Staten generaal. eerste kamer. In de zitting van donderdag is in de eerste plaats goedge keurd de ara pl ia tie van artikel y van het reglement van orde, waarin thans bepaald is, dat de ambtenaren ter griffie op voor- dragt der huishoudelijke kommissie door de kamer worden benoemd. Over de bedoeling van dit voorstel had eene korte woordenwisseling tusschen de heeren Cremers en van Beeck Vollenhoven plaats. Vervolgens kwam in behandeling de vraag of het rapport opliet adres van den gemeenteraad van Vledder en de daarop ontvangen inlichtingen nadere behandeling eischte. De heer van Sasse van Ysselttrok zijn voorstel in om die stukkeu nog maals te stellen in handen van de kommissie voor de petitiën. De heer van Rhemen stelde voor die stukken testellen in han den eener nieuwe kommissie. De heeren van Eysinga, Boveel en Cremers waren van meening dat de zaak ge noegzaam was toegelicht en dat men kon overgaan tot de orde van den dag. De heeren Tonckens en van Nispen van Pannerden bestreden dat gevoelen. Ten slotte werd het voor stel van den heer van Rhemen aangenomen met 23 tegen 12 stemmen en de stukken gesteld in handen van de heeren Cost Jordens, van Nispen van Pannerden en van Beeck Vollen hoven. Daarna was aan de orde de beraadslaging over het ontwerp van wet betreffende bet kanaal door Holland op zijn smalst en de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee. Vele sprekers hebben voor en tegen het woord gevoerd, maar geene enkele redevoering was van veel belang, hetgeen van zelf spreekt, nadat een onderwerp zoo veelzijdig is be schouwd. Als bestrijders traden op de heeren Miehiels van Kessenich, van Rhemen, Schimmelpenninck van der Oije, van Eysinga en Cremers, terwijl het ontwerp verdedigd werd door de heeren Blankenheim, van der Heim van Duijven- dijke, van Beeck Vollenhoven en Fransen van de Putte. De bestrijders hadden in de eerste plaats bezwaar tegen de zamenkoppeling der twee werken, waardoor pressie op de ka mer werd uitgeoefend. De heeren Miehiels van Kessenich, Schimmelpenninck van der Oije en van Rhemen bestreden vooral de uitvoerbaarheid. Geen deskundige had daaromtrent eenige verzekering gegeven. De ramingen waren hoogst on zeker en de staat zou tusschen heiden moeten komen, als de koncessionaris te kort schoot. De heer Schimmelpenninck van der Oije wees op de jongste stormen enmeende, datalleen de havenhoofden het dubbele zouden kosten. Ook zou Am sterdam geene havenstad, maar eene binnenstad worden door afsluiting van het IJ. Zij gaven de voorkeur aan de verbete ring van het Noord-Hollandsch kanaal. Arasterdam zou niet gebaat worden, maar men zou eene proefneming doen en in dien tusschentijd zou de handel verloopen. Bij deze techni sche en financiële bezwaren achtte de heer Miehiels van Kes senich de kontróle in geen geval verzekerd en vvoeg, wie ver antwoordelijk zou zijn voor de uitvoering. De heer van Eysinga had gewenscht dat het eerste amende ment van den heer van Bosse ware aangenomen, want dan had men met den aanleg der haven een proef kunnennemen De heer Cremers achtte het vrij onverschillig langs welke havens de handel ging en men had nu reeds drie goede, name lijk het Nieuwediep, Dordrecht en Vlissingen. Het zou er mede gaan als met de poorten van Kampen- De heer van Andringa de Kemper.aer verklaarde voor de wet te zullen stemmen, want door de langere behandeling der zaak waren zijne bezwaren gedeeltelijk verdwenen. Hij had intusschen groot bezwaar in de afsluiting van het IJ, in het belang der binnenschipperij. Hij beschouwde het verderfelijk voor Amsterdam, dat het werk op deze wijze werd uitgevoerd en hij drukte ue hoop uit men zich niet bedrogen zou zien. Hij begrijpt niet waarom men één millioen voor verdedigings werken voor Amsterdam besteedde en niets voor den weg naar Rotterdam. Hij betreurde ook dat die laatste stad niets had bijgedragen en meende dat de staat te veel op zijne schouders laadde. Spreker protesteerde tegen de pressie die op de kamer was uitgeoefend, alsof zij de aanneming niet Zou durven weigeren. Hij gaf in zijne Tede het bewijs dat hij vrij was van elke pressie, want blijkens die rede sprak hij tegen het ontwerp en verklaarde voor te zullen steramen. De voorstanders van dit wetsontwerp deden uitkomen, dat het hier niet gold een lokaal belang, maar dat handel en scheepvaart onze grootste bron van welvaart waren. De werken waren niet ongelijksoortig en de