MIÖDÈLBURGSCHE fj C O R1 N T. N" 15. Dingsdaa 1863. 3 Februari] -V Editie van maandag avond 8 ure. middelburg 2 febriiarij. Voor de kunstbeschouwing 11. zaturdag alhier in de teekeu- akademie gegeven, was pene portefeuille van den heer mr. W. N. Lanisheer te 's Hage ter bezigtiging afgestaan. De leden van genoemde instelling mogten daardoor kennis ma ken met eene uitstekende verzameling teekeningen. grooten- deels van de meest beroemde hedendaagsehe meesters. Vooral die van Schmitsön. J. Bosboom, Verveer, Roelofs, A. Midy, Pitten koffen. A. Delacroix, Gavarino. Mamman en G. J.J. van Os, trokken in hooge tnate de belangstelling. De schotsche klokkenkapel. die door het zonderlinge harer uitvindingen de vaardigheid waarmede zij die in toepassing brengt, alom de belangstelling of nieuwsgierigheid gaande- maakt, liet zich 11. vrijdag alhier hooien. De begeerte van het publiek om met deze zonderlinge muziekanten kennis te ma ken, die door het kunstmatig bewegen van een groot aantal klokken van verschillenden toon een muziek doen onlstaan welke aan de ariaas van een speeldoos herinneren, was buiten gewoon groot. Toen des morgens bet bureau tot het bespre ken der plaatsen geopend werd, bleken de meeste reeds geno men te zijn. De komediezaal was bij de uitvoering dan ook zoo vol mogelijk en het is te verwachten dat het koncert van heden avond niet minder druk bezocht zal wezen. Van eene zijde waarop wij meenen te mogen vertrouwen, worden ons eenige inlichtingen verschaft betrekkelijk de schade aan den Westkapelschen zeedijk. Wij laten het ons medegedeelde hier letterlijk volgen „L)e grootste schade is ontstaan in de verdedigingswer ken van het dijksbeloop omstreeks de dijkpalen Hen 16 ter lengte onder aan den teen des dijks van ruim 200 el, de helft ter gemiddelde breedte van 30, de andere van 40 el, ter ge middelde diepte van omtrent 1,50 el, zoo dat behalve de aldaar aanwezig geweest zijnde steenglooijing, rijs- en kramwerken er een aanzienlijk grond verlies is ontstaan. „Dit beschadigde dijksvak is thans verdedigd met drie paal- reijen ter breedte van 3 a 4 el en de boven- en benedenrand na afvlakking, met rijsheslag en steenhestorting bezet. „Met overgebleven onbeschadigd dijksbeloo|) aldaar be staat nog in 9 el bezet uiet krammat en 28 el met hezodingen, terwijl de kruin des dijks meer dan 10 el bedraagt en het ach ter gelegen vroon ter breedte van omstreeks 50 el is nog 3,50 el boven hoogwater gelegen. „Deze en de overige schaden zijn thans alle verdedigd en voor vergmoting bezet, terwijl in het beschadigde duin tus- schen Domburg en Westkajielle voor de hofstede Babel, de ▼ereischte voorzieningen door verbreeding van een enkel zwak j)unt wordt gedaan. „De schepen met d lesmaterialen die gewacht werden, zijn in den avond van 11. vrijdag alhier aangekomen. „Een dier schejien is beladen met eiken paalhout, de twee overigen met brabantsch rijs, haringbant en staken, welke materialen op de wijze als vroeger is vermeld per as naar West ka pel le worden vervoerd. „Ofschoon de voorhanden materialen ten gevolge der stor men van 20 en 21 december jl. voor een groot gedeelte waren verbruikt is er door de zorg van de direktie geen enkel oogen- blik aan eenig materiaal gebrek geweest en hebben de westkapelsche dijkwerkers zich dooreen voorbeeldig gedrag en werkzaamheid onderscheiden, waardoor in weinige dagen hoogst belangrijke werken zijn tot stand gebragt." Het Provinciaal blad no. 15 bevat eene cirkulaire van den kommissans des konings aan de dijkbesturen der kalamiteuse en daarachter gelegen polders in de provincie Zeeland, hou dende inetledeeling van het koninkljk besluit van 4januarij jl.. waarbij de dijkgeschotten en subsidiën tot bestrijding der kosten van de gewone werken aan de kalamiteuse polders in dit gewest over de eerste zes