m m aan velen russischgezindheid zal prediken, gelooven wij toch dat het einde der onlusten zoo spoedig niet te voorspellen is, vooral niet als een of ander invloedrijk man zich aan het hoofd der beweging «oogt stellen. Het blijkt overigens weder uit dezen opstand dat eene op het papier zoo gemakkelijke vernietiging van nationaliteiten in de toepassing tallooze hinderpalen ontmoet, welke steeds in ruime inate blijven kle ven aan de grootste der staatkundige schelmerijen in Europa, de verdeeling van het koningrijk Polen. lntusschen kan het Journal de Saint-Pétersbonrg niet ont kennen dat het noodig geweest is de russische disrrikten op de grenzen van Polen, als Kowno, Grodno en Wolhynie in staat van beleg te stellen, terwijl van eene andere zijde berigt wordt, dat er konflikten tusschen opstandelingen en russen te Racionz, Plosk, Magilska, Tykoczynen Lubartov hadden plaats gehad en dat duizend opstandelingen te Ostroïka bijeen waren. De heiulen zouden Tomaszow hij verrassing genomen, 500 kozakken op de vlugt gejaagd en een groot, aantal posten op de grenzen ontwapend hebben. liet italiaansche parlement heeft woensdag zijne zittingen hervat. Ue werkzaamheden zullen zich echter voor het tegen woordige bepalen tot behandeling van het budget voor het loopende jaar. ten einde vertraging in den loop der dienst te voorkomen. De minister van financiën die eenige mededee- lingen omtrent den staat der geldmiddelen deed. verzocht aan de vergadering alle politieke interpellation, die den gang der beraadslagingen zouden kunnen belemmeren, te vermij den. De minister zal lat^- een plan indienen tot regeling der financiën reeds nu kon hij verklaren dat nieuwe belastingen onvermijdelijk waren en dat er veel zou moeten bezuinigd worden. The morning post deelt mede dat de holsteinsche kwestie hare oplossing is genaderd, daar het kabinet in Denemarken de bevoegdheid van den duitsehen bondsdagheeft erkend om de binnenlandsche aangelegenheden van het hertogdom te regelen. Bij het afleggen dezer verklaring is echter tevens alle inmenging aan den duitsehen bond ontzegd ten opzigte van liet binnenlandsch bestuur in Sleeswijk. Op de merkwaar dige woorden van den heer Hall, minister van buitenlandsche zaken in Denemarken omtrent dit laatste punt willen wij hier nog de opmerzaamheid vestigen: „Wanneer Denemarken door den drang der omstandighe den zich verpligt heeft gezien zich te onderwerpen aan de eischen van den bond, dan heeft het tevens het regt om te ver wachten dat de soevereiniteit over de provincie Sleeswijk niet alleen erkend /.al worden door den bond, maar ook gewaar borgd door de groote mogendheden, welke het nuttig hebben geoordeeld tusschen beide te komen en schaamteloos midde len hebben aangewend, welke bijna niet bepaalden dwang gelijk stonden, om Denemarken te dwingen tot de koncessie, waartoe thans overgegaan is. Het zou overigens volstrekt niet in het belang van Engeland of Rusland zijn naar eene geheele verzwakking der deensche monarchie te trachten, zoo dat zij. zonder dit doel voor oogen te hebben, in de toekomst een te genstand zullen moeten bieden aan de duitsche mogendheden, even krachtig als thans hun bijstand is geweest." De debatten over het adres van antwoord 111 het pruissisch huis van afgevaardigden zijn afgeloopen. De diskussiën zul len wij in een volgend nommer bespreken. Het resultaat was dat het adres van den heer Virchow met 255 tegen 6S stem men werd aangenomen. De partij Vincke en een gedeelte der katholieken slemden tegen. De engelsche regering heeft de voor Groot-Britannic zoo vleijende woorden in de redevoering van Napoleon aan de fransche inzenders op de londensche tentoonstelling niet on opgemerkt laten voorbijgaan. Lord Cowley heeft namelijk den last ontvangen om den heer Drouyn de Lliuys te kennen te geven hoe aangenaam deze moorden voor hetengelsch ka binet waren, waarvan het verlangen om de vriendschapsban den tusschen beide natiën hechter te maken steeds levendig blijft. De Moniteur universel heeft deze handelwijze van lord Cowley niet onvermeld gelaten. Onze parijssche dagbladen hebben wij heden niet ontvan gen, hetgeen vermoedelijk is toe te schrijven