zamenkoppeling was dus geen bezwaar. De uitvoerbaarheid werd door geen enkel deskundige betwist, ook niet door den heer van Digge len, al verschilde men over de middelen van uitvoering. De financiële bezwaren waren ongegrond, want men had voor zich de rapporten van deskundigen en de berekeningen van den koncessionaris. De heer van Beeck Vollenhoven deed uitkomen dat de verbetering van het Noord-Hollandsch kanaal niet zou baten, met het oog op de stoombootvaart; deze rigtte zich thans naar Rotterdam, en elk uur meer af stand veroorzaakte groote -kosten. Tegenover de bezwaren van de binnenschipperij bij de afsluiting van Pampus stond het voordeel dat men een bevaarbaar kanaal zou vinden en niet meer vast raken op de droogten van bet westelijk IJ. De heer Fransen van de Putte wees op het financiëel belang van den staat, ook wat betreft het verkeer op de spoorwegen, dat gevoed moest worden door betere toegangen naar zee. Wij beleven een tijd van financiëlen voorspoed en daarom kan men nu dergelijke werken ondernemen. Het was van het grootste belang den handel in staat te stellen met de vreem den te konkurreren. Spreker had echter gewenscht, dat de staat de kosten van sluiswerken op zich had genomen. De heer van der Heim van Duijvendijke betreurde,terwijl men in het belang van den handel de wet met kracht ondersteunde, dat men voor den amsterdamschen waterweg eene koncessie had verleend, want hij had meestal gezien dat die wijze van uitvoeren van groote werken tot mislukking leidde. Al de sprekersberiepen zich op de ingekomen adressen, ten betooge dat het algemeen belang de aanneming der wet vordert.j BUITENLAND. Algemeen overzigt. Men verzekert dat de hertog van Saksen-Coburg-Gotlia eindelijk besloten heeft om den griekschen troon te aanvaar den onder eenige waarborgen van de zijde der beschermende mogendheden. De diplomatie en het publiek zijn echter reeds te dikwijls ten opzigte der verschillende kandidaten voor den ledigen zetel van koning Otto misleid geworden, dan dat ook dit berigt onvoorwaardelijk geloof zou verdienen. Wan neer men zich herinnert hoe digt sommige kandidaten reeds aan den griekschen troon genaderd waren zonder nogtans dien te beklimmen, dan meenen wij moeijelijk te kunnen ge- looven aan een nieuwen helleenschen koning, alvorens deze te Athene geland en aldaar ingehuldigd zal wezen. Sedert een paar dagen worden de italiaansche dagbladen te Parijs in beslag genomen, ten gevolge van de min gunstige beschouwingen welke zij omtrent de keizerlijke troonrede bevatten. Geen zweem van dankbaarheid of welwillendheid schijnt de dagbladpers van het nieuw koningrijk meer te be zielen, hetgeen de woelingen der mazzinistische partij in den laatsten tijd na het vertrek van Gariblaldi naar zijn eenzaam eiland zeer begunstigt, vooral daar het tegenwoordig minis terie niet bijzonder schijnt tevkunnen roemen op de sympathie der bevolking. L'inde'pendance beige bevat een stuk over het regt der in woners van Rome om van regering te veranderen, afkomstig, volgens onderteekening, van Gustave Hagen te'sGravenhage. De schrijver herinnert daarin het gedeelte eener depeche van den franschen gezant te Turijn aan den minister van buiten- landsche zaken te Parijs, waarin gene verklaart aan den heer Pasolini te hebben doen opmerken dat „zoo al het nieuwere volkenregt het algemeen stemregt toelaat bij het openvallen van een troon, dit niet het geval is bij een op wettige wijze bezetten troon en het monarchaal Europa reden zou heb ben om zich te verwonderen dat eea monarchaal land gelijk Italië in ernst de onteigening van een vorst zou voorstellen ten algemeenen nutte." De schrijver betoogt te dien opzigte dat het hier slechts de kwestie is om te weten of bet volken regt niet ook de bevoegdheid aan de natiën toekent om een troon „te doen openvallen," waarvan de bezitter hun onaan genaam is. Wanneer het modern volkenregt zelfs Rusland verpligt om de wettigheid van „une revolution faite" te er kennen, verbiedt dit tevens ook aan de fransche regering om buiten Frankrijk zeiven eene revolutie te beletten „qui veut se faire." De konklusie waartoe de schrijver in dit stuk komt is in an deren vorm de zelfde waartoe de verschillende dagbladen reeds van het begin der bezetting van Rome lang vóór hem gekomen zijn. Het is echter niet ongepast deze nu en dan weder eens in herinnering te brengen. De voorbeelden op de glibberige baan van het