dit treurig probleem zal worden opgelost, en men kan aan
geene regering vragen zelve haar grondgebied te verminde
ren en zich alzoo met eigen hand te verwonden. Men kan
echter in onze dagen van ieder goevernement, hptwelk aan
spraak maakt op de achting der beschaafde wereld, eischen
dat het. zelfs in het absolutisme, zekere grenzen niet te buiten
gaat, welke door het gezond verstand, de humaniteit en het
welbegrepen eigenbelang worden aangewezen. Men moet
niet door willekeurige wijze van bestuur moedige mannen tot
wanhoop brengen, die wel in den ongelijken strijd te gronde
kunnen gaan, maar die zelfs na hun sterven nog vreesselijk
blijven, door de herinneringen welke zij achterlaten en het
voorbeeld, hetwelk zij hebben gegeven."
The times zegt omtrent de poolsche onlusten het vol
gende
„Er kan thans geen twijfel meer bestaan omtrent de uitge
breidheid der poolsche beweging. Het is een nationale op
stand. De publieke opinie in Engeland is geheel vervuld met
de berigten uit Polen. De engelschen meenen dat de polen
het regt hebben het russisch juk af te schudden, en gevoelen
de hartelijkste sympathie voor hen. Wat moet er derhalve ge
daan worden? Dit is eene tnoeijelijke kwestie, want Engeland
bezi.' weinig invloed bij de russische regering.
„De eerste opwelling van het engelsche volk zoude zijn om
tegen <le schending van de regten der menschelijkheid te pro
testeren en dit ter kennisse te brengen van het goevernement
te St. Petersburg, Onze regering heeft daarbij echter insgelijks
vrij duidelijke pligten.
„De ondervinding heeft geleerd hoe gevaarlijk het is als
een staatsman zich tot orgaan maakt der volksverontwaardi-
ging. Het volk, de dagbladen, de leden van het parlement
kunnen gevoelens van sympathie uiten voor Polen, maar de
ministers moeten öf zwijgen öf handelen doen zij het laatste
niet, dan veroorzaken zij door hunne uitingen alle'én slechts
ijdele volksverwachtingen.
„Wij gelooven dat Frankrijk en Engeland tezamen den
russischen keizer kunnen raden om tot hervormingen over te
gaan in Polen, terwijl deze daarbij meester blijft deze raad
gevingen op te volgen of niet."
I'ruissen.
Het antwoord des konings op het adres van het huis der
heeren, reeds in ons vorig nommer met een enkel woord ge
kenschetst. luidt aldus, volgens de Köln. Zeitung
Met zeer veel genoegen heb ik tn hel loijaal adres van het
huis der heeren, hetwelk gij mij hebt voorgelezen, de volko
men e overeenstemming met mijne eigene gevoelens opgemerkt.
Met u erken ik in den waarborg der gelijkheid van regten
voor iedereen, den grondslag van den staat en de staatsrege
ling. en ik zal steeds als mijn eersten en heiligsten pligt be
schouwen. dit regt ongeschonden te bewaren, zonder evenwel
den steeds toenemenden vooruitgangnaar mate de staat
zulks behoeft, te benadeelen.
Als deze grondslag ten volle wordt geëerbiedigd bij het
verschil van gevoelen, tusschen de fa k (oren der wetgeving
ontstaan, bestaat er hoop datdekrisis, waarop aan het slot
van uw adres toespelingen worden gemaakt, tot heil des va
derlands eene oplossing zal vinden, en ten zelfden tijde de
overeenstemming zal tot stand brengen den opzigte der wegen
waardoor ons konstitutioneel leven eene regelmatige en gun
stige ontwikkeling kan erlangen. Dn doel zal mijn bestuur
steeds voor oogen houden krachtdadig in de aaugenotnene
houding volhardende, maar toegankelijk voor elke toenade
ring, waarbij tie positie, welke Pr urnen als mogendheid in
neemt, niet uit het oog wordt verloren.
„Ik betuig het huis der heeren mijnen dank voor de onder
steuning aan mijn goevernement verleend en voor de gehecht
heid en het vertrouwen waarvan bet mij door zijn adres het
bewijs heeft willen geven."
