MIDDEL BURGSCH E
C O If It A N T.
N°' 27.
Dingsdag
-A
1863.
3 Maart.
Editie van maandag avond 8 ure.
Middelburg 'i maart.
Bijna overal in ons vaderland valt het verblijdende ver
schijnsel op te merken dat de welvaart belangrijk toeneemt.
Onder een vrijgevig handelsstelsel komt onze nijverheid tneer
en meer tot ontwikkeling en worden voor het volk nieuwe
middelen van bestaan geboren. Wie staat niet verwonderd
wanneer hij de verschillende gewesten bezoekt,over de toene
mende bedrijvigheid die zich niet alleen in de aanzienlijke
koopsteden maar ook in de kleinere gemeenten van het noor
den tot het zuiden, van het oosten tot het westen aan zijn
blik vertoont? Toeneming van produktie, vermeerdering van
welvaart zijn in Nederland regel. Op dien regel zijn de uit
zonderingen schaarsch en met innig leedgevoel moeten wij
opteekenen dat Zeeland tot die uitzonderingen behoort. De
bevolking gaat achteruit, wel niet in zielental, maar in
voortbrengende kracht. De afzondering waarin Zeeland ge
houden wordt heeft een toestand in het leven geroepen die
loodzwaar drukt op allen die in den arbeid een middel van
bestaan zoeken, en bij velen is het innige overtuiging ge
worden dat die toestand zonder afdoend middel niet verbete
ren kan, maar verergeren moet. Niemand verwor.dere er zich
dan ook orer dat de druk van het tegenwoordige, de bekom
mering voor de toekomstenkele malen zich lucht geeft. Enkele
malen zeggen we. want Zeelands bevolking is bescheiden.
Niet ligt wendt zij zich regtstreeks tot eenige openbare magt,
al meent zij dat deze hare belangen met meer kracht zou
kunnen bevorderen. Slechts enkele malen rigt een deel der
bevolking direkt het woord tot de overheid, om in adressen
hare wenschen kenbaar te maken. Maar meer beteekenis heeft
dan ook haar stern naarmate zij zelden vernomen wordt.
Maar welke wenschen heeft de bevolking dan te openba
ren? Verlangt zij dat door de regering nieuwe bronnen van
bestaan worden geopend? Wil zij dat hare nijverheid kunst
matig beschermd worde? Begeert zij dat haar gunsten wor
den verleend in strijd met het algemeen belang? Niets van
dat alles. Al moge de veerkracht vooreen deel verbroken ziin;
al moge minder scherpzinnigheid in het uitoefenen tan handel
en nijverheid dan elders worden opgemerkt, zoo beneveld is
der zeeuwen brein niet, dat men zaken zou verlangen die niet
meer tot onzen tijd behooren. Al moge het vernuft tot het
aanwenden van middelen, waardoor de ongunstige toestand
ten deele zou kunnen bestreden worden, niet genoegzaam ge
scherpt zijn. aan gezond verstand faalt het ouze gevvestgenoo-
ten niet in die mate dat zij toestanden zouden willen terug
roepen, waarover de geschiedenis voorgoed den staf heeft ge
broken. Wat men vraagt zijn gelijke voordeelen, gelijke reg-
ten als aan andere streken worden toegekend. Dat de krach
ten waarop men meent nog te kunnen steunen niet opzettelijk
verlamd worden, dat vraagt men en dat zal men blijven vra
gen, thans nog met bescheidenheid, later dringender, vervol
gens met een aandrang waarin alle krachten die men beschik
baar heeft zullen vereenigd zijn, tot dat men eindelijk gehoor
vinde. Geen andere strekking hebben de adressen die van
verschillende deelen onzer provincie nu en dan zijn uitge
gaan om bij de regering op betere middelen van gemeen
schap aan te dringen. Geen andere strekking ontdekken wij
ook in het adres dat dezer dagen alhiermeteen tal van namen
uitonzen handelsstand voorzien.gereed isora aan den gemeen
teraad te worden ingezonden, en waarbij wordt verzocht dat
de raad ditmaal de tolk zij van het gevoelen der ingezetenen
en bij de regering op het aanvangen der spoorwegwerken met
kracht aandringe.