volkenregt gekozen zijn echter niet allen juist in bedoeld stuk. De wonderbaarlijke overwinning van 5000 franschen op 25,000 mexikanen, onder den generaal Ortega, blijft voort durend zonder officiële bevestiging, terwijl steeds de her komst van dit berigt voor de waarschijnlijkheid blijft pleiten, ofschoon de verhouding der strijdkrachten, welke bij Puebla tegenover elkanderstonden, zekerlijk anders zal geweest zijn. The times of India berigt dat in Bengalen eene nog onbe kende epidemie woedt. De goeverneur had onmiddellijk eene enquête ingesteld omtrent deze vreemde ziekte, welke op sommige plaatsen zoo groot een aantal slagtofters velde, dat men verpligt was de lijken in de rivieren te werpen daar het verbranden daarvan te veel tijd vereischte. Amerika. De araerikaansche pakketboot Europa heeft bijzonderhe den aangebragt omtrent den slag bij Murfreesborough. Deze heeft vier dagen geduurd en is even moorddadig geweest als de strijd bij Fredericksburg. Hoewel de gefedereerden mees ter bleven van het slagveld en de vijand is teruggetrokken, maakt de generaal Braxion-Bragg. opperbevelhebber van het leger der zuidelijken, toch aanspraak eene overwinning te hebben behaald en 4000 krijgsgevangenen gemaakt en 28 stukken geschut veroverd te hebben. De generaal Rosencransz begroot zijn verlies op 6000 man gesneuvelden en gekwetsten, terwijl het eenigst voordeel door dezen strijd verkregen, zou zijn het innemen van Murfrees borough en de terugtogt des vijands zonder zijn doel te heb ben bereikt om de kommunikatie van Rosencransz af te snij den en Nashville te hernemen. In de gevechten bij Murfreesborough is overigens het bevel van den president Jefferson Davis toegepast omtrent de negers, die in handen der zuidelijken mogten vallen; allen zijn onmiddellijk gefusilleerd. Omtrent den einduitslag der aanvallen op de liniën der zuidelijken bij Vicksburg, door den generaal Sherman, aan het hoofd van 40,000 man noordelijken, is nog weinig bekend geworden. Men weet alleen dat van beide zijden met groote vermetelheid is gestreden en de slag vijf dagen duurde. Bij een der aanvallen gelukte het aan den generaal Sherman tot aan de vierde linie des vijands door te dringen, alwaar hij echter teruggeslagen werd met een ontzaggelijk verlies aan manschappen en krijgsmateriëel. Omtrent het vergaan van den Monitor wordt het vol gende gemeld Op 29 december had dit gepantserd vaartuig het fort Monroe verlaten, gesleept door den steamer The Rhode-Island. De zee was kalm en effen, en het schip liep vijf of zes knoopen. Op den volgenden dag bereikte het kaap Hatteras. Daar de wind echter veranderde en heviger was had de Monitor veel te lijden van de golven, terwijl weldra het vuur van de machine door het zeewkter uitgebluscht en het besturen van het vaartuig onmogelijk wbrd. Het was door de hooge zee voor The Rhode-Island hoogst moeijelijk hul.p te verleenen, zoo dat dan ook twee officieren en twaalf matro zen van den Monitor den dood in de golven vonden. Frankrijk. In ons voorlaatste nommer vermeldden wij dat La revue nationale eene waarschuwing had ontvangen, wij laten de ge- inkrimineerde regelen hier volgen „In Engeland, alwaar de katoenkrisis voorzeker een groo- ter aantal slagtofters heeft gemaakt dan in Frankrijk, heeft een enkel inschrijver op de lijst ten voordeele dezer slagtof- fers, lord Derby, alleen meer gegeven dan alle onze inschrij vers te zamen. Te Manchester is er in twee uren voor eene som van ongeveer drie millioen ingeschreven. Overal werkt het beroep op de weldadigheid van het publiek verbazend. Tot zelfs in het noorden der Vereenigde Staten, hoe ook ge teisterd door de rampen van een moorddadigen burgeroorlog, heeft men voor het lijden eener natie, welke men als vijand beschouwt, meer bezorgdheid betoond dan wij voor het on geluk onzer medeburgers. Zouden wij er reeds toe gekomen zijn om het voorbeeld van het russisch volk m te roepen om daarin troost te vinden en ons in eigen oogen eenigzins op te heffen? In St. Petersburg is onlangs eene inschrijving ge opend ten voordeele van de bewoners van Finland, (lie door een verschrikkelijken hongersnood worden geteisterd; na verloop van drie weken had deze inschrijving, met veel bewe ging door de officiële, officieuse en haLf-officieuse dagbla den van St. Petersburg aangekondigd, eene som opgebragt van 338 roebels (1419 fr. 60 c.J. Deze uitkomst kan niet aan de natie worden verweten, welke