meente-sekretarie, belast men de kontróle der naleving dier verordening. e. De verleende tegemoetkoming aan A. J. Eckelaevt. d. De toegekende gratifikatie aan de wed. G. H. Grauss. eDe onderhandsche verhuring van pakhuizen der weverij. Van den heer P. Verhoeven, onderwijzer alhier, is ingeko men een adres, hetwelk wordt voorgelezen. Daaruit blijkt in hoofdzaak dat die heer in 1825 is aangesteld als bijzonder onderwijzer der 2e klasse, waaraan zich het vooruitzigt van een burgerlijk bestaan verbond. Dat vooruitzigt werd ook verwezenlijkt, daar hij sieeils in staat was. bij zuinigheid, in de behoeften van zijn gezin te voorzien. De bijzondere onder- wijzerszagen later'echrer het getal hunner leerlingen vermin deren en in het jaar 1857 werd den adressant een gevoelige slag toege'oragt. toen bij de benoeming van gemeente-onderwijzers uit de bestaande bijzondere onderwijzers hij als oudste alleen werd uitgesloten. Gedurende de laatste zes jaren heeft hij slechts met moeite zich als fatsoenlijk burger met zijn ge zin kunnen staande houden. De schoolgelden moesten lager gesteld worden en het getal leerlingen verminderde naar mate andere scholen geopend werden. In 1857 bedroeg het getal zijner leerlingen nog 60, thans slechts 40 meer. Dit ge tal levert een inkomen op van gemiddeld f 400, zijnde te wei nig om met zijn uit vier personen bestaande gezin, op een bijna ?0jangen leeftijd, te kunnen bestaan. Een en ander dringt hem tot het eerbiedig verzoek om eenejaarlijksche geldelijke ondersteuning, waarbij hij zich bereid verklaart zijne school te sluiten en zijne betrekking neder te leggen, hopende dat dit verzoek zal worden ingewilligd. De beslissing op dit adres is aangehouden. Voorts is ingekomen een verzoek van J. C. Dekker, om grond in erfpacht in het Schuddevischstraatje, welke vroeger aan F. II. Kooman is verleend onder bepaling van omraste ring, waaraan deze niet heeft voldaan. De voorzitter deelt hierbij mede dat burgemeester en wethouders aan F. li. Koo man, op zijn verzoek, tot I april e. k. uitstel voor die omraste ring hebben verleend, zoo dat tot dien tijd zal worden gewacht. Met algemeene stemmen is goedgekeurd een verzoek om af- en overschrijving op de begrooting voor 1862, bij missive door kommissarissen der wisselbank voorgedragen. Van den heer B. A. Fokker is ingekomen eene nadere mis sive ten opzigte der kwestie van eigendom van grond en hoornen bij de lijnbaan. Wegens de uitgebreidheid van dit stuk is besloten de voorlezing er van achterwege te laten en bet met de andere stukken te stellen in handen der kommissie ad boe. Voor kennisgeving is aangenomen eene missive van het be stuur der godshuizen, waarbij mededeeling wordt gedaan van de op 29 december jl. plaats gehad hebbende openbare aan besteding van den bouw van een nieuw gasthuis op het Noord plein alhier, met inbegrip van alle daartoe vereischt wordende materialen en gereedschappen, waarvoor hebben ingeschre ven de heeren G. J.Will. voor f94,590 J. Filis, te Vlissin- gen, voor f SS.730H. Willemsen en J. M. van Ditinars, voor f 77,700; J. Sonius, voor f 77.480J. Snel, voor f 77,000D. Jeras. voor f76,900 W. van Uije zonen, voor f 75,891, en P. W. Schrauwen, te Montfoort, voor f 72,669. Voorts dat jl. woensdag deze aanbesteding is goedgekeurd, zijnde het werk gegund aan den beer P. W. Schrauwen, als laagste inschrijver. De voorzitter legt over een koperen gildepenning der ba lanskinderen, een geschenk van den waagmeester alhier. On der dankbetuiging is besloten deze penning op de oudheids kamer neder te leggen. Daar de heer J. N. van Eek, bij raadsbesluit vau 24 decem ber jl. benoemd tot 2en hulponderwijzer aan de school A, voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs, ten gevolge zijner benoeming te Geertruidenberg Voor (lie betrekking bedankt heeft, hebben burgemeester en wethouders een nieuwe voord ragt opgemaakt. Daarop zijn geplaatst de hee- Ten K. E. Schelt, J. J.Casimiren L. Schiphorst, hulponder wijzers te Breda, Broek en Waterland en Zierikzee. De voorzitter geeft in overweging de benoeming om het spoed eischende nog in deze zitting te doen plaats hebben. De heer Fokker wil om die reden ook van den gewonen regel afwijken, en dadelijk tot de benoeming overgaan, omdat het onderwijs op die school dringend een 2en hulponderwijzer vordert. De benoeming heeft later plaats. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling des voorzitters a. Dat de opname der boeken en kas van den gemeente ontvanger heeft plaats gehad. Blijkens het proces-verbaal is in 1862 ontvangen f 218,851,82^, uitgegeven f 189,9S3,4S£, alzoo meer ontvangen dan uitgegeven f 28.868,34; de goede sloten van 1 S60en 1861 hierbij gevoegd, bedragende f2,294,14 en f 12,811,57, maakt op ditoogenblik een totaal in kas van f43,974,05. b. Dat het hakhout heeft opgebragt f796.55 in plaats van f 500, zoo als op de begrooting was uitgetrokken. Overgaande tot de benoeming van een 2en hulponderwij zer op de bovengenoemde school A. waarbij de heeren Lain- brechtsen van Ruthem en Snouck Hurgronje met den voor zitter en sekretarishetstembureau uitmaken,is metalgemeene stemmen benoemd de heer K. E. Schelt, hulponderwijzer te Breda. Daarna is de openbare zitting gesloten. Algemeen overzigt. Aan de zeer liberale redevoering van den franschen keizer, waarvan wij in dit nommer den hoofdinhoud rnededeelcn, worden door de officiense dagbladpers de meest mogelijke loftuitingen toegezwaaid. Als voorbeeld deelen wij het ar tikel van Le constitutionnel onder „Frankrijk" mede. Be halve het Journal des débats onthouden zich echter de onafhankelijke dagbladen van alle beschouwingen daarom trent, overtuigd als zij zijn dat daar, waar afkeuren verboden is, goedkeuren eene laagheid wordt. Le temps verklaart wei- ligt op de keizerlijke redevoering te zullen terug komen maar dit eerst nog naaawkeurig te willen overwegen, gedachtig aan het nog onlangs ondervondene. De redevoeringen des keizers zijn niet onderhevig aan waarschuwingen, maar de dagbladen bevinden zich niet in dergelijken gelukkigen toestand." Onder de bewievookingen. dezer dagen aan Napoleon ten deel vallende, behoort ook het adres van den franschen senaat door de daartoe benoemde kommissie onder voorzitterschap van den heer Troplong opgemaakt. Met de meest onverdeelde goedkeuring wordt in dit stuk waarvan de voorlezing hier en daar door toejuichingen werd afgebroken gesproken van de buitenlandsche en binnenlandsche staatkunde des keizers. De diskussien over het adres in de pruissische kamer zouden heden aanvangen. Twee onderwerpen zullen daarbij gedebat teerd worden, een der linkerzijde, als krachtig protest tegen het kabinet, en een meer gematigd van den heer Vincke, waarin sommige regeringsdaden worden geprezen, getrouw heid wordt gepredikt aan den koning, maar toch de regering tot eerbiediging der konstitutie wordt aangemaand. Wordt het ontwerp-adres van den heer Vincke aangenomen dan kan de bestaande toestand nog eenlgen tiju voortduren, om einde lijk toch tot eene uitbarsting tusscheu kroon en volksverte genwoordiging te leiden. Men vermoedt echter dat het ont werp der linkerzijde de zegepraal zal behalen, in spijt van de meer scherpe dan krachtige oppositie der acht of tien stem men, welke de feodale partij nog als overschot van zoo veel strijders in het huis van afgevaardigden tellen kan. In het italiaansche ministerie is eindelijk de portefeuille van marine opgedragen aan den vice-admiraal Arace di Ne gro. Overigens verzekert men dat de vroegere minister van landbouw, graaf Pepoli. tot gevolmagtigd minister aan het russische hof zal worden benoemd. De bekende spaansche generaal Prim heeft zijn ontslag ge nomen als grootmeester der artillerie, waarvan zijne vrienden hem door dringende vertoogen lang hebben trachten terug te houden. De optreding van den maarschalk Serrano als minis ter schijnt hem eindelijk tot dien stap te hebben doen over gaan. De naam van den hertog Ernest van Saksen-Coburg-Gotha is volgens The morning post van de kandidatenlijst voor den griekschen troon weggeschrapt, terwijl men thans, volgens de verzekering van dit dagblad, een pvotestantsch prins in zijne plaats zul zien optreden. Volgens berigten uit Parijs ziet men thans de kandidatuur van prins Nicolaas