De woorden van de mannen die dat adres geteekend heb
ben, geven als hel ware eene afspiegeling van den geest die
het grootste gedeelte van Zeelands bevolking bezielt. Alom
weet men dat ons isolement alle mededinging op het gebied
van handel en nijverheid onmogelijk maakt en dat geen ver
betering te wachten is vóór Zeeland aan het spoorwegnet is
aangesloten. De adressanten spieken hier uit de volheid van
hunne overtuiging als zij beweren dat de toestand van jaar tot
jaar drukkender wordt. Terwijl andere gemeenten zeg
gen zij spoedig in het bezit zullen zijn van spoorwegen
en voor de groote koopsteden nieuwe waterwegen zullen wor
den geopend, zal de redding die men hier van de spoor
wegen verwachtte mogelijk te laat komen. Ernstig en
nadrukkelijk \evzoeken zij dan ook aan den gemeenteraad
dat deze op het spoedig aanvangen van den spoorweg en de
onvermijdelijke kunstwerken daarmede in verband staaude,
bij de regering aandringe.
Stellen zij alzoo hun vertrouwen in het gemeentebestuur,
wij hopen dat dit vertrouwen niet beschaamd zal worden.
De kommissie voor de staatsspoorwegen geeft in haar vijfde
verslag, dezer dagen door de Staatscourant openbaargemaakt,
een zeer uitvoerig overzigt van den stand der spoorwegen en
daartoe betrekkelijke werkzaamheden. Hetgeen daarin om
trent den zeeuwscben spoorweg gezegd wordt, hebben wij in
hoofdzaak reeds vroeger in verschillende herigten aan onze
lezers medegedeeld. Betreffende de bezwaren tegen het plan
van aanleg der sektie WoensdrechtGoes, heeft de kommis
sie vroeger aan den minister te kennen gegeven dat bij de
eerste uitbakening de rigting volgens het ontwerp van de
Banque generale Suisse is gevolgd, in verband met de afdam
ming van de Ooster-Schelde, terwijl de spoorweg langs den
dam zou gelegd worden. Thans, nu deze rigting niet meer met
de indijking in verband behoeft gebragt te worden, is het ge
bleken dat met voordeel eene andere gekozen kon worden,
waardoor de dam 700 el korter en de kosten van aanleg on
geveer een vijfde minder worden? Êfc hoewel er bij de nu ge
volgde rigting een drietal dijken doorsneden worden zijn de
kosten, in vergelijking van de bij eene andere rigting nood
zakelijke werken, onbeduidend. De bezwaren van het door
snijden van zeer vruchtbare gronden alsmede tegen eene
onderstelde noodelooze kromming worden mede wederlegd.
Ten aanzien van de sektie GoesVlissingen wordt in het
verslag het volgende gezegd
„De rigting voor deze sektie wordt onderzocht; nadere
opnemingen worden nog vereischt, alvorens een voorstel
daaromtrent kan worden gedaan.
„Bij missive van den 21 oktober bragt de kommissie ver
slag uit over het haar door den minister om advies gezonden
adres van de kamer van koophandel en fabrieken te Middel
burg met betrekking tot de afdamming van het Sloe en op
eene aanvrage om Uoncessie voor die afdamming.
„De kommissie deed den minister als haar gevoelen kennen
dat het voor het belang van den spoorweg onverschillig is, of
het Sloe met een dam, dan wel door middel van eene brug zal
moeten worden overgegaan. Alleen dan, wanneer de afdam
ming van het Sloe mogt geacht worden nadeelig te kunnen
werken op de veiligheid van de reede van Ramraekens, zou er
bedenking tegen die afdamming te maken zijn, omdat de vei
ligheid van de haven van Vlissingen en van de reede in hare
nabijheid de hoofdvoorwaarde is voor het toekomstig verkeer
op den spoorweg.
„Het uitvoerig te dezer zake door den betrokken eerstaan-^
wezenden ingenieur opgemaakt rapport werd tevens den mi
nister aangeboden om, zoo noodig, ten dienste gesteld te
worden van ambtenaren en autoriteiten, die geroepen mogten
worden om over deze aangelegenheid advies uit te brengen."
Onderscheidene couranten melden dat op den geboortedag
vanZ.K.II, prins Frederik der Nederlanden, 11. zatimlag ge
vierd, de verloving zou hebben plaats gehad van Z.K.H. den
prins van Oranje met prins Frederiks dochter, prinses Marie.
