaspel hierover, geefteendergezanteueenwenk.dat het misschien wel goed zou zijn, als de engelsche pretendent begon met het hart der spaansche prinses zelf te veroveren. En ziet, dit avontuurlijk plan, ofschoon er ook vroeger voor beelden van voorkomen, is zoo uitlokkend in de oogen van Karei, dat hij zijn vader de toestemming weet af te dwingen en met den hertog van Buckingham, den gunsteling van vader en zoon beide, op eenmaal het kanaal oversteekt en naar Madrid rijdt. Dit bezoek nu aan het spaansche hof, kurieus door allerlei bijzonderheden, die kenmerkend zijn voor den geest des tijds, de zeden van het spaansche hof, dit bezoek met zijn gevol gen, de akteurs, die er in optreden, inzonderheid Buckingham, die hier met treilende juistheid wordt geteekend, vult de be langrijkste pagina's dezer studie. Niet schokkend door strijd der hartstogten, door het lijden der hoofdpersonen, als in L'amour dans le mariage, heeft Guizot in dit jongste verhaal van zijn hand een hoogst belangrijke bijdrage geleverd tot de kennis van het hofleven in Engeland en Spanje in het begiu der XVIIde eeuw, en door de scherpe karakterteekening veel van de geschiedenis der volgende jaren duidelijk ge maakt. HANDELSBERIGTEN. Graanmarkten enz. Amsterdam 4 maart. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken f53 J, Lijnolie op zes weken f 44$. Prijzen van effekten. Amsterdam 4 maart. Nederland. Certifik. Werkelijke schuld dito Nationale dito dito dito dito Aaud. Handelmaatschappij Rusland. Oblig. 1798/1816 dito dito Aand. spoorweg Leening 1860 dito 1855, 6de serie Polen, Spanje. Obligatien dito binnenlandsch Certifik. coupons bewijzen Krediet instelling Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek dito amsterdamsche dito nationale dito 1847/1852 Bank aktien Certifikaten bij Rothschild Belgie. Grenada. dito dito 2$pct. 631 3 4 99$ H r 5 lOli 4 76$ 90 6 55 199$ 4$ 90$ 4 77$ 2 46iV 3 49$ 5 w 60$ 5 80$ 66$ 2$ 31$ 2 3 46$ 45$ 2$ 23$ 7 78 3 30$ Illinois. dito Mexiko. dito Coupons en losbare obligation. Amsterdam 2 maart. Metalliek f 24,35 Napels, f Diverse engelsche in £f 11,67$; Engelsche Port. f 11,67$ Fi^nsche f 55,37$; Begiscbe f 55.56$Pruissische f 34,37$; Spaansche piasters fSpaansche coupons per fr. f Hauiburger Russen f 33,37$; Russische in zilveren roebels f 34,50Poolsche in fl. f Nationale metaliek f 28,02$; Dollars f

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3