aan de vertraging van een der spoortreinen die tusschen Parijs en Brussel rijden. Een der brusselsche bladen brengt die vertraging in verband met geruchten van een ongeluk dat op den spoorweg nabij Qu/ëvrain zou zijn voorgevallen. Bijzonderheden waren ech ter nog niet bekend. Nu ons daardoor uitvoerige berigten uit Frankrijk ont breken, grijpen wij ile gelegenheid aan onzen lezers iets uit een zeer verwijderd land mede te deelen. Reeds lang toch zijn wij wegens plaatsgebrek verhinderd geweest te spreken over een rijk op welks gebeurtenissen Nederland vooral tegenwoordig wel het oog mag houden. Rigten wij dus thans onzen blik naar Japan. Wij hebben namelijk uit „TheJapan herald," het officieel orgaan van de britsche ambassade gevestigd te Yokohama, een blad dat geregeld eiken zaturdag aldaar het licht ziet, zeer gewigtige tijdingen omtrent den staat der zaken in dat 3and te vermelden zij dateren van de maanden oktober en november des vorigen jaars. Volgens genoemde courant heeft daar in het begin van eerstgenoemde maand eene, reeds lang gebroeid hebbende, omwenteling plaats gegrepen, van onbloedigen aard. maar waaruit hoogst belangrijke gevolgen kunnen ontspruiten niét alleen voor het japarische keizerrijk zelf, maar ook voor al de vreemde mogendheden, die sedert korter of langer tijd met dat rijk handelsbetrekkingen heb ben aangeknoopt. Om de zaak voor onze lezers eenigzins duidelijk te maken is het noodjg die wat hooger op te halen. In vroeger eeuwen berustte de hoogste mngt in Japan al- leeu en uitsluitend in handen van den keizer (den Mikado). Ten gevolge echter van eene lange reeks van keizerinnen en minderjarige kinderen werd de aanstelling noodzakelijk van een minister, eigenlijk rijks-veldheer, Shiogoong, lees: Sjoo- goen, geheeten, die aanvankelijk een naaste bloedverwant van den keizer was. Deze Slnoguongs waren langen tijd (zoo als eertijds de Majores domi in Frankrijk) de werkelijke bestuurders van het land. lntusschen werd het rijk innerlijk verscheurd en verzwakt door het woeden van talloos vele kleine burger oorlogen, daar elk staatje onophoudelijk zijn naasten buur man belcampte, ongeveer op de zelfde wijs als de ridders en leenheeren zulks vroeger deden in Europa. Aan dien staat van wanorde kwam gelukkigeen eindein het midden der I6e eeuw, doordien zekere Noboe naga. mede een hoofd van een dier krijgvoerende staatjes, door zijn uitstekend veldheers talent de overige aan zich wist te onderwerpen en het gezag bijna geheel m handen kreeg. Met den invloed der Shio- goonga, die in of digt bij de aloude keizerstad Miako resideer den, was het toen zoo goed als gedaan. Noboe naga werd vermoord door zijn vriend Akeechee- midsu en opgevolgd door zijn knecht Taiko-sama. Deze ging op de zelfde wijs voort en onderwierp bijna het geheele kei zerrijk aan zijne heerschappij. Een volslagen verandering en omkeer van zaken greep er echter plaats, toen diens op volger Iye-yas de teugels van het bewind in handen kreeg. Deze Iye-yas, de stichter der uieesi glansvolle periode van het tai-koen bewind, schijnt blijkens alles wat de geschie denis van hem meldt, een man van eeu zeer diep en schrander inzigt, een bij uitstek sluw en geslepen diplomaat, ie zijn geweest. Volkomen inziende dat het rijk door al die woeste oorlogen van lieverlede moest te gronde gaan en daarbij door eene grenzenlooze persoonlijke ambitie en begeerte naar magt gedreven, wist hij door een tal van verordeningen zoo wel de magt van den keizer en den invloed der daï-uuoos (de groote landsheeren) binnen zeer enge grenzen te beper ken als ook zijne eigene belangen en die zijner famielje krachtdadig en duurzaam te bevorderen. Die onderscheidene oogmerken bereikte hij voornamelijk door zijn eigen hofhouding van Miako naar Yedo te verplaat sen, en door de aanzienlijksten des lauds (de daïmioosj te noodzaken, beurtelings te Yedo en op hun landgoederen een gedeelte van het jaar door te brengen waarbij alsdan de vrouwen en kinderen tijdelijk te Yedo achterbleven. Het gevolg hiervan was dat zij hun inkomsten grootendeels door het gedurig heen en weer reizen (dat met groote statie in Japan geschiedt) en door het in stand