maanden van 1863 worden ge regeld, in afwachting van den uitslag der waardering van de landen der genoemde polders. Bij dat besluit is bepaald: 1. dat door de landen gele gen in de kalamiteuse polders in Zeeland over de zes eerste maanden van 1863 zal worden ójjgebragt een dijkgeschot in evenredigheid gelijk aan dat hetgeen over het jaar 1862 is oj>gelegd; 2. dat door de achterliggende polders in die provincie over de zes eerste maanden van het jaar!863, als subsidie ten behoeve der kalamiteuse polders zal worden voldaan het bedrag, berekend voor de polders van de le linie naar f 1,70 per bunder 'sjaars, voor de polders van de 2e linie f 1.15 per bunder 'sjaars, en voor de polders der 3e linie f 0,85 per bunder 'sjaars; 3. dat de dijkgeschotenen subsidiën in twee termijnen gedurende de zes eerste maanden van het loopende jaar moeten worden gestort, doch dat aan de polder-direktiën wordt overgelaten de invordering van de aanslagen der kon- tribuabelen zoodanig te regelen als zij geraden zullen oordee- len, mits zorgende dat de overstortingen op de bejjaalde ter mijnen regelmatig kunnen geschieden, ten einde de betalin T in h gen, die uit de opbrengst van het een en ander moeten ge schieden, ten behoorlijke tijde kunnen worden gedaan. Voorts wordt in die cirkulaire mededeeling gedaan van het besluit van gedejmteerde staten van 23 januarij jl.. waarbij de aanslagen der achterliggende polders in bovenbedoelde sub sidiën tot gelijk bedrag als bij bun hesluit van 1 januarij 1S62 zijn vastgesteld, doch alleen over de zes eerste maanden van het loopende jaar. 'er bejialing van het aardeel de gemeenten te dragen iet o-edeeltc hetwelk door de province Zealand in de lig- tinf van de nationale miht/e van IS63 zal moeten worden geleverd, hebben gedeputeerde staten vastgesteld dat worden zamengevoegd de navolgende gemeenten narden burg en St. Kruis; Sas van Gent en Philippine; Ossenisse en Hengst dijk; Fort Batli en Waarde; Kruiningen en SclioreWemel- dtnge en Yerseke; 's Heer Abtskerke. 's Gra*enpolder en Nisse; Oudelande en Baarland; Ritthem en Oost- en West- Souburg; Colijnsplaat en Kats; Haamstede enBurgh; Seroos- kerke en Ellemeet; Brouwershaven en Duivendijkeen Nieu- werkerk en Ouwerkerk. De verkiezing van een lid voor de tweede kamer van de staten generaal in het hoofd-kiesdistnkt Zierikzee, ter vervul ling der vakature ontstaan door het Overlijden van mr. S. H. Anemaet, moet plaats hebben op donderdag 12 februarij a.s., en eene herstemming, zoo noodig, op donderdag 26 febr. a.s. LI. vrijdag had te Zierikzeé eene soiree plaats in de kon- certzaal, die ten voordeete der Vereeniging tot wering van ar moede, door de leerlingen der zangschool van de onderwijzers Karreman en Renscn en door eenige élèves van den heer Ezerman, muziekonderwijzer, werd gegeven. De belangstel ling van het jiubliek bleek ten duidelijkste uit de buitenge woon talrijke opkomst. Het programma bevatte 22 nonimers en was vol afwisseling. Kleine zangstukjes werden gezongen, eenige dichtstukken werden voorgedragen, waaronder de boodsclia|i naar de Ijzersmelterij, met jjiano begeleid en door zang afgewisseld. De koren werden met strijkkwartet, de solo's en trio's met piano begeleid. Het gedurig applaudis- sement getuigde van den algemeenen bijval. Uit het voormalig vierde distrikt dezer provincie schrijft men ons van 31 januarij „Door verschillende gemeentebesturen, in het voormalig 4e distrikt van Zeeland, is besloten bij de regering aanvrage te doen tot vestiging van een rijkstelegraafkantoor teOosthurg. Dat besluit is met belangstelling vernomen en met\ertrou- wen ziet men de inwilliging van het billijke verzoek te ge- moet. Ieder toch die in dit gewest woont en handel drijft, en zoo zijn er velen, stelt er belang in te deelen in de voorregteu van versnelde