In de zitting van het huis der afgevaardigden heeft op
9 februarij een vrij opmerkelijk incident plaats gehad. Het
huis had eene algemeene diskussie begonnen over een ont
werp van wet omtrent de schadevergoeding der afgevaardig
den en de reis- en verblijfkosten van ambtenaren. De heer
von Rotmne had tegen het wetsontwerp het woord gevoerd,
de heeren von Reichensperger en Parristus hadden amende
menten voorgesteld, toen de president twee brieven der mi
nisters van financiën en justitie deed voorlezen, welke twee
kommissarissen belasten om hen bij te staan en des noods te
Vervangen.
De heer Vincke vroeg daarop het woord en verklaarde dat,
zoo lang hij de zittingen der kamers had bijgewoond, de mi
nisters nimmer bij de behandeliing van zulke belangrijke
wetsontwerpen afwezig waren gebleven. Volgens zijne mee
ning eischte de waardigheid der vergadering volgens art. 60
der grondwet, waarbij haar dit rpgt verleend wordt, de tegen
woordigheid der leden van het kabinet te verlangen. Een
voorstel van den heer Vincke in dien zin gesteld en een tot
verdaging der zitting tot den volgenden dag werden met
bijna algemeene stemmen aangenomen. Het huis heeft toen
het wetsontwerp verworpen.
In de daarop volgende zitting is een nieuw wetsontwerp
omtrent de krijgsdienst ingekomen. Volgens dit ontwerp zal
de eerste ban der landwehr vier jaren en de tweede ban vijf
jaren moeten dienen de kavallerie-manoeuvres der landwehr
zullen opgeheven worden, terwijl de infanterie «Ier landwehr
in de twee jaren acht of tien dagen aan exercitiën zal wijen.
Dit ontwerp waarborgt overigens aan iederen pruis, dieniet
onder «le wapenen is, de vrijheid oin het land te verlaten. Het
huis der afgevaardigden heeft eene kommissie van 21 leden
benoemd otn rapport «laarover uit te brengen. Men twijfelt
niet of ook dit ontwerp zal worden afgestemd.
Frankrijk.
In de zitting van het wetgevend ligchaam van 9 februarij
werd het amendement betreffende «Ie roineinsche kwestie be
handeld. Nadat de graaf de Latour ophelderingen had ge
vraagd aan de kommissie omtrent de in het onlwerp-adres
voorkomende zinsnede„Het wetgevend ligchaam hecht zijne
goedkeuring aan uwe houding jegens Italië, waarbij gij met
vaste hand de schaal dergroote belangen, welke zich aldaar zoo
scherp voordoen, in evenwigt houdt," nam «le heer O'Quin
het woord. Deze verklaarde weder met de wonderspreukige
keizerlijke uitspraak, dat de fran>che politiek de twee groote
belangen wilde tot elkander brengen zonder een van heide op
te offeren. Overigens meemle de kommissie van redaktie ,5spo-
ren van liberale gezindheid bij het hof van Rome te hebben
bespeurd uit de officiële stukken, ter kennisse van de kamer
gebragt."
De heer Jules Favre hield daarop weder eene uitgebreide
redevoering, welke wij echter hier slechts kortelijk zullen
resumeren «laar de doorhem bijgebragte argumenten de glans
der nieuwheid veelal missen moesten, hetgeen bij eene zoo
uitgeputte kwestie als «le rouieinsche niette verwonderen was.
De spreker begon met te betoogen «lat de inlichtingen gege
ven door den heer O'Quin niet tot eenige oplossing kumien
leiden. Verder werd weder krachtig de wenschelijkheid her
innerd eener terugroeping der fransche troepen uit Rome,
hetgeen zelfs dooi' den keizer is erkend geworden in een
dokument gedagteekend 20 mei 1862. De heer Jules Favre
betoogt verder hoe juist de wereldlijke «nagt der pausen in
den Jaatsten tijd nadeelig voor «le kerk is geweest en oorzaak
van vele afwijkingen der evangelische beginselen.