van Nassau of hertog Wilhelm van Baden te gemoet. Onder „Polen" vatten wij de geloofwaardigste berigten te zamen omtrent den uitgebroken opstand. De meeste zijn echter van weinig waarde, daar de russische regering deze be rigten wijzigen en vervalschen kan naarmate zij zulks wil, en de meeste middelen van gemeenschapdoor de opstandelingen verbroken zijn. Vooral schijnt de mededeeling ongeloofwaar dig dat men in Warschau zoo bijzonder rustig en regeringsge zind zou zijn. daar men toch wel onderstellen kan dat een zoo lang voovaf beraamde opstand zijne vertakkingen tot in Po- lens hoofdstad zal hebben uitgebreid. De verandering van ministerie in Turkije heeft in verband gestaan, gelijk thans blijkt, met eene toetreding des sultans tot een meer liberaal vegevings-systeem. Het naauwkeurig evenwigt van het budget, de ontwikkeling van handel, nijver heid en landbouw, eene reorganisatie van land-en zeemagt en eene gelijkstelling van allen voor de wet schijnen degroot- sche plannen te zijn, welke de sultan met het nieuw kabinet wil verwezenlijken. Polen. Twee partikuliere depeches van 25januarij meldden dat de woelingen zich voortdurend naar alle zijden uitbreid den en twee steden in handen der opstandelingen waren gevallen, waarvan de naam echter niet gemeld werd. Omtrent de op strenge wijze ten uitvoer gelegde ligting, waarin men de oorzaak wil zien van de tegenwoordige onlusten leest men in eene korrespondentie uit Warschau het volgende „Het voorname doel dezer ligting was gelijk zelfs de in- struktiën der regering luidden om het rijk „te ontdoen van alle personen die de openbare rust zouden kunnen ver storen." Men ging dus bij de jongelieden minder met hunne geschiktheid voor de krijgsdienst te rade en nam minder de gewone redenen tot vrijstelling in aanmerking, dan wel het staatkundig gedragen de politieke gevoelens van hen, die in de termen vielen van te worden ingedeeld in de gelederen van het russisch leger. Het waren derhalve geene lijsten van rekruten, maar lijsten van verdachte personen, welke de rege ring verlangde, waardoor zij zich zou kunnen bevrijden van hare tegenstanders, en Palen zou worden beroofd van de krachtigste verdedigers zijner nationaliteit. „Het garnizoen werd in de hoofdstad op 50.000 man ge- bragt en in verscheidene gedeelten der stad werden sommige huizen op militaire wijze bezet om allen weerstand onmoge lijk te maken." In den nacht van 14 op 1 5 januarij had daarop teWarschau de opligting plaats van verschillende jongelieden, waarvan wij in ons vorig nommer spraken. Men ziet thans nadat het russisch leger in Polen bijeen getrokken is bloedige en hard nekkige gevechten te geinoet. terwijl ook de pruissische rege ring vrees schijnt, te koesteren voor eene rustverstoring in het hertogdom Posen. Volgens handelsbrieven uit Warschau was overigens de telegrafische gemeenschap in alle rigtingen afge broken terwijl ook het goederen verkeer op den opper-silesi- sclien spoorweg naar Polen had opgehouden en van de pruis sische zijde niets meer werd verzonden. Frankrijk. Te Parijs heeft in de groote zaal du Louvre de uitreiking plaatsgehad van de belooningen, toegekend aan de verschil lende fransche inzenders op rle londensche tentoonstelling, die zich verdienstelijk hadden gemaakt. Verscheidene leden van liet keizerlijk hof waren behalve de keizer en de keizerin bij deze plegtigheid tegenwoordig en volgens den uitdrukkelijken wil van Napoleen was daaraan zooveel mogelijk luister bijge zet. Na eene redevoering van prins Napoleon, welke als pre sident der tentoonstellings-kommissie een rapport uitbragt, nam de keizer zelf het woord hij verklaarde naar dit tijdstip te hebben verlangt oin de exposanten te kunnen dank zeggen voor den gunstigen uitslag hunner pogingen, daar toch de al gemeene tentoonstellingen niet slechts voorbijgaande raani- festatiën waren, maar'schitterende blijken van de materiële en morele kracht eener natie. De toestand eener maatschappij blijkt uit den min of meer snellen voortgang der ontwikke ling harer hulpbronnen. De keizer wenscht derhalve de inzen ders geluk met hunne energie en vastberadenheid om