gemeenschap die de tegenwoordige tijd aan biedt; ieder die betrekkingen elders heeft, en ook zoo zijn er niet weinigen, stelt er belang in, in dringendegevallen sjioedig tijding te kunnen ontvangen; tot hiertoe zijn zij er van ver stoken. Een telegram dat thans ten 9 ure des morgens van Middelburg naar Oosiburg wordt verzonden, heeft in den regel 21- uren noodig. om van het uitsterste jiunt Vlissingen) zijne bestemming te bereiken, daar het van die plaats den ge wonen weg per jiost moet nemen, terwijl de ontvanger in de meeste gevallen alsdan geene gelegenheid meer heeft om zich dien dag nog op reis te begeven. Ik stelde Middelburg, maar wanneer men eene plaats in Holland als die van afzending neemt, dan zal die gelegenheid van de 10, 9 maal ontbreken. „Bij de vertraging, die de verzending van telegrammen over Vlissingen voor deze streken ondervindt, acht ik het dan ook niet ondienstig er 0|i te wijzen, dat tegenwoordig te Mal- degem, slechts uurs van ons verwijderd, een rijkstelegraaf kantoor is gevestigd. Maar maakt men van die gelegenheid gebruik dan is het zaak er tevens expresse bij te bedingen, en in dit geval zal het telegram den zelfden dag ontvangen wor den. Werd het per post verzonden, zoo als de regeling nu is, er zoude welligt nog meer tijd, dan over Vlissingen verloren gaan. „Dat men de inwilliging van het adres met vertrouwen te gemoet ziet zal geene verwondering baren. Overal toch. op alle punten van Nederland, het zij in meerdere, het zij in min dere mate, zijn telegraafkantoren gevestigd, alleen in het voormalig 4e distrikt van Zeeland niet; en toch isdatgedeelte van Nederland niet zoo onbeduidend. Eene streek bevolkt met 14U00 inwoners, veel handeldrijvende met Holland, ge tuige het herhaalde bezoek van reizigers, waar zeer veel graau verbouwd en verkocht wordt, waar zeer veel landen liggen, aan eigenaren die daar buiten wonen toebehoorende, kan en mag uiet onbeduidend genoemd worden. De plaats waar uien het kantoor verlangt gevestigd te zien, kan men geluk kig gekozen achten. Thans reeds hoofdzetel van een kanton- geregt en bij de voorgedragen wet op de regterlijke indeeling bestemd zulks te blijven in het midden van het distrikt ge legen en met de meeste, zoo niet met alle plaatsen door goede wegen verhonden; de woonjjlaats van aanzienlijke handela ren; eindelijk eene marktjilaats die elke week druk bezocht wordt en waar welligt meer graan dan te Middelburg wordt omgezet, zal Oostburg waarschijnlijk reeds nu. maar zeker in het vervolg de kosten van een telegraafkantoor kunnen op brengen. Maar al mogten die kosten aanvankelijk de opbrengst overtreffen dan zou nog de vraag rijzen, of het niet billijk is dat dit distrikt. waarvan de belangrijkheid hier boven is aangetoond, ook «enigermate deelde in de voor- reglen die de andere deelen van Nederland reeds bezitten, voorregtendie onze naburen zoo ruimschoots hebben. Men lette er toch slechts op. dat nu onlangs aan gene zijde der grenzen vier nieuwe kantoren Maldegem. Balgerhoeke 1 Heydinge en Ecloo) zijn geplaatst, terwijl de tweede en derde gemeente zeker voor België niet zoo groote belangrijkheid hebben of een zoo groot oordeel kunnen opleveren, als het voormalig 4e distrikt van Zeeland voor Nederland." Zaturdag heeft eene vereenigde kommissie uit de kamers van koo|>handel en fabrieken te Amsterdam en Rotterdam, aan den koning een dankadres aangeboden voor de krachtige medewerking van wege Z. M. ondervonden bij het tot stand brengen der wet tot verbetering der waterwegen. Voorts heeft de kommissie ook den dank der handelaren gebragt aan de ministers van bmnenlandsche zaken en financiën, voor de bewezen diensien in deze aangelegenheid. Onlangs werd op de ingezetenen van Rotterdam een beroep gedaan ter bijeenbrenging van een kapitaal van f80 000. in aandeelen, om. met