De redenaar herinnerde verder hoe de garibaldiaansche
onlusten den stand van zaken hebben veranderd, en hoe
Frankrijk, nadat deze bedwongen waren, eensklaps van staat
kunde is veranderd. Alle onderhandelingen waren vruchte
loos voor het vervolg daar de paus zijne voormalige provin
ciën en Victor Emmanuel Italiës eenheid niet vaarwel zal
willen zeggen. „De toegezegtle hervormingen zijn, zoo zij
verwezenlijkt worden, van weinig beteekenis, en in welke mate
staan zij in terband tot «le belofte om de bevolkingen zelve te
raadplegen Gij kunt haar toch niet aan het droit divin over
laten zonder hen daaromtient te hebben geraadpleegd Dat
men ons antvvoorde, en ophoude met uitvlugten te zoeken.
Terwijl het goevernement Rome sinds IS 1-9 bezet houdt en
daarheen eene telkens hernieuwde krijgsmagt heen zendt,
wanneer daarmede jaarlijks 20 of 25 millioen wordt uitgege
ven en men slechts voor dit ;dles eene vereenvoudiging in de
formaliteiten «Ier passen heeft verkregen, dan is dergelijke
politiek veroordeeld zij is of een blijk van magteloosheid of
van dubbelzinnigheid en bij het bezit der eerste zoo wel als
der laatste hoedanigheiil keur ik haar af."
Daarop ontvangt de heer Keiler het woord, doch het verge
vorderde uur doet de vergadering besluiten dezen redenaar
eerst in «le volgende zitting te hooren.
In deze die van den lOden heeft de heer Keiler
eene bijzonder sombere voorstelling gegeven van Italiës toe
stand. Volgens hem zou de revolutie overal steeds ge
reed zijn om uit te breken en zelfs de bevolking van Rome
niet gezinil wezen om bij Sardinië te worden ingelijfd. De
heer Graniet'de Cassagnac meent dat de bestaande moeije-
lijkheden door meer«lere toenadering en de toegezegde her
vormingen wel zullen uit den weg worden geruimd. Daarop
hield de heer Billault zijne redevoering tegen den heer Jules
Favre, waarbij hij «le ongegrondheid trachtte aan te toonen
«Ier beschuldiging van magteloosheid of dubbelzinnigheid aan
de fransche staatkuude tegengeworpen. De godsdienstige
zoowel als de maatschappelijke regten wenscht de fransche
regering in de romeinsche kwestie te beschermen terwijl
overigens Frankrijks belang ook aan zijne grenzen een rusti-
gen toestanil eischt. Eene herinnering van al hetgeen Frank
rijk voor Italiës vrijheid reeds heeft gedaan, waarbij echter
nimmer de belofte was afgelegd oin Rome aan Italië te geven,
hield den spreker geruimen tijd bezig, terwijl hij zich daarbij
in allerlei beschouwingen verdiepte. Eindelijk besprak hij op
afkeurende wijze de bewering van vele buitenlandsche dag
bladen, welke in den keizer de hinderpaal meenden te zien
«Ier eindoplossing van het romeinsche vraagstuk. Het tegen
deel is echter waar „de keizer zal steeds met uwe ondersteu
ning voortgaan om eene toenadering tusschen Italië en den
heiligen vader tot stand te brengen, tusschen de vrijheid en de
godsdienst."
Daarop verkrijgt de heer Ollivier het woord, die onder tel
kens herhaalde interruptiën tracht te betoogen, dat uit de
woorden van den heer Billault tot zijn groot genoegen geble
ken is dat de heer Drouyn de Lhuys in den zelfden geest zal
voortgaan als de heer de Thouvenel, terwijl hij overigens de
meening van den minister Billault niet «leelen kan, volgens
welke de onderhandelingen met Rome tot eenig resultaat
kunnen leitien, hetgeen trouwens de ondervinding reeds ge
leerd heeft, „ik wensch «lat «le regering «len toestand juist
kenschetse wil zij te Rome blijven, «lat zij dan eenvoudig en
bepaald verklare wij blijven, en de romeinsche kwestie is ten
einde. Zegt; wij blij ven in afwachting der omstandigheden,
terwijl wij ons ongeschikt verklaren om deze te voorzien of
daarvan «len loop te leiden (Stemming! stemming! het
amendement.