de eer van Frankrijkte handhaven. „Ziedaar haar dan verwezenlijkt, die verschrikkelijke inval op den engelschen bodem, en ik ge voel mij gelukkig de dappersten daarbij te beloonen. Waar lijk, mijne heeren, wij zijn het kanaal overgestoken en hebben den engelschen grond betreden, niet met de wapenen, welke vernieling met zich voeren, maar met die, welke voorspoed en bloei aanbrengen." Vervolgens betoogde Napoleon hoe het fransch-engelsch handelstraktaat daartoe dienstig was, terwijl dergelijke over eenkomsten steeds de natiën nader tot elkander brengt en verre van verzwakking, voorspoed ten gevolge hehben. Zij bevorderen daarbij nog de ruilingen van grooter waardij dan de materiële, want zoo de vreemdeling ons vele nuttige zaken te benijden heeft, ook Frankrijk kan aan Engeland vele zedelijke overwinningen ontleenen. Zoo hebben wij van Engeland dien geest van vrijheid over te nemen, welke, aan alle opiniën gelaten, de ontwikkeling van alle belangen waar borgt. Men ziet dan ook in Engeland de groote orde, welke hij alle diskussien in acht wordt genomen, omdat de engelschQ natie meer dan wij de grondslagen eerbiedigt, waarop maat schappij en gezag gevestigd zijn. Dit denkbeeld werd vooral door den keizerlijken spreker ontwikkeld hij herinnerde tevens hoe in Engeland de industrie op eigen wieken drijft en de groote ondernemingen niet alleen door den staat tot stand komen. De keizer verklaarde de overtuiging te bezitten dat ook Frankrijk daartoe eenmaal zal komen. „Laat ons in dien zin de vereenigde krnchteni nspannen vereenigt u om dit denk beeld te doen zegepralen; vereenigt u om aan de industrie hare verwezenlijkten vooruitgang te behouden en haar ten goede te doen streven. Dit is de taak der industriëlende taak der regering is om hunne pogingen aan te moedigen, en als beide zich bewust zijn van deze verpligtingen, zal elk zijn pligt hebben gedaan en ons kort verblijf op deze aarde niet nutteloos voorbijgaan, daar wij aan onze zonen vruchtbare waarheden zullen nalaten." De keizerlijke rede eindigde met eene dankbetuiging aan den presidenten leden der keizerlijke kommissie; waarbij het den keizer aangenaam was hun op nieuw een blijk van zijn vertrouwen en hoogachting te kunnen geven. Het onder ons „algemeen overzigt" bedoelde artikel van Le constitutionnel luidt aldus: „Wij hebben niemand ontmoet, die bij het hooven of lezen der redevoering des keizers niet in groote bewondering ver diept was over zoo veel wijsheid vereenigd met zooveel ver heffing van denkbeeld en taal. Welk vorst heeft dan ook ooit in edeler vorm beginselen van orde en bestuur uitgesproken, en welke wijsgeer heeft op gelukkiger wijze beginselen van vooruitgang en vrijheid ontwikkeld „Welwillendheidmen heeft dit sedert lang geuitis de schoonste eigenschap van kracht. Wanneer men nu hoort of leest met welke gematigdheid, zachtheid en aantrekkelijk heid de keizer, als hoogste vertegenwoordiger van de mag- tigste natie ter wereld welke de oppermagt in zijne handen heeft gelegd, gesproken heeft, dan komt ons onwillekeurig de innemende waardigheid in de gedachte van Marcus A ure- lius DRUKFOUT. In ons nommer van donderdag 22 dezer, rubriek „Boekbe schouwing," staat, laatste kolom ISen regel, Tufendorf, lees Pufendorf; en 41en regel, BenedettoGuitile, lees: Benedetto Gentile. H/U0ELS!3ERIlCiTEW. Prljr.cn van cflTckten. Amsterdam 2S januarij. Certifik, Werkelijke schuld 2ipct.( dito Nationale dito 3 dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij 4J Oblig. 1798/1 §16 5 Certifik. Hope eo4 dito dito 1855, 6de serie. 5 dito6 Aand. spoorweg Lcening 18604£ Schatkistobligatien4 Obligatien 2 dito binnenlandsch3 Certifik. coupons bewijzen Krediet instelling Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek 5 dito amsterdamsche5 dito nationale 5 dito 1847/1852 2* Bank aktig»r-.- 3 CertirikatCn bij "Rothschild 2} ObligatiWL.3 dito 3 dito /v-r>-> dito J 2^ dito 7 dito 3 Rusland. Polen. Spanje, België. Portugal. Grenada. Venezuela, Illinois. Mexiko. MA 70} 140; 103} 70; 911 201 91} 46} 601 7S} 65£ 57| 46 45 ff 23i 79 314

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3