bekend is als eene der meest gastvrije ter wereld. Indien echter de schuld niet ligt aan het volk, wie is dan daarvoor verantwoordelijk? „Het despotisme kan veel tot stand brengén. Het kan alle levende krachten eener natie in één punt koncentreren, ea deze natie tot een schrikbeeld maken voor hare naburen; het kan haar in expedition werpen naar verre gewesten; het kan naar willekeur over 's lands gelden beschikken en opge spaarde fondsen verspillen-; het kan de pyrauiiden van Egypte herbouwen, maar wat niet in zijne magt staat is: een enkele daad van vrijwillige belangeloosheid opwekken. Alles wat geweld kan geven bezit het, maar wel moge het zich wachten om ooit een beroep te doen op den goeden wil, op het vrij initiatief der burgers; vooral moge het zich wachten immer te moeten steunen op de vrije gehechtheid dezer burgers! Dan ziet men het best ingerigte despotisme in weinige uren vernietigd, zonder dat er zich onder zoo vele dienaven een enkel getrouw onderdaan voordoet." Overigens gaat de fransche regering voort met regts en links waarschuwingen uit te deelen. Hebben wij dezer dagen vermeld hoe L' opinion nationale, Le temps welk dagblad gisteren weder een „communiqué" heeft ontvangen en Le courrier du diinanche waarschuwingen ontvingen, ook de de partementsbladen zijn door dergelijke intimidatie-middelen getroffen en Le phare de la Loire, La gazette d u Midi, Le jour- nal de la Cöte d'or zijn met vele andere dergelijke onafhan kelijke organen der departements-dagbladpers op de lijst der gewaarschuwden verschenen. Door deze strenge maatrege len wordt thans aan de verschillende dagbladen het dilemma gesteld om bij het naderen der verkiezingen of zeer veel voorzigtigheid in acht te nemen öf door de regering te wor den opgeheven, hetgeen thans ieder oogenbhk aan Le cour rier du dimanche boven het hoofd hangt. De Moniteur bevat het volgende: Het berigt der inneming an Puebla door de franschen heett nog geen officieel karakter. Daar zij echter van eene zijde afkomstig is niet gunstig gezind uan Frankrijk, is het niet waarschijnlijk dat het berigt ongegrond is." Italië. Het ontslag van den minister van marine Ricci is door koning Victor Emmanuel aangenomen. Men verzekert dat zijne plaats in het kabinet Farini, na de weigering van den heer Dauvare, zal worden ingenomen door den schout bij nacht Longo, sekretaris-generaal van het departement van marine. Deze is siciliaan van geboorte en zeer geacht we gens zijne talenten en opregtheid van gevoelens, hoewel hij minder de sympathie geniet van de uiterste linkerzijde, ten gevolge van zijne langdurige getrouwheid aan de bourbon- sche partij hij immers was van alle napelsche marine-officieren de allerlaatste die de reddeluoze partij van Frans II verliet. Het schijnt dat het plan van den heer Ricciardi om voor- loopig Napels tot hoofdstad van Italië te verklaren het onder werp zal uitmaken van belangrijke debatten in de parlements zittingen.Het aantal voorstanders van dezen veel omvattenden maatregel is reeds vrij groot. han0el§berh;ten. Graanmarkten enz. Amsterdam 23 januarij. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken f52^. Lijnolie op zes weken f43. Dordrecht 22 januarij. Tarwe en rogge bleven prijshou dend; zoraergerst 10 cent lager, daarentegen waren haver en bruineboonen 10 en witteboonen 50 cent hooger. Oostbuug 21 januarij. De aanvoer van granen was heden groot en er bestond weinig vraag, zoo dat veel, en vooral van mindere kwaliteit, onverkocht is gebleven. De beste tarwe en gerst werd iets d uurder betaald, doch overigens was alles lager. Er is besteed voor tarwe f 9, f 9,25, f 9,50. Rogge f 6 a f (5,50. Wintergerst f 5, f5,25, f5,50, enkele f 5,70. Zomer dito f4,70 a f 5,10 naar deugd. Haver f 2,35 a f 3 en f3,25, meest echter daarboven, gehouden. Paavdenboonen f 5,50, f 5,75, f 6. Erw ten van f 6 tot f 7 naar deugd en zaden niet aan. Middelburg 22 januarij. De aanvoer van heden was hoogst onbeduidend, daar door het stormweder dat wij géhftd hebben en een harden wind die nog waait er geene onzer ge-\ wone wekelijksche marktschuiten aan waren, en uit Walche ren werd er ook veel minder geveild dan men gewacht had. Houders van tarwe waren algemeen hooger gestemd, zoo dat men de beste tarwe aan vongen week prijs met kon koopen de benoodigden in de konsumtie hebben 10 a 15 cent per

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1863 | | pagina 3