houden van hun kost bare dubbele huishouding verteerden en dat zij van andere voor de rust van den staat meer gevaarlijke ondernemingen van zelf werden terug gehouden. Die gewigtige staatsregeling waarvan wij hier slechts en kele trekken kunnen mededeelen 1). door Iye-yas in 't leven geroepen en die in haar geheel, gelijk wij reeds zeiden, een meesterstuk was van fijne en sluwe berekening, heeft nu reeds volle 260 jaren geduurd. Gedurende dit gausch tijdsver loop zijn de wetten, in 1599—1600 door hem uitgevaardigd, in hetjapausche keizerrijk geëerbiedigd en in stand gebleven. Niet onbelangrijk of van gewigt ontbloot achten w.j derhalve de mededeeling dat "nu weinig maanden geleden die wetten op eens zijn afgeschaft en dat zoo wel de keizer als de daiuii- oos de zaken weer op den ouden voet, gelijk die was vóór 1600, pogen terug te brengen. Gelijk wij straks reeds zeiden, is die omkeering van zaken nietgeheel onverwacht geschied, maar was er reeds gerunnen tijd iets broeijende. Hoogst merkwaardig is ei en ive) de om standigheid, dat zij op zulk een kalme en bedaarde wijze, zonder bloedstorting, zonder dat zelfs ée'n schot gelost of ééne proklamatie werd uitgevaardigd, is tot stand gebrast. Zij blijkt grootendeels de vrucht te zijn van de toenemende ontevredenheid der rijksgrooten over die gedwongen residen tie te Yedo. Daarbij komt dat de tegenwoordige tai-koen, de hoogste persoon na den keizer, 2) de eenige die in staat ware aan hun stijgende magt het hoofd te bieden, een van alle geestkracht ontbloot, onbeteekpnend, en minderjarig jon geling is, dien zij met opzet kunstmatig hebben weien te debaucheren en van alles onkundig te houden, om in tusschen zoo veel te veiliger de zaken naar hun eigen goedvinden te kunnen regelen, terwijl zij in den keizer zelf, die te Miako resideert, mede een begunstiger hebben van hunne plannen. Volgens de door ons verkregen berigten hebben de dai- mioos nu verklaard voortaan slechts eens in de zeven jaar (de daimioos van den 2en ra ng eens in de driejaar) beide telkens voor 100 dagen. Yedo te zullen bezoeken, nemende zij vrou wen en kinderen mede naar hun goederen. Zij geven aan dat voornemen werkelijk al vast uitvoering door hunne woningen en paleizen te ontruimen. De bevolking van Yedo, geli|k zich denken laat, heeft met groote schrik en ontsteltenis die mare vernomen en bestormt dagelijks de woning van den city- governer met verzoeken en smeekschriften. Vooreerst toch is niemand onnoozel genoeg om aan die be lofte van na 7 jaar terug te zullen komen eenige waarde te hechten. Daarbij is het vertrek van de dai-mioos voor de in woners van Yedo zoo goed als het sein tot den ondergang hunner stad. Yedo bestaat, om zoo te spreken, alleen door de dai-mioos en hunne zeer aanzienlijke huishoudingen. Zij vor men de parels aan de kroon van den tai-koen, die wanneer zij deze mist, van al haar glans en luister is beroofd. Door het vertrek der vrouwen en kinderen wordt bovendien liet ver blijf van een aantal officieren en krijgsbevelhebbers te Yedo, die aan de poorten gestationeerd waren om hun het heengaan te beletten, onnoodig en overtollig gemaakt. Yedo. de reus achtige hoofdstad, ziet zich dus op eenmaal bedreigd met het vooruitzigt te zullen vervallen tot eene provinciestad van den tweeden of derden rang, misschien wel met iets ergers 1) Er dient hier ook nog bij vermeld dat het Iye-yas was, die alle vreemdelingen uit liet. keizerrijk heeft verdreveu. Het voornaamste even wel dat hij heeft bewerkt was dat hij den tai-koen eene geheele onafhan kelijke positie verzekerde en hem bijna alle magt in handen speelde. De keizer te Miako hield slechts een schaduw vau gezag meer over. 2) Tai-koen letterlijk «groot heer" is de officiële titel van den Sjoo- goen. Hij is de opperste of rijks-veldheer en resideert te Yedo. nog. zoo het gerucht althans waarheid spreekt, volgens 't well het vertrek van de daïmioos mede in verband zou staan mei belangrijke toerustingen tot den krijg die. in aanmerking ge nomen hun verhouding tot den tai-koen. althans niet tot dt onmogelijkheden behoort. Er is echter ook sprake van dat de tai-koen, die gelijk wij reeds zeiden iemand is