Een onzer hnagsche korrespondenten meent ons echter
bepaald te kunnen verzekeren dat dit berigt bezijden de
waarheid is.
Een ander korrespondent schrijft ons:
„Het gerucht dat de kroonprins gisteren verloofd zou zijn
met prinses Maria een gerucht dat hier op alle longen
zweeft en zelfs door sommige predikanten heden op den kan
sel is gebragt verdient voor alsnog geen geloof. De een
praat den auder na en niemand weet iets aan te voeren waar
uit dit kan worden afgeleid. Aan hoog geplaatste personen,
die in de omgeving der vorstelijke personen verkeeren, is tot
op ditoogenblik daarvan niets bekendin tegendeel worden
door sommigen hunner feilen aangevoerd waaruit het tegen
deel schijnt te blijken."
Wij vernemen dat heden middag de reede van Vlissingen
is gepasseerd prinses Alexandra van Denemarken, de bruid
vau den prins van Wallis. Zij begeeft zich naar Brussel, zal
donderdag naar Antwerpen vertrekken en van daar door het
britsche stoomjagt Osborne, vergezeld van eene fiotilje van
vier schepen, naar Engeland worden gebragt.
Bij de opening der stembriefjes voor de herstemming ter
verkiezing van een lid der tweede kamer van de stalen gene
raal in het hoofdkiesdistrikt Zierikzee is zaturdag gebleken
dat 111-2 biljetten waren ingeleverd, waarvan L2 in blanko en
'6 van onwaarde, liet getal geldige stemmen bedroeg 1127.
Zoo als men weet bedraagt het getal kiezers in dat hoofdkies
distrikt 1391.
Er zijn uitgebragt op de heeren
J. J. van Kerkwijk 612 en
Jhr. rar. J. F. Schuurbeque Boeije 515 stemmen.
De heer J. J. van Kerkwijk is alzoo gekozeu.
(Bovenstaande hebben wij reeds zaturdag middag aan
onze geabonneerden op het Bulletin medegedeeld.)
Omtrent de angina diphteritica in deze provincie, vernemen
wij dat zich te Vlissingen weder eenige gevallen hebben voor
gedaan, alsmede te Iionteuisse in het voormalig vijfde distrikt
van Zeeland.
Bij de tweede kamer is ingekomen een wetsontwerp tot be
krachtiging van den verkoop van 2 bunders 5 roeden 75 ellen
domeingrond, behoorende onder het departement van oorlog,
en gelegen in CathaiTne, gemeente Utrecht, aan den straat
weg van Utrecht naar Leiden.
Uit de memorie van toelichting blijkt dat deze grond, die
nu voor f 13,20(J aan de maatschappij verkocht wordt, in
1 S36 door het departement van oorlog gekocht was voor ruim
f -1000. Het bezit van dit perceel, waaraan het rijk geene be
hoefte heeft, is van groote waarde voor de maatschappij, die
reeds eene belendende oppervlakte van bunders 67 roeden
bezit, alles in de nabijheid van een grooten straatweg en eene
vaart. De regering beveelt dus dit ontwerp aan als „ten doel
hebbende bevordering van nijverheid zonder schade voor
's rijks kas."
Het paspoorten stelsel in Pruissen, sedert eenigen tijd.afg
schaft, is ten gevolge der poolsche gebeurtenissen aldaar we
der ingevoerd. Het Nieuw dagblad van 's Gravenhage maakt
daarop opmerkzaam.
Men verzekert, dat sommigen van de oude leden van de
haagsche balie bepaaldelijk besloten hebben niet als geraag-
tigden op te treden bij den raad van state. Als redenen voor
dat besluit worden o. a. gegeven1. dat zij begrijpen, dat het
in strijd is met de eer en de waardigheid der orde zich op te
dringen ergens, waar men in openbare vergaderingen ronduit
gezegd heeft, dat men hen niet verlangt te zien en 2. dat zij
ook voor hunne kliënten niet het minste nut zien in deschijn-
vertooning van ons administratief regt, dat alle eigenschap
pen mist van een oraal de'baten dat zij dus meenen beter te
doen zulk een onvruchtbaar werk geheel over U- laten aan de
heeren zaakwaarnemers. Zij gelooven, dat dit de beste
wijze voor deadvokaten is, om zich te wreken over de wijze,
waarop men van zekere zijde verineent hunne orde te kun
nen behandelen. Weekblad van het regt.)