De heer Conseil vraagt het woord. (Stemmingstemming
„Mijne heeren, de door den heer Jules Favre uitgesproken
redevoering heeft bij mij het plan «loen oprijzen tot het
maken van eenige opmerkingen daaromtrent" (Stemming
stemming!) Ik ben overigens tot de orders van de vergade
ring als zij mij niet wil aanhooren (Stemming! stemming!)
De president. „Wenscht gij het woord te voeren of niet?"
De heer Conseil. „Ik ben tot de orders van de kamer
De president. „Wees verzekerd dat ikTiet verlangen der
katner uitdruk als ik u aanraad uw plan te laten varen." (Ge
lach.) 'V
Daarop wordttotstemmingovergegaan en het amendement
verworpen6 van het ontwerp-adres wordt aangenomèfi.
In de vergadering van 11 februarij is het amendement óp-
7, omtrent de wet op de vereenigingen, door den heerNpa-
rimon verdedigd en door den heer Nogent Saint-LaureHt
bestreden. Na eene redevoering van den heer Baroche, strek
kende tot betoog dat de diskussie omtrent dergelijk teeder
punt gevaarlijk was, is het amendement in stemming gebragt
en verworpen. Gelijk lot trof het amendement omtrent de
gemeente-verkiezingen door het oppositie-vijftal ingediend
en door «len heer Hénon verdedigd. Overigens werden de
diskussiën over hel amendement ten opzigte «ier algemeene
verkiezingen en het stemregt aangevangen. De heer Jules
Favre voerde hierbij het woord en werd door den heer Du mi-
ral beantwoord. In ons volgend nommer zullen wij deze beide
meer belangrijke redevoeringen behandelen.
MEKGEL»GEAI.
De Tickets of leave.
Londen is een vreemde stad. Stelt u ze voor in een dikke
mist gehuld, zoo dat huizen, menschen en rijtuigen niets dan
spoken schijnen de beide oevers van «len stroom, tiie de
wereldstad doorsnijdt, m akelig duister. Wie op een der
hooge bruggen staat, ziet aan ueule zijden of liever, ziet niet,
maar vermoed teen gapenden afgrond, die zijn oog niet peilen
kan. In deze drukkende en sombere atmosfeer stelt u een
rustig wandelaar voor. Welnu, hij is naauwelijks eenige schre
den verder tastende gegaan, in een eenzame straat gekomen,
of hij voelt zich bij de keel gegrepen, en ter neêr geworpen.
En terwijl «le eene aanvaller heiu ter neder houdt, misschien
verstikt, rooft de ander hem het geld, hoilogie en al wat hij
bezit. Als het geschied is, laten ze hem liggen en trappen hem
ten afscheid. Want de ellendelingen zijn niet tevredeu met
hun roof: in de woede, die hen bezielt, slaan ze ook hei ont
zielde ligchaam nog. of mistnaken het aangezigt. Men heeft ze
gezien, de haren der vrouwen afsnijdende. V ictor Hugo heeft
de geschiedenis van de Miserables van Parijs beschreven wie
zal die van Londen opteekenen Dickens heeft het beproefd,
maar hij heeft slechts een enkele punt van den sluijer opge-
hgt, die zoo veel schande en rampen verbergt. Londen is een
stad van drie millioen inwoners, een d er monsterachtige
scheppingen der beschaving, waar de weelde, de grootheid
niet ontkiemen dan in een bodem,door den mest der mensclte-
lijke ellende vruchtbaar gemaakt. Van de eene zijde de meest
verfijnde weelde: van de andere, een ellende, die in geen
enkel land zoo groot beslaat; tusschen beide eene bevolking
getloeuid tot eeu rusteloozen arbeid, steeds strevende om door
de hooge re standen te worden opgemerkt en opgeheven, om
niet in den gapenden muil van het proletariaat te vallen, dat
nimmer wedergeeft wat bet verzwolgen heeft.
In deze maatschappij woekert de garotter, zoo als de
londensche straatroover van de laatste maanden met het
moilewoord wordt geheeten, voort.