zonder vee moed ofgeestkracht, van zelfhun het veld zou ruimen, en bij den keizer aanzoek zou doen om door een ander te worden vervangen. lntusschen behooren deze laatste nog slechts tot de losse loopende geruchten op wier waarheid volstrekt niet mei zekerheid kan worden gebouwd. Eene stellige waarheid alleen is het, volgens onze berigtge- vers, dat de daimioos met vrouwen en kinderen bezig zijt Yedo voor goed te verlaten, dat de tot dusver vigerende wet ten dus zijn afgeschaft, en het gezag van den tai-koen zee' sterk is verminderd. Het schijnt zich mede te bevestigen da de Mikado, d. i. de keizer die te Miako resideert, alle pogin- gen aanwendt om zelf de teugels van het bewind weer it handen te krijgen. Wat voor de vreemde mogendheden in dezen te hopen o te winnen valt, ten einde de zaken in Japan op vasteren voe geregeld te krijgen, ligt nog m liet duister. Welligt zal de aanzienlijke inagtsvertuindering van der taïkoen die de persoon was met vvien men. naar 't schijnt tot dusverre alioos onderhandeld heeft en het stijgen daar door van de magt des keizers, ook voor hen belangrijke ge volgen hebben. De berigtgever. aan wien wij het bovengemelde hebben ont leend, zijn althans van oordeel dat het nu voor de konsul Zaak is regtstrecks met den keizer zelf in onderhandeling ti treden dat daartoe eene zeer gunstige gelegenheid ziel aanbiedt. Hj raadt hun ten dringendste aan zich vooral ti haasten met die gelegenheid zich ten nutte maken en ziel naar Miako te hegeven, vóór dat de invloed van de daïmiooi daar voet zal hebben verkregen en de militaire magt zicfc daar zal hebben gekoncentreerd. De daimioos toch zijn d< mannen van den sabel, de meest gevreesde lieden en daarbi de erkende tegenstanders van het verblijf der vreemdelinge! in Japan. Hartelijk hopen wij dat inzonderheid ook vooi Nederland, uit deze verwikkelingen iets goeds moge geborei worden, en dat met name tie persoonlijke veiligheid en di handel meer zekere waarborgen mogen erlangen dan zij to nu toe hebben genoten. Wij zullen zoodra ons nieuwe herig ten zullen zijn ter oore gekomen, niet verzuimen onze lezer ten spoedigste met den inhoud daarvan bekend te maken. E ETS.J »I\ «EX. Den 28 dezer is te Veere binnengekomen de schooner 2 Gebroeders, gez. H. Persoon, van Newcastle met kolen na* Middelburg bestemd. IIIX EES9SE8&I6TEX. Prijzen van etfekten. Amsterdam 30 januarij. Nederland. Certifik. Werkelijke schuld dito Nationale dito dito dito dito Aand. Handelmaatschappij Rusland. Oblig. 1798/1816 Certifik. Hope co dito dito 1855. 6de serie dito Aand. spoorweg Polen. Spanje. dito binnenlandsch Certifik. coupons bewijzen Krediet instelling Oostenrijk. Obligatien Weeuer metalliek 5 dito amsterdamsche5 dito nationale5 dito 1847/1852 Bank aktien3 Belgie. Certifikaten bij Rothschild 2£ Portugal. Obligatien3 dito nieuwe3 dito 2jpct. 64 3 4 4£ 141 5 iv 102 4 765 5 91| 201} «ié V 8£ 3 5(J£ 601 79, 66 824 451 22 23 i S0 Grenada. Venezuela, dito Illinois. dito Mexiko. dito Londen 29 januarij. ten 12 ure. Consols 92£. Weeaen 29 jan. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 75,30. Parijs 29 jan. (slotpr.) 4£ pet. compt. 9S.70 6 pet. 69,70 Graanmarkten enz. Amsterdam 30 januarij. Tarwe en gerst stil. Raapoh" op zes weken f 55. Lijnolie op zes weken f 44]. Dordrecht 29 januarij. De prijs van tarwe en rog^ bleef heden onveranderd. Gerst was 20 cent lager. Havet erwten en boonen bleven prijshoudend. Koolzaad 60 cent ei lijnzaad f 5 hooger. Oostburg 28 januarij. Bij zeer ruimen aanvoer bestont heden weinig vraag voor granen en konden alleen puike et goede kwaliteiten tot iets lager prijzen koopers vinden, blij vende al wat afweek onverkocht. Er is betaald voor tarwi f9,20, f9, f 8.75 a f S. Rogge f6.70. f6,50. f6,25. Wintergers f 5,60, f 5,25, f 5zomer dito f 5 a f 1.70. Haver f 3,10, f 2,9 a f2.35. Paardenboonen f 5.90 a f 5,50. Erwten f7. f6,50, f Middelburg 29 januarij. De aanvoer uit opze'naburig» eilanden was grooter dan voorgaande week. Uit Walcherei was er tamelijk graan ter markt; Houders waren in hoogeri stemming, terwijl koopers niet dan voorgaande weekprijzei

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3