de aan coujjons te verkrijgen f 70.000. eene som van f 150,000 te waarborgen, o>n de uitgaven voor een hollandsch tooneel- en hoogduitseh opera-gezelschap ook voor het volgende saizoen te bestrijden. De Rotterdauische courant deelt thans mede dat aldaar eene cirkulaire is ver spreid, door een twintigtal heereu onderteekend. waarbij wordt te kennen gegeven dat dn beroep, hoewel in gewijzig- den vorm, niet te vergeefs blijkt geschied te zijn. ten gevolge vun welke belangstelling van eenige kunstminnende stadge- genooten de omlerteekenaars der cirkulaire zich dan ook be reid hebben verklaard, niets onbeproefd te zullen laten, ten einde eene zoo sehoone instelling voor die stad behouden te zien. terwijl zij volgaarne de leiding der onderneming willen aanvaarden, wanneer er aan coupons voor minstens f 70,OüO geteekend wordt. "Volgens een berigt van Zr. Ms. konsul op Malta is gedu rende 1862. niettegenstaande een tamelijk flaauwen handels toestand aldaar, de toevoer van liollandsche jjrodukten over vloedig geweest, en men kan ojimerken. dat de invoer dier artikelen steeds toenemend is. Eenige daarvan, vooral suiker en kaas. strekken tot verbruik, bijna met uitsluiting der an dere gelijksoortige vreemde jjrodukten. Behalve hetgeen met zeilschepen wordt aangevoerd, ontvangt men aanzienlijke hoeveelheden suiker uit Holland, met elke stoomboot uit Lon den komende.' De handelsbetrekkingen tussclien Nederland en Malta zouden ongetwijfeld veel levendiger worden, indien er meer regtstreeksche en dien ten gevolde, minder kostbare verbindingsmiddelen bestonden. Het ware mitsdien zeer te wenschen, dat eene stoombootmaatschappij Malta met de voornaamste nederlandsche havens verbond. Gedurende het laatste halfjaar van 1862 is Malta door 12 nederlandsche schepen bezocht. Staatscourant Uit Utrecht schrijft men ons 31 januarij „Gisteren raiddag ten 12 uur heeft dr. J. J. van Oosterzee, door den koning benoemd tot gewoon hoogleeraar in de theo logische fakulteitaan onze hoogeschool, zijne betrekking aan vaard met he. uitspreken eener latijnsche redevoering in liet groot auditorium alhier. Met gesjiannen verwachting was deze plegtigheid door zeer velen te gemoet gezien. Lang vóór het bejjaalde uur stroomde dan ook reeds een talrijke schare naar de gehoorzaal, die weldra zóó gevuld was, als men zich niet herinneren kon haar ooit tevoren te hebben aanschouwd. Uit alle oorden der provincie, uit Amsterdam en Rotterdam en verscheidene andere jjlaatsen was een aantal belangstellen den zamengevloenl, waaronder men de hoogleeraren Do.nela Nieuwenhuis en Hoekstra uit. Amsterdam, en jirofessor D.est Lorgion uit Groningen, benevens verscheidene roomsch-ka- tholieke geestelijken opmerke. De verwachting, welke algemeen gekoesterd werd omtrent de intreêrede van den talentvollen man. die de plaats van den ontslapen hoogleeraar Vinke zou innemen, werd in menig opzigt uiet teleurgesteld, bij velen overtroffen. In schoon latijn, in een schitterenden vorm. met jeugdig vuur en heldere stem. sprak de heer van Oosterzee over het scepticisme, als eene rigtiug die door de tegenwoordige godgeleerden zorg vuldig moet vermeden worden („de scejiticisino. hodiernts theologis caute vitando.") Na gewezen te hebben opdegroote moeijelijkheden, verbonden aan de taak van hem, die in onze dagen als hoogleeraar in de dogmatische godgeleerdheid op treedt, behandelde de spreker achtereenvolgens liet karakter, den oorsprong, het regt eri de vruchten van het scepticisme, en eindelijk het geneesmiddel, dat tegen zijn nadeeligen invloed moet worden aangewend. „Onbewimpeld sprak de heer van Oosterzee zijne overtui ging uit.Van zijn standpunt— dat der moderne orthodoxie schetste hij het karakter van het scepticisme, de negatieve rig-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 1