Men schrijft ons uit Amsterdam
„Bij het weinig belangrijke nieuws, dat thans de hoofdstad
bezig houdt, nu tot zelfs de geraamten der licht-ligchamen
reeds weder allen zijn opgeruimd, wil ik eenige opmerkingen
ten beste geven over den smaak in muziek, welke zich bij ons
publiek heeft kenbaar gemaakt. Wij zijn thans haast aan het
einde van het vvintersaisoen, het jaargetijde waarin de kunst
moet goed maken, wat de natuur ons onthoudt. Schiet de zon
te kort om ons warmtte te schenken, de komedie- en koneert-
zalen bieden ons hare verhittende gasvlammen zwijgen de
nachtegalen, bij zwermen komen trekvogels aanvliegen van
oost en zuid, die (wel wat vreemde eigenschap voor trek
vogels) de lucht doen weergalmen en trillen. Fraaije beeld
spraak, waar een eenvoudig mensch slechts zeggen zou in
den winter beginnen de operas en de koncerten.
„In den aanvang van het saisoen hadden wij hier een
duitsch operagezelschap. Het werd met open armen ont» an
gen, want reeds bij het allereerste debuut (de voorstelling der
Hugenoten) was de zaal zeer vol, en zelfs, ofschoon de opvoe
ring vrij gebrekkig was. trokken ook later de Freyscbutz en
de Martha vele toeschouwers. Alleen bij het opvoeren van
italiaansche operas was het leeg. Het bleek echter dat het per
soneel niet voor zijne taak berekend was. Zelfs Formes, de
beroemde Formes viel tegen en er was eigenlijk slechts één
sujet, dat duurzaam de sympathie"van het publiek ondervond,
namelijk mejufvronw Beywater. Het gewone gevolg als men
niet goed geschaatst op het ijs komt is dat men valt. Het
duurde niet lang of de direkteur koos het hazenpad en de
onderneming viel in elkaar.
„Inmiddels was een italiaansche troep door van Lier ge-
engageerd om in zijn theater in de Amstelstraat voorstellin
gen te geven. Trebelli, de beroemde contralto betooverde
het publiek en de zaal was te klein. Ze bleef echter slechts
kort en werd vervangen door Filippi, eene vrouw met veel
talent, als zangeres en aktrice, en die voorzeker nog meer
sensatie zou hebben verwekt, als niet de zeldzaam schoone
stem der voorgangster nog in aller ooien weergalmde. Toen
echter Trebelli verdwenen was, bleef ook daar het publiek
weg, zelfs toen later de voorstellingen op het groote theater
plaats hadden. II trovatore werd gegeven met een onberis
pelijk ensemble, doch de zaal bleef leeg. Een geheel nieuwe
opera, Un ballo in masschera, van Verdi werd met zorg en op
offering gemonteerd eu uitmuntend opgevoerd het mogt
niet baten, de zaal werd ook nu niet druk bezocht. Waar
redding te vinden Bij Mozart, de oude, nog steeds geliefde
Mozart! Don Juan werd gegeven met zoo veel ensemble als
hier misschien nimmer te voren, en ziet de menschen
stroomden naar het Leidsche plein Liet is dus duidelijk dat
zich een gansch andere geest hij ons publiek ontwikkelt, dan
voor eenige weinige jarende italiaansche operas, althans
zeker de nieuwe, de Verdi's hebben afgedaan, en de ontegen
zeggelijk oneindig degelijker duitsche komposities komen
weder in den smaak.
„Dit verschijnsel is welligt even verblijdend, als dat hier
(naar het mij voorkomt hierbij uitzondering) de volkskon-
certen zoo uitnemend geslaagd zijn. De uitvoering moet ook
de laatste keer weder voortreffelijk zijn geweest. En liet pu
bliek, het zoogenaamde volk, de mindere man? Ik kan u
zeggen dat ik uit den mond vau velen heb gehoord, dat ze
zich uitmuntend hadden vermaakt, en dat ze erkentelijk wa
ren, voor vijf eu twintig cent zoo veel schoons te mogen hoo-
ren. Ik heb vernomen dat men, door het sukces aangespoord,
nog een koncert voor den zomer geven wil. Ook schijnt het
zeker te zijn dat de geniale leider der uitvoeringen, Verhulst,
zich hier vestigen zal.