Het is met mogelijk de veibazing en den schrik te beschrij
ven, die zijne eerste verschijning verwekte. Te midden van «ie
meest interessante politieke kwest ën. «le verkiezing in Grie
kenland, de amenkaansche burgeroorlog enz., teruggeroepen
te worden tot de herinnering aan de kwalen der eigeu maat
schappij was lastig. Hoe veel hart «le engelschman ook voor
den vreemde heeft, ditmaal maakte hem zijn eigen leven
bezorgd. Ieder wapende zich en in weinige dagen wareu de
prijzen der stokken, «Ier dolkmessen enz. verbazend gerezen.
Doch te gelijkertijd zocht men de oorzaken op te sporen van
het kwaad, dat zoo on verwaclit en met zulk een vreeselijke
kracht zich vertoomle. Welke waren die oorzaken?
Als een belangrijke bijdrage voor de kennis van bet engel
sche straf-systeeiu deelen we hier de resultaten van dat on
derzoek mede.
De ware oorzaak van de vermeerdering «Ier misdadigers iu
Londen en van hun moordend optreden in de hoofdstad is
gelegen in het systeem van de tickets of leave. Sedert de
straf van deportatie is afgeschaft, worden de «uistladigers, die
niet met den dood worden gestraft, in de gevangenis gehou
den. Bij parlements akte van lb33 weril deze gevangenstraf
in de plaats van deportatie ingevoerd. In den aanvang uioest
ze zeer kort zijn, doch later, in J857, werd den regiers de
bevoegdheid toegevoegd, tot zeer lange gevangenschap te
veroordeelen. Men bepaalde tevens, dat die gevangenen,
welke zich goed zouden gedragen, vóór bet einde van bun
straftijd, in vrijheid zouden gesteld worden en alsdan bij hun
vertrek een ticket of leave, «lus een bewijs van goed gediag,
zouden ontvangen. Dit systeem, door menschelijkheid inge
geven, heefi een zeer wrange vrucht gedragen de in vrijheid
gestelden, «lie in de provinciën geen werk kunnen vinden,
stroomen naar de hoofdstad en vermeerderen de bevolking
van Londen met een hoop menschen, die tot alles in staat
zijn en voor niets terugdeinzen. De gevangenissen van Port
land en Dartmoor oefenen volstrekt geen verbeterenden in
vloed op de gevangenen uit. Zij hooren de leerredenen, de
bijbellezingen aan, onderwerpen zich bedriegehjk aan hunne
superieuren, alles in de hoop om zoo spoedig mogelijk hun
ticket of leave te bekomen en weg te gaan. Zij komen er uit,
meer doortrapt in kwaad, grooter schurken dan ze te voren
waren zij hebben elkanders onderwijs genoten. De bevrijde
misdadiger geniet, als de gewone burger, al de regten die de
wet verleent. De policte kent hem gewoonl jk goed, maar ze
kan niets doen dan van verre toezien. Zij heeft niet het
regt zijne woning binnen te treden of hem preventief gevan
gen te nemen.
De jongste gebeurtenissen hebben dit stelsel, in der tijd
door sir Josua Debbs met goede bedoelingen uitgedacht, aan
heftige aanvallen blootgesteld. Te vergeefs heeft de uitvin
der met statistieke opgaven aangetoond, dat de minderheid
der londensche straatroovers en moordenaars de tickets of
leave bezitten. De lord-mayor van Londen zelfs met al zijn,
aldermen heeft zich naar een der ministers begeven om «Je
weder invoering van het oude stelsel van deportatie te ver-
-zoeken, doch hij heeft weinig troost gekregen, en het minis
terie schijnt niet gezind het thans hee.schemle stelsel te ver
daten. Men moet ook erkennen, dat de maatschappij minder
>gêvaarvWeft te duchten van een veroordeelde, die zich de
"ftckef of leave heeft waardig gemaakt, «tan van een ander, die
den vollen straftijd heeft ten einde gebragt. Het kwaad moet
dus dieper schuilen, dan iu die op zich